BE1023651B1 - Deksel voor een koppelbare inbouwdoos voor elektrotechnische componenten en combinatie van minimaal één dergelijke inbouwdoos en minimaal één dergelijk deksel - Google Patents

Abstract

Deksel (11) voor een koppelbare inbouwdoos (1) voor elektrotechnische componenten, die een frontale opening (4) heeft voor de inbouw van een elektrotechnische component, waarbij de frontale opening (4) een gegeven grootte (X) heeft en waarbij de inbouwdoos (1) gekoppeld kan worden met een identieke inbouwdoos (1), waarbij gekoppelde inbouwdozen (1) een gegeven hartafstand en een gezamenlijke frontale opening (4) hebben, waarbij het deksel een paar parallelle zijranden (12) heeft, waarbij de genoemde zijranden (12) elk zijn uitgevoerd met een breed gedeelte (14) en een inspringend gedeelte (15), waarbij de breedte (B) van het deksel tussen de brede gedeelten (14) groter is dan de genoemde grootte (X) van de frontale opening (4) zodat het deksel (11) in de frontale opening (4) geklemd kan worden, waarbij de genoemde zijranden (12) niet spiegelsymmetrisch maar wel rotatiesymmetrisch zijn rond een lijn (G) haaks op het door het deksel (11) gevormde vlak, waarbij het inspringende gedeelte (15) over een eerste afstand (A) inspringt ten opzichte van het brede gedeelte (14) van de genoemde zijranden (12).

Description

Deksel voor een koppelbare inbouwdoos voor elektrotechnische componenten en combinatie van minimaal één dergelijke inbouwdoos en minimaal één dergelijk deksel.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een deksel voor een koppelbare inbouwdoos voor elektrotechnische componenten en een combinatie van minimaal één dergelijke inbouwdoos en minimaal één dergelijk deksel.

Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor inbouwdozen voor de montage van elektrotechnische componenten zoals schakelaars en stopcontacten. Deze hebben een, normaal gesproken vierkante, frontale opening waarlangs een elektrotechnische component gemonteerd kan worden, en met deksels om deze frontale openingen af te sluiten.

Op deze manier kunnen inbouwdozen geplaatst worden in een muur, afgedekt worden met een deksel, en overpleisterd worden, waarna de deksels weer verwijderd worden om de elektrotechnische componenten te plaatsen. Op deze manier verkrijgt men een mooi passende aansluiting tussen de pleisterlaag en elektrotechnische componenten en hun bedieningselementen of sierafdekkingen.

Dergelijke inbouwdozen kunnen gekoppeld worden, waarbij wanden verwijderd worden, zodat een gezamenlijke frontale opening ontstaat en waarbij de inbouwdozen een bepaalde hartafstand hebben.

Opdat elektrotechnische componenten en hun bedieningselementen universeel passen, wordt een industriestandaard gehanteerd voor de hartafstand van 60,0 mm of 71 mm.

De grootte van de opening van een individueleinbouwdoos kan door het specifieke ontwerp en de vervaardigingsstappen enigszins afwijken van de genoemde hartafstand, en kan bijvoorbeeld bij een doos met een hartafstand van60,0 mm, 60,5 mm zijn.

De deksels moeten dan ook een afmeting hebben van 60,5 mm plus een kleine marge om te kunnen klemmen, dus bijvoorbeeld 60,7 mm.

Dit heeft echter tot gevolg dat bij de combinatie van twee of meer inbouwdozen met een hartafstand van 60,0 mm, de combinatie van hetzelfde aantal deksels te groot is voor de gezamenlijke opening, zodat zij niet meer passen in de gezamenlijke opening, en naar buiten buigen, dat wil zeggen weg van de inbouwdozen, zodat zij ook niet meer kunnen klemmen in de inbouwdozen. liet is duidelijk dat dit het bedoelde gebruik van de inbouwdozen met deksel zwaar hindert.

Zo is bijvoorbeeld bij een combinatie van twee inbouwdozen de te overbruggen afstand tussen de korte zijden van een gezamenlijke opening 120,5 mm, te weten 60,25 mm + 60,25 mm, terwijl de deksels samen een grootte hebben van 60,7 mm + 60,7 mm, dus totaal 121,4 mm, en dus nooit kunnen passen.

Bij drie of meer deksels, die in drie of meer gekoppelde inbouwdozen dienen te worden aangebracht, wordt dit effect nog groter.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een deksel voor een koppelbare inbouwdoos voor elektrotechnische componenten, waarbij de inbouwdoos een frontale opening heeft voor de inbouw van een elektrotechnische component, waarbij de frontale opening een gegeven grootte heeft en waarbij de inbouwdoos is ingericht om zijdelings gekoppeld te worden met minimaal één identieke inbouwdoos, waarbij de .inbouwdozen, na onderlinge koppeling, een gegeven hartafstand hebben en een gezamenlijke frontale opening hebben, waarbij het deksel minimaal één paar parallelle zijranden heeft, waarbij de genoemde zijranden elk zijn uitgevoerd met een breed gedeelte en een -ten opzichte van het brede gedeelte-inspringend gedeelte, waarbij de breedte van het deksel tussen de brede gedeelten groter is dan de genoemde grootte van de frontale opening, zodat het deksel in de frontale opening geklemd kan worden, waarbij de genoemde zijranden niet spiegelsymmetrisch maar wel rotatiesymmetrisch zijn rond een lijn haaks op het door het deksel gevormde vlak, waarbij het inspringende gedeelte van de genoemde zijranden over een eerste afstand inspringt ten opzichte van het brede gedeelte van de genoemde zijranden, waarbij bij voorkeur de eerste afstand groter is dan of gelijk is aan het verschil tussen de genoemde grootte van de frontale opening en de hartafstand.

Het kenmerk dat de genoemde zijranden niet spiegelsymmetrisch maar wel rotatiesymmetrisch zijn rond een lijn haaks op het door het deksel gevormde vlak heeft tot gevolg dat wanneer twee dergelijke deksels met hun betreffende zijranden tegen elkaar worden gelegd, het brede gedeelte of de brede gedeelten niet tegen elkaar kunnen komen maar automatisch in een inspringend gedeelte van het naastliggende deksel passen.

Een dergelijk deksel heeft als voordeel dat twee of meer naast elkaar liggende deksels, al dan niet klemmend, passen in de gezamenlijke frontale opening van twee of meer gekoppelde inbouwdozen, doordat bij de zijranden waar de twee deksels tegen elkaar liggen de brede gedeelten in de inspringende gedeelten van het naastliggende deksel vallen.

In andere woorden kan het voordeel van het deksel uitgedrukt worden als het verkrijgen van een voor het gebruik relevante afmeting van twee naast elkaar liggende deksels die kleiner is dan tweemaal een voor het gebruik relevante afmeting van een individueel deksel.

Hierbij klemmen de deksels in de inbouwdozen, tenminste met de brede gedeelten aan de zijranden die haaks staan op de tegen elkaar liggende zijranden.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het verschil tussen de breedte van het deksel tussen de brede gedeelten en de genoemde grootte van de frontale opening een tweede afstand, waarbij de eerste afstand groter is dan of gelijk is aan het verschil tussen de genoemde grootte van de frontale opening en de hartafstand plus tweemaal de tweede afstand.

Op deze manier klemmen de deksels niet tegen de korte zijden van een gedeelde frontale opening, zodat zij zeker niet naar buiten, weg van de inbouwdozen, geduwd kunnen worden en zodat de klemkracht lineair is met het aantal deksels, omdat ieder deksel op slechts twee van zijn zijranden geklemd is.

In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft ieder van de genoemde zijranden minimaal twee brede gedeelten en minimaal twee inspringende gedeelten, en bij voorkeur vier brede gedeelten en vier inspringende gedeelten.

Op deze manier wordt een stabielere plaatsing van de deksels verkregen, met minder bewegingsvrijheid van twee naast elkaar gelegen deksels ten opzichte van elkaar.

In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft het deksel minimaal een gedeeltelijke kraag om volledig induwen van het deksel in een .inbouwdoos te voorkomen, waarbij het deksel minimaal één uitsteeksel heeft dat uitsteekt boven de kraag, en bij voorkeur over een afstand, haaks gemeten, van minimaal 0,75cm, en bij grotere voorkeur minimaal 1,5 cm.

Hiermee wordt bedoeld dat het uitsteeksel uitsteekt in een richting weg van de inbouwdoos, wanneer het beschouwd wordt in een toestand waarin het deksel de inbouwdoos afdekt.

Hierdoor kan de installateur ook na bepleistering van de wand nog zien waar de inbouwdozen zich bevinden, doordat de uitsteeksels van hun deksels verder uitsteken dan de dikte van de pleisterlaag.

Bij voorkeur is minimaal één uitsteeksel flexibel, zodat het bij bepleistering van de muur gemakkelijk aan de kant wordt geduwd en weinig of niet stoort.

De uitvinding betreft verder een combinatie van minimaal één koppelbare inbouwdoos voor elektrotechnische componenten en minimaal één deksel voor een dergelijke inbouwdoos, waarbij de inbouwdoos een frontale opening heeft voor de inbouw van een elektrotechnische component, waarbij de frontale opening een gegeven grootte heeft en waarbij de inbouwdoos is ingericht om gekoppeld te worden met minimaal één identieke inbouwdoos, waarbij de inbouwdozen, na onderlinge koppeling, een gegeven hartafstand hebben en een gezamenlijke frontale opening hebben, en waarbij het deksel een deksel is volgens de uitvinding.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een combinatie volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een eerste onderdeel van een combinatie volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 schematisch en in perspectief een tweede onderdeel van een combinatie volgens de uitvinding weergeeft; figuur 3 een bovenaanzicht weergeeft volgens F3 van het tweede onderdeel van figuur 2; figuur 4 een onderaanzicht weergeeft volgens F4 van het tweede onderdeel van figuur 2; figuur 5 een vooraanzicht weergeeft volgens F5 van het tweede onderdeel van figuur 2; figuur 6 schematisch en in perspectief een gebruikstoestand weergeeft van de onderdelen van figuren 1 en 2; figuur 7 schematisch en in perspectief een alternatieve gebruikstoestand weergeeft van twee eerste onderdelen van figuur 1; figuur 8 schematisch en in perspectief een alternatieve gebruikstoestand weergeeft van twee sets van eerste en tweede onderdelen van figuren 1 en 2; figuur 9 een bovenaanzicht weergeeft volgens F9 van de deksels in de alternatieve gebruikstoestand van figuur 8 .

De in figuur 1 weergegeven inbouwdoos 1 is bedoeld om te worden geïnstalleerd in een muur of dergelijke om er een elektrotechnische component, zoals een stopcontact of schakelaar of dergelijke, in te kunnen installeren.

De inbouwdoos 1 bestaat hoofdzakelijk uit een rug, niet zichtbaar in figuur 1, en vier loodrecht hierop en op elkaar staande wanden, meer specifiek twee tegenover elkaar staande uitbreekbare wanden 2 die tussen twee tussenliggende tegenover elkaar staande vaste wanden 3 zijn voorzien.

De wanden 2 en 3 definiëren een opening waarlangs een voornoemd stopcontact of dergelijke ingebouwd kan worden, en die in gemonteerde toestand van voren toegankelijk is en daarom \/erder de frontale opening 4 genoemd wordt. Deze frontale opening 4 is vierkant van vorm,

De vaste wanden 3 zijn vast verbonden met de rug 5 en bijgevolg niet uitbreekbaar.

De inbouwdoos 1 is vervaardigd uit een relatief stijf materiaal zoals bijvoorbeeld polypropyleen door middel van spuitgieten.

In het getoonde voorbeeld van figuur 1 is elk van de uitbreekbare wanden 2 los langs zijn randen, behalve op enkele plaatsen langs deze randen waar een betreffende wand 2 plaatselijk verbonden is aan de rug en aan de overige wanden 2 door middel van smalle verbindingsstukjes 6.

De frontale opening 4 heeft een zijde X, oftewel een karakteriserende grootte, van 60,5 mm. Deze is opgebouwd uit een grootte Y van 60,0 mm van de wanden 2,3, en tweemaal een spleet, overbrugd door de verbindingsstukjes, van 0,25 mm.

Op tegenover elkaar liggende randen van de vaste wanden 3 zijn complementaire koppelmiddelen voorzien die worden gevormd door enerzijds twee zijdelings uit de wand stekende haakvormige tanden 8, en door anderzijds complementaire gleuven 9 in de overeenkomstige gedeelten van de tegenoverliggende zijrand van deze wand 3.

De inbouwdoos 1 is voorzien van uitbreekbare of uitsnijdbare poorten 10 in de wanden 2, 3 voor het doorvoeren van elektrische kabels of van flexibele elektriciteitsbuizen waardoorheen de elektrische kabels toekomen in de inbouwdoos 1.

Een op de inbouwdoos 1 passend deksel 11 is weergegeven in figuren 2 tot 5. Het deksel 11 heeft vier identieke zijranden 12 die een korte afstand in de inbouwdoos 1 geschoven kunnen worden en vier kraaggedeelten 13 die samen een gedeeltelijke kraag vormen, één boven elk van de zijranden 12, om verder inschuiven van het deksel 11 tegen te gaan. Een op een inbouwdoos 1 geplaatst deksel is weergegeven in figuur 6.

De zijranden 12 zijn elk uitgevoerd met vier brede gedeelten 14 en vier inspringende gedeelten 15. Deze zijn zodanig geplaatst op de zijranden dat als twee deksels 11 tegen elkaar worden geplaatst, de brede gedeelten 14 van een deksel 11 in de inspringende gedeelten 15 passen van het andere deksel 11.

De vier zijranden 12 zijn met andere woorden .rotatiesymmetrisch rond een geometrische as G haaks op het vlak dat gedefinieerd wordt door het deksel 11.

De breedte B van het deksel 11, gemeten met als referentie de brede gedeelten 14, is 60,7mm, Dit wil zeggen dat een deksel 11 klemmend past in de bovenbeschreven inbouwdoos 1, waarbij het overschot van 0,2 mm vergeleken met de grootte X van de frontale opening 4 van de inbouwdoos 1 zorgt voor de klemming.

De breedte C van het deksel 11, gemeten met als referentie de inspringende gedeelten 15, is 58,5mm. Dit betekent dus dat de inspringende gedeelten 15 inspringen vergeleken met de brede gedeelten 14 over een eerste afstand A van 1,1 mm.

Het deksel 11 is verder voorzien van drie uitsteeksels 16. Deze zijn dun uitgevoerd, zodat zij flexibel zijn, en steken circa 2,5 cm uit boven het vlak dat gedefinieerd wordt door de gezamenlijke kraaggedeelten 13.

Zoals weergegeven in figuur 7 kunnen twee inbouwdozen 1 aan elkaar gekoppeld worden door van elke inbouwdoos 1 een uitbreekbare wand 2 te verwijderen, en de aldus ontstane openingen tegen elkaar te plaatsen. De inbouwdozen 1 worden aan elkaar gekoppeld door de tanden 8 van een inbouwdoos 1 in de overeenkomstige gleuven 9 van de naastgelegen inbouwdoos 1 te klikken.

In deze configuratie is de grootste grootte Z van de gezamenlijke frontale opening 4 gelijk aan 120,5 mm, te weten tweemaal de grootte X van de vaste wanden 3 en tweemaal de breedte van de spleet 7 van 0,25mm, terwijl de centra van de ruggen van de inbouwdozen 11 een, voor het kunnen inbouwen van standaard elektrotechnische componenten benodigde hartafstand H van 60,0 mm hebben, die gelijk is aan de grootte Y van een zijwand 2, 3.

De gezamenlijke frontale opening 4 van twee gekoppelde inbouwdozen 11 kan nu worden afgedekt met twee naast elkaar liggende deksels 11. De brede gedeelten 14 van de tegen elkaar liggende zijranden 11 vallen hierbij in de inspringende gedeelten 15 van de zijranden 11 van het naastgelegen deksel 11, zodat een totale lengte L van (60,7mm + 60,7mm - 1,1 mm), dus totaal 120,3 mm ontstaat, zodat deze naast elkaar liggende deksels 11 in de gezamenlijke frontale opening 4 passen zonder in de lengterichting te klemmen.

Een kraaggedeelte 13 van een deksel 11 wordt hierbij op een kraaggedeelte 13 van een naastliggend deksel 11 gelegd.

De zijranden 12 van de deksels 11 die naar de lange zijden van de gezamenlijke frontale opening 4 gericht zijn, dus de zijranden 12 die naar boven en naar onder gericht zijn in figuren 8 en 9 klemmen nog steeds, net zoals in figuur 6, tegen de vaste wanden 3 van de inbouwdozen 1, en houden dus de deksels 11 vast in de gezamenlijke frontale opening 4,

De inbouwdozen 1, met deksels 11, kunnen nu overpleisterd worden, waarbij na uitharding van de pleisterlaag, hun positie in een muur gemakkelijk geïdentificeerd kan worden door middel van de uitsteeksels 16 op de deksels 11.

Hierna kunnen de deksels 11 verwijderd worden door op die positie op de pleisterlaag een tik met een hamer of dergelijke te geven, waardoor een gat ontstaat in de pleisterlaag en de deksels 11 in de inbouwdoos 1 geduwd worden, waarna de deksels 11 doorheen het genoemde gat verwijderd kunnen worden, zodat elektrotechnische componenten in de inbouwdozen 1 geïnstalleerd kunnen worden.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm doch een deksel en combinatie volgens de uitvinding kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (10)

1. Conclusies .

   1. - Deksel (11) voor een koppelbare inbouwdoos (1) voor elektrotechnische componenten, waarbij de inbouwdoos (1) een frontale opening (4) heeft voor de inbouw van een elektrotechnische component, waarbij de frontale opening (4) een gegeven grootte (X) heeft en waarbij de inbouwdoos (1) is ingericht om gekoppeld te worden met minimaal één identieke inbouwdoos (1), waarbij de inbouwdozen (1), na onderlinge koppeling, een gegeven hartafstand en een gezamenlijke frontale opening (4) hebben, waarbij het deksel minimaal één paar parallelle zijranden (12) heeft, waarbij de genoemde zijranden (12) elk zijn uitgevoerd met een breed gedeelte (14) en een ten opzichte van het brede gedeelte inspringend gedeelte (15), waarbij de breedte (B) van het deksel tussen de brede gedeelten (14) groter is dan de genoemde grootte (X) van de frontale opening (4) zodat het deksel (11) in de frontale opening (4) geklemd kan worden, waarbij de genoemde zijranden (12) niet spiegelsymmetrisch maar wel rotatiesymmetrisch zijn rond een lijn (G) haaks op het door het deksel (11) gevormde vlak, waarbij het inspringende gedeelte (15) van de genoemde zijranden (12) over een eerste afstand (A) inspringt ten opzichte van het brede gedeelte (14) van de genoemde zijranden (12), 2. “ Deksel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de eerste afstand (A) groter is dan of gelijk is aan het verschil tussen de genoemde grootte (X) van de frontale opening en de hartafstand.
2. 3. - Deksel volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het deksel (11) vierkant is, waarbij het deksel (11) twee paren van de genoemde zijranden (12) heeft.
3. 4. - Deksel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het verschil tussen de breedte (B) van het deksel (11) tussen brede gedeelten (14) en de genoemde grootte (X) van de frontale opening (4) een tweede afstand is, waarbij de eerste afstand (A) groter is dan of gelijk is aan de tweede afstand plus het verschil tussen de genoemde grootte (X) van de frontale opening (4) en de hartafstand.
4. 5. - Deksel volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de eerste afstand (A) groter is dan of gelijk is aan tweemaal de tweede afstand plus het verschil tussen de genoemde grootte (X) van de frontale opening (4) en de hartafstand.
5. 6. - Deksel volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat de tweede afstand minimaal 0,15% is van de genoemde grootte (X) van de frontale opening (4).
6. 7. - Deksel volgens één van de conclusies 4 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de tweede afstand maximaal 1% is van de genoemde (X) van de frontale opening (4).
7. 8. - Deksel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat ieder van de genoemde zijranden (12) minimaal twee brede gedeelten (14) en minimaal twee inspringende gedeelten (15) heeft, en bij voorkeur vier brede gedeelten (14) en vier inspringende gedeelten (15) heeft.
8. 9. - Deksel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het deksel (11) voorzien is van minimaal een gedeeltelijke kraag (13) om volledig induwen van het deksel (11) in een inbouwdoos (1) te voorkomen, waarbij het deksel (11) minimaal één uitsteeksel (16) heeft dat uitsteekt boven het vlak gevormd door de kraag (13).
9. 10. - Deksel volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat het minimaal één uitsteeksel (16) uitsteekt boven het vlak gevormd door de kraag (13) over een afstand, haaks gemeten, van minimaal 0,75cm, en bij voorkeur minimaal l,5cm.
10. 11. - Combinatie van minimaal één koppelbare inbouwdoos (1) voor elektrotechnische componenten en minimaal één deksel (11) voor een dergelijke inbouwdoos (1), waarbij de inbouwdoos (1) een frontale opening (4) heeft voor de inbouw van een elektrotechnische component, waarbij de frontale opening (4) een gegeven grootte (X) heeft en waarbij de inbouwdoos (1) is ingericht om gekoppeld te worden met minimaal één identieke inbouwdoos (1), waarbij de inbouwdozen (1), na onderlinge koppeling, een gegeven hartafstand en een gezamenlijke frontale opening (4) hebben, en waarbij het deksel een deksel (11) is volgens één van de voorgaande conclusies.