BE1022712B1 - Inbouwdoos voor elektrisch materiaal - Google Patents

Inbouwdoos voor elektrisch materiaal Download PDF

Info

Publication number
BE1022712B1
BE1022712B1 BE2015/5078A BE201505078A BE1022712B1 BE 1022712 B1 BE1022712 B1 BE 1022712B1 BE 2015/5078 A BE2015/5078 A BE 2015/5078A BE 201505078 A BE201505078 A BE 201505078A BE 1022712 B1 BE1022712 B1 BE 1022712B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
flush
wall
passages
walls
box according
Prior art date
Application number
BE2015/5078A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1022712A1 (nl
Inventor
Tony Boels
Leo Cyriel L. MALFLIET
Johan VERMEIRE
Original Assignee
Plastic Color, Naamloze Vennootschap
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Plastic Color, Naamloze Vennootschap filed Critical Plastic Color, Naamloze Vennootschap
Priority to BE2015/5078A priority Critical patent/BE1022712B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1022712A1 publication Critical patent/BE1022712A1/nl
Publication of BE1022712B1 publication Critical patent/BE1022712B1/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/08Distribution boxes; Connection or junction boxes
    • H02G3/081Bases, casings or covers
    • H02G3/083Inlets
    • H02G3/085Inlets including knock-out or tear-out sections

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Connection Or Junction Boxes (AREA)

Abstract

Inbouwdoos voor elektrisch materiaal, bevattende een rug (2) en vier loodrecht hierop staande wanden (3-6) met doorgangen (15) voor elektriciteitsbuizen en een inbouwopening (7) tegenover de rug (2) voor het inbouwen van een installatie-element, daardoor gekenmerkt dat van minstens één wand (3-6) een tussenliggend gedeelte (20) tussen minstens twee doorgangen (15) uitbreekbaar of uitsnijdbaar is uitgevoerd om aldus een grotere doorgang (15) to bekomen die de minstens twee voornoemde doorgangen (15) bevat.

Description

Inbouwdoos voor elektrisch materiaal.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inbouwdoos voor elektrisch materiaal, meer bepaald een inbouwdoos voor zogenaamde elektrische installatie-elementen zoals een stopcontact, lichtschakelaar en dergelijke.
De bedoelde inbouwdozen zijn open aan één zijde en worden gevormd door een rug en vier loodrecht daarop staande en op elkaar aansluitende wanden, waarvan er doorgaans twee tegenover elkaar liggende vaste wanden zijn die vast verbonden zijn met de rug en de twee andere wanden, dewelke uitbreekbare of uitsnijdbare wanden zijn.
Zulke inbouwdozen worden ingebouwd in een muur en worden voorzien van de nodige elektrische bedradingen of stijve of flexibele (wacht)buizen, waarvoor in de inbouwdozen ronde doorgangen zijn voorzien die doorgaans zijn voorzien van uitbreekbare poorten die naargelang de vereiste elektrische aansluitingen al of niet worden uitgebroken voor de toevoer van de elektrische bedrading of wachthuizen.
Rond de doorgangen zijn cilindrische spruitstukken voorzien in de vorm van een opstaande kraag.
De spruitstukken op de vaste wanden zijn zodanig gedimensioneerd dat zij passend in elkaar schuiven wanneer twee inbouwdozen wand tegen wand tegen elkaar worden gemonteerd, waardoor, na het uitbreken van één of meer poorten, één of meer tunnels ontstaan tussen de twee inbouwdozen waarlangs de installatie-elementen in deze inbouwdozen elektrisch kunnen worden verbonden.
Voor de inbouw van dergelijke inbouwdozen worden vooraf gaten in de muur gekapt of geslepen, waarin de inbouwdozen door middel van plaaster of dergelijke in worden vastgezet.
Voor de elektrische bedradingen of wachthuizen die erop aangesloten zijn worden groeven in de muur geslepen waarin de bedrading of de wachthuizen worden aangebracht alvorens de muren met pleister worden bezet, waarbij de inbouwdozen en de bedradingen of wachthuizen mee worden ingepleisterd.
Na voldoende uitharding van het pleisterwerk worden de openingen van de inbouwdozen vrijgemaakt en worden de stopcontacten en andere installatie-elementen elektrisch aangesloten en in de inbouwdozen gemonteerd.
Naar keuze van de installateur worden de installatie-elementen in de inbouwdozen gemonteerd, hetzij door middel van klauwen waarmee de installatie-elementen zijn uitgerust en waarmee ze kunnen vastgeklemd worden tussen de wanden van de inbouwdozen, hetzij door middel van schroeven, waartoe de inbouwdozen voorzien zijn van schroefhulzen die in de wanden zijn geïntegreerd en die voorzien zijn van gaten waarin de betreffende schroeven kunnen vastgeschroefd worden.
De inbouwdozen kunnen in horizontale richting of in verticale richting gecombineerd worden wanneer bijvoorbeeld twee stopcontacten boven elkaar of naast elkaar moeten gecombineerd worden.
In horizontale richting worden de inbouwdozen met de vaste wanden tegen elkaar gemonteerd met de spruitstukken op deze wanden in elkaar geschoven. In deze horizontale configuratie dient standaard een hartafstand tussen de dozen te worden gerespecteerd van 71 mm.
In verticale richting wordt bij elke inbouwdoos een uitbreekbare wand uitgebroken en worden de inbouwdozen met de ontstane opening tegen elkaar gemonteerd, zodat als het ware één grotere inbouwdoos wordt gevormd van twee in elkaar overlopende inbouwdozen. De overblijvende vaste wanden zijn voorzien van koppelmiddelen om de twee dozen in verticale richting aan elkaar te koppelen op een hartafstand van standaard 60 mm.
Een nadeel van de bekende inbouwdozen is dat de voorziene ronde doorgangen en spruitstukken weinig ruimte bieden voor de doorvoer van de elektrische bedradingen komende van buitenaf of voor de onderlinge verbinding tussen twee inbouwdozen.
Vooral in het geval van een horizontale configuratie is er door de aanwezigheid van de twee aanliggende wanden weinig ruimte voor de bedrading om de elektrische installatie-elementen onderling te verbinden.
Ook gebeurt het vaak dat de installateur de bedrading die toekomt in en vertrekt van een inbouwdoos niet doorknipt, maar doorlust, waarbij de doorlussing in de bedrading dan scherp wordt dubbel geplooid om deze door een relatief smalle ronde doorgang met spruitstuk te kunnen wringen, wat soms tot eventuele beschadigingen van de bedrading kan leiden.
In geval van dikkere of stijvere bedrading of van plooigevoelige bedrading zoals glasvezelkabel, is het zelfs niet mogelijk. om de doorlussing van de bedrading voldoende dubbel te plooien, waardoor de installateur in dat geval genoodzaakt is om de bedrading toch door te knippen.
Een ander nadeel van de bekende inbouwdozen is dat de uiteinden van de flexibele elektriciteitsbuizen die doorheen de voornoemde doorgangen zijn aangebracht accidenteel uit deze doorgangen kunnen teruggetrokken worden, waardoor het risico bestaat dat deze doorgang ongewild wordt dichtgepleisterd.
Een ander zwak punt van de bekende inbouwdozen is dat de rug van de inbouwdozen aan de buitenzijde steeds voorzien is van versterkingsribben, wat ervoor zorgt dat in sommige relatief dunne muren er onvoldoende diepte is om de inbouwdozen rug aan rug te kunnen monteren.
Een ander gebrek is dat inbouwdozen zich moeilijk horizontaal of verticaal laten positioneren zonder gebruik van hulpmiddelen.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meerdere van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
Hiertoe betreft de huidige uitvinding een inbouwdoos voor elektrisch materiaal, bevattende een rug en vier loodrecht hierop staande wanden met doorgangen voor elektriciteitsbuizen en een inbouwopening tegenover de rug voor het inbouwen van een installatie-element, waarbij van minstens één wand een tussenliggend gedeelte tussen minstens twee doorgangen uitbreekbaar of uitsnijdbaar is uitgevoerd om aldus een grotere doorgang te bekomen die de minstens twee voornoemde doorgangen bevat.
Een voordeel van de uitvinding is dat op eenvoudige wijze door het selectief uitbreken van poorten en tussenliggende gedeelten grotere doorgangen kunnen gecreëerd worden die de installateur meer ruimte bieden voor de aansluiting van elektrische bedrading en/of elektriciteitsbuizen.
Het scherp dubbelplooien van eventuele doorlussingen van bedradingen wordt hierdoor ook vermeden.
Het tussenliggend gedeelte kan afzonderlijk, of samen met de daarmee verbonden poorten, uitbreekbaar of uitsnijdbaar zijn uitgevoerd, zodat de installateur naar keuze gedeelten van de wand kan uitbreken voor het vormen van kleine of grote doorgangen.
Bij voorkeur is rond elk van de voornoemde minstens twee ronde doorgangen een hoofdzakelijk cilindervormig spruitstuk voorzien waarvan een afgezonderd segment deel uitmaakt van het tussenliggende gedeelte.
Dit biedt het voordeel dat ook delen van de spruitstukken samen met de tussenliggende gedeelten van de wand kunnen uitgebroken worden en op die manier ook grotere spruitstukken worden gevormd rond de aldus gevormde grotere doorgangen.
Volgens een voorkeurdragend aspect van de uitvinding bevat de inbouwdoos minstens één tussenliggend gedeelte, dat zich uitstrekt tot aan de vrije rand van de betreffende wand, om een grotere doorgang te kunnen uitbreken die minstens twee doorgangen bevat en die zich uitstrekt tot aan de voornoemde inbouwopening van de inbouwdoos.
Aldus kan ook bij een horizontale montage van twee inbouwdozen met hun vaste wanden tegen elkaar een gedeelte van de aanliggende wanden uitgebroken worden, zodat een grotere opening wordt gecreëerd om de installatie-elementen in deze inbouwdozen onderling te kunnen verbinden.
Bij voorkeur is rond minstens twee doorgangen een hoofdzakelijk ovaalvormig spruitstuk voorzien dat wordt gevormd door de voornoemde segmenten van de minstens twee doorgangen of delen ervan en door verbindingsribben die deze segmenten met elkaar verbinden, waarbij minstens een deel van het ovaalvormig spruitstuk deel uitmaakt van het uitbreekbaar of uitsnijdbaar tussenliggend gedeelte van de wand.
Volgens een voorkeurdragend aspect van een inbouwdoos volgens de uitvinding is de inbouwdoos voorzien van minstens één ronde doorgang of om een dergelijke ronde doorgang te vormen door het uitbreken of uitsnijden van een poort, waarbij de rand van deze doorgang voorzien is van inspringende segmentvormige kartelingen waarvan de diameter bij voorkeur ongeveer een halve millimeter kleiner is dan de buisdiameter waarvoor de betreffende doorgang is bedoeld.
Deze kartelingen vormen een weerstand tegen het accidenteel uittrekken van de elektriciteitsbuizen uit de doorgangen zonder dat zij een te grote weerstand bieden bij het inbrengen van een elektriciteitsbuis in zulke doorgang.
Volgens een ander aspect van de uitvinding is de rug van de inbouwdoos aan zijn buitenzijde volledig vlak, wat het mogelijk maakt om ook in dunnere muren dan gebruikelijk twee inbouwdozen rug aan rug te kunnen inbouwen.
Volgens nog een ander aspect van de uitvinding zijn de vrije randen van minstens twee tegenoverliggende wanden voorzien van een centraal merkteken, bijvoorbeeld in de vorm van een inkeping, wat het makkelijker maakt om de inbouwdozen bij montage juister volgens plan te kunnen positioneren en horizontaal of verticaal uit te lijnen door de merktekens bij het plaatsen uit te lijnen op een horizontale of een verticale lijn die op voorhand op de muur is aangebracht.
Een andere verbetering bestaat erin dat een inbouwdoos volgens de uitvinding op minstens één wand voorzien is van een schroefhuls met een lengte van om en bij de 30 mm, wat een stuk langer is dan de lengte van de schroefhulzen zoals momenteel toegepast.
Dit heeft als voordeel dat bij een inbouwdoos volgens de uitvinding ook langere schroeven dan gebruikelijk, bijvoorbeeld schroeven van om en bij de 30mm, kunnen worden bijgeleverd aangezien wettelijk de bijgeleverde schroeven niet langer mogen zijn dan de schroefhulzen.
Dankzij deze langere schroeven kunnen ook installatie-elementen met deze schroeven worden gemonteerd in inbouwdozen die na het pleisteren van de muur zo diep zitten dat een montage met klauwen niet aangewezen is om de plaasterranden rond de inbouwdoos niet te beschadigen.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een inbouwdoos voor elektrisch materiaal volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perspectief een mogelijke uitvoeringsvorm van een inbouwdoos volgens de uitvinding weergeeft; figuren 2 tot 7 verschillende aanzichten toont van de inbouwdoos van figuur 1, respectievelijk volgens de pijlen F2 tot F7 in figuur Ikfiguren 8 tot 10 in perspectief twee inbouwdozen volgens de uitvinding weergeeft die op drie verschillende manieren aan elkaar werden gekoppeld; figuur 11 een detail toont van het gedeelte dat in figuur 2 door het kader Fll is aangeduid; figuur 12 het detail van figuur 11 toont na het uitbreken van een poort; figuur 13 een detail toont van het gedeelte dat in figuur 2 door het kader F13 is aangeduid; figuur 14 het detail van figuur 13 toont na het uitbreken van een dubbele poort; figuur 15 een combinatie toont van twee inbouwdozen volgens de uitvinding die aan elkaar gekoppeld werden en die met een verschillende hoogte zijn uitgevoerd; figuur 16 de inbouwdozen van figuur 15 toont maar op een andere manier gecombineerd.
De in de figuren 1 tot 7 weergegeven inbouwdoos 1 volgens de uitvinding is, zoals de bekende inbouwdozen voor elektrisch materiaal, bedoeld om te worden geïnstalleerd in een muur of gelijkaardige structuur teneinde er een elektrisch installatie-element, zoals een stopcontact of schakelaar of dergelijke, in te kunnen installeren.
De inbouwdoos 1 bestaat uit een rug 2 en vier loodrecht hierop staande wanden, respectievelijk twee tegenoverstaande uitbreekbare wanden 3 en 4 die tussen twee tussenliggende tegenoverstaande vaste wanden 5 en 6 zijn voorzien.
De wanden 3 tot 6 definiëren een opening 7 waarlangs een voornoemd stopcontact of dergelijke kan ingebouwd worden.
De vaste wanden 5 en 6 zijn op een vaste manier verbonden met de rug 2 en bijgevolg niet uitbreekbaar en worden ten opzichte van de rug 2 haaks gehouden door middel van verstevigingsribben 8 die een betreffende wand 5 of 6 met de rug 2 verbinden,
De wanden 3 tot 6 zijn in eerste instantie hoofdzakelijk vervaardigd uit eenzelfde relatief stijf materiaal, zoals bijvoorbeeld een polypropyleen (PP) en zijn bijvoorbeeld ééndelig uitgevoerd door middel van bijvoorbeeld een spuitgiettechniek.
In het getoonde voorbeeld van figuur 1 is elk van de uitbreekbare wanden 3 of 4 los langs zijn randen, behalve op enkele plaatsen langs deze randen waar een betreffende wand plaatselijk verbonden is aan de rug 2 en aan de overige wanden 5 en 6 door middel van smalle verbindingsstukjes 9.
Deze verbindingsstukjes 9 zorgen voor een tamelijk stevige verbinding tussen de uitbreekbare wanden 3 of 4 en de overige wanden 5 en 6 en de rug 2 en maken het tegelijk mogelijk om de wanden 3 en 4 relatief makkelijk te kunnen uitbreken of uitsnijden door deze verbindingsstukjes 9 te verbreken of door te snijden wanneer dit gewenst is, bijvoorbeeld voor de koppeling met een aanliggende inbouwdoos 1 zoals weergegeven in figuur 10,
Voor het koppelen van meerdere inbouwdozen 1 zoals weergegeven in figuur 10, na het uitbreken van de overeenkomstige uitbreekbare wanden 3 of 4, zijn op de tegenoverliggende randen 10 en 11 van de overblijvende vaste wanden 5 en 6 complementaire koppelmiddelen 12-13 voorzien die in het weergegeven voorbeeld van figuur 1 worden gevormd door mannelijke koppelmiddelen bestaande uit drie zijdelings uit de wand 5 of 6 stekende tanden 12, enerzijds, en door complementaire gleuven 13 in de overeenkomstige gedeelten van de tegenoverliggende zijrand 11 van deze wand 5 of 6, anderzijds.
De tanden 12 zijn enigszins haakvormig uitgevoerd, zodat ze, na het inbrengen in de gleuven 13, zichzelf vastklipsen.
Zulke koppeling van inbouwdozen 1 volgens figuur 10 is typisch geschikt voor het plaatsen van installatie-elementen in een verticale configuratie boven elkaar, waarbij de hartafstand A tussen de installatie-elementen volgens de standaardnormen 60 mm bedraagt.
De inbouwdozen zijn bij voorkeur voorzien van uitbreekbare of uitsnijdbare poorten 14 ter vorming van doorgangen 15 in de wanden 3 tot 6 en in de rug voor het doorvoeren van elektrische kabels of van flexibele elektriciteitsbuizen waardoorheen de elektrische kabels toekomen in de inbouwdozen.
De poorten 14 zijn, zoals in detail in figuur 12 te zien is, langs hun rand gescheiden van de randen van de doorgangen 15 door een spleet 16 die op enkele plaatsen lokaal overbrugd wordt door smalle overbruggingen 17 die toelaten de poorten gemakkelijk te verwijderen door het doordrukken van de poorten 14 of het doorsnijden van de overbruggingen 17.
In de vaste wanden 5 en 6 zijn telkens twee zulke cirkelvormige doorgangen 15 naast elkaar voorzien, terwijl in de uitbreekbare wanden 3 en 4 twee rijen van zulke doorgangen 15 zijn voorzien, respectievelijk een eerste rij van drie naast elkaar gelegen doorgangen 15 en daaronder een tweede rij van twee doorgangen 15.
De rug 2 is in dit geval tevens uitgevoerd met zes zulke doorgangen 15.
De doorgangen kunnen in verschillende diameters zijn uitgevoerd in functie van de gangbare diameters van flexibele elektriciteitsbuizen, bijvoorbeeld voor diameters van 16 en 20 mm.
Volgens een kenmerkend aspect van de uitvinding zijn de randen van de doorgangen 15 uitgevoerd met naar binnen inspringende segmentvormige kartelingen 18 met een diameter die bij voorkeur ongeveer een halve millimeter 0,5 mm kleiner is dan de buisdiameter waarvoor de doorgang 15 is bedoeld.
Deze kartelingen 18 zorgen ervoor dat de elektriciteitsbuizen in de doorgangen worden vastgehouden zonder dat zij er ongewild uit kunnen teruggetrokken worden, desondanks de toleranties die er bestaan op de buisdiameters van de elektriciteitsbuizen die in de handel te verkrijgen zijn.
Bij voorkeur worden er die van zulke kartelingen 18 toegepast die evenredig verdeeld zijn over de omtrek van de doorgangen 15, wat ervoor zorgt dat de elektriciteitsbuizen vlot in de doorgangen 15 kunnen geduwd wordt en er niet gemakkelijk terug uit kunnen.
In de vaste wanden 5 en 6 zijn onder de ronde doorgangen 15 ook nog twee rechthoekige doorgangen 15 onder elkaar voorzien die afgedekt zijn door uitbreekbare vierkante poorten 14 en die toelaten kabels tegen de rug 2 van de inbouwdozen 1 door te voeren.
Het spreekt voor zich dat andere configuraties van doorgangen 15 en poorten 14 ook mogelijk zijn.
Volgens een ander specifiek aspect van de uitvinding zijn er poorten 14 van aanliggende doorgangen 15 die samen als een samengestelde poort 19 kunnen uitgebroken worden, waarbij zulke samengestelde poort 19 bijvoorbeeld bestaat uit twee enkele poorten 14 die met elkaar verbonden zijn door een tussenliggend gedeelte 20 van een betreffende wand, meer bepaald een tussenliggend gedeelte 20 tussen de doorgangen 15 dat de doorgangen 15 begrenst.
Dit tussenliggend gedeelte 20 is van de rest van de wand en dus ook van de enkelvoudige poorten 19 gescheiden door een spleet 16 die op sommige plaatsen lokaal wordt overbrugd door smalle overbruggingen 17 die, wanneer gewenst, kunnen doorbroken worden.
In figuur 13 is een samengestelde dubbele poort 19 weergegeven in de uitbreekbare wanden 3 en 4, welke dubbele poort 19, na uitbreken, een min of meer ovale doorgang 15 vrijmaakt zoals weergegeven in figuur 14.
Dit maakt het mogelijk dat een installateur van elektrische bekabeling een kabellus via deze ovale doorgang 15 kan inbrengen zonder de kabellus te moeten doorsnijden wanneer dit niet nodig is of zonder de kabellus scherp te moeten dubbel plooien, wat onvermijdelijk tot interne schade zou leiden van de bekabeling.
In figuur 9 is een ander voorbeeld weergegeven van zulke samengestelde poort 19, ditmaal in de vaste wanden 5 en 6, waarbij in dit geval het tussenliggend gedeelte 20 zich uitstrekt tot aan de vrije rand 21 van de betreffende wand 5 en 6, afgebakend door spleten 16 die zich uitstrekken vanaf de randen van de ronde doorgangen 15 tot aan de voornoemde vrije rand 21 zodat een gedeelte van deze rand 21 mee kan verwijderd worden en door een spleet 16 die beide doorgangen onderling verbindt.
Deze samengestelde poorten 19 in de vaste wanden 5 en 6 maken het mogelijk om inbouwdozen in een horizontale configuratie naast elkaar te koppelen, wand tegen wand, zoals weergegeven in figuur 9, met een gebruikelijke opgelegde hartafstand B van standaard 71 mm, waarbij de samengestelde poorten 19 in de aangrenzende wanden 5 en 6 zijn weggebroken ter vorming van een grotere doorgang 15 tussen gekoppelde inbouwdozen 1.
De wanden 3 tot 6 van de inbouwdoos 1 zijn voorts uitgevoerd met kanaalvormige spruitstukken 22 die als een kraag rond één of meer doorgangen 15 zijn aangebracht en die gevormd worden door een opstaande ribbe 23 of delen van een opstaande ribbe die dwars op de wanden 3 tot 6 zijn aangebracht.
In het weergegeven voorbeeld van een inbouwdoos 1 volgens de uitvinding is rond elke ronde doorgang 15 van de voornoemde eerste rij doorgangen 15 een cilindervormig spruitstuk 22 voorzien dat gevormd wordt door een opstaande ribbe 23 welke bedoeld is voor het inbrengen en vastklemmen van een uiteinde van een elektriciteitsbuis (van verschillende diameter), waarbij deze ribbe 23 voorzien kan zijn van klemmiddelen 24, bijvoorbeeld in de vorm van een elastische lip.
Voor twee van de cilindervormige spruitstukken 22 is de ribbe 23 onderbroken op twee plaatsen, waardoor de ribbe 23 is opgedeeld in twee afgezonderde segmenten 22a en 22b van deze spruitstukken 22, waarvan de segmenten 22b deel uitmaken van het tussenliggend gedeelte 20 en dus ook van de samengestelde poort 19, zodat deze segmenten 22b samen met het tussenliggend gedeelte 20 of met de samengestelde poort verwijderd kunnen worden.
Naast deze cilindervormige spruitstukken 22 is er ook een hoofdzakelijk ovaalvormig spruitstuk 22 voorzien dat zich uitstrekt rond de ovaalvormige doorgang 15 die in figuur 14 is weergegeven na het uitdrukken van de samengestelde poort 19.
Het ovaalvormig spruitstuk 22 is samengesteld door de voornoemde segmenten 25a en door twee rechte verbindingribben 25c die deze uiteinden van deze segmenten 25a met elkaar verbinden.
Voor de vaste wanden 5 en 6 is er op gelijkaardige manier rond de ronde doorgangen 15 een cilindervormig spruitstuk 22 voorzien evenals een ovaalvormig spruitstuk 22 rond de beide doorgangen 15 samen.
De spruitstukken 22 op de vaste wanden 5 en 6 zijn bij voorkeur zodanig gedimensioneerd dat, wanneer twee inbouwdozen wand tegen wand worden gemonteerd, zoals in de configuraties van de figuren 8 en 9, de spruitstukken 22 of delen van spruitstukken 22 die op de aanliggende wanden 5 en 6 overblijven na het uitbreken van poorten 14 en/of 19, passend in elkaar schuiven ter vorming van een tunnel of een gedeelte van een tunnel die een bescherming vormt voor elektrische kabels die er doorheen zijn geleid.
Een andere verbetering volgens de uitvinding wordt gerealiseerd doordat de rug 2 aan zijn buitenkant volledig vlak is uitgevoerd, wat het voordeel biedt dat twee inbouwdozen rug aan rug kunnen gemonteerd worden langs tegenoverliggende zijden van een muur, wat het voordeel biedt dat ook in minder dikke muren inbouwdozen 1 op deze manier rug aan rug kunnen worden gemonteerd.
Nog een voorkeurdragend kenmerk van een inbouwdoos 1 volgens de uitvinding bestaat erin dat in de wanden 3 tot 6 schroefhulzen 25 zijn geïntegreerd met één of meer boringen 26 die zich over een zekere lengte uitstrekken vanaf een vrije rand 21 van de betreffende wand in de richting van de rug 2, met de bedoeling deze schroefhulzen 25 te gebruiken in toepassingen waarin de installateur verkiest de installatie-elementen te monteren door middel van schroeven die in de boringen 26 kunnen geschroefd worden in plaats van een montage van de installatie-elementen door middel van montageklauwen die klassiek op de installatie-elementen aanwezig zijn en waarmee de installatie-elementen, zoals bekend, tussen de vaste wanden 5 en 6 kunnen vastgeklemd worden.
Liefst nog zijn centraal in de vrije rand 21 van de uitbreekbare wanden 3 en 4 drie boringen 26 voorzien.
Op deze wijze wordt meer vrijheid bekomen tijdens het monteren van het installatie-element in de inbouwdoos 1 om de stand van het installatie-element ietwat te kunnen corrigeren zodat bijvoorbeeld de bovenrand van het installatie-element na montage mooi horizontaal gepositioneerd is.
Bij voorkeur is de lengte van minstens twee tegenoverliggende schroefhulzen 25 van drie centimeter lang, wat het mogelijk maakt om bij de inbouwdoos 1 schroeven bij te leveren die tot drie centimeter lang zijn vermits de wetgeving niet toelaat schroeven bij te leveren die langer zijn dan de schroefhulzen 25.
Op deze manier kunnen langere schroeven dan gebruikelijk worden bijgeleverd die het mogelijk maken om installatie-elementen te kunnen monteren in inbouwdozen 1 die dieper dan gebruikelijk in de muur zijn aangebracht, bijvoorbeeld op een diepte van 2,5 cm in de pleisterlaag, op een afstand waarbinnen de klauwen niet kunnen zorgen voor een voldoende inklemkracht van het installatie-element.
Nog een aspect van de uitvinding is dat in het midden van de vrije randen 21 merktekens in de vorm van inkepingen 27 zijn aangebracht die toelaten de inbouwdozen met deze inkepingen 27 op tegenoverliggende wanden 3 tot 6 uit te lijnen op een horizontale of verticale lijn die op voorhand over het midden van een inbouwdoos 1 op de muur is getrokken door middel van een waterpas, laser of dergelij ke.
Het geniet de voorkeur de inbouwdozen 1 volgens de uitvinding te voorzien met twee of meer dieptes, bijvoorbeeld met twee verschillende dieptes C en D zoals weergegeven in figuur 15, waarbij de inbouwdozen 1 met verschillende dieptes toch zodanig op mekaar zijn afgestemd dat ze met elkaar gekoppeld kunnen worden zoals weergegeven in de figuren 15 en 16 op een analoge manier als in de figuren 8 en 9 met inbouwdozen met eenzelfde diepte C.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een dergelijke inbouwdoos 1 kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (16)

  1. Conclusies .
    1. - Inbouwdoos voor elektrisch materiaal, bevattende een rug (2) en vier loodrecht hierop staande wanden (3-6) met doorgangen (15) voor elektriciteitsbuizen en een inbouwopening (7) tegenover de rug (2) voor het inbouwen van een installatie-element, daardoor gekenmerkt dat van minstens één wand (3-6) een tussenliggend gedeelte (20) tussen minstens twee doorgangen (15) uitbreekbaar of uitsnijdbaar is uitgevoerd om aldus een grotere doorgang (15) te bekomen die de minstens twee voornoemde doorgangen (15) bevat.
  2. 2. - Inbouwdoos volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het tussenliggend gedeelte (20) van de rest van de betreffende wand (3-6) wordt gescheiden door een spleet (16) die op enkele plaatsen lokaal wordt overbrugd door een overbrugging (17) die doorbreekbaar of doorsnijdbaar is.
  3. 3. - Inbouwdoos volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de betreffende doorgangen (15) voorzien zijn van een uitbreekbare poort (14) die van de rest van de betreffende wand (3-6), dus ook van het tussenliggend gedeelte (20) , gescheiden is door een spleet (16) die op enkele plaatsen lokaal wordt overbrugd door een overbrugging (17) die doorbreekbaar of doorsnijdbaar is.
  4. 4. - Inbouwdoos volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het tussenliggend gedeelte (20) afzonderlijk of samen met de daarmee verbonden poorten ¢14) uitbreekbaar of uitsnijdbaar is.
  5. 5. - Inbouwdoos volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat rond elk van de voornoemde minstens twee doorgangen (15) een hoofdzakelijk cilindervormig spruitstuk {22) is voorzien waarvan een afgezonderd segment (22b) deel uitmaakt van het tussenliggende gedeelte (20).
  6. 6. - Inbouwdoos volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat minstens één tussenliggend gedeelte (20) van een wand zich uitstrekt tot aan de vrije rand (21) van de betreffende wand (3-6) om een grotere doorgang (15) te kunnen uitbreken die de minstens twee doorgangen (15) bevat en die zich uitstrekt tot aan de voornoemde inbouwopening (7) van de inbouwdoos (1).
  7. 7. - Inbouwdoos volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat rond de minstens twee doorgangen (15) een hoofdzakelijk ovaalvormig spruitstuk (22) is voorzien dat wordt gevormd door de segmenten (22a) van de minstens twee doorgangen (15) of delen ervan en door verbindingsribben (22c) die deze segmenten (22a) met elkaar verbinden.
  8. 8. - Inbouwdoos volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat minstens een deel van het ovaalvormig spruitstuk (22) deel uitmaakt van het uitbreekbaar of uitsnijdbaar tussenliggend gedeelte (20) van de wand (3-6).
  9. 9. - Inbouwdoos volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat minstens één opstaande wand (3,4) een uitbreekbare wand is voor koppeling met een aanliggende inbouwdoos (1) waarvan een aanliggende wand (3,4) tevens is weggenomen en dat twee andere tegenoverliggende wanden (5,6) voorzien zijn van minstens twee doorgangen (15) omgeven door spruitstukken (22) die zodanig zijn gedimensioneerd dat, bij koppeling van twee inbouwdozen (1) met deze wanden (5,6) tegen elkaar, de spruitstukken (22) van de aanliggende wanden (5,6) passend in elkaar schuiven en dat deze wanden (5,6) zijn voorzien van een voornoemd uitbreekbaar of uitsnijdbaar tussenliggend gedeelte (20) dat zich uitstrekt tot aan de vrije rand (21) van de betreffende wand (5,6).
  10. 10. - Inbouwdoos volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat er twee uitbreekbare wanden (3,4) zijn en twee andere wanden (5,6) die vaste wanden zijn die vast verbonden zijn met de rug (2) en die voorzien zijn van spruitstukken (22) die bij koppeling van de inbouwdozen wand (5,6) tegen wand (5,6) passend in elkaar schuiven.
  11. 11. - Inbouwdoos volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de uitbreekbare wanden voorzien zijn van minstens twee doorgangen (15) met een uitbreekbaar tussenliggend gedeelte (20).
  12. 12. - Inbouwdoos volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij minstens een cirkelvormige doorgang (15) bevat of voorzien is om een dergelijke cirkelvormige doorgang (15) te vormen door het uitbreken of uitsnijden van een poort (14), waarbij de rand van deze doorgang (15) voorzien is van inspringende segmentvormige kartelingen (18) waarvan de diameter bij voorkeur ongeveer een halve millimeter kleiner is dan de buisdiameter waarvoor de betreffende doorgang (15) is bedoeld.
  13. 13. - Inbouwdoos volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de rand van de cirkelvormige doorgang (15) voorzien is van drie zulke kartelingen die verdeeld zijn over deze rand.
  14. 14. - Inbouwdoos volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de rug (2) aan zijn buitenzijde volledig vlak is.
  15. 15. - Inbouwdoos volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vrije randen (21) van minstens twee tegenoverliggende wanden voorzien zijn van een centraal merkteken, bijvoorbeeld in de vorm van een inkeping, voor de horizontale en/of verticale uitlijning van deze merktekens.
  16. 16. - Inbouwdoos volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat minstens één wand (3-6) voorzien is van een schroefhuls met een lengte van om en bij de 30 mm en dat de inbouwdoos (1) geleverd wordt met schroeven van ongeveer dezelfde lengte, zij het in losse toestand of in voorgemonteerde toestand.
BE2015/5078A 2015-02-12 2015-02-12 Inbouwdoos voor elektrisch materiaal BE1022712B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5078A BE1022712B1 (nl) 2015-02-12 2015-02-12 Inbouwdoos voor elektrisch materiaal

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5078A BE1022712B1 (nl) 2015-02-12 2015-02-12 Inbouwdoos voor elektrisch materiaal

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1022712A1 BE1022712A1 (nl) 2016-08-23
BE1022712B1 true BE1022712B1 (nl) 2016-08-23

Family

ID=53396114

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/5078A BE1022712B1 (nl) 2015-02-12 2015-02-12 Inbouwdoos voor elektrisch materiaal

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1022712B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US769646A (en) * 1903-02-20 1904-09-06 Gen Electric Connection-box.
DE815814C (de) * 1948-10-02 1951-10-04 Kaiser & Spelsberg UEbergangsdose, insbesondere aus Isolierpressstoff, zum UEbergang von Erdkabel auf Feuchtraumleitung
FR2723804A1 (fr) * 1994-08-16 1996-02-23 Levasseur Daniel Passe-fils, cables et tubes a sections multiples, variables et ajustables
US6103973A (en) * 1998-12-22 2000-08-15 Square D Company Knockout pattern for bundled wire and conduit fittings

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US769646A (en) * 1903-02-20 1904-09-06 Gen Electric Connection-box.
DE815814C (de) * 1948-10-02 1951-10-04 Kaiser & Spelsberg UEbergangsdose, insbesondere aus Isolierpressstoff, zum UEbergang von Erdkabel auf Feuchtraumleitung
FR2723804A1 (fr) * 1994-08-16 1996-02-23 Levasseur Daniel Passe-fils, cables et tubes a sections multiples, variables et ajustables
US6103973A (en) * 1998-12-22 2000-08-15 Square D Company Knockout pattern for bundled wire and conduit fittings

Also Published As

Publication number Publication date
BE1022712A1 (nl) 2016-08-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN100449895C (zh) 电缆管道
US20090260846A1 (en) Cable protector with removable dividers
EP3002839B1 (en) Assembly of a first and a second installation box
RU2018131033A (ru) Охватывающий элемент, удерживающее устройство и штифтовая система для экскаваторов и подобных машин
NL2003323C2 (nl) Kabelsysteem.
JP2019517099A (ja) 大型導体の工業プラグ
EP2806515A2 (en) Raceway assembly for conductor cables, raceway and retainer suitable for being part of said assembly
BE1022712B1 (nl) Inbouwdoos voor elektrisch materiaal
EP3055913B1 (en) Multi-member channel bar
USD880988S1 (en) Fastening clip for cables
NL2003317C2 (nl) Kabelsysteem.
JP5354573B2 (ja) 電気クロスコネクタ
NL8303438A (nl) Inrichting voor het installeren van electrische leidingen in gebouwen.
ES2347944T3 (es) Canal para conductores eléctricos y acoplador aplicable a dicha canal.
NL2003318C2 (nl) Kabelsysteem.
RU2706790C2 (ru) Разделитель для распределительного блока для сборных шин и распределительный блок, содержащий упомянутый разделитель
BE1019103A3 (nl) Inbouwdoos voor elektrisch materiaal.
KR101558521B1 (ko) 투명 라벨창이 구비되는 배선 닥트
US9534728B2 (en) Unit for attaching and distribution of multimedia peripherals
ITTO20130271A1 (it) Dispositivo di giunzione a montaggio rapido per canalizzazioni portacavi
NL2003320C2 (nl) Kabelsysteem.
JP4548328B2 (ja) 電気機器用取付具
NL2003322C2 (nl) Kabelsysteem.
JP4917682B1 (ja) ケーブルの分岐配線用接続具
GB2535732A (en) Barrier connector