NL1016989C2 - Verbindingselement, werkwijze voor het bevestigen van een kabeldoos aan een verbindingselement. - Google Patents

Verbindingselement, werkwijze voor het bevestigen van een kabeldoos aan een verbindingselement. Download PDF

Info

Publication number
NL1016989C2
NL1016989C2 NL1016989A NL1016989A NL1016989C2 NL 1016989 C2 NL1016989 C2 NL 1016989C2 NL 1016989 A NL1016989 A NL 1016989A NL 1016989 A NL1016989 A NL 1016989A NL 1016989 C2 NL1016989 C2 NL 1016989C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
box
cable
connecting element
cable box
duct
Prior art date
Application number
NL1016989A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Terpstra
Andries Van Roon
Original Assignee
Abb Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Abb Bv filed Critical Abb Bv
Priority to NL1016989A priority Critical patent/NL1016989C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1016989C2 publication Critical patent/NL1016989C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/08Distribution boxes; Connection or junction boxes
    • H02G3/10Distribution boxes; Connection or junction boxes for surface mounting on a wall
    • H02G3/105Distribution boxes; Connection or junction boxes for surface mounting on a wall in association with a plinth, channel, raceway or similar

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Connection Or Junction Boxes (AREA)

Description

Verbindingselement, werkwijze voor het bevestigen van een kabeldoos aan een verbindingselement.
De uitvinding heeft betrekking op een verbindingselement voor het bevestigen van een kabeldoos aan een kabelgoot, welk verbindingselement een eerste gedeelte omvat en een tweede gedeelte, welk eerste gedeelte kabel-5 doosbevestigingsmiddelen omvat voor bevestiging van een zijde van de kabeldoos en welk tweede gedeelte bestemd en ingericht is voor bevestiging aan de kabelgoot.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het bevestigen van een kabeldoos aan een 10 verbindingselement.
Een verbindingselement van de boven beschreven soort is bijvoorbeeld bekend uit het Nederlandse octrooi-schrift 1.005.801. Dit bekende verbindingselement omvat, voor verbinding van een kabeldoos, uitstekende delen voor-15 zien van openingen die samenwerken met, op de kabeldoos aangebrachte en van openingen voorziene, lippen. Voor het verbinden van de lippen met de uitstekende delen worden afzonderlijke bevestigingsmiddelen toegepast, bijvoorbeeld zogenaamde kliknagels. Het verbindingselement kan op de 20 kabelgoot geklikt worden waarbij de kabeldoos zich dan bijvoorbeeld boven de kabelgoot bevindt.
Een ander bekend type verbindingselement omvat evenals een kabeldoos een centrale opening, door welke openingen voor verbinden van het verbindingselement met de 10 1 £; o '·> Ί.
* W · ij t ·;. -...j 4> ’ 2 kabeldoos een bevestigingsschroef aangebracht dient te worden.
De bekende verbindingselementen hebben als nadeel dat afzonderlijke bevestigingsmiddelen noodzakelijk 5 zijn voor verbinding met een kabeldoos. Ook kan speciaal gereedschap benodigd zijn voor het aanbrengen van de kliknagels; nog een nadeel is dat een verbinding met kliknagels niet eenvoudig en snel losneembaar is. Tevens maken de op de kabeldoos aangebrachte lippen de kabeldoos 10 niet universeel inzetbaar. Ook is bij de bekende verbindingselementen relatief veel ruimte nodig om een kabeldoos te monteren. Dit is nadelig omdat bij montage vaak weinig beschikbare ruimte is hetgeen van invloed is op de houding die een installateur kan innemen.
15 Het is een doel van de uitvinding een verbin dingselement te verschaffen waarin deze nadelen zijn opgelost.
Hiertoe wordt een verbindingselement van de in de aanhef beschreven soort gekenmerkt doordat de kabel-20 doosbevestigingsmiddelen gevormd zijn voor het door ineen-grijping met delen van de omtrekswand van de kabeldoos houden van de kabeldoos. Doordat de verbinding tussen kabeldoos en verbindingselement tot stand wordt gebracht door deze ineengrijping zijn afzonderlijke, extra beves-25 tigingsmiddelen daarvoor niet langer nodig en kan gemakkelijk een (gemakkelijk losneembare) verbinding tot stand worden gebracht. Ook is relatief weinig ruimte nodig voor het bevestigen van de verbindingsdoos aan het verbindingselement .
30 Bij voorkeur zijn de kabeldoosbevestigingsmidde- len gevormd voor ineengrijping met een zijwand van de kabeldoos ter plaatse van tenminste één uitgenomen uit-breekpoort, die opent in de bovenrand van de kabeldoos. Hiermee wordt efficiënt gebruik gemaakt van een toch al op 35 de kabeldoos aanwezige voorziening, waarmee toegang tot de binnenzijde van de wand van de kabeldoos verkregen kan worden voor de kabeldoosbevestigingsmiddelen.
3
Voor montagegemak is het voordelig indien de kabeldoosbevestigingsmiddelen een schuifrail, in het bijzonder twee L-vormige profielen, omvatten.
Bij voorkeur komt de lengte van de schuifrail 5 overeen met de hoogte van de zijwand van de kabeldoos. Aldus wordt de kabeldoos aangegrepen over de volle wandhoogte, waardoor stabiliteit verhoogd is. Voorts vormt de bodem van de kabeldoos een aanslag bij het opschuiven.
Bij voorkeur werken de kabeldoosbevestigingsmid-10 delen met de wanden van de kabeldoos ter plaatse van de uitgenomen uitbreekpoort samen om de kabeldoos in tenminste één vlak te houden.
Bij voorkeur werkt een op de kabeldoos aangebrachte deksel met de kabeldoosbevestigingsmiddelen samen 15 om de kabeldoos op te sluiten, zodat met reeds voorhanden zijnde middelen een zekere bevestiging van de kabeldoos aan de kabelgoot gerealiseerd kan worden. De kabeldoosbevestigingsmiddelen kunnen hierbij een relatief eenvoudige geometrie hebben.
20 Bij voorkeur staan het eerste gedeelte en het tweede gedeelte in hoofdzaak loodrecht op elkaar, waardoor meerdere montagestanden/oriëntaties mogelijk zijn. Indien het tweede gedeelte hoger is dan de zijwand van de kabelgoot kan het tweede gedeelte tegen de buitenzijde van de 25 gootwand bevestigd worden, waarbij het eerste gedeelte dan althans deels boven of onder de kabelgoot kan reiken (in welk geval er weinig horizontaal ruimtebeslag is) of -boven of onder- opzij van de kabelgoot.
Bij voorkeur steekt het eerste gedeelte aan één 30 zijde zijwaarts uit van het tweede gedeelte, zodat het eerste gedeelte eventueel verticaal geheel kan samenvallen met de kabelgoot.
Het tweede gedeelte kan aan een nabij de aansluiting op het eerste gedeelte gelegen eerste rand en 35 aan de tegengestelde tweede rand voorzien zijn van respectievelijk een eerste en een tweede montageflens. Hiermee wordt het initieel plaatsen van het verbindingselement op 4 de kabelgoot vergemakkelijkt. Bij voorkeur is het tweede gedeelte naar weerszijden voorzien van montageflenzen.
In een verdere ontwikkeling van het verbindingselement volgens de uitvinding is er in voorzien dat 5 het eerste gedeelte voorzien is van lippen voor het omgrijpen van de kabeldoos aan de twee op de genoemde zijwand aansluitende zijwanden. Hiermee wordt niet alleen een geleiding verschaft bij het plaatsen van de kabeldoos, maar wordt ook een opsluiting van de kabeldoos in een 10 richting langs de bodem en de betreffende zijwand verschaft.
Bij voorkeur zijn de lippen voorzien van middelen voor het vormen van een snapverbinding met de zij -wanden van de kabeldoos, zodat ook zonder deksel een 15 bepaalde mate van borging van de kabeldoos in de op het eerste gedeelte gemonteerde stand verkregen is. Dit kan voordelig zijn tijdens het direct of later leggen van de kabelverbindingen.
Bij voorkeur is nabij de kabeldoosbevestigings-20 middelen een opening voorzien voor doorvoer van een kabel van de kabeldoos naar de kabelgoot, zodat eventueel een kabel direct van de gootruimte, via de uitgenomen uitbreekpoort, tot in de kabeldoos kan reiken. Deze uit-breekpoort heeft daarmee een dubbele functie.
25 In een voordelige uitvoering van het beves- tigingselement volgens de uitvinding is dit voorts voorzien van middelen voor opslag van middelen voor bevestiging van het tweede gedeelte aan een kabelgoot, in het bijzonder tiknagels. Alles wat men nodig heeft voor het 30 aan een kabelgoot bevestigen van een kabeldoos heeft men dan, behalve dan natuurlijk een gereedschap voor het plaatsen van de tiknagels.
Vanuit een ander aspect verschaft de uitvinding een montageplaat voor bevestiging van een kabeldoos aan 35 een kabelgoot, voorzien van middelen voor het door omgrijpen van tenminste één zijwand van de kabeldoos vasthouden van de kabeldoos onder het vrijhouden van de bodem en de 5 bovenzijde van de kabeldoos.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het bevestigen van een kabeldoos aan een verbindingselement volgens de uitvinding, gekenmerkt 5 door het verwijderen van het deksel van de kabeldoos, het uit nemen van een uitbreekpoort uit de zijwand van de kabeldoos, het in werkzame aangrijping brengen van de kabeldoosbevestigingsmiddelen met de zijwand van de kabeldoos ter plaatse van de uitgenomen uitbreekpoort, bij 10 voorkeur door een beweging in een richting loodrecht op de bodem van de kabeldoos.
In een uitvoering wordt vervolgens het samenstel van doos en verbindingselement op een kabelgoot of iets dergelijks bevestigd. Het is echter ook mogelijk dat 15 het verbindingselement voorafgaande aan verbinding met de doos bevestigd wordt aan een kabelgoot of iets dergelijks.
Vanuit een ander aspect verschaft de uitvinding een samenstel van een kabelgoot, een kabeldoos en een de kabeldoos met de kabelgoot verbindend verbindingselement 20 volgens de uitvinding.
Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld aan de hand van de tekeningen beschreven worden. Getoond wordt in:
Figuur 1 een aanzicht in perspectief van een 25 voorbeelduitvoering van het verbindingselement volgens de uitvinding;
Figuur 2 een aanzicht in perspectief op een kabeldoos voorafgaande aan bevestiging op het verbindingselement van figuur 1; 3 0 Figuur 3 een aanzicht in perspectief op het verbindingselement volgens figuur 1 met daarop geplaatste kabeldoos van figuur 2;
Figuur 4 een aanzicht in perspectief van het samenstel van het verbindingselement en de kabeldoos van 35 figuur 3, bevestigd op een kabelgoot; en
Figuren 5A en 5B aanzichten in perspectief op samenstellen van een kabelgoot, een verbindingselement i n ·f · o ^ '·' -s..· ·»*_/ 6 volgens de uitvinding en een kabeldoos, tijdens het plaatsen van de kabeldoos op een reeds op de kabelgoot bevestigd bevestigingselement, in twee mogelijke opstellingen.
Het verbindingselement 10, dat bijvoorbeeld van 5 kunststof vervaardigd is, in het bijzonder als een geheel door spuitgieten, omvat een eerste gedeelte 1 en een tweede gedeelte 2. In dit uitvoeringsvoorbeeld staan het eerste gedeelte 1 en het tweede gedeelte 2 loodrecht op elkaar; het verbindingselement 10 heeft een L-vorm. Het 10 eerste gedeelte 1 is aan de buitenzijde van de L voorzien van twee L-vormige profielen 3a,3b met omgezette randen 25a,b, die met elkaar verbonden zijn middels plaatgedeelte 8, waarin een uitbreekpoort (niet weergegeven) voorzien kan zijn. Beneden het plaatgedeelte 8 zijn de profielen 15 voortgezet in lijven 45a,b, die loodrecht staan ten opzichte van het gedeelte 1, en daarmee als een geheel gevormd zijn. De lijven 45a, b zijn an een eind met elkaar verbonden middels eindwand 45c, dat als een geheel daarmee en met plaatsgedeelte 8 gevormd is (zie figuren 3 en 5B).
20 Het eerste gedeelte 1 is aan de einden voorts voorzien van opstaande zijplaten of lippen 4a,4b waartussen een kabeldoos past. Deze zijplaten 4a,4b voorkomen een rotatie van de doos in het horizontale vlak en hebben aldus een stabiliserende functie. Aan de binnenzijde zijn 25 de zijplaten voorzien van langwerpige nokken 18a,b. Verder is het eerste gedeelte voorzien van steun/geleidingsribben 16.
Aan de van het eerste gedeelte af gekeerde zijde van de bovenrand van het tweede gedeelte is een flens 17 30 aangevormd.
Het tweede gedeelte 2 is voorzien van twee paar openingen 5a,5b en 6a,6b voor bevestiging van het element 10 aan een kabelgoot. Aan de onderrand van het tweede gedeelte is naar elke zijde een flens 13a, 13 b aange- 35 vormd. Beneden de flenzen 13a,b reikt een (afbreekbaar) plaatje 14, dat voorzien is van twee gaten 15a, b voor opname van tikpennenof iets dergelijks, die bij montage 7 door de gaten 5a,b danwel 6a,b gestoken kunnen worden.
De in figuur 2 weergegeven kabeldoos 30 is een kabeldoos, nagenoeg gelijk aan de bij aanvraagster onder typenummer verkrijgbare doos 3640. De kabeldoos 30 omvat 5 een omtrekswand met vier zijwanden lla-d, die als een geheel gevormd zijn met bodem 11e. De deksel is niet weergegeven. De wanden van de kabeldoos zijn voorzien van een of meerdere uitbreekdelen of -poorten, bijvoorbeeld uitbreekpoorten 12a,-d. In figuur 2 vindt een dergelijke 10 ingreep plaats in wand 11a, door verwijdering van plaatje 12a, waarmee een vanaf de open zijde van de doos 30 toegankelijke opneemruimte 9 verkregen wordt. Deze opneem-ruimte 9 wordt begrensd door randen 15a,b .
Voorts is in figuur 2 te zien dat in de buiten-15 zijde van de zijwanden 11b en 11c van deze, op dit punt nieuwe doos eindige groeven 19b,c gevormd zijn waarin de nokken 18a,b passen. Er kan eventueel voor worden gekozen om de nokken op de doos te vormen en de groeven in de lippen. De getoonde uitvoering heeft de voorkeur omdat dan 20 geen extra uitstekende delen aan de doos voorzien zijn.
In figuur 3 is de situatie weergeven wanneer voorafgaande aan montage op een kabelgoot het element 10 en de doos 30 worden samengevoegd. De kabeldoos 30 is daarbij in de richting A op het verbindingselement 10 ge-25 schoven, waarbij de randen 15a,b nauw passend om de buitenvlakken van de profielen 3a, b grijpen. De wand 11a wordt hierbij ondersteund en op hoogte gehouden door de ribben 16 en de omgezette randen 25a,b grijpen passend over het binnenoppervlak van de randen 15a,b van de op-30 neemruimte 9 van de wand 11a. De diepte van de opneemruimte 9 komt overeen met de breedte van het gedeelte 1, zodat de doos 30 volledig kan worden opgeschoven op de profielen 3a,b. De zijplaten 4a.b, die op een afstand van elkaar liggen die overeenkomt met de lengte van de zijwand 11a, 3 5 vervolmaken de verbinding van de doos met het element 10, waarbij zij tijdens opschuiven enigszins wijken in de richtingen C (zie figuur 5B) om de zijwanden 11b, c langs δ de nokken 18a,b te laten bewegen, totdat de nokken 18a, b in de groeven 19c,b vallen. De eindbegrenzingen van de groeven 19b,c vormen aanslagen voor de nokken 18b,a waarmee een ongewenste, te gemakkelijke terugbeweging van de 5 kabeldoos 3 0 wordt voorkomen en de doos 3 0 op zijn plaats blijft tijdens verdere hantering en montage.
Het samenstel van doos 3 0 en element 10 is nu -met of zonder deksel- gereed om op een kabelgoot te worden aangebracht.
10 In figuur 4 is het verbindingselement 10 met kabeldoos 30 geplaatst tegen een kabelgoot 20. De kabelgoot 20 bestaat in hoofdzaak uit een U-profiel 21, dat in de opstaande benen voorzien is van gaten 22. De bovenranden 23 van de benen zijn naar binnen omgezet.
15 Een van de benen van het U-profiel 21 wordt vanaf de buitenzijde met geringe speling omgrepen door het tweede gedeelte 2, aan de onderrand door flens 13a en aan de bovenrand door eerste gedeelte 1. Voordat het tweede gedeelte aan het U-profiel 21 wordt bevestigd houden het 20 eerste gedeelte en de flens 13a het bevestigingselement 10 op zijn plaats tegen de kabelgoot 20.
Twee van de gaten 22 liggen daarbij in lijn met gaten 6a, b zodat daar een geschikt bevestigingsmiddel, zoals een tiknagel 25 (figuren 5A,B), doorheen gevoerd kan 2 5 worden.
Voordat de deksel (weer) wordt aangebracht brengt men de gewenste bekabeling aan in de doos, waartoe men eventueel gebruik kan maken van een verwijderde poort in plaat 8. Door plaatsing van de deksel kan de beves-30 tiging van de doos 30 aan het element 10 worden vervolmaakt, doordat de doos dan geheel tegen terugschuiven langs de profielen 3a,b is geborgd. Aldus wordt de doos op het element 10 gehouden tegen beweging in drie onderling loodrechte vlakken.
35 Het is alternatief ook mogelijk om eerst het element 10 op de goot 2 0 te bevestigen, en daarna de doos 30 op te schuiven op gedeelte 1. Dit is weergegeven in de i f"i i .··· , M I .Λ 9 figuren 5A en 5B, voor respectievelijk een stand waarin de doos 3 0 horizontaal naast de goot 2 0 komt te liggen en een stand waarin de doos 30 boven de goot 20 reikt. In het eerste geval reiken de flenzen 13b en 17 langs de onder-5 rand en bovenrand van het betreffende been van het U-profiel 21. Gewezen wordt op het feit dat de ruimte boven het eerste gedeelte 1 enkel beperkt wordt door de lippen 4a, b, zodat het aanbrengen van de doos gemakkelijk en met een goed zicht kan geschieden.
10 Opgemerkt wordt dat het mogelijk is om het tweede gedeelte 180 graden om te draaien, zodat het eerste gedeelte 1 onder de boden van de goot 20 reikt. Aldus zijn met het bevestigingselement volgens de uitvinding vier mogelijke posities van de doos ten opzichte van de goot 15 bereikbaar.
Opgemerkt wordt verder dat het eerste gedeelte 1 ook voorzien kan zijn van meerdere stellen profielen 3a,b, zodat bijvoorbeeld kan worden samengewerkt met de zijwand 11c, met poorten 12c daarin.
2 0 Er zijn ook uitvoeringsvormen van het verbin dingselement 10 denkbaar waarbij het aanliggen van het deksel tegen (een gedeelte van) de kabeldoosbevestigings-middelen niet noodzakelijk is voor het houden van de kabeldoos 30. De L-vormige profielen 3a,3b kunnen daartoe 25 anders zijn uitgevoerd dan L-vormige profielen en/of bijvoorbeeld voorzien zijn van snap-elementen. Ook zijn uitvoeringsvormen denkbaar waarbij de kabeldoosbevesti-gingsmiddelen zich deels elders op het verbindingselement 10 bevinden dan bij het gebied nabij de uitgenomen uit-30 breekpoort van een bevestigde kabeldoos.

Claims (26)

1. Verbindingselement voor het bevestigen van een kabeldoos aan een kabelgoot, welk verbindingselement een eerste gedeelte omvat en een tweede gedeelte, welk eerste gedeelte kabeldoosbevestigingsmiddelen omvat voor 5 bevestiging daarop van een zijde van de kabeldoos en welk tweede gedeelte bestemd en ingericht is voor bevestiging aan de kabelgoot, waarbij de kabeldoosbevestigingsmiddelen gevormd zijn voor het door ineengrijping met delen van de omtrekswand van de kabeldoos houden van de kabeldoos.
2. Verbindingselement volgens conclusie 1, waarbij de kabeldoosbevestigingsmiddelen gevormd zijn voor ineengrijping met een zijwand van de kabeldoos ter plaatse van tenminste één uitgenomen uitbreekpoort daarvan.
3. Verbindingselement volgens conclusie 1 of 2, 15 waarbij de kabeldoosbevestigingsmiddelen een schuifrail, in het bijzonder twee L-vormige profielen, omvatten.
4. Verbindingselement volgens conclusie 3, waarbij de lengte van de schuifrail overeenkomt met de hoogte van de zijwand van de kabeldoos.
5. Verbindingselement volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de kabeldoosbevestigingsmiddelen met de wanden van de kabeldoos ter plaatse van de uitgenomen uitbreekpoort samenwerken om de kabeldoos in tenminste één vlak te houden.
6. Verbindingselement volgens een der voorgaande conclusies,waarbij een op de kabeldoos aangebrachte deksel met de kabeldoosbevestigingsmiddelen samenwerkt om de kabeldoos op te sluiten.
7. Verbindingselement volgens een der voorgaande 30 conclusies, waarbij het eerste gedeelte en het tweede gedeelte in hoofdzaak· loodrecht op elkaar staan.
8. Verbindingselement volgens conclusie 7, waarbij het eerste gedeelte aan één zijde van het tweede gedeelte zijwaarts uitsteekt.
9. Verbindingselement volgens een der voorgaande 5 conclusies, waarbij het tweede gedeelte aan een nabij de aansluiting op het eerste gedeelte gelegen eerste rand en aan de tegengestelde tweede rand voorzien is van respectievelijk een eerste en een tweede montageflens.
10. Verbindingselement volgens conclusie 9, 10 waarbij het tweede gedeelte naar weerszijden voorzien is van montageflenzen.
11. Verbindingselement volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste gedeelte voorzien is van lippen voor het omgrijpen van de kabeldoos aan de twee 15 op de genoemde zijwand aansluitende zijwanden.
12. Verbindingselement volgens conclusie 11, waarbij de lippen voorzien zijn van middelen voor het vormen van een snapverbinding met de zijwanden van de kabeldoos.
13. Verbindingselement volgens een der voor gaande conclusies, waarbij nabij de kabeldoosbevestigings-middelen een opening is voorzien voor doorvoer van een kabel van de kabeldoos naar de kabelgoot.
14. Verbindingselement volgens een der voor- 25 gaande conclusies, voorts voorzien van middelen voor opslag van middelen voor bevestiging van het tweede gedeelte aan een kabelgoot, in het bijzonder tiknagels.
15. Montageplaat voor bevestiging van een kabeldoos aan een kabelgoot, voorzien van middelen voor het 30 door omgrijpen van tenminste één zijwand van de kabeldoos vasthouden van de kabeldoos onder het vrijhouden van de bodem en de bovenzijde van de kabeldoos.
16. Werkwijze voor het bevestigen van een kabeldoos aan een verbindingselement volgens een der voorgaande 35 conclusies, gekenmerkt door het verwijderen van het deksel van de kabeldoos, het uitnemen van een uitbreekpoort uit de zijwand van de kabeldoos, het in werkzame aangrijping 10 1èn,:g.. brengen van de kabeldoosbevestigingsmiddelen met de zijwand van de kabeldoos ter plaatse van de uitgenomen uitbreekpoort, bij voorkeur door een beweging in een richting loodrecht op de bodem van de kabeldoos.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij ver volgens het samenstel van doos en verbindingselement op een kabelgoot of iets dergelijks wordt bevestigd.
18. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij voorafgaande aan verbinding met de doos het verbin- 10 dingselement bevestigd wordt aan een kabelgoot of iets dergelijks.
19. Werkwijze volgens conclusie 17 of 18, waarbij het tweede gedeelte tegen de buitenzijde van de zijwand van de kabelgoot wordt bevestigd.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij bij het bevestigen van het tweede gedeelte aan de kabelgoot het eerste gedeelte onder het tweede gedeelte reikt.
21. Werkwijze volgens conclusie 19 of 20, waarbij het eerste gedeelte verticaal boven of onder de kabel- 20 goot wordt geplaatst.
22. Samenstel van een kabelgoot, een kabeldoos en een de kabeldoos met de kabelgoot verbindend ver-bingselement volgens een der conclusies 1-14.
23. Verbindingselement voorzien van een of meer 25 van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
24. Samenstel voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij - 30 gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
25. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende stappen. -o-o-o-o-o-o-o-o-
35 RB/KP - ... V.
NL1016989A 2000-12-22 2000-12-22 Verbindingselement, werkwijze voor het bevestigen van een kabeldoos aan een verbindingselement. NL1016989C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016989A NL1016989C2 (nl) 2000-12-22 2000-12-22 Verbindingselement, werkwijze voor het bevestigen van een kabeldoos aan een verbindingselement.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016989A NL1016989C2 (nl) 2000-12-22 2000-12-22 Verbindingselement, werkwijze voor het bevestigen van een kabeldoos aan een verbindingselement.
NL1016989 2000-12-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016989C2 true NL1016989C2 (nl) 2002-06-25

Family

ID=19772654

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016989A NL1016989C2 (nl) 2000-12-22 2000-12-22 Verbindingselement, werkwijze voor het bevestigen van een kabeldoos aan een verbindingselement.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1016989C2 (nl)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1032222C2 (nl) * 2006-07-21 2008-01-22 Attema Kunststoffenind Bevestigingsplug voor het bevestigen van een draageenheid voor elektrisch installatiemateriaal aan een kabelgoot.
NL1034615C2 (nl) * 2007-11-01 2009-05-06 Abb Bv Langwerpige goot met contacthouder.
CN103795016A (zh) * 2012-10-26 2014-05-14 国家电网公司 挂墙式配电箱
EP3217497B1 (de) * 2016-03-08 2022-11-23 GGK GmbH & Co. KG Geräteträger

Cited By (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1032222C2 (nl) * 2006-07-21 2008-01-22 Attema Kunststoffenind Bevestigingsplug voor het bevestigen van een draageenheid voor elektrisch installatiemateriaal aan een kabelgoot.
EP1881577A1 (en) * 2006-07-21 2008-01-23 B.V. Kunststoffenindustrie Attema Fastening plug for fastening a support unit for electrical installation material to a cable channel
NL1034615C2 (nl) * 2007-11-01 2009-05-06 Abb Bv Langwerpige goot met contacthouder.
EP2056417A1 (en) * 2007-11-01 2009-05-06 Abb B.V. Elongated gutter with terminal holder
CN103795016A (zh) * 2012-10-26 2014-05-14 国家电网公司 挂墙式配电箱
CN103795016B (zh) * 2012-10-26 2016-08-24 国家电网公司 挂墙式配电箱
EP3217497B1 (de) * 2016-03-08 2022-11-23 GGK GmbH & Co. KG Geräteträger

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7910829B2 (en) Cable management system
US5629496A (en) Device for adapting an electrical mechanism to a raceway means for electrical conductors
US20160186450A1 (en) Scaffold Deck System With Bracket-Supported Partial Length Planks For Creating An Opening To Accommodate Obstacles
CA2978810C (en) Cabinet with snap-in frame
EA001300B1 (ru) Рама для кабельной проводки
NL1016989C2 (nl) Verbindingselement, werkwijze voor het bevestigen van een kabeldoos aan een verbindingselement.
US8959850B2 (en) Wall entry tunnel for a pet door
US20120261450A1 (en) Attachment for a toolbox
BE1025260B1 (nl) Wandbekleding
NL193549C (nl) Kabelkanaal.
GB2551640B (en) Housing system for electrical connectors
JP5048418B2 (ja) ボックス配設装置
JP3119636B2 (ja) 配線用床材
JP6542315B2 (ja) レール状部材
BE1025257B1 (nl) Wandbekleding
NL2006491C2 (nl) Paneelbevestigingssamenstel.
JP4069274B2 (ja) 配線ボックス装置
BE1018283A3 (nl) Ophoogkader voor inbouwdozen voor elektrisch materiaal.
BE1023651B1 (nl) Deksel voor een koppelbare inbouwdoos voor elektrotechnische componenten en combinatie van minimaal één dergelijke inbouwdoos en minimaal één dergelijk deksel
NL9400895A (nl) Bevestigingselement voor een voetstuk van een schakelkast.
JP2005290878A (ja) 間仕切壁におけるドア装置
NL1020862C2 (nl) Holle-wanddoos.
JP2576290B2 (ja) 間仕切壁用の配線用ダクト
US11646556B2 (en) Raceway system
JP6999333B2 (ja) 浴室フレームの連結構造

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160101