NL193990C - Werkwijze voor het vervaardigen van een transparant brandwerend glaspaneel. - Google Patents

Description

1 193990

Werkwijze voor het vervaardigen van een transparant brandwerend glaspaneel

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een transparant brandwerend glaspaneel, met ten minste één glaslaag en een daarmee verenigd opzwellend materiaal, waarbij het paneel 5 wordt verkregen door een proces, waarbij een laag wordt gevormd van een waterige oplossing van het opzwellende materiaal op een drager, gevolgd door verwijdering van het water van de laag materiaal op de drager door middel van warmteaanvoer, waarna de laag van het opzwellende materiaal van de drager wordt verwijderd, zodanig dat het verwijderde materiaal een restwatergehalte heeft van ten minste 20 gew.% en van hoogstens 48 gew.%, waarna het verwijderde opzwellende materiaal in een paneel wordt opgenomen 10 voorafgaande of na het verrichten van verdere vereiste instelling van het watergehalte van het opzwellende materiaal.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Duitse ’’Offenlegungsschrift” DE-2.752.543.

Bij panelen die onder toepassing van een dergelijke werkwijze worden verkregen is het wenselijk, dat het opzwellende materiaal niet in een vrij vloeiende toestand aanwezig is, teneinde de noodzaak van afdich· 15 tingsmiddelen te vermijden en te waarborgen, dat het opzwellende materiaal op zijn vereiste plaats blijft. Het is reeds bekend om opzwellend materiaal in laag- of filmvorm, alsmede in korrelvorm, zoals voorgesteld in het Britse octrooischrift GB 2.023.452 B, toe te passen.

Het is in de stand der techniek ook bekend, dat materialen, die worden gebruikt voor het opzwellende materiaal, waterige oplossingen zijn, die voor het opleveren van een vast opzwellend product gedroogd 20 dienen te worden. Uit de stand der techniek blijkt, dat het drogen van opzwellend materiaal, voorafgaande aan zijn opname in brandwerende panelen, significante problemen met zich meebrengt, voor het oplossen waarvan de stand der techniek veel voorstellen doet.

Zo beschrijft het Amerikaanse octrooischrift US-A-1.403.556 een werkwijze voor het drogen van een natriumsilicaatoplossing die het natriumsilicaat in vlokvorm verschaft. De werkwijze bestaat uit het onder 25 verminderde druk in contact brengen van de natriumsilicaatoplossing met een verwarmd trommel-oppervlak, waardoor een film wordt gevormd die vervolgens binnen één cyclus met een rakel wordt verwijderd van het oppervlak en in vlokken wordt gebroken. Over het restwatergehalte van de vlokken wordt gezwegen, terwijl ook de toepassing van deze vlokken bij het vervaardigen van glaspanelen niet wordt vermeld.

Het Britse octrooischrift GB-2.023.452 B beschrijft voorts een werkwijze voor het vervaardigen van een 30 brandwerend beglazingspaneel door het klemmen tussen twee structuuriagen van een opzwellende laag waarvan ten minste het grootste volumedeel in granulaire vorm is en waar uiteindelijk een bindmiddel aan wordt toegevoegd. Het samenstel dat is opgebouwd uit de lagen en de korrelvormige opzwellende laag wordt in een kamer ingebracht alwaar de druk en temperatuur zijn ingesteld om de opzwellende laag aan de lagen te binden.

35 Tenslotte beschrijft de Britse octrooiaanvrage GB-2.047.862 A een werkwijze voor het verwijderen van water uit nat opzwellend materiaal door het verwarmen ervan gedurende een tijdsspanne waarin de vorming van microbenen in het opzwellende lichaam wordt verminderd. Dit wordt verkregen door het inleiden in de droge kamer van een gas of oplosmiddel (SFe, CF4 N2 of cyclohexaan) dat minder oplosbaar is dan zuurstof in het opzwellende materiaal, waardoor de hoeveelheid zuurstof in de atmosfeer wordt verminderd. De 40 vermindering van zuurstof in de atmosfeer bevordert de migratie van het lichaam naar de atmosfeer van de zuurstof die aanwezig is in het opzwellende lichaam en verantwoordelijk is voor de microbellen.

Een bijzonder probleem, dat zich in de boven genoemde stand der techniek voordoet en dat lastig op te lossen is, is dat van het verwijderen van voldoende water uit een waterige oplossing van opzwellend materiaal onder oplevering van een waardevol brandwerend product, onder vermijding van de vorming van 45 een korst op het oppervlak van het opzwellende materiaal tijdens drogen zonder zijn toevlucht te nemen tot zeer lange droogtijden, bijvoorbeeld van enkele uren of zelfs enkele dagen, zoals voorheen voorgesteld. Dergelijke droogtijden gaan noodzakelijkerwijze gepaard met grote oppervlakten aan opzwellend materiaal tijdens het drogen, hetgeen zeer kostbaar kan zijn bij de vervaardiging van brandwerende panelen op industriële schaal. Een ander probleem is het vermijden van het voorkomen van luchtbellen in het opzwel-50 lende materiaal. De aanwezigheid van een korst op of bellen in het opzwellende materiaal is in het bijzonder ongunstig, wanneer men transparante brandwerende panelen wenst te vervaardigen. De aanwezigheid van een korst belet bovendien het verder drogen van het opzwellende materiaal.

Het doel van de uitvinding is de in de aanhef genoemde werkwijze zodanig te verbeteren, dat uit het waterige opzwellende materiaal voldoende water kan worden verwijderd voorafgaande aan zijn toepassing 55 in een brandwerend paneel.

Dit doel wordt volgens de uitvinding nu daardoor bereikt, dat de waterige oplossing van het opzwellende materiaal op een cyclisch bewegende drager wordt aangebracht, waarna de laag van het opzwellende 193990 2 materiaal van de drager binnen één cyclus van zijn aanbrengen en binnen 60 seconden met een rakel wordt verwijderd zodanig, dat de laag intact blijft of gebroken wordt.

De hoeveelheid uit het opzwellende materiaal te verwijderen water, terwijl dit zich op de drager bevindt, kan worden geregeld, bijvoorbeeld door het beheersen van de verhitting en/of de snelheid van de drager, 5 zodat na het verlaten het opzwellende materiaal het gewenste restwatergehalte heeft. Bij wijze van voorbeeld kan het opzwellende materiaal worden verwijderd in de vorm van een visceuze strook, die een verdere vermindering van zijn watergehalte vereist. In een dergelijk geval zal het afstropen van het opzwellende materiaal, dat plaatsvindt na zijn verwijdering van de drager, gepaard gaan met het verbreken van de eventueel gevormde korst, zodat het korstachtige materiaal ten minste ten dele opnieuw in de strook 10 wordt opgenomen. Aldus zal elke dergelijke korst verder drogen van de korts niet beletten, noch zal het enig nadelig effect hebben op de optische eigenschappen van een paneel, waarin dergelijk materiaal wordt opgenomen. Een dergelijk afstropen kan ook leiden tot het verwijderen van eventueel gevormde bellen in de laag op de drager. Alternatief kan, wederom bij wijze van voorbeeld, het opzwellende materiaal verder op de drager worden gedroogd, zodanig, dat bij verwijdering van dit materiaal tot korrels is afgebroken. In een 15 dergelijk geval heeft het materiaal de neiging door de in de laag gevormde bellen te breken, zodat dergelijke bellen niet meer worden opgesloten in het opzwellende materiaal. Dit is ook bijzonder voordelig voor het verminderen of vermijden van de aanwezigheid van bellen in een gereed brandwerend paneel. Dergelijke korrels kunnen bijvoorbeeld worden opgenomen in een brandwerend paneel, zoals beschreven in het Britse octrooischrift GB 2.023.452 B.

20 Verwijdering van water uit het opzwellend materiaal bij de werkwijze volgens de uitvinding kan derhalve plaatsvinden op een veel snellere manier dan bij de voorheen bekende droogtechnieken, met het gevolg, dat de fabrieksruimte, die vereist is voor een gegeven productiesnelheid, aanzienlijk wordt verminderd.

Water wordt uit het opzwellende materiaal verwijderd, terwijl dit zich bevindt op de drager, waarbij het materiaal dat de drager verlaat een restwatergehalte heeft van ten minste 20 gew.%. Bij voorkeur bedraagt 25 het watergehalte van het opzwellende materiaal, dat in een transparant brandwerend paneel wordt opgenomen, 25-35 gew.%. Het kan gewenst zijn meer water te verwijderen dan dit in gevallen wanneer bijvoorbeeld in een waterig bindmiddel in het paneel korrels van opzwellend materiaal dienen te worden opgenomen, doch verwijdering van water met achterlating van een restwatergehalte van minder dan 20 gew.% geeft aanleiding tot aanzienlijke praktische moeilijkheden bij het opnieuw hydrateren van het 30 opzwellende materiaal en bij de vorming van een transparant paneel.

Het water wordt verwijderd uit het opzwellende materiaal, terwijl dit zich op de drager bevindt, onder achterlating van een materiaal met een restwatergehalte van maximaal 48 gew.%.

Het verdient de voorkeur, dat het opzwellende materiaal in geladen toestand voorkomt ais ten minste één laag tussen een paar glaslagen. Een dergelijke laag kan en bij voorkeur dient voor het aan elkaar binden 35 van dergelijke lagen.

De opzwellende laag wordt van de drager verwijderd binnen 60 s van zijn aanbrengen daarop, bijvoorbeeld binnen 30 s. Het is verrassend met het oog op de zeer lange droogperioden, die tot nu toe in acht werden genomen, dat uit het opzwellende materiaal zo snel voldoende water kan worden verwijderd onder oplevering van materiaal, dat na afstropen of breken geschikt is voor opname in een brandwerend paneel, 40 in laag- of korrelvorm.

De productie kan verder worden bespoedigd wanneer de opzwellende laag op de drager blijft gedurende een periode van 3-20 s, bijvoorbeeld gedurende minder dan 15 s, hetgeen de voorkeur verdient.

Wanneer de laag op de drager blijft wordt deze bij voorkeur door de drager alleen verhit. Dit waarborgt, dat het vrije oppervlak van de laag koeler zal zijn dan het oppervlak, dat in contact is met de bewegende 45 drager en vochtiger zal zijn dan het vrije oppervlak van de laag, die van boven wordt verhit, zodat de vorming van een korst op dat vrije oppervlak wordt voorkomen. De vorming van een dergelijke korst verhindert het drogen en is bovendien bijzonder nadelig in het geval, waar het opzwellende materiaal in een transparant paneel moet worden opgenomen.

De bewegende drager wordt bij voorkeur verhit tot een temperatuur in het traject van 90-140°C teneinde 50 het meest snelle drogen te bewerkstelligen zonder risico van vroegtijdige opzwelling. Met voordeel wordt elke drager verhit tot een temperatuur boven 100°C, terwijl in sommige uitvoeringsvormen volgens de uitvinding de drager optimaal wordt verhit tot een temperatuur binnen het traject van 12&-138°C.

Volgens sommige voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding wordt de laag op de bewegende drager blootgesteld aan de omringende atmosfeer, zodat de waterdamp daaruit gemakkelijk kan worden verwijderd. 55 Volgens een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt de atmosfeer in contact met de laag tijdens het drogen beheerst, bijvoorbeeld volgens de Britse octrooiaanvrage GB 2.047.862 A.

De bewegende drager is bij voorkeur een roterende trommel, waarbij de laag van de drager wordt 3 193990 • verwijderd met behulp van een rakel. Een dergelijke trommel neemt minder vloerruimte in beslag dan bijvoorbeeld een horizontaal bewegende transportband, terwijl de toepassing van een rakel op zich voldoende is voor het afstropen of breken van het opzwellende materiaal dat verwijderd wordt.

Volgens sommige voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding wordt water uit het opzwellende 5 materiaal verwijderd, terwijl het materiaal zich op de drager bevindt onder oplevering van een materiaal met een restwatergehalte van niet minder dan 42 gew.%. Wanneer de werkwijze volgens de uitvinding op die manier wordt uitgevoerd heeft het opzwellende materiaal in de laag op de bewegende drager de neiging te worden opgehoopt op een punt waar het wordt verwijderd van de drager waarvan het wordt afgestroopt en waar het materiaal als een strook kan worden afgetrokken. Bij voorkeur wordt een dergelijk gedroogd 10 opzwellend materiaal van de bewegende dragerband verwijderd in de vorm van een strook. Een dergelijke strook (of een gedeelte ervan) kan op een glaslaag worden aangebracht onder vorming van een product, dat geschikt is voor toepassing in een brandwerend paneel.

Desgewenst kan de strook zelf, of delen van een dergelijke strook, gedragen bijvoorbeeld door glaslagen, worden behandeld teneinde het watergehalte van het opzwellende materiaal in te stellen. Een 15 dergelijke instelling kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door zacht verwarmen van het opzwellende materiaal, na zijn verwijdering van de bewegende drager, waarop aanvankelijk het drogen plaatsvond. De instelling van het watergehalte van het opzwellende materiaal kan bijvoorbeeld zodanig zijn, dat het restwatergehalte van het opzwellende materiaal wordt gebracht op 25-35 gew.% voorafgaande aan zijn toepassing in het gerede brandwerende paneel. Gevonden is, dat een watergehalte binnen dit traject de 20 beste combinatie van brandwerende, lichtdoorlatende en verouderingseigenschappen aan het opzwellende materiaal verleent na opname in het paneel. Dit wil niet zeggen, dat het optimale watergehalte in het opzwellende materiaal van een tussenproduct voor toepassing in het opschuimen van een brandwerend paneel ook binnen dit traject ligt. Zo kunnen bijvoorbeeld twee dergelijke tussenproducten, elk bestaande uit een glaslaag met een daaraan hechtende laag van opzwellend materiaal, worden samengesteld tezamen 25 met hun opzwellende lagen in contact en, waarna zij kunnen worden gebonden onder vorming van een gelamineerd brandwerend paneel. De bindingsstap kan worden voorafgegaan door een ontgassingsstap, waarbij het inter-laagvolume wordt blootgesteld aan lagedruk-omstandigheden. Het zal duidelijk zijn, dat elke dergelijke ontgassingsstap niet alleen de verwijdering van gassen tussen de glaslagen bevordert, doch ook gepaard zal gaan met de verwijdering van een gedeelte van het restwater in de opzwellende lagen, 30 waarmee rekening dient te worden gehouden bij de keuze van het voorkeurswatergehalte van het opzwellende materiaal voorafgaande aan de uiteindelijke samenstelling van het paneel.

Elke noodzakelijke daaropvolgende instelling van het watergehalte van het opzwellende materiaal wordt bij voorkeur uitgevoerd door verhitting van een dergelijk materiaal na zijn verwijdering van de bewegende drager.

35 Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het water uit het opzwellende materiaal verwijderd, terwijl dit zich op de drager bevindt onder achterlating van materiaal met een restwatergehalte van 25-35 gew.%. In dergelijke gevallen kan het opzwellende materiaal en wordt bij voorkeur van de drager verwijderd in korrelvorm en is dan gereed voor onmiddellijke opname in een brandwerend paneel.

Met voordeel wordt het opzwellende materiaal op de drager aangebracht in een laag, waarvan de dikte 40 ligt in het traject van 0,1-0,3 mm en het liefst in het gebied van 0,4-1,5 mm. Het kan bijvoorbeeld liggen in het trajekt van 0,3-1,2 mm. Gevonden is, dat bij werken binnen ten minste één van die gebieden snel drogen van de laag kan plaatsvinden onder oplevering van een korrelvormig tussenproduct, dat in het bijzonder geschikt is voor opname in een brandwerend paneel.

Teneinde snel drogen van de laag op de bewegende drager te bevorderen, verdient het de voorkeur de 45 waterige oplossing van het opzwellende materiaal op de drager op te brengen, terwijl de oplossing zich op een temperatuur tussen 20-60°C bevindt.

Bij voorkeur wordt de waterige oplossing van het opzwellende materiaal op de drager aangebracht met behulp van een transferral. Dit is een zeer eenvoudige manier van aanbrengen van de oplossing, terwijl de transferral gebruikt kan worden voor het waarborgen, dat de aangebrachte laag glad is en een uniforme 50 dikte heeft.

De afstand of kneep tussen de transferral en de drager kan een belangrijke invloed hebben op de manier waarop de oplossing wordt overgebracht. Bij voorkeur hebben de drager en de transferral een afstand van 0,3-1,0 mm. Dit bevordert een laminaire overdracht van een stroom van de oplossing op de drager.

Bij sommige uitvoeringsvormen van de uitvinding verdient het de voorkeur, dat de hoeveelheden van de 55 oplossing worden gesproeid in de kneep van de drager en transferral, zodat lagen met toegenomen dikte kunnen worden gedroogd.

Met voordeel is het opzwellende materiaal gehydrateerd natriumsilicaat.

193990 4

Voorkeursuitvoeringsvormen van de werkwijze volgens de uitvinding zullen thans worden beschreven aan de hand van de tekeningen: figuur 1 is een schematische afbeelding van een drooginrichting voor het uitvoeren van een eerste werkwijze volgens de uitvinding; 5 figuur 2 toont een brandwerend paneel met daarin een laag opzwellend materiaal, welk paneel is vervaardigd volgens een werkwijze volgens de uitvinding; figuur 3 toont een tweede stap van een werkwijze volgens de uitvinding; figuur 4 is een schematische afbeelding van een inrichting voor toepassing bij de uitvoering van een tweede stap volgens de uitvinding; terwijl 10 figuren 5 en 6 andere brandwerende panelen tonen, die zijn vervaardigd volgens de uitvinding.

In figuur 1 bevindt zich in een tank 2 een waterige oplossing van een opzwellend materiaal 1, dat dient te worden opgenomen in een brandwerend paneel dat wordt verkregen met de eerste werkwijze volgens de uitvinding. Dit opzwellend materiaal kan bijvoorbeeld een oplossing van natriumsilicaat (Si02:Na20 = 15 3,3-3,4:1) zijn met een 60-70 gew.% water, welk opzwellend materiaal in de handel verkrijgbaar is. De tank 2 is tot een zodanig niveau gevuld, dat een transferral 3 gedeeltelijk ondergedompeld is. Wanneer de transferral 3 draait, neemt deze de oplossing van het opzwellende materiaal op, dat als een dunne film 4 wordt gedroogd en wordt overgebracht op het oppervlak van een verhitte trommel 5. Teneinde de hoeveelheid van de oplossing van het opzwellende materiaal, dat op de trommel 5 is aangebracht, aan te vullen 20 kan een sproeikop 6 worden opgesteld voor het versproeien van extra hoeveelheden 7 in de kneep van de transferral 3 en de trommel 5. Wanneer het opzwellende materiaal door een dergelijke kneep passeert wordt dit uitgespreid in een gladde uniforme laag 8 op de trommel. Het niveau van de oplossing 1 in de tank 2 wordt constant gehouden, bijvoorbeeld door op dat niveau een overloop te plaatsen.

De trommel 5 draait tegen de een rakel 9, die is aangebracht boven een opvangbak 10 voor het 25 gedroogde product. Als de trommel 5 draait wordt geleidelijk water uit de oplossing van het opzwellende materiaal verwijderd, waarna het gedroogde product door de rakel 9 wordt opgepikt en tot korrels 11 wordt gebroken, die zoals afgebeeld in de opvangbank 10 terechtkomen.

In een specifiek praktijkvoorbeeld werd een roestvrijstalen trommel met een diameter van 500 mm verhit, zodanig, dat zijn oppervlak in afwezigheid van de oplossing werd gehouden op een temperatuur van 130°C. 30 De kleinste afstand tussen de transferral 3 en de trommel 5 (dat wil zeggen de kneep daartussen lag tussen 0,4 en 0,8 mm. Een laag 8 van gehydrateerd natriumsilicaat (63% H20) ca. 1 mm dik werd op de trommel aangebracht, welke trommel draaide met een snelheid van 4-6 omwentelingen per minuut door de transferral 3, die draaide met een snelheid van 80-180 omwentelingen per minuut. De'laag 8 werd binnen driekwart van één omwenteling gedroogd onder oplevering van korrels 11 met een watergehalte van 25-30 35 gew.% en een korrelgrootte van 150 μη>-450 pm. De korrels zijn geschikt voor directe opname in een gelamineerd brandwerend paneel volgens de in de Britse octrooiaanvrage 2.032.452 A beschreven methode en voor het verkrijgen van een transparant paneel volgens die methode. Het gehydrateerde natriumsilicaat 1 in tank 2 had een temperatuur van ca. 50°C.

In een variant van dit voorbeeld werd het vloeibare opzwellende materiaal 1 in tank 2 gehouden op een 40 temperatuur tussen 30 en 35°C.

Een blaasinrichting 12 is in de nabijheid van de rakel 9 aangebracht ter bevordering van de verwijdering van de gedroogde korrels 11 van de trommel 5. Desgewenst kan deze blaasinrichting 12 worden vervangen door een roterende borsei.

Voorbij de rakel 9 kan de trommel 5 worden besproeid met water door middel van een eventuele 45 sproeikop 13, waarna de trommen een eventuele tweede rakel 14 kan passeren. Dit kan ervoor zorgen, dat praktisch geen gedroogd opzwellend materiaal aan de trommel blijft kleven.

Figuur 2 toont een brandwerend paneel met twee glaslagen 15 en 16, met daartussen een laag 17 van opzwellende korrels, die op de in figuur 1 beschreven wijze zijn gedroogd. Het paneel wordt bijeengehouden via een frame 18. Desgewenst kunnen de opzwellende korrels in de laag 17 bijeen worden gehouden door 50 middel van een bindmateriaal, bijvoorbeeld een oplossing van het gebruikte opzwellende materiaal. Dit kan dienen voor het opvoeren van het watergehalte van de laag 17 van het opzwellende materiaal.

Figuur 3 toont een inrichting voor het overbrengen van een paneel zoals in figuur 2 afgebeeld, in een transparant gelamineerd brandwerend paneel.

In figuur 3 is de paneelsandwich bestaande uit twee glaslagen 15 en 16 en de korrelige opzwellende 55 binnenlaag 17 opgesloten in een enveloppe 19. De enveloppe is via een vacuümleiding 20 aangesloten op een pomp 21, door middel waarvan binnenin de enveloppe een subatmosferische druk kan worden gehandhaafd, teneinde de ruimte tussen de lagen 15 en 16 blijvend aan een zuigkracht te onderwerpen. Bij * 5 193990 * werking van de pomp worden de top- en bodemwanden van de enveloppe tegen de hoofduitwendige zijden van de ingesloten sandwich getrokken. Ofschoon de enveloppe ten minste aan zijn randen voldoende stijf is om weerstand te bieden tegen ineenzakken tegen de randen van de sandwich, zodat in de enveloppe een subatmosferische druk, die door de pomp 21 in stand wordt gehouden, wordt gewaarborgd, rondom de 5 randen van de sandwich. De toepassing van een enveloppe, die de sandwich omvat, biedt het voordeel, dat de afmeting van de enveloppe met betrekking tot de afmeting van de sandwich niet kritisch is. De enveloppe kan gemakkelijk worden aangebracht op sandwiches van verschillende afmetingen. Bovendien vormt de enveloppe geen hindernis voor de uniforme verhitting van de gehele sandwich. Bovendien vergemakkelijkt de toepassing van een dergelijke enveloppe het uitoefenen van een uniforme druk over het gehele 10 oppervlak van de hoofdzijden van de sandwich tijdens zijn behandeling, zodat reactiekrachten, die ontstaan uit de drukverschillen tussen de omgeving, waarin de enveloppe is geplaatst en de ruimte in de enveloppe, niet zodanig zullen zijn, dat de buitenlagen 15 en 16 van de sandwich gaan doorbuigen. Een dergelijke doorbuiging zou kunnen leiden tot de vorming van bellen in de randen van de laag 17 en ook tot een eindproduct, dat niet vlak is.

15 Volgens een variant van de zojuist beschreven inrichting kunnen er eventueel verankeringen worden aangebracht voor het opvangen van reactiekrachten, die afkomstig zijn van drukverschillen tussen het inwendige en uitwendige van de enveloppe 19. In figuur 3 zijn dergelijke verankeringen afgebeeld als een paar frames 22 van dezelfde vorm maar enigszins groter dan het sandwich samenstel 15,16, 17, die uit elkaar worden gehouden door middel van diverse steunen zoals 23. De frames 22 houden de enveloppe 20 enigszins weg van de randen van het samenstel.

Een sandwich samenstel kan worden behandeld door middel van zuiginstallaties, zoals getoond in figuur 3, in een eenvoudige werkwijze, waarbij het uitwendige van de enveloppe 19 steeds wordt blootgesteld aan de atmosferische druk. In een voorbeeld van de werkwijze wordt de pomp 21 aangezet om de druk in de enveloppe te verlagen, dat wil zeggen de druk die werkt op de randen van het samenstel, welke druk komt 25 te liggen tussen 10 en 250 mm Hg. De waarde wordt na één of twee minuten bereikt en deze wordt gedurende 40-45 min gehandhaafd. De temperatuur van het sandwich-samenstel bedraagt aanvankelijk kamertemperatuur (20°C) en blijft op die temperatuur gedurende 15 min nadat de pomp 21 is aangezet. De temperatuur wordt tijdens deze eerste periode niet opgevoerd, omdat aangenomen wordt, dat de korrels anders zacht zouden worden en zouden gaan samensmelten vanwege het grote verschil tussen de 30 randdruk (minder dan 250 mm Hg) en de omgevingsdruk (atmosfeer), hetgeen ontgassen van de opzwellende laag zou beletten en zou leiden tot het opsluiten van luchtbellen in het gerede paneel.

Na 15 min wordt het sandwich-samenstel in de enveloppe 19 uniform verhit, zodat dit op een temperatuur van 90°C komt na 45 min, terwijl op dit punt de druk in de enveloppe weer terugkeert tot de atmosferische druk. Aan het eind van die periode bleek het sandwich-saménstel samengebonden te zijn tot een 35 transparant paneel. Vanzelfsprekend kan vervolgens dit paneel worden overgebracht in een autoclaaf voor een volgende hogedruk-bindingsstap.

Figuur 4 toont een trommel 24, die een laag 25 van het opzwellende materiaal draagt, welke laag van de trommel wordt afgetrokken in de vorm van een strook 26. De laag wordt aangebracht op de trommel 24 door middel van een paar transferrallen 27, 28 uit een reservoir 29 en wordt van de trommel verwijderd door 40 middel van een rakel 30. Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm is er een enkelvoudige transferral, met of zonder een sproeiorgaan, zoals in figuur 1 bij 6 afgebeeld. Zoals in figuur 4 getoond hoopt het opzwellende materiaal zich in de laag 25 bij 31 voor de rakel 30 op, zodat deze daar wordt losgemaakt en vervolgens als de strook 26 wordt afgetrokken. Teneinde het aftrekken van het opzwellende materiaal in de vorm van een strook mogelijk te maken wordt de laag 25 zodanig gedroogd, dat zijn restwatergehalte op alle plaatsen op 45 de trommel 24 ten minste 42 gew.% is. De snelheid waarmee de strook 26 kan worden afgetrokken kan worden ingesteld zodanig, dat de strook 26 dikker is dan de laag 25, waarvan het opzwellende materiaal afkomstig is.

De strook 26 wordt naar een transportband 32 geleid naar lagen 33 van glasachtig materiaal, die zijn aangebracht op een tweede transportband 34 voor het transporteren van de lagen 33 bij een geschikte 50 strook-verwijderingssnelheid, waarna de strook 26 van het opzwellende materiaal wordt gesneden tot lagen, zoals 35, die rusten op de lagen 33. Zoals afgebeeld is de transportband 34 voor het transporteren van de glaslagen 33 met daarop de opzwellende materiaallaag 35 via een tunnelverwarmingskamer 36, zodat het watergehalte van de opzwellende materiaallaag 35 verder kan worden verlaagd tot een waarde, die geschikt is voor een brandwerend paneel.

55 Een eventuele sproeikop 37 is aangebracht voor het wassen van de trommel 24 na verwijdering van de laag 25, terwijl een tweede rakel 36 naar keuze is aangebracht voor het verwijderen van elk achtergebleven opzwellend materiaal alvorens de laag 25 wordt opgebracht

Claims (6)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een transparant brandwerend glaspaneel, met ten minste één glaslaag en een daarmee verenigd opzwellend materiaal, waarbij het paneel wordt verkregen door een 25 proces, waarbij een laag wordt gevormd van een waterige oplossing van het opzwellende materiaal op een drager, gevolgd door verwijdering van het water van de laag materiaal op de drager door middel van warmteaanvoer, waarna de laag van het opzwellende materiaal van de drager wordt verwijderd, zodanig dat het verwijderde materiaal een restwatergehalte heeft van ten minste 20 gew.% en van hoogstens 48 gew.%, waarna het verwijderde opzwellende materiaal in een paneel wordt opgenomen voorafgaande of na het 30 verrichten van verdere vereiste instelling van het watergehalte van het opzwellende materiaal, met het kenmerk, dat de waterige oplossing van het opzwellende materiaal op een cyclisch bewegende drager wordt aangebracht, waarna de laag van het opzwellende materiaal van de drager binnen één cyclus van zijn aanbrengen en binnen 60 seconden met een rakel wordt verwijderd zodanig, dat de laag intact blijft of gebroken wordt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de laag opzwellend materiaal op de drager blijft gedurende 3-20 seconden.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de drager een draaiende trommel is.

4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de waterige oplossing van het opzwellende materiaal op de drager wordt aangebracht door middel van een transferral.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de drager en de transferral een kleinste afstand tot elkaar hebben van 0,3-1,0 mm.

5 De strook 26 werd van de trommel 24 afgetrokken bij een zodanige snelheid, dat zijn dikte lag in de orde van 1 mm. De strook werd afgezet op glaslagen, zoals boven aangegeven, waarna het watergehalte van het opzwellende materiaal werd verlaagd tot 33-34 gew.% door de beklede lagen te voeren door de tunnelverwarmingskamer 36, waarin de temperatuur op ca. 90°C en de relatieve vochtigheid op ca. 90% werd gehouden.

10 Een product, dat verkregen is volgens de in figuur 4 beschreven werkwijze, is afgebeeld in figuur 5 en bestaat uit een glaslaag 33 met daarop een hechtende droge laag 35 van transparant opzwellend materiaal. Een dergelijk product kan als zodanig wordt gebruikt, doch bij voorkeur vormt het een tussenproduct bij de vervaardiging van een sandwich-constructiepaneel. Er kan bijvoorbeeld een tweede glaslaag bovenop de laag van het opzwellende materiaal worden gelegd, waarna het aldus gevormde paneel gewoonweg in een 15 frame kan worden opgenomen of het kan worden onderworpen aan een lamineringsproces, zoals in figuur 3 beschreven. Alternatief, en zoals afgebeeld in figuur 6, kunnen twee van dergelijke producten op elkaar worden gelegd en vervolgens in een frame worden opgenomen dan wel aan elkaar worden gelamineerd. 20

6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het opzwellende materiaal gehydrateerd natriumsilicaat is. Hierbij 2 bladen tekening