NL2006491C2 - Paneelbevestigingssamenstel. - Google Patents

Description

P6034692NL

Paneelbevestigingssamenstel 5 Achtergrond van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een paneelbevestigingssamenstel.

In de stand der techniek zijn verschillende manieren en middelen bekend om 10 panelen aan gebouwen te bevestigen. In uitvoeringsvormen worden de panelen bijvoorbeeld op rachels bevestigd. De meeste bekende bevestigingssystemen zijn ofwel moeilijk te gebruiken, vooral op moeilijk bereikbare plaatsen zoals dakranden. Ook het gebruik buiten onder soms koude weersomstandigheden is niet eenvoudig gebleken.

15 GB-2251004 noemt bijvoorbeeld diverse bevestigingen en bekende kunststof snapsystemen voor het bevestigen van een dakgoot. Dergelijke verbindingen kunnen lastig bruikbaar wanneer het te koud of te warm is.

Er is daarom ruimte voor verbetering aan deze op zichzelf reeds lang bekende 20 bevestiging van panelen

Samenvatting van de uitvinding

De uitvinding heeft tot doel een verbeterd paneelbevestigingssamenstel te 25 verschaffen

De uitvinding heeft verder dan wel aanvullend tot doel een paneelsamenstel te verschaffen waarmee eenvoudig een paneel aan een gebouw te monteren is.

De uitvinding verschaft daartoe een paneelbevestigingssamenstel omvattende een paneel dat aan een zijde voorzien is van een in de lengterichting doorlopende 30 paneelrail, en een ophangsamenstel omvattende een ophangrail en een kunststof ophangdeel, waarbij het ophangdeel een paneelbevestigingseind omvat dat aangepast is om in de paneelrail te kunnen worden opgenomen, en een haakdeel aangepast om in een doorlopende railhaak aan de ophangrail te kunnen haken.

2

In een uitvoeringsvorm omvat de paneelrail aan weerszijden een ondersneden groef. Hierdoor is er eenvoudig een verder deel aan vast te maken.

In een uitvoeringsvorm strekt het paneelbevestigingseind in gemonteerde 5 toestand zich uit in de ondersnij dingen van de ondersneden groef, in een uitvoeringsvorm klemmend in de ondersnij dingen. Hierdoor is op zekere en eenvoudige manier het paneelbevestigingseind aan te brengen. In een uitvoeringsvorm heeft de ondersneden groef een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede. In een verder uitvoeringsvorm is de dwarsdoorsnede van het paneelbevestigingseind daaraan 10 aangepast.

In een uitvoeringsvorm omvat het paneelbevestigingseind ten minste één plaatdeel met een dikte bij een uiteinde aangepast om in de ondersnijding te passen en een hoogte die kleiner is dan de ingangsbreedte (h3) van de groef plus de ondersnijdingsdiepte van één van de ondersnijdingen.

15 In een uitvoeringsvorm is schamierbaar ten opzichte van de ten minste één plaatdeel een grendeldeel voorzien, bij een rand voorzien van een flensrand die in een vergrendelende positie van het grendeldeel in een vlak ligt met de ten minste één plaatdeel en waarbij de flensrand zich uitstrekt in de tegenovergelegen ondersnijding. Een eenvoudige montage, ook in situ bijvoorbeeld in koude omstandigheden, is 20 hiermee mogelijk.

In een uitvoeringsvorm omvat het grendeldeel verder een snapdeel en het ten minste ene plaatdeel verder met dat snapdeel samenwerkende snapdeel omvat om in samenwerking het grendeldeel aan de paneeldelen vast te snappen in de eerste, vergrendelde positie.

25 In een uitvoeringsvorm omvat de ophangrail een in de langsrichting doorlopende railhaak, in een uitvoeringsvorm met een L-vormige dwarsdoorsnede.

In een uitvoeringsvorm omvat het haakdeel een in hoofdzaak blokvormig deel, in een uitvoeringsvorm hol, voorzien van een rechthoekige gleuf passend op een opstaande been van de doorlopende railhaak van de ophangrail. Deze maatregelen 30 maken een eenvoudige doch relatief spelingsvrije montage mogelijk.

In een uitvoeringsvorm omvat het paneelbevestigingssamenstel verder een opsluitdeel op de ophangrails ter voorkoming van het uit de ophangrail loskomen van het haakdeel.

3

In een uitvoeringsvorm is de kleinste vrije ruimte tussen het haakdeel en het opsluitdeel (h5) kleiner dan het zich in de ophangrail uitstrekkende deel van het haakdeel (h6) om losraken van het haakdeel te blokkeren.

5 In een uitvoeringsvorm omvat de ophangrail een opsluitdeel op de ophangrail, in een uitvoeringsvorm schuifbaar langs de ophangrail. De opsluitdelen zorgen verder voor een ventilatieruimte tussen paneel en ophangrail. Bovendien kunnen de opsluitdelen voor montage van het paneel aan op de ophangrail worden aangebracht en na ophangen van het paneel op hun opsluitende plaats worden geschoven. Montage 10 vereenvoudigt hierdoor.

In een uitvoeringsvorm het paneel bij een bovenrand een in lengterichting doorlopende groef, en omvat het samenstel verder een houdsamenstel met een bevestigingsdeel en een bevestigingsdeel, waarbij het houddeel een in de groef passende haak omvat. In een uitvoeringsvorm is de groef voorzien in een langsrand die 15 in bevestigde toestand de bovenrand vormt.

In een uitvoeringsvorm omvatten het houddeel en het bevestigingsdeel een onderling samenwerkende rails zodat het houddeel en het bevestigingsdeel onderling dwars op de lengterichting van het paneel schuifbaar zijn.

In een uitvoeringsvorm zijn het houddeel en het bevestigingsdeel voorzien van 20 een onderling samenwerkende vertanding dwars op de lengterichting van het paneel en op de vertanding aangrijpende nok of vertanding, ingericht voor het blokkeren van een verplaatsing van het houddeel dwars op de lengterichting van het paneel en van het paneel af. Hierdoor is het houddeel bijvoorbeeld vast te slaan zodat een zeker en vast houden van de bovenrand van een paneel mogelijk is. Het is zelfs denkbaar het 25 opsluitdeel en bevestigingsdeel te voorzien van een onderling samenwerkende aanslag halverwege. Hierdoor kunnen de delen deels in elkaar aangeleverd worden en samen bevestigd worden aan een gebouw, waarna het paneel opgehangen kan worden en aan de bovenrand gehouden kan worden door het houddeel met de haak in het paneel vast te slaan.

30 De uitvinding betreft verder een ophangdeel, kennelijk bestemd en geschikt voor een paneelbevestigingssamenstel zoals beschreven.

4

De uitvinding betreft verder een houdsamenstel omvat met een bevestigingsdeel en een bevestigingsdeel, kennelijk bestemd en geschikt voor een paneelbevestigingssamenstel zoals beschreven.

De uitvinding betreft verder een samenstel van een paneel en een daarmee te 5 verbinden inrichting, waarbij het paneel voorzien is van een weerszij dig ondersneden groef, en de inrichting een bevestigingsdeel omvat voorzien van een plaatdeel voorzien van een rand met een dikte aangepast om in een ondersnijding te passen en een hoogte kleiner dan de groefopening plus de ondersnijdingsdiepte van die ondersnijding, en een grendeldeel voorzien van een flensrand met een dikte aangepast om in de 10 tegenovergelegen groef te passen, waarbij het grendeldeel een vergrendelpositie heeft waarbij de flensrand in een vlak gelegen is met het plaatdeel en zich uitstrekt in de in de tegenovergelegen ondersnijding en een ontgrendelpositie heeft waarin de flensrand zich niet uitstrekt in de ondersnijding.

De uitvinding betreft verder een samenstel van een paneel en een daaraan te 15 bevestigen inrichting, waarbij het paneel voorzien is van een weerszijdig ondersneden groef, en de inrichting twee delen omvat die onderling in een vergrendelpositie in één vlak gelegen zijn met tegenovergelegen randen die zich uitstrekken in de tegenovergelegen ondersnijdingen, en waarbij onderling in een ontgrendelpositie de tegenovergelegen randen een gezamenlijke afstand hebben die kleiner is dan een 20 ingangsbreedte van de groef plus de diepte van één ondersnijding.

Middels deze samenstellen is op een eenvoudige en zekere wijze een inrichting met een paneel te verbinden. Als de groef doorlopend is, is op een gewenste positie bijvoorbeeld een haak of iets anders met een paneel te verbinden.

De uitvinding betreft verder een inrichting voorzien van een of meer van de in de 25 bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

Het moge duidelijk zijn dat de verschillende aspecten genoemd in deze octrooiaanvrage gecombineerd kunnen worden en elk afzonderlijk in aanmerking kunnen komen voor een afgesplitste octrooiaanvrage.

Korte beschrijving van de figuren 30 5

In de bij gevoegde figuren is een uitvoeringsvorm van een paneelbevestigingssamenstel volgens de uitvinding weergegeven waarin getoond wordt in:

Figuur 1 een perspectief aanzicht van een uitvoeringsvorm van een 5 paneelbevestigingssamenstel, vanaf de achterzijde van een paneel dat toepasbaar is als boeiboord; figuur 2 een perspectiefaanzicht van de uitvoeringsvorm van figuur 1, vanuit een lager gezichtspunt; figuur 3 een uiteengenomen aanzicht van figuur 2, en 10 figuren 4a en 4b details van het insnappen en vergrendelen van een ophangdeel in een tweezijdig ondersneden sleuf in een paneel.

Beschrijving van uitvoeringsvormen 15 Figuur 1 toont een perspectief aanzicht van een paneelbevestigingssamenstel, welke voorzien is van een paneel 1. In deze uitvoeringsvorm is paneel 1 een gevelafwerkingspaneel, zoals een boeiboord. Het paneel 1 is bij een langsrand voorzien van een sleuf 2 die aan weerszijde ondersneden is, zodat een tweetal ondersnijdingen 9, 10 gevormd worden. Bij een tegenovergelegen langsrand is ook een sleuf 3 voorzien. In 20 deze uitvoeringsvorm is in een zijrand een sleuf 3 voorzien.

Het paneelbevestigingssamenstel omvat bij de onderzijde van het paneel 1 een ophangsamenstel waaraan in bevestigde toestand feitelijk paneel 1 opgehangen is. Dit ophangsamenstel grijpt aan in de sleuf 2. Bij de bovenlangsrand is een houdsamenstel dat aangrijpt in de sleuf 3 en paneel 1 houdt, dat wil zeggen beweging van het paneel 1 25 in de normaalrichting en omhoog tegenhoudt.

Het ophangsamenstel omvat een doorlopende rail 5, waarvan in de figuren slechts een deel is weergegeven. In een uitvoeringsvorm is de rail 5 bijvoorbeeld van aluminium. Het doel van een stijf profiel als rail 5 is een goede vlakke basis te verschaffen waaraan paneel 1 vlak bevestigd kan worden. De doorlopende rail 5 is 30 voorzien van een railhaak 11 waaraan een ophangdeel 4 te haken is. In figuren 2 en 3 is een uitvoering van de railhaak 11 beter te zien. In de uitvoeringsvorm heeft de railhaak 11 hier een in hoofdzaak L-vormige dwarsdoorsnede waardoor een rechthoekige goot ontstaat.

6

Het ophangdeel 4 is in een uitvoeringsvorm een kunststof spuitgietdeel, in een uitvoeringsvorm bijvoorbeeld van polyetheen, polypropeen, nylon (polyamide) of dergelijk. Ophangdeel 4 omvat een paneelbevestigingseind 12 dat in vorm en afmeting aangepast is om in de sleuf 2 te passen. In het bijzonder past paneelbevestigingseind 12 5 in de ondersneden sleuf 2 om te kunnen schuiven in de lengterichting van de sleuf 2, maar niet daaruit los te geraken. In de figuren 2 en 3 is paneelbevestigingseind 12 beter zichtbaar. In figuur 4 is een dwarsdoorsnede weergegeven van paneelbevestigingseind 12, bij de bespreking van dat figuur zal de bijzondere werking uitgelegd worden.

Ophangdeel 4 omvat verder een haakdeel 13 waarmee ophangdeel 4 aan de 10 railhaak 11 te haken is. In deze uitvoeringsvorm is haakdeel 13 in hoofdzaak een blok. In figuur 2 is te zien dat het blok hol kan zijn uitgevoerd. Het haakdeel 13 omvat een groef 14 waarvan de vorm en maten aangepast zijn om aan railhaak 11 te kunnen haken. Hier is de groef 14 rechthoekig. Zo kan ophangdeel 4 over de railhaak 11 schuiven.

15 Om te voorkomen dat ophangdeel 4 na inhaken in de doorlopende railhaak 11 van rail 5, omvat het ophangsamenstel verder een opsluitdeel 6. Opsluitdeel 6 is voorzien van bevestigingsdelen 15 waarmee het aan de doorlopende rail 5 te bevestigen is. In deze uitvoeringsvorm hebben de bevestigingsdelen 15 een zwaluwstaart dwarsdoorsnede en groeven in de rails een daarmee corresponderende vorm zodat 20 opsluitdeel 6 aan de rail 5 te snappen is, of daarop de schuiven is. Opsluitdeel 6 heeft verder een zich boven de railhaak 11 uitstrekkend eind 16. De tussenruimte tussen eind 16 en railhaak 11 is aangepast zodat haakdeel 13 niet van railhaak 11 los kan komen. Hier is de tussenruimte tussen eind 16 en railhaak 11, h2, kleiner dat hoogte hl van ingrijpend deel 17 van haakdeel 13. Opsluitdeel 6 heeft voornamelijk een tijdelijk doel, 25 namelijk paneel 1 tijdelijk borgen tijdens montagewerkzaamheden voordat het houdsamenstel aangebracht is. Tijdens montage zal eerste de rail 5 op zijn plaats bevestigd worden. Daarnaast zal ophangdeel aan paneel 1 bevestig worden. Dan zal paneel 1 aan de rail 5 gehangen worden. Op rail 5 kunnen dan al twee of meer opsluitdelen voorzien zijn. Om paneel 1 tijdelijk te borgen kunnen opsluitdelen 6 dan 30 boven ophangdelen geschoven worden.

Het houdsamenstel omvat een bevestigingsdeel 8 en een daarin aangrijpend opsluitdeel 7. Bevestigingsdeel 8 heeft bevestigingseinden 18 om bevestigingsdeel 8 vast te maken aan bijvoorbeeld een dakvoet. Bijvoorbeeld kan bevestigingsdeel 8 7 geschroefd worden. Bevestigingsdeel 8 omvat verder tegenover elkaar gelegen en tegenover elkaar openende L-vormige rail 19, hier op een plaatdeel 20. Niet zichtbaar is op plaatdeel 20 bij rails 19 bijvoorbeeld een vertanding voorzien, opsluitdeel 7 omvat verder een haak 21 omvat dat in groef 3 kan reiken. In een uitvoeringsvorm is de 5 afmeting van de haak 21 aangepast om te passen in groef 3, in een uitvoeringsvorm klemmend te passen. In plaats van een doorlopende haak 21 kunnen ook separate, in lijn opgestelde haken voorzien zijn die in de groef 3 reiken. In een uitvoeringsvorm omvat de haak 21 meerdere tanden, in hoofdzaak in lijn.

Opsluitdeel 7 omvat een plaat 22 voorzien van een flens 23, hier aan de rand van 10 plaat 22. Afstaand van flens 23 en op afstand van de plaat 22 is hier de haak 21 voorzien. In een uitvoeringsvorm is de afstand gekozen zodat wanneer haak 21 rust in groef 3, plaat 22 aanligt tegen de achterzijde van paneel 1. Aan de van paneel 1 afgekeerde zijde is opsluitdeel 7 verder voorzien van weerszij dig ondersneden langsribbe 25 met ondersnijdingen 26 waarvan de vorm en afmeting aangepast is om 15 schuivend tussen de L-vormige rails 19 van bevestigingsdeel 8 te passen. De langsribbe 25 is voorzien van een vertanding of naar boven gerichte weerhaken 24 waardoor opsluitdeel 7, wanneer het van boven af in groef 3 en in bevestigingsdeel 8 geschoven is, geborgd is doordat de vertanding aangrijpt aan een aangrijpdeel. In een uitvoeringsvorm kunnen dat flexibele lippen zijn voorzien van een deel dat uit het vlak 20 van plaatdeel 20 zich richting opsluitdeel 7 uitstrekken. Ook andere plaatsingen van de vertanding op ribbe 25 en lippen is denkbaar. Het is zelfs denkbaar de vertanding op bevestigingsdeel 8 te voorzien en daarop aangrijpende delen op houddeel 7 te voorzien.

Het houdsamenstel is in figuren 1 en 2 in zijn eindtoestand weergegeven waarin het een paneel 1 houdt. In figuur 3 zijn opsluitdeel 7 en bevestigingsdeel 8 in volledig 25 uit elkaar genomen toestand weergegeven. Het houdsamenstel kan echter aangeleverd worden in een toestand waarbij opsluitdeel 7 en bevestigingsdeel 8 deels in elkaar geschoven zijn. De vertanding of weerhaken 24 grijpen dan nog niet aan op elkaar. Daartoe kunnen opsluitdeel 7 en bevestigingsdeel 8 voorzien zijn van onderling aangrijpende houddelen. In een uitvoeringsvorm is bevestigingsdeel 8 voorzien van een 30 nok en houddeel 7 voorzien van een corresponderende holte die dusdanig op elkaar aangrijpen dat met enige kracht of een tikje met een hamer deze van elkaar losraken.

In de ruimte tussen haak 21 en plaat 22 kunnen één of meer dwarsgeplaatste kunststof messen voorzien zijn die bij het in de groef 3 drukken van haak 21 insnijden 8 in de bovenrand van paneel 1 om opsluitdeel 7 in de langsrichting gepositioneerd te houden. In een uitvoeringsvorm zijn de kunststof mesjes schuin, bijvoorbeeld hoger bij plaat 22 en aflopend naar haak 21 waardoor ze beter in de kunststof van paneel 1 snijden.

5 In figuren 4a en 4b is paneelbevestigingseind 12 in dwarsdoorsnede in weerszij dig ondersneden groef 2 weergegeven. In figuur 3 is dat deel in vooraanzicht weergegeven. Voor het werkingsprincipe van dat paneelbevestigingseind wordt uitdrukkelijk separaat bescherming gezocht wordt.

Het bevestigingseind heeft een tweetal plaatdelen met een dikte bij een uiteinde 10 aangepast om in de ondersnijding te passen. De plaatdelen hebben verder een hoogte die kleiner is dan de ingangsbreedte h3 van de groef plus de ondersnijdingsdiepte van één van de ondersnij dingen. De som van ondersnijdingsdiepten en ingangsbreedte h3 is aangegeven met h4. Schamierbaar verbonden tussen de plaatdelen is een grendeldeel voorzien. Het grendeldeel omvat schamierdeel dat zich dwars op de plaatdelen 15 uitstrekt. Bij een rand is het grendeldeel scharnierend verbonden, bij een tegenovergelegen rand is een zich dwars op het schamierdeel uitstrekkende flensrand voorzien die zich in een vergrendelende positie van het schamierdeel in een vlak ligt met de plaatdelen. De flensrand strekt zich daarbij uit in de tegenovergelegen ondersnijding. In een uitvoering, zoals weergegeven, omvat het grendeldeel verder een 20 snapdeel en omvatten de plaatdelen verder met het snapdeel samenwerkende snapdelen om het grendeldeel aan de paneeldelen vast te snappen in de eerste, vergrendelde positie.

De ophangrail 5 is meestal een doorlopende rail van een stijf materiaal, zodat de rail een vlakke en rechte basis kan vormen op een soms niet vlakke ondergrond van een 25 gebouw. Als geschikt materiaal kan bijvoorbeeld de ophangrail van aluminium zijn.

Een alternatief daarvoor kan een extrusieprofiel zijn van een relatief stijve kunststof, bijvoorbeeld een vezelversterkte kunststof.

De overige delen van het samenstel, zoals ophangdeel 4, opsluitdeel 6, bevestigingsdeel 8 en houddeel 7 kunnen bijvoorbeeld spuitgietdelen zijn van een 30 kunststof die geschikt is voor de toepassing, meestal buiten. Geschikte kunststoffen kunnen zijn HDPE, Polypropeen, polyamide of nylon.

In gebruik wordt panel 1 op een volgende wijze aan een gebouw bevestigd. Eerst wordt de rail 5 aan het gebouw gesteld zodat deze in de gewenste positie is. Op de rails 9 kunnen vervolgens opsluitdelen 6 aangebracht worden, of deze zijn voor bevestiging van de rails 5 al op de rails 5 aangebracht. Als tweede stap kunnen op diverse posities op de achterzijde van paneel 1 ophangdelen 4 bevestigd worden in de groef 2 op de wijze die hierboven beschreven is.

5 Het houdsamenstel met een bevestigingsdeel en een opsluitdeel wordt deels in elkaar geschoven aangeleverd. Op een vaste verticale afstand van de rail 5 worden houdsamenstellen aan het gebouw bevestigd. Meestal op ongeveer 20-40 cm, afhankelijk van het soort paneel.

Daarna kan het paneel 1 opgehangen worden aan rail 5, waarbij de haakdelen 13 10 van ophangdelen 4 in de railhaak 11 haken.

Als laatste kunnen nu de houddelen 7 met de ondersneden ribbe 25 tussen de L-vormige delen 19 van het bevestigingsdeel geschoven worden en naar beneden gedrukt worden totdat de haak 21 in de groef 3 haakt en de weerhaken langs de vertanding van het bevestigingsdeel 8 klikken, zodat houddeel 7 niet meer uit bevestigingsdeel 8 15 geschoven kan worden. Daarbij kan bijvoorbeeld met een kunststof hamer een klap vertikaal op houddeel 7 gegeven worden waardoor de besproken kunststof mesjes in het paneel 1 snijden en eventueel de haak 21, die alternatief uit een aantal tanden kan bestaan, in het paneel 1 kunnen snijden voor een nog betere fixatie van paneel 1. Paneel 1 is nu vastgezet.

20 Het moge duidelijk zijn dat de bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding 25

Claims (18)

1. Paneelbevestigingssamenstel omvattende een paneel dat aan een zijde voorzien is van een in de lengterichting doorlopende paneelrail, en een ophangsamenstel 5 omvattende een ophangrail en een ophangdeel, waarbij het ophangdeel een paneelbevestigingseind omvat dat aangepast is om in de paneelrail te kunnen worden opgenomen, en een haakdeel aangepast om in een doorlopende railhaak aan de ophangrail te kunnen haken.

2. Paneelbevestigingssamenstel volgens conclusie 1, waarbij de paneelrail aan weerszijden een ondersneden groef omvat.

3. Paneelbevestigingssamenstel volgens conclusie 2, waarbij het paneelbevestigingseind in gemonteerde toestand zich uitstrekt in de ondersnijdingen 15 van de ondersneden groef, in een uitvoeringsvorm klemmend in de ondersnijdingen.

4. Paneelbevestigingssamenstel volgens conclusie 3, waarbij het paneelbevestigingseind ten minste één plaatdeel omvat met een dikte bij een uiteinde aangepast om in de ondersnij ding te passen en een hoogte die kleiner is dan de 20 ingangsbreedte (h3) van de groef plus de ondersnij dingsdiepte van één van de ondersnij dingen.

5. Paneelbevestigingssamenstel volgens conclusie 4, waarbij schamierbaar ten opzichte van de ten minste één plaatdeel een grendeldeel is voorzien, bij een rand 25 voorzien van een flensrand die in een vergrendelende positie van het grendeldeel in een vlak ligt met de ten minste één plaatdeel en waarbij de flensrand zich uitstrekt in de tegenovergelegen ondersnijding.

6. Paneelbevestigingssamenstel volgens conclusie 5, waarbij het grendeldeel 30 verder een snapdeel omvat en het ten minste ene plaatdeel verder met dat snapdeel samenwerkende snapdeel omvat om in samenwerking het grendeldeel aan de paneeldelen vast te snappen in de eerste, vergrendelde positie.

7. Paneelbevestigingssamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de ophangrail een in de langsrichting doorlopende railhaak omvat, in een uitvoeringsvorm met een L-vormige dwarsdoorsnede.

8. Paneelbevestigingssamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het haakdeel een in hoofdzaak blokvormig deel omvat, in een uitvoeringsvorm hol, voorzien van een rechthoekige gleuf passend op een opstaande been van de doorlopende railhaak van de ophangrail.

9. Paneelbevestigingssamenstel volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een opsluitdeel op de ophangrails ter voorkoming van het uit de ophangrail loskomen van het haakdeel.

10. Paneelbevestigingssamenstel volgens de voorgaande conclusie, waarbij de 15 kleinste vrije ruimte tussen het haakdeel en het opsluitdeel (h5) kleiner is dan het zich in de ophangrail uitstrekkende deel van het haakdeel (h6) om losraken van het haakdeel te blokkeren.

11. Paneelbevestigingssamenstel volgens de voorgaande conclusie, waarbij de 20 ophangrail een opsluitdeel op de ophangrail omvat, in een uitvoeringsvorm schuifbaar langs de ophangrail

12. Paneelbevestigingssamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het paneel bij een bovenrand een in lengterichting doorlopende groef omvat, en waarbij 25 het samenstel verder een houdsamenstel omvat met een bevestigingsdeel en een bevestigingsdeel, waarbij het houddeel een in de groef passende haak omvat.

13. Paneelbevestigingssamenstel volgens conclusie 12, waarbij het houddeel en het bevestigingsdeel een onderling samenwerkende rails omvat zodat het houddeel en 30 het bevestigingsdeel onderling dwars op de lengterichting van het paneel schuifbaar zijn.

14. Paneelbevestigingssamenstel volgens conclusie 12, waarbij het houddeel en het bevestigingsdeel voorzien zijn van een onderling samenwerkende vertanding dwars op de lengterichting van het paneel en op de vertanding aangrijpende nok of vertanding, ingericht voor het blokkeren van een verplaatsing van het houddeel dwars 5 op de lengterichting van het paneel en van het paneel af.

15. Ophangdeel, kennelijk bestemd en geschikt voor een paneelbevestigingssamenstel volgens één der voorgaande conclusies.

16. houdsamenstel omvat met een bevestigingsdeel en een bevestigingsdeel, kennelijk bestemd en geschikt voor een paneelbevestigingssamenstel volgens één der voorgaande conclusies.

17. Samenstel van een paneel en een daarmee te verbinden inrichting, waarbij het 15 paneel voorzien is van een weerszij dig ondersneden groef, en de inrichting een bevestigingsdeel omvat voorzien van een plaatdeel voorzien van een rand met een dikte aangepast om in een ondersnijding te passen en een hoogte kleiner dan de groefopening plus de ondersnijdingsdiepte van die ondersnijding, en een grendeldeel voorzien van een flensrand met een dikte aangepast om in de tegenovergelegen groef te passen, 20 waarbij het grendeldeel een vergrendelpositie heeft waarbij de flensrand in een vlak gelegen is met het plaatdeel en zich uitstrekt in de in de tegenovergelegen ondersnijding en een ontgrendelpositie heeft waarin de flensrand zich niet uitstrekt in de ondersnijding.

18. Samenstel van een paneel en een daaraan te bevestigen inrichting, waarbij het paneel voorzien is van een weerszijdig ondersneden groef, en de inrichting twee delen omvat die onderling in een vergrendelpositie in één vlak gelegen zijn met tegenovergelegen randen die zich uitstrekken in de tegenovergelegen ondersnij dingen, en waarbij onderling in een ontgrendelpositie de tegenovergelegen randen een 30 gezamenlijke afstand hebben die kleiner is dan een ingangsbreedte van de groef plus de diepte van één ondersnijding. -o-o-o-o-o-o-