BE1025260B1 - Wandbekleding - Google Patents

Wandbekleding Download PDF

Info

Publication number
BE1025260B1
BE1025260B1 BE2017/5390A BE201705390A BE1025260B1 BE 1025260 B1 BE1025260 B1 BE 1025260B1 BE 2017/5390 A BE2017/5390 A BE 2017/5390A BE 201705390 A BE201705390 A BE 201705390A BE 1025260 B1 BE1025260 B1 BE 1025260B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
mounting
wall covering
fixing
elements
covering
Prior art date
Application number
BE2017/5390A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1025260A1 (nl
Inventor
John Urbain Houfflyn
Kristof Gustaaf Vanluchene
Lieven André Eric Depraetere
Frene Joost Benjamin Renaat De
Elien Henriëtte Roger Delmotte
Original Assignee
Renson Sunprotection Projects Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Renson Sunprotection Projects Nv filed Critical Renson Sunprotection Projects Nv
Priority to BE2017/5390A priority Critical patent/BE1025260B1/nl
Priority to EP18730866.3A priority patent/EP3469166B1/en
Priority to PCT/IB2018/053637 priority patent/WO2018220480A1/en
Publication of BE1025260A1 publication Critical patent/BE1025260A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1025260B1 publication Critical patent/BE1025260B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F13/00Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
    • E04F13/07Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
    • E04F13/21Fastening means specially adapted for covering or lining elements
    • E04F13/24Hidden fastening means on the rear of the covering or lining elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C2/00Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels
    • E04C2/30Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by the shape or structure
    • E04C2/32Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by the shape or structure formed of corrugated or otherwise indented sheet-like material; composed of such layers with or without layers of flat sheet-like material
    • E04C2/322Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by the shape or structure formed of corrugated or otherwise indented sheet-like material; composed of such layers with or without layers of flat sheet-like material with parallel corrugations
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F13/00Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
    • E04F13/07Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
    • E04F13/08Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
    • E04F13/0801Separate fastening elements
    • E04F13/0803Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements
    • E04F13/0805Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements with additional fastening elements between furring elements and the wall
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F13/00Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
    • E04F13/07Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
    • E04F13/08Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
    • E04F13/0801Separate fastening elements
    • E04F13/0803Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements
    • E04F13/081Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements with additional fastening elements between furring elements and covering elements
    • E04F13/083Hooking means on the back side of the covering elements

Abstract

Wandbekleding (1), omvattende: - een draagstructuur (2); - wandbekledingselementen (3); - een structuurbevestigingselement (4) dat aan de draagstructuur (2) bevestigbaar is, in een eerste richting (A) verplaatsbaar; - per wandbekledingselement (1) minstens één bekledingsbevestigingselement (5); - waarbij het structuurbevestigingselement (4) en het bekledingsbevestigingselement (5) voorzien zijn van aanbrengelementen (7, 8) ter onderlinge bevestiging, verplaatsbaar in een tweede richting (B), - waarbij meerdere genoemde aanbrengelementen (7) volgens de eerste richting (A) verspreid ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, zodat het structuurbevestigingselement (4) en het bekledingsbevestigingselement (5) onderling bevestigbaar zijn op meerdere respectievelijke aanbrengposities.

Description

WANDBEKLEDING
Deze uitvinding betreft een wandbekleding, omvattende:
- een draagstructuur;
- wandbekledingselementen;
- minstens één structuurbevestigingselement dat zo aan de draagstructuur bevestigbaar is, dat dit structuurbevestigingselement in een eerste richting verplaatsbaar is ten opzichte van deze draagstructuur;
- per wandbekledingselement minstens één bekledingsbevestigingselement dat deel uitmaakt van dit wandbekledingselement of hieraan is bevestigd;
waarbij het structuurbevestigingselement en het bekledingsbevestigingselement voorzien zijn van respectievelijke corresponderende aanbrengelementen ter onderlinge bevestiging, waarbij het structuurbevestigingselement en bekledingsbevestigingselement in onderling gekoppelde toestand onderling verplaatsbaar zijn in een tweede richting, afwijkend van de eerste richting.
Dergelijke wandbekledingen zijn bijvoorbeeld gekend uit FR 2 121 393 A2, DE 196 20 134 A1 en DE 44 18 291 A1.
Dergelijke wandbekledingen worden typisch gebruikt om wanden zoals muren te bekleden. Het is echter ook mogelijk om dergelijke wandbekledingen zo uit te voeren dat hiermee vrijstaande wanden gevormd kunnen vormen.
De wandbekledingselementen van dergelijke wandbekledingen kunnen hierbij allerlei vormen aannemen van tegels tot lamellen en kunnen ook uit allerlei materialen vervaardigd zijn, zoals uit hout, kunststof, aluminium, enz.
Typisch is het aanbrengelement van het structuurbevestigingselement of het bekledingsbevestigingselement hierbij aanbrengbaar in het aanbrengelement van respectievelijk het bekledingsbevestigingselement of het structuurbevestigingselement, waarbij deze aanbrengelementen onderling bevestigd worden via vormopsluiting en/of krachtopsluiting.
Het bevestigen van wandbekledingselementen met dergelijke verplaatsbare structuurbevestigingselementen en corresponderende bekledingsbevestigings
BE2017/5390 elementen zorgt voor een vlotte montage, waarbij spelingen en verschillen in thermische uitzettingen eenvoudig opgevangen kunnen worden.
Het doel van deze uitvinding is om te voorzien in een dergelijke wandbekleding waarmee een grotere variatie aan mogelijke wandbekledingselementen op een flexibele en vlotte manier gemonteerd kan worden.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een wandbekleding, omvattende:
- een draagstructuur;
- wandbekledingselementen;
- minstens één structuurbevestigingselement dat zo aan de draagstructuur bevestigbaar is, dat dit structuurbevestigingselement in een eerste richting verplaatsbaar is ten opzichte van deze draagstructuur;
- per wandbekledingselement minstens één bekledingsbevestigingselement dat deel uitmaakt van dit wandbekledingselement of hieraan is bevestigd;
waarbij het structuurbevestigingselement en het bekledingsbevestigingselement voorzien zijn van respectievelijke corresponderende aanbrengelementen ter onderlinge bevestiging, waarbij het structuurbevestigingselement en bekledingsbevestigingselement in onderling gekoppelde toestand onderling verplaatsbaar zijn in een tweede richting, afwijkend van de eerste richting;
en waarbij het structuurbevestigingselement voorzien is van meerdere genoemde aanbrengelementen die volgens de eerste richting gezien verspreid ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en/of het bekledingsbevestigingselement voorzien is van meerdere genoemde aanbrengelementen die volgens de eerste richting gezien verspreid ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, zodat het structuurbevestigingselement en het bekledingsbevestigingselement onderling bevestigbaar zijn op meerdere respectievelijke aanbrengposities, waarbij het corresponderende wandbekledingselement meerdere corresponderende posities inneemt, gezien in het vlak waarin de wandbekleding zich in gemonteerde toestand hoofdzakelijk uitstrekt.
BE2017/5390
Het verplaatsbaar voorzien van een dergelijk structuurbevestigingselement laat bij bevestiging van een wandbekledingselement slechts toe om kleinere spelingen op een vlotte manier op te vangen. Dergelijke structuurbevestigingselementen dienen typisch eerst op nagenoeg de juiste positie aangebracht te worden. Ofwel dienen deze op de gewenste positie vastgezet te worden, ofwel is de verplaatsbaarheid zodanig dat grotere verplaatsingen door wrijving verhinderd worden. Bij grotere spelingen of variaties aan wandbekledingselementen is het over grotere afstand verplaatsen van dergelijke structuurbevestigingselementen een omslachtig werk.
Door nu bijkomend meerdere aanbrengelementen te voorzien, zodat de wandbekledingselementen op meerdere corresponderende posities bevestigbaar zijn, kunnen nu ook grotere spelingen op een vlotte manier opgevangen worden. Wandbekledingselementen kunnen zo vlot op meerdere posities bevestigd worden. Het is daarbij ook mogelijk om vlot wandbekledingselementen met verschillende afmetingen aan de draagstructuur te bevestigen.
De genoemde richtingen zijn telkens richtingen, ter plaatse van het genoemde structuurbevestigingselement gezien. Waar de draagstructuur hoeken of bochten omvat, kunnen deze richtingen bij verschillende structuurbevestigingselementen, die verspreid over deze draagstructuur zijn aangebracht, van elkaar afwijken.
Het genoemde vlak is eveneens ter plaatse van het genoemde structuurbevestigingselement gezien.
De tweede richting wijkt af van de eerste richting en staat bij voorkeur dwars op deze eerste richting.
De verplaatsbare bevestigingen zijn telkens bij voorkeur gerealiseerd als verschuifbare bevestigingen.
BE2017/5390
Elk wandbekledingselement is bij voorkeur in de tweede richting gezien met behulp van één of meerdere bekledingsbevestigingselementen aan meerdere structuurbevestigingselementen bevestigd.
Verder is elk wandbekledingselement in de eerste richting gezien bij voorkeur met behulp van één of meerdere bekledingsbevestigingselementen op meerdere posities ten opzichte van één of meerdere structuurbevestigingselementen vastgezet.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de aanbrengelementen voorzien voor het onderling verbinden van het structuurbevestigingselement en het bekledingsbevestigingselement met behulp van een klikverbinding. Een dergelijke klikverbinding laat een bijzonder vlotte onderlinge verbinding toe.
Een dergelijke klikverbinding wordt daarbij naar eenvoud van montage en naar krachtenoverdracht toe bij voorkeur gerealiseerd in een richting loodrecht op de genoemde richtingen.
Meer specifiek kan - om een dergelijke klikverbinding te realiseren - het bekledingsbevestigingselement een aanbrengribbe met een verbrede kop omvatten als aanbrengelement en kan het structuurbevestigingselement een corresponderende elastisch verplaatsbare aanbrengribbe omvatten, die een aanbrengsleuf als aanbrengelement gedeeltelijk afbakent, voor het hierin aanbrengen van de verbrede kop en die voorzien is van een ondersnijding, zodat bij aanbrengen van de aanbrengribbe van het bekledingsbevestigingselement in de aanbrengsleuf van het structuurbevestigingselement, deze elastisch verplaatsbare aanbrengribbe met behulp van de verbrede kop weg gedreven wordt en terug komt, zodat in gekoppelde toestand van het bekledingsbevestigingselement en het structuurbevestigingselement de verbrede kop van het bekledingsbevestigingselement aangrijpt achter de ondersnijding.
Een dergelijke ondersnijding verhindert hierbij het terug loskomen van de aanbrengribbe van het bekledingselement, doordat de verbrede kop hierachter aangrijpt.
BE2017/5390
Alternatief of aanvullend kan het bekledingsbevestigingselement een dergelijke aanbrengsleuf omvatten die gedeeltelijk begrensd is door een elastisch verplaatsbare aanbrengribbe en kan het structuurbevestigingselement een corresponderende aanbrengribbe met verbrede kop omvatten.
Bij voorkeur is de genoemde aanbrengsleuf van het structuurbevestigingselement aan weerszijden begrensd door een dergelijke elastisch verplaatsbare aanbrengribbe.
Het is dan mogelijk om het bekledingsbevestigingselement te voorzien van twee corresponderende aanbrengribben met verbrede koppen, die beide samen in deze aanbrengsleuf aanbrengbaar zijn. Deze aanbrengribben van het bekledingsbevestigingselement kunnen dan eventueel ook elastisch verplaatsbaar uitgevoerd worden. Naar eenvoud van montage toe wordt bij voorkeur slechts één corresponderende aanbrengribbe met verbrede kop aanbrengbaar in deze aanbrengsleuf voorzien.
Dergelijke elastisch verplaatsbare aanbrengribben, die samen een aanbrengsleuf begrenzen, zijn bij voorkeur samen met de aanbrengsleuf die ze afbakenen symmetrisch opgebouwd. Ook de aanbrengribbe met verbrede kop van het bekledingsbevestigingselement is dan bij voorkeur symmetrisch opgebouwd.
Een structuurbevestigingselement met een genoemde elastisch verplaatsbare aanbrengribbe omvat verder bij voorkeur een geleidingselement, dat grenzend aan de elastisch verplaatsbare aanbrengribbe is opgesteld of hier deel van uitmaakt, voor het bij het koppelen van het bekledingsbevestigingselement en het structuurbevestigingselement geleiden van de verbrede kop van de aanbrengribbe van het bekledingsbevestigingselement naar de aanbrengsleuf toe.
Wanneer een dergelijk structuurbevestigingselement voorzien is van meerdere aangrenzende aanbrengsleuven, die elk gedeeltelijk begrensd zijn door aangrenzende elastisch verplaatsbare aanbrengribben, dan kan het geleidingselement voordelig uitgevoerd worden als een geleidingsboog, die tussen deze twee aangrenzende elastisch verplaatsbare aanbrengribben is opgesteld. Een dergelijke geleidingsboog
BE2017/5390 verhindert dat de aanbrengribbe van het wandbekledingselement per ongeluk tussen beide aangrenzende aanbrengribben aangebracht zou worden.
In een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de draagstructuur meerdere bevestigingsprofielen, die volgens de eerste richting onderling evenwijdig zijn opgesteld.
Dergelijke bevestigingsprofielen kunnen bijvoorbeeld via extrusie vervaardigd worden.
De wandbekleding omvat in een dergelijke uitvoeringsvorm bij voorkeur minstens één genoemd structuurbevestigingselement per bevestigingsprofiel.
In een specifieke uitvoeringsvorm is het structuurbevestigingselement bevestigbaar aan het bevestigingsprofiel met behulp van een vormopsluiting.
Bij een vormopsluiting kan een deel van het structuurbevestigingselement of het bevestigingsprofiel in een holte van respectievelijk het bevestigingsprofiel of het structuurbevestigingselement gevat worden, waarbij de vorm van dit deel zodanig is dat dit deel in de holte opgesloten is in voor de bevestiging gewenste richtingen. Deze laatste richtingen zijn richtingen waarin de structuurbevestigingselementen in gebruik typisch belast worden ter hoogte van deze verbinding.
Bij wandbekledingen met bevestigingsprofielen als draagstructuur, omvat de wandbekleding bij voorkeur meerdere structuurbevestigingselementen per bevestigingsprofiel, die onderling koppelbaar zijn.
Op deze manier kunnen de bevestigingsprofielen over hun lengte verspreid voorzien worden van kleinere structuurbevestigingselementen.
Dergelijke kleinere structuurbevestigingselementen zijn afzonderlijk eenvoudiger aan de bevestigingsprofielen bevestigbaar dan grotere structuurbevestigingselementen die over een grotere lengte aan de bevestigingsprofielen bevestigbaar zijn.
Met behulp van dergelijke kleinere structuurbevestigingselementen kunnen oneffenheden in de bevestigingsprofielen eenvoudiger opgevangen worden en/of
BE2017/5390 kunnen de bevestigingsprofielen voorzien worden van hoeken of bochten, zodat gebogen wandbekledingen en/of wandbekledingen met hoeken eenvoudiger realiseerbaar zijn.
Wanneer een kleiner structuurbevestigingselement beschadigt raakt, dan kan dit ook eenvoudig afzonderlijk vervangen worden.
Wanneer structuurbevestigingselementen op deze manier onderling koppelbaar zijn uitgevoerd, dan laat hun onderlinge koppeling bij voorkeur een beperkte onderlinge verplaatsing van deze structuurbevestigingselementen volgens de eerste richting toe.
Op deze manier blijft het eenvoudig om spelingen op te vangen.
Het in de eerste richting verplaatsbaar realiseren van deze onderlinge koppeling kan bijvoorbeeld door een koppelelement van het ene onderdeel in een volgens deze richting langgerekte sleuf van het andere onderdeel verplaatsbaar te laten aangrijpen.
In een bijzondere uitvoeringsvorm zijn de wandbekledingselementen uitgevoerd als lamellen.
Dergelijke lamellen kunnen hierbij horizontaal geplaatst worden, of verticaal of schuin.
Dergelijke lamellen kunnen bijvoorbeeld via extrusie vervaardigd worden, waarbij de bekledingsbevestigingselementen mee via extrusie vervaardigd kunnen worden.
Structuurbevestigingselementen van wandbekledingen volgens deze uitvinding worden bij voorkeur uit kunststof vervaardigd. Deze kunnen uit één kunststof vervaardigd worden of uit meerdere kunststoffen. De kunststof wordt hierbij bij voorkeur zo gekozen dat deze eenvoudig thermische uitzettingen kan opvangen en dat hiermee eenvoudig elastisch verplaatsbare aanbrengribben gerealiseerd kunnen worden.
BE2017/5390
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat elk wandbekledingselement een afschermbeen, voor het in gemonteerde toestand gedeeltelijk overlappen van een aangrenzend opgesteld wandbekledingselement.
Met een dergelijk afschermbeen en de verplaatsbaarheid in de eerste richting en/of de tweede richting kan men dit afschermbeen het aangrenzend opgestelde wandbekledingselement meer of minder laten overlappen. Op deze manier kan men vlot de afmetingen van de volledige wandbekleding laten variëren en aanpassen waar nodig, dit zonder storende openingen tussen de wandbekledingselementen.
Het doel van deze uitvinding wordt ook bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het monteren van een wandbekleding volgens deze uitvinding zoals hierboven omschreven, omvattende het monteren van een draagstructuur, het aanbrengen van meerdere structuurbevestigingselementen aan deze draagstructuur en het bevestigen van één of meerdere wandbekledingselementen aan deze structuurbevestigingselementen, waarbij een eerste genoemd structuurbevestigingselement vastgezet wordt ten opzichte van de draagstructuur bij aanbrengen ervan aan deze draagstructuur en waarbij een tweede genoemd structuurbevestigingselement volgens de eerste richting gezien naast het eerstgenoemde structuurbevestigingselement wordt aangebracht en pas ten opzichte van de draagstructuur wordt vastgezet door het onderling koppelen van een genoemd wandbekledingselement en het tweede genoemde structuurbevestigingselementen met behulp van hun aanbrengelementen.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende wandbekledingen volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze wandbekledingen aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
BE2017/5390
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in
- Figuur 1 een deel van een lamellenwand (1) volgens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld;
- Figuur 2 het deel uit figuur 1 in bovenaanzicht is weergegeven;
- Figuur 3 een bevestigingsprofiel (2) met twee hierop aangebrachte structuurbevestigingselementen (4) van de lamellenwand (1) uit figuur 1 afzonderlijk in perspectief zijn afgebeeld;
- Figuur 4 lamellen (3) uit de wandbekleding uit figuur 1 afzonderlijk in bovenaanzicht zijn afgebeeld;
- Figuur 5 het bevestigingsprofiel (2) met een structuurbevestigingselement (4) en enkele lamellen (3) van de lamellenwand (1) uit figuur 1 afzonderlijk in bovenaanzicht zijn weergegeven;
- Figuur 6 een alternatieve lamellenwand (1) volgens deze uitvinding in bovenaanzicht is weergegeven.
De in de figuren 1 tot 5 afgebeelde lamellenwand (1) vormt een verticale, hoofdzakelijk rechte wand. De in figuur 6 afgebeelde lamellenwand (1) vormt een verticale, hoofdzakelijk gebogen wand. Met lamellenwanden (1) volgens deze uitvinding kunnen ook hoofdzakelijk horizontale wanden, schuine wanden, enz. gevormd worden.
De afgebeelde lamellenwanden (1) omvatten meerdere bevestigingsprofielen (2), die evenwijdig aan elkaar zijn opgesteld. Deze bevestigingsprofielen (2) kunnen hiertoe bijvoorbeeld aan een muur bevestigd worden, dit rechtstreeks of bijvoorbeeld op een zwevende manier of met een tussenliggende structuur om isolatie tussen de muur en de wandbekleding aan te kunnen brengen. Deze zouden bijvoorbeeld ook aan palen bevestigd kunnen worden.
In de figuren strekken de bevestigingsprofielen (2) zich hoofdzakelijk horizontaal uit. Deze zouden zich ook verticaal kunnen uitstrekken en bijvoorbeeld zelf dienst
BE2017/5390 kunnen doen als palen. Deze bevestigingsprofielen (2) zouden ook schuin opgesteld kunnen worden.
De in de figuren 1 tot 5 afgebeelde bevestigingsprofielen (2) zijn volgens hun lengterichting hoofdzakelijk recht uitgevoerd. Het in figuur 6 afgebeelde bevestigingsprofiel (2) is in deze richting gebogen uitgevoerd.
De afgebeelde bevestigingsprofielen (2) kunnen bijvoorbeeld uit aluminium via extrusie vervaardigd worden.
Aan de bevestigingsprofielen (2) zijn telkens meerdere structuurbevestigingselementen (4) bevestigd. De afgebeelde bevestigingsprofielen (2) omvatten hiertoe twee uitstekende flenzen (14), waaroverheen haakvormende flenzen (15) van de structuurbevestigingselementen (4) gehaakt zijn. Op deze manier zijn de flenzen (14) van de bevestigingsprofielen (2) vormopsluitend in de hieraan bevestigde structuurbevestigingselementen (4) opgenomen. De structuurbevestigingselementen (4) kunnen hierbij nog volgens de lengterichting van het corresponderende bevestigingsprofiel (2) ten opzichte van dit bevestigingsprofiel (2) verschuiven. Eventueel kan dit structuurbevestigingselement (4) dan in gemonteerde toestand vastgezet worden ten opzichte van dit bevestigingsprofiel (2), dit bijvoorbeeld met behulp van één of meerdere schroeven.
Elk afgebeeld structuurbevestigingselement (4) omvat meerdere uitstekende aanbrengribben (6). Na bevestiging van het structuurbevestigingselement (4) aan een bevestigingsprofiel (2), zijn deze aanbrengribben (6) verspreid over de lengterichting van dit bevestigingsprofiel (2) opgesteld. Deze aanbrengribben (6) zijn telkens per twee opgesteld om samen corresponderende aanbrengsleuven (7) af te bakenen. Deze aanbrengribben (6) zijn elastisch verplaatsbaar om de toegang tot deze aanbrengsleuven (7) tijdelijk te kunnen vergroten. Elke aanbrengribbe (6) is voorzien van een ondersnijding (10) en van een geleidingsvlak (11), waarvan de functie verder verduidelijkt wordt.
De structuurbevestigingselementen (4) die op een zelfde bevestigingsprofiel (2) aangrenzend aan elkaar bevestigd worden, kunnen eventueel onderling gekoppeld
BE2017/5390 worden. Een dergelijke koppeling laat dan bij voorkeur wel toe dat deze structuurbevestigingselementen (4) nog over een bepaalde afstand volgens de lengterichting van het bevestigingsprofiel (2) ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven.
De afgebeelde structuurbevestigingselementen (4) kunnen bijvoorbeeld uit kunststof vervaardigd worden, dit bijvoorbeeld via spuitgieten.
De afgebeelde lamellenwanden (1) omvatten verder ook meerdere lamellen (3), die elk voorzien zijn van meerdere aanbrengribben (8) met een verbrede kop (9) als bekledingsbevestigingselementen (5).
Deze lamellen (3) zijn aan de structuurbevestigingselementen (4) bevestigbaar, door het aanbrengen van deze aanbrengribben (8) in corresponderende aanbrengsleuven (7) .
Bij het aanbrengen van de lamellen (3) worden de aanbrengribben (8) ervan via de geleidingsvlakken (11) van de aanbrengribben (6) van de structuurbevestigingselementen (4) naar de corresponderende aanbrengsleuven (7) toe geleid. Naast deze geleidingsvlakken (11) of als alternatief hiervoor zouden bijvoorbeeld ook geleidingsbogen voorzien kunnen worden, dit bijvoorbeeld onder de vorm van een clips die overheen twee aangrenzende elastisch verplaatsbare aanbrengribben (6) aangebracht wordt, weg van de aanbrengsleuven (7). Een dergelijke geleidingsboog zorgt ervoor dat een aanbrengribbe (8) van een lamel (3) niet per ongeluk weg van de aanbrengsleuven (7) tussen twee dergelijke elastisch verplaatsbare aanbrengribben (6) aangebracht zou kunnen worden.
Bij aanbrengen van de aanbrengribben (8) van de lamellen (3) in deze aanbrengsleuven (7) duwt de verbrede kop (9) de elastische aanbrengribben (6) die de corresponderende aanbrengsleuf (7) afbakenen eerst weg, waarna deze elastische aanbrengribben (6) hun oorspronkelijke positie terug innemen. Elke aanbrengribbe (8) van de lamel (3) wordt hierbij vastgeklikt tussen de elastisch verplaatsbare aanbrengribben (6) van het structuurbevestigingselement (4). De verbrede kop (9) grijpt dan achter de ondersnijdingen (10) aan. Deze ondersnijdingen (10) verhinderen hierbij dat deze kop (9) terug uit deze aanbrengsleuf (7) loskomt. De lamellen (3)
BE2017/5390 zijn hierbij dan nog volgens een tweede richting (B), dwars op de eerste richting (A) verplaatsbaar ten opzichte van deze structuurbevestigingselementen (4).
De lamellen (3) kunnen op meerdere posities volgens de lengterichting van de bevestigingsprofielen (2) aan één of meerdere structuurbevestigingselementen (4) vastgeklikt worden. Opeenvolgende aanbrengsleuven (7) definiëren hierbij opeenvolgende posities voor het vastklikken van de lamellen (3).
De afgebeelde lamellen (3) omvatten telkens twee aanbrengribben (8). Deze lamellen (3) zouden bijvoorbeeld ook breder kunnen uitgevoerd worden, in lengterichting van de bevestigingsprofielen (2) gezien, waarbij deze dan van meerdere aanbrengribben (8) voorzien kunnen worden.
De afgebeelde lamellen (3) omvatten aan een eerste langszijde telkens een afschermbeen (12), waarmee ze in gemonteerde toestand een aangrenzend opgestelde lamel (3) gedeeltelijk kunnen overlappen. De lamellen (3) omvatten hiertoe ook een uitstekende flens (13) die hierbij gedeeltelijk overlapt wordt.
Met de afgebeelde lamellen (3) wordt een wand gevormd met opeenvolgende pieken en dalen. Dit zorgt ervoor dat allerhande voorzieningen, zoals een deurbel, of een ledverlichting, of een brievenbus, enz. eenvoudig in een dergelijke wand geïntegreerd kunnen worden. Lamellen (3) met andere structuren dan de afgebeelde structuur met pieken en dalen zijn uiteraard ook denkbaar. Uiteraard kunnen ook andere bekledingselementen dan lamellen (3) gekozen worden.
In de figuren zijn de afgebeelde lamellen (3) identiek aan elkaar uitgevoerd. Uiteraard kunnen ook verschillende soorten lamellen (3) in een dergelijke lamellenwand (1) opgenomen worden.
De afgebeelde lamellen (3) kunnen bijvoorbeeld uit aluminium via extrusie vervaardigd worden.
Om de afgebeelde wandbekledingen (1) te monteren, kunnen eerst de bevestigingsprofielen (2) evenwijdig aan elkaar worden opgesteld. Daarna worden de structuurbevestigingselementen (4) aan de corresponderende bevestigingsprofielen (2) bevestigd. Telkens wordt enkel het structuurbevestigingselement (4) dat in de eerste richting (A) gezien als eerste is opgesteld, ten opzichte van het
BE2017/5390 corresponderende bevestigingsprofiel (2) vastgezet, dit bijvoorbeeld met behulp van schroeven. Deze eerst opgestelde structuurbevestigingselementen (4) worden hiertoe ten opzichte van elkaar uitgelijnd. De overige structuurbevestigingselementen (4) blijven verschuifbaar in lengterichting ten opzichte van het corresponderende 5 bevestigingsprofiel (2). De lamellen (3) worden dan aan de structuurbevestigingselementen (4) vastgeklikt, waarbij men de structuurbevestigingselementen (4) die nog verschuifbaar zijn, door verschuiven ervan hun gewenste eindpositie zal laten aannemen. De laatst opgestelde structuurbevestigingselementen (4) kunnen dan opnieuw ten opzichte van elkaar 10 uitgelijnd worden. Wanneer de positie ervan te sterk afwijkt van de gewenste positie, kan men dan de tussenliggende structuurbevestigingselementen (4) waar nodig verschuiven om de gewenste eindpositie te bereiken.

Claims (14)

  1. CONCLUSIES
    1. Wandbekleding (1), omvattende:
    - een draagstructuur (2);
    - wandbekledingselementen (3);
    - minstens één structuurbevestigingselement (4) dat zo aan de draagstructuur (2) bevestigbaar is, dat dit structuurbevestigingselement (4) in een eerste richting (A) verplaatsbaar is ten opzichte van deze draagstructuur (2);
    - per wandbekledingselement (3) minstens één bekledingsbevestigingselement (5) dat deel uitmaakt van dit wandbekledingselement (3) of hieraan is bevestigd;
    - waarbij het structuurbevestigingselement (4) en het bekledingsbevestigingselement (5) voorzien zijn van respectievelijke corresponderende aanbrengelementen (6, 7, 8) ter onderlinge bevestiging, waarbij het structuurbevestigingselement (4) en bekledingsbevestigingselement (5) in onderling gekoppelde toestand onderling verplaatsbaar zijn in een tweede richting (B), afwijkend van de eerste richting (A);
    met het kenmerk dat het structuurbevestigingselement (4) voorzien is van meerdere genoemde aanbrengelementen (6, 7) die volgens de eerste richting (A) gezien verspreid ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en/of het bekledingsbevestigingselement (5) voorzien is van meerdere genoemde aanbrengelementen (8) die volgens de eerste richting (A) gezien verspreid ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, zodat het structuurbevestigingselement (4) en het bekledingsbevestigingselement (5) onderling bevestigbaar zijn op meerdere respectievelijke aanbrengposities, waarbij het corresponderende wandbekledingselement (3) meerdere corresponderende posities inneemt, gezien in het vlak waarin de wandbekleding (1) zich in gemonteerde toestand hoofdzakelijk uitstrekt.
    BE2017/5390
  2. 2. Wandbekleding (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de aanbrengelementen (6, 7, 8) voorzien zijn voor het onderling verbinden van het structuurbevestigingselement (4) en het bekledingsbevestigingselement (5) met behulp van een klikverbinding.
  3. 3. Wandbekleding (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het bekledingsbevestigingselement (5) een aanbrengribbe (8) met een verbrede kop (9) omvat als aanbrengelement (8) en dat het structuurbevestigingselement (4) een corresponderende elastisch verplaatsbare aanbrengribbe (6) omvat, die een aanbrengsleuf (7) als aanbrengelement (7) gedeeltelijk afbakent, voor het hierin aanbrengen van de verbrede kop (9) en die voorzien is van een ondersnijding (10), zodat bij aanbrengen van de aanbrengribbe (8) van het bekledingsbevestigingselement (5) in de aanbrengsleuf (7) van het structuurbevestigingselement (4), deze elastisch verplaatsbare aanbrengribbe (6) met behulp van de verbrede kop (9) weg gedreven wordt en terug komt, zodat in gekoppelde toestand van het bekledingsbevestigingselement (5) en het structuurbevestigingselement (4) de kop (9) van het bekledingsbevestigingselement (5) aangrijpt achter de ondersnijding (10).
  4. 4. Wandbekleding (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het structuurbevestigingselement (4) een geleidingselement (11) omvat, dat grenzend aan de elastisch verplaatsbare aanbrengribbe (6) is opgesteld of hier deel van uitmaakt, voor het bij het koppelen van het bekledingsbevestigingselement (5) en het structuurbevestigingselement (4) geleiden van de verbrede kop (9) van de aanbrengribbe (8) van het bekledingsbevestigingselement (5) naar de aanbrengsleuf (7) toe.
  5. 5. Wandbekleding (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het geleidingselement uitgevoerd is als een geleidingsboog, die tussen twee
    BE2017/5390 aangrenzende elastisch verplaatsbare aanbrengribben (6) is opgesteld, die aangrenzende aanbrengsleuven (7) gedeeltelijk begrenzen.
  6. 6. Wandbekleding (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de draagstructuur (2) meerdere bevestigingsprofielen (2) omvat, die volgens de eerste richting (A) onderling evenwijdig zijn opgesteld.
  7. 7. Wandbekleding (1) volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de wandbekleding (1) per bevestigingsprofiel (2) minstens één genoemd structuurbevestigingselement (4) omvat.
  8. 8. Wandbekleding (1) volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk dat het structuurbevestigingselement (4) bevestigbaar is aan het bevestigingsprofiel (2) met behulp van een vormopsluiting.
  9. 9. Wandbekleding (1) volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk dat de wandbekleding (1) per bevestigingsprofiel (2) meerdere structuurbevestigingselementen (4) omvat, die onderling koppelbaar zijn.
  10. 10. Wandbekleding (1) volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de onderlinge koppeling van de structuurbevestigingselementen (4) een beperkte onderlinge verplaatsing van de structuurbevestigingselementen (4) volgens de eerste richting (A) toelaten.
  11. 11. Wandbekleding (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de wandbekledingselementen (3) uitgevoerd zijn als lamellen (3) .
  12. 12. Wandbekleding (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het structuurbevestigingselement (4) uit kunststof is vervaardigd.
  13. 13. Wandbekleding (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elk wandbekledingselement (3) een afschermbeen (12) omvat,
    BE2017/5390 voor het in gemonteerde toestand gedeeltelijk overlappen van een aangrenzend opgesteld wandbekledingselement (3).
  14. 14. Werkwijze voor het monteren van een wandbekleding (1), omvattende het monteren van een draagstructuur (2), het aanbrengen van meerdere structuurbevestigingselementen (4) aan deze draagstructuur (2) en het bevestigen van één of meerdere wandbekledingselementen (3) aan deze structuurbevestigingselementen (4), met het kenmerk dat de wandbekleding (1) een wandbekleding (1) volgens één van de voorgaande conclusies is en dat een eerste genoemd structuurbevestigingselement (4) vastgezet wordt ten opzichte van de draagstructuur (2) bij aanbrengen ervan aan deze draagstructuur (2) en dat een tweede genoemd structuurbevestigingselement (4) volgens de eerste richting (B) gezien naast het eerstgenoemde structuurbevestigingselement (4) wordt aangebracht en pas ten opzichte van de draagstructuur (2) wordt vastgezet door het onderling koppelen van een genoemd wandbekledingselement (3) en het tweede genoemde structuurbevestigingselementen (4) met behulp van hun aanbrengelementen (7, 8).
BE2017/5390A 2017-05-31 2017-05-31 Wandbekleding BE1025260B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5390A BE1025260B1 (nl) 2017-05-31 2017-05-31 Wandbekleding
EP18730866.3A EP3469166B1 (en) 2017-05-31 2018-05-23 Wall cladding
PCT/IB2018/053637 WO2018220480A1 (en) 2017-05-31 2018-05-23 Wall cladding

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5390A BE1025260B1 (nl) 2017-05-31 2017-05-31 Wandbekleding

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1025260A1 BE1025260A1 (nl) 2019-01-03
BE1025260B1 true BE1025260B1 (nl) 2019-01-07

Family

ID=59014406

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2017/5390A BE1025260B1 (nl) 2017-05-31 2017-05-31 Wandbekleding

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3469166B1 (nl)
BE (1) BE1025260B1 (nl)
WO (1) WO2018220480A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2020157690A1 (en) 2019-02-01 2020-08-06 Renson Sunprotection-Screens Nv Fire-safe wall cladding
BE1027017B1 (nl) 2019-02-01 2020-09-01 Renson Sunprotection Screens Nv Brandveilige wandbekleding
BE1027985B1 (nl) 2020-01-14 2021-08-16 Renson Sunprotection Screens Nv Bevestigingselement

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2121393A2 (nl) * 1971-01-08 1972-08-25 Prost Georges
US3903671A (en) * 1972-11-07 1975-09-09 Bpb Industries Ltd Wall linings
DE3032359A1 (de) * 1980-08-28 1982-03-11 Jasper, Wolf-Dieter, 6380 Bad Homburg Unterkonstruktion zur befestigung einer wandbekleidung an einer wand
DE4418291A1 (de) * 1994-05-26 1995-03-23 Siegfried Hatzlhoffer Befestigungssystem zur Montage von Profilbrettern, Paneelen oder Kassetten
DE19620134A1 (de) * 1996-05-18 1997-11-20 Otto Dr Ing Wolf Fliese zum Verlegen auf einem durch eine Wand oder einen Boden gebildeten Tragkörper und Einrichtung zur Aufnahme und zur Lagefixierung der Fliese

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2121393A2 (nl) * 1971-01-08 1972-08-25 Prost Georges
US3903671A (en) * 1972-11-07 1975-09-09 Bpb Industries Ltd Wall linings
DE3032359A1 (de) * 1980-08-28 1982-03-11 Jasper, Wolf-Dieter, 6380 Bad Homburg Unterkonstruktion zur befestigung einer wandbekleidung an einer wand
DE4418291A1 (de) * 1994-05-26 1995-03-23 Siegfried Hatzlhoffer Befestigungssystem zur Montage von Profilbrettern, Paneelen oder Kassetten
DE19620134A1 (de) * 1996-05-18 1997-11-20 Otto Dr Ing Wolf Fliese zum Verlegen auf einem durch eine Wand oder einen Boden gebildeten Tragkörper und Einrichtung zur Aufnahme und zur Lagefixierung der Fliese

Also Published As

Publication number Publication date
EP3469166A1 (en) 2019-04-17
WO2018220480A1 (en) 2018-12-06
EP3469166B1 (en) 2019-10-02
BE1025260A1 (nl) 2019-01-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1025260B1 (nl) Wandbekleding
US9696021B2 (en) Hanger bar for recessed luminaires
CN106133258B (zh) 表面覆盖物和用于所述覆盖物的夹紧件
RU2504625C2 (ru) Потолок со скрытой подвесной системой со снимаемыми вниз панелями
CA2502637C (en) Hanger bar for recessed luminaires with integral nail
US11021868B2 (en) Finishing panel fixing device
US6367220B1 (en) Clip for siding panel
US6643987B2 (en) Supporting element for cover strips
KR101920180B1 (ko) 데크 결합용 클립
CZ296001B6 (cs) Výškově přizpůsobitelné přemostění
AU2016101720A4 (en) Decking or flooring system, and components therefor
US5653076A (en) Method and system for assembling a wall
KR101307544B1 (ko) 천정마감장치
NL1015305C2 (nl) Heen- en weergaande transporteurs met latvormige delen met drukafdichtingen.
GB2567744B (en) Prefabricated cove
HU220977B1 (hu) Szerkezet hosszirányban hornyolt fedőlécek rögzítéséhez
GB2262271A (en) Cable guide duct.
KR102038801B1 (ko) 퀵 클립 모듈을 포함하는 데크재 어셈블리
US8079186B2 (en) Soffit system
JP7355329B2 (ja) 乾式タイル施工法及び乾式タイル壁面構造並びにタイル取付金具
NL1016989C2 (nl) Verbindingselement, werkwijze voor het bevestigen van een kabeldoos aan een verbindingselement.
US20230235568A1 (en) Fastening system for covering elements
BE1028559B1 (nl) Verbindingselement
BE1025257B1 (nl) Wandbekleding
RU2276243C1 (ru) Комплект плинтусных профилей

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20190107

PD Change of ownership

Owner name: RENSON VENTILATION NV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), FUSION; FORMER OWNER NAME: RENSON SUNPROTECTION PROJECTS NV

Effective date: 20200404

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210531