NL193202C - Inrichting voor het vormen van een vuurvaste massa. - Google Patents
Inrichting voor het vormen van een vuurvaste massa. Download PDFInfo
- Publication number
- NL193202C NL193202C NL8602224A NL8602224A NL193202C NL 193202 C NL193202 C NL 193202C NL 8602224 A NL8602224 A NL 8602224A NL 8602224 A NL8602224 A NL 8602224A NL 193202 C NL193202 C NL 193202C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- particles
- oxygen
- lance
- central conduit
- coupling device
- Prior art date
Links
Classifications
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C04—CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
- C04B—LIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
- C04B35/00—Shaped ceramic products characterised by their composition; Ceramics compositions; Processing powders of inorganic compounds preparatory to the manufacturing of ceramic products
- C04B35/66—Monolithic refractories or refractory mortars, including those whether or not containing clay
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B05—SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
- B05B—SPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
- B05B7/00—Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent materials from two or more sources, e.g. of liquid and air, of powder and gas
- B05B7/14—Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent materials from two or more sources, e.g. of liquid and air, of powder and gas designed for spraying particulate materials
- B05B7/1404—Arrangements for supplying particulate material
- B05B7/144—Arrangements for supplying particulate material the means for supplying particulate material comprising moving mechanical means
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F27—FURNACES; KILNS; OVENS; RETORTS
- F27D—DETAILS OR ACCESSORIES OF FURNACES, KILNS, OVENS, OR RETORTS, IN SO FAR AS THEY ARE OF KINDS OCCURRING IN MORE THAN ONE KIND OF FURNACE
- F27D1/00—Casings; Linings; Walls; Roofs
- F27D1/16—Making or repairing linings increasing the durability of linings or breaking away linings
- F27D1/1636—Repairing linings by projecting or spraying refractory materials on the lining
- F27D1/1642—Repairing linings by projecting or spraying refractory materials on the lining using a gunning apparatus
- F27D1/1647—Repairing linings by projecting or spraying refractory materials on the lining using a gunning apparatus the projected materials being partly melted, e.g. by exothermic reactions of metals (Al, Si) with oxygen
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Ceramic Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Materials Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- Nozzles (AREA)
- Furnace Housings, Linings, Walls, And Ceilings (AREA)
- Coating By Spraying Or Casting (AREA)
- Treatment Of Steel In Its Molten State (AREA)
- Furnace Charging Or Discharging (AREA)
Description
1 193202 inrichting voor het vormen van een vuurvaste massa
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vormen van een vuurvaste massa op een oppervlak, omvattende een houder voor een mengsel van vuurvaste deeltjes en oxideerbare deeltjes, 5 een kamer voor het opnemen van de deeltjes in een draaggasstroom, die is verbonden met een afvoerlei-ding, welke afvoerleiding verbonden is met een koppelinrichting waarop is aangesloten een zuurstofleiding en waarbij de afvoer van de koppelinrichting aansluit op een lans en waarbij in de koppelinrichting de zuurstofleiding uitmondt in een ringvormig cilindrisch zuurstofkanaal met een binnen- en buitenwand, welk zuurstofkanaal een centrale leiding omgeeft, welke leiding uitmondt in de afvoer.
10 Een dergelijke inrichting is bekend uit de in combinatie te lezen Britse octrooiaanvragen 2.035.524 en 2.103.959.
De bekende inrichting heeft het bezwaar, dat vuurvaste en de oxideerbare deeltjes voorbij de uitmonding van de zuurstofleiding botsen tegen de leidingwand, waardoor verhitting en ongewenste ontbranding binnen de leiding kunnen plaatsvinden.
15 Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting van het boven beschreven type, waarbij bovengenoemd bezwaar wordt opgeheven.
De inrichting volgens de uitvinding heeft thans het kenmerk, dat de diameter van de centrale leiding van de koppelinrichting stroomafwaarts gezien van de uitmonding van het zuurstofkanaal in de centrale leiding ten minste even groot is als de buitendiameter van de uitmonding van het zuurstofkanaal in de centrale 20 leiding.
Tengevolge van de ten minste even grote diameter van de centrale leiding van de koppelinrichting als de buitendiameter van de uitmonding van het zuurstofkanaal kan botsing van de deeltjes met de leidingwand worden vermeden, waardoor verhitting en ongewenste ontbranding binnen de leiding worden voorkomen.
Bij voorkeur bevindt zich de uitmonding van het zuurstofkanaal in de centrale leiding bij of onmiddellijk 25 voor de uitgang van de lans.
Hierdoor kan het risico van spontane ontbranding van de aangevoerde deeltjes in de toevoerleiding aanzienlijk worden verminderd. Bovendien is het volgens deze maatregel mogelijk voor een gegeven totaal drukverval over de toevoerleiding de massastroomsnelheid door de leiding te verhogen en zo bij te dragen tot een verhoging in de opbouwsnelheid van het vuurvaste materiaal.
30 Een gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is die, waarbij de uitmonding van het zuurstofkanaal in de centrale leiding is gevormd door een reeks openingen verdeeld over de omtrek van de centrale leiding, maar nog gunstiger is wanneer de uitmonding in de centrale leiding is gevormd door een ringvormige opening.
Bij deze uitvoeringsvormen zal de aangevoerde zuurstof als het ware een manchet tussen de deeltjes en 35 de wand van de toevoerleiding vormen. Vanzelfsprekend zal de zuurstof van de manchet zich wellicht vermengen met de hoofdstroom van het draaggas met daarin de deeltjes, waarbij echter de zuurstof manchet enigszins een barrière vormt tussen de wand van de toevoerleiding en de deeltjesstroom, stroomafwaarts van het punt waar de zuurstof wordt toegevoerd, zodat de wrijvingswarmte veroorzaakt door de botsing van de deeltjes tegen de wand van de toevoerleiding afneemt, waardoor de kans op spontane 40 ontbranding in de toevoerleiding tot een minimum wordt beperkt.
Een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm is volgens de uitvinding die, waarbij het zuurstofkanaal uitmondt in de centrale leiding op een plaats waar de diameter van de centrale leiding toeneemt over een bepaalde afstand. Deze uitvoeringsvorm maakt het mogelijk dat de zuurstof in de draaggasstroom kan worden gebracht zonder een significante tegendruk in de toevoerleiding op te bouwen, waardoor de deeltjesstroom 45 zou kunnen worden onderbroken. Door toepassing van deze uitvoeringsvorm kan tevens de zuurstof in de toevoerleiding worden gebracht parallel met de richting van de voedingsstroom. Dit bevordert de stroom van het mengsel van de deeltjes in de dragerstroom.
Voor het opnemen van de deeltjes in het draaggas maakt men vooral gebruik van een venturi. Dit is een zeer eenvoudige manier om deeltjes op te nemen op een goed verlopende en goed gecontroleerde wijze.
50 De toepassing van een venturi voor dit doel verschaft een continue toevoer van de deeltjes in de draaggasstroom en het vereist niet de toepassing van een hogedrukvat voor die deeltjes.
Een vlamterugslag of spontane ontbranding, welke op mocht treden gedurende de toepassing van de inrichting volgens de uitvinding, kan worden gestopt door de zuurstoftoevoer af te sluiten. Er bestaan andere wijzen om deze verbranding tot staan te brengen en deze kunnen manueel gecontroleerd worden. Er zijn 55 echter bijzondere veiligheidsvoordelen verbonden aan uitvoeringen van de uitvinding waarin de verbranding binnen de toevoerleiding automatisch tot staan wordt gebracht, en het verdient dienovereenkomstig de voorkeur, dat een plotselinge verhoging van de tegendruk in de toevoerleiding, duidend op verbranding in of 193202 2 blokkering van de toevoerleiding, wordt gebruikt om de toevoer van de deeltjes door de toevoerleiding naar de lansuitlaat te beëindigen. In sommige van dergelijke uitvoeringen wordt deze drukverhoging gebruikt om de toevoerleiding af te koppelen. Dit zal duidelijk de toevoer naar de lansuitlaat beëindigen, en het kan op een buitengewoon eenvoudige wijze tot stand worden gebracht door in de toevoerleiding een verbindings-5 stuk op te nemen, dat een nauwe schuivende passing vormt met een segment van de toevoerleiding. De weerstand tegen afkoppeling van dit verbindingsstuk en de afvoerleiding kan gemakkelijk zodanig worden ingesteld, dat deze voldoende is om het normale bedrijf te kunnen toepassen, terwijl deze weerstand overwonnen kan worden door een wezenlijke drukverhoging in de leiding, welke te danken is aan de verbranding in of de blokkering van de leiding. Deze afkoppeling kan op zichzelf worden gebruikt, en wordt 10 bij voorkeur gebruikt teneinde het introduceren van het deeltjesmengsel in de draaggasstroom te stoppen en/of teneinde de gasstroom, waarin de deeltjes worden ingebracht, af te sluiten om zo verspilling van de gebruikte materialen te voorkomen. Een dergelijke afkoppeling kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een elektrisch controlecircuit te verbreken.
15 Een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige inrichting zal hierna in groter detail worden beschreven onder verwijzing naar de schematische tekening waarin: figuur 1 een schematische tekening is van een uitvoeringsvorm van een apparaat voor het aanvoeren van deeltjesvormig materiaal door een toevoerleiding naar een lans; figuur 2 een overlangse doorsnede is van een toevoerleidingverbindingsstuk dat middelen omvat voor het 20 invoeren van extra gas in de toevoerleiding; figuur 3 een gedeeltelijke doorsnede is van een deel van een toevoerleidingverbindingsstuk dat een veiligheidafsluiting bevat; en figuur 4 een schematische doorsnede is van een uitvoeringsvorm van de lans.
25 In figuur 1 is een lans 1 met een uitlaat 0 uitgerust voor het spuiten tegen een oppervlak van een mengsel van oxideerbare deeltjes en vuurvaste deeltjes in een verbrandingonderhoudend draaggas, zodat bij verbranding van de oxideerbare deeltjes voldoende hitte vrijkomt om op zijn minst de oppervlakken van de vuurvaste deeltjes zacht te maken of te doen smelten teneinde de vorming van een vuurvaste massa op dat oppervlak teweeg te brengen. Het gewenste, te verspuiten deeltjesmengsel 2 bevindt zich in een vultrechter 30 3 die een open conisch grondvlak 4 heeft en waarin zich een om een verticale as 6 draaibare schoep 5 bevindt. Een plaat 7 wordt ondersteund door de as 6 onder de opening bij een grondvlak 4 van de vultrechter, en aan de buitenzijde van het vultrechtergrondvlak is een afstrijkmes 8 aangebracht voor het afschrapen van materiaal van die plaat, zodat het zal vallen in een vultrechter 9 die leidt naar een venturi 10. Een draaggasstroom wordt aangevoerd via leiding 11 naar de venturi 10 teneinde het te verspuiten 35 deeltjesvormige materiaal mee te voeren in een buigzame slangsectie 12, welke verloopt van venturi 10 naar een toevoerleidingverbindingsstuk 13, een tweede buigzame slangsectie 14 en de lans 1. Een zuurstofbron 15 is voorzien en deze is via een afsluiter 16 en een buigzame extra gasaanvoerslang 17 met de koppelinrichting 13 verbonden, zodat zuurstof kan worden ingeleid in het draaggas/deeltjesmengsel in de toevoerleiding 12,13,14,1 alvorens deze de lansuitlaat 0 bereikt. Met de afsluiter 16 is tevens een bron 18 40 van inert gas, zoals stikstof, verbonden, waardoor het inerte gas op selectieve wijze aan de koppelinrichting 13 kan worden toegevoerd ter vervanging van de zuurstof uit de bron 15, wanneer de omstandigheden dit rechtvaardigen.
In een variant van deze uitvoeringsvorm is de tweede buigzame slangsectie 14 weggelaten en de koppelinrichting 13 rechtstreeks bevestigd aan de ingang van de lans 1.
45 Figuur 2 dient ter nadere toelichting van de koppelinrichting 13 en de wijze waarop deze kan worden bevestigd aan de toevoerleiding, hetzij tussen de buigzame slangsecties 12 en 14, hetzij aan de ingang van de lans 1. De koppelinrichting 13 omvat een buitenwand van het zuurstof kanaal 19, waaraan een van schroefdraad voorziene buis 20 is gelast voor verbinding met de extra gasaanvoerleiding 17. De buitenwand van het zuurstofkanaal 19 is inwendig van schroefdraad voorzien, 21, aan één uiteinde voor het opnemen 50 van één uiteinde 22 van een huls 23, waarvan het andere uiteinde 24 past in de langsectie 12, welke gekoppeld is aan de venturi 10 waar de deeltjes worden gemengd in de draaggasstroom. Dat andere uiteinde 24 van de huls heeft een taps toelopend inwendig oppervlak ter bevordering van een gelijkmatige stroming van materiaal vanuit de slang 12 en door de koppelinrichting 13. De buigzame slang 12 kan zijn bevestigd aan dat andere uiteinde 24 van de huls op elke gewenste manier. Het stroomopwaartse uiteinde 55 van een binnenwand van het zuurstofkanaal 25 is bevestigd in het van schroefdraad voorziene uiteinde 22 van de huls 23 teneinde met de buitenwand van het zuurstofkanaal 19 een ringvormig cilindrisch zuurstofkanaal 26 te definiëren welke in verbinding staat met de verbindingsbuis 20 via een holte 27 in die 3 193202 buitenrand van het zuurstofkanaal 19. Het inwendige oppervlak van de binnenwand van het zuurstofkanaal 25 is een in wezen gelijkmatige voortzetting van het inwendige oppervlak van het taps toelopende binnenvlak van de huls 23, wederom ter bevordering van een gelijkmatige stroming. Aan het stroomafwaartse uiteinde van de binnenste manchet neemt de diameter en het dwarsdoorsneegebied van het 5 inwendige oppervlak van de koppelinrichting 13, die de stromingsdoorgang voor de te verspuiten deeltjes definieert, toe over een zone 28 teneinde een gelijkmatige overgang naar het inwendige oppervlak van de stroomafwaarts gelegen buigzame slangsectie 14 te vormen. In deze zone 28, waarin het dwarsdoorsneegebied toeneemt, eindigt de ringvormige ruimte 26 in een ringvormige opening 29, welke op één lijn ligt, coaxiaal met de koppelinrichting 13. Daardoor kan zuurstof worden ingevoerd in de draaggasstroom zonder 10 een aanzienlijke tegendruk teweeg te brengen in de toevoerleiding, welke tegendruk een onderbreking van de stroming van de deeltjes zou kunnen veroorzaken en daardoor kan tevens de stroming van het deeltjesmengsel in de draaggasstroom worden bevorderd. Door deze constructie toe te passen kan de zuurstof bovendien zodanig in de toevoerleiding worden gevoerd, dat een manchet wordt gevormd tussen de deeltjes en de wand van de toevoerleiding. Uiteraard zal de zuurstof van deze manchet zich weldra 15 mengen met de hoofdstroom van draaggas, maar het verschaft een gedeeltelijke barrière tegen botsingen tussen de deeltjesstroom en de toevoerleiding, juist stroomafwaarts van het punt van zuurstofinvoer, zodat de wrijvingswarmte, welke zal ontstaan, wordt verminderd en de spontane ontbranding in de toevoerleiding wordt tegengewerkt.
Het stroomafwaartse uiteinde van de buitenwand van het zuurstofkanaal 19 is uitwendig voorzien van 20 schroefdraad bij 30 voor de ontvangst van een kraag 31, waarin de stroomafwaartse buigzame slangsectie 14 of lans 1, een perspassing vormt, en een buigzame O-ring 32, welke die toevoerleidingsectie omgeeft, is tegen de kraag 31 en de slangsectie 14 of lans 1 gedrukt door middel van een klemring 33. De stroomafwaartse buigzame toevoerleidingsectie 14 of lans 1 is bevestigd aan de koppelinrichting 13 door middel van de klemkrachten, welke worden uitgeoefend door de O-ring 32. De door de O-ring uitgeoefende klem-25 krachten kunnen zodanig worden ingesteld, dat een plotselinge en voldoende grote toename in de tegendruk in de toevoerleiding, welke zou duiden op verbranding in of blokkering van de toevoerleiding of van de lansuitlaat, de afkoppeling van de toevoerleiding teweeg zal brengen bij de verbinding tussen de koppelinrichting 13 en de door slang 14 of lans 1 gevormde stroomafwaartse toevoerleidingsectie, en derhalve de toevoer van deeltjes naar de lansuitlaat zal beëindigen. Alternatief kunnen de klemkrachten 30 zodanig zijn, dat vasthouding van de door de slang 14 of lans 1 gevormde stroomafwaartse toevoerleidingsectie is verzekerd.
In het laatstgenoemde geval kan de afkoppeling van de toevoerleiding, in het geval van een plotselinge en voldoende grote toename in tegendruk worden verzekerd door het opnemen van een verder verbindingsstuk, zoals bijvoorbeeld getoond in figuur 3.
35 In figuur 3 is een toevoerleidingslangsectie zoals 12 of 14 doorgesneden op een plaats, waar het wenselijk is een verbindingsstuk, in het algemeen aangegeven bij 34, in te voegen voor de automatische ontkoppeling van de toevoerleiding bij het plaatsvinden van een toevallige overmatige druk in de leiding. De twee doorgesneden uiteinden van de toevoerleidingslangsecties zijn eind-tegen-eind tegen elkaar geplaatst bij 35 binnen de romp van een verbindingsstuk 36, waarvan slechts een gedeelte is getoond. Een O-ring 37 40 omgeeft een gedeelte van de toevoerleiding 12, 14 en kan worden gedwongen tot ineengrijping met dat toevoerleidingsgedeelte door middel van een kraag 38, die geschroefd kan worden op een eerste schroefdraad 39 op het verbindingsstuk 36 teneinde de gewenste klemkracht uit te oefenen. Een vasthoudkraag 40 is bevestigd op de toevoerleidingslangsectie en een kooi 41, welke die slangsectie omgeeft en voorzien is van een aantal holtes 42, kan op een tweede schroefdraad 43 op het verbindingsstuk 36 worden geschroefd 45 teneinde de twee kragen in te sluiten. De kooi 41 heeft een lengte welke voldoende is voor het uiteinde van de toevoerleidingslangsectie om het verbindingsstuk 36 te verlaten. Wanneer de druk in de toevoerleiding 12, 14, 1 voldoende toeneemt om de klemwerking van de O-ring 37 te overwinnen, zal het uiteinde van de toevoerleidingslangsectie uit het verbindingsstuk 36 glijden, maar het zal gevangen worden gehouden in de kooi door ineengrijping van de vasthoudkraag 40 met het uiteinde van de kooi 41. Het draaggas kan uit de 50 toevoerleiding ontsnappen door de holtes 42 in de kooi en de toevoer van materiaal via de toevoerleiding zal stoppen. Teneinde de ontsnapping van vlammen door deze holtes 42 te voorkomen, terwijl de ontsnapping van gas nog wordt toegestaan, kan de kooi 41 desgewenst omgeven zijn met een laag van steenwol of een soortgelijk vlambestendig, gasdoorlatend materiaal. Het verbindingsstuk kan symmetrisch zijn rond de lijn 35, gevormd door de afgesneden uiteinden van de toevoerleidingslangsectie 12, 14, of alternatief kan 55 het andere toevoerleidinggedeelte zorgvuldig zijn bevestigd aan het verbindingsstuk 36 door een ander, niet getoond orgaan. In een niet weergegeven variatie is het verbindingsstuk 36 gevormd als een eindkoppeling van lans 1, welke een deel vormt van de toevoerleiding naar de lansuitlaat 0, uit welke het materiaal wordt 193202 4 verspoten.
Figuur 4 dient ter toelichting van een uitvoeringsvorm van lans 1 welke een uitlaat 0 heeft voor het spuiten van een mengsel van deeltjes in een draaggas. De lans 1 heeft een eerste verbindingsstuk 43 dat schuin verloopt in zijn kopse uiteinde 44, in de getoonde uitvoeringsvorm onder een hoek van 40° met de 5 lansas ter bevestiging van een toevoersiang waarin het gewenst mengsel van deeltjes wordt getransporteerd in een draaggas. Dit draaggas kan zuurstof, een inert gas of een mengsel van zuurstof en inert gas omvatten. Door het kopse uiteinde 44 van de lans 1 is een extra toevoerverbindingsstuk 45 gestoken voor de levering van zuurstof in een hoeveelheid die voldoende is om de totale, door de lans naar zijn uitiaat 0 gevoerde hoeveelheid zuurstof te brengen op een hoeveelheid die bevorderend is voor een efficiënte 10 verbranding van de oxideerbare deeltjes in het door het verbindingsstuk 43 gevoerde mengsel. In de getoonde uitvoeringsvorm heeft de lans een totale lengte vanaf het kopse uiteinde 44 naar de uitlaat 0 van 3 meter en het extra toevoerverbindingsstuk 45 dringt ca. 75 cm in de lans. De resterende lengte van de toevoerleiding in de lans is voldoende om een grondige menging van de door het extra toevoerverbindingsstuk 45 ingeleide zuurstof met de deeltjes en het primaire draaggas te verzekeren alvorens de 15 lansuitlaat 0 wordt bereikt.
De onderhavige uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de volgende voorbeelden. Voorbeeld I
Een bekleding werd gevormd op een ovenwand, die bestond uit vuurvaste basisblokken, terwijl de wand 20 een temperatuur had die hoger was dan 1 000°C, door het spuiten van een mengsel van deeltjes bestaande uit 92% magnesia, 4% silicium en 4% aluminium (gew.%), welk mengsel werd aangevoerd in een draaggas onder toepassing van een lans. Het gebruikt magnesia had een korrelgrootte tussen 100 pm en 2 mm. De silicium- en aluminiumdeeltjes hadden elk een gemiddelde korrelgrootte kleiner dan 10 pm, waarbij het silicium een soortelijk oppervlak had van 4 000 cm2/g en het aluminium een soortelijk oppervlak van 6 000 25 cm2/g.
Het deeltjesmengsel werd in een draaggasstroom opgenomen bij de venturi 10 in een hoeveelheid van 970 kg/uur. Het door de venturi gevoerde draaggas bestond uit 50 vol.% lucht, terwijl de rest zuurstof was, onder oplevering van een gemengd draaggas dat 60% zuurstof en 40% stikstof bevatte, en dit werd gevoed met een hoeveelheid van 175 Nm3 per uur.
30 Extra zuurstof werd in de toevoerleiding naar de lans ingevoerd bij de koppelinrichting 13, in een hoeveelheid van 110 Nm3 per uur.
De koppelinrichting was aangebracht bij het uiteinde van de lans en de lans was ca. 3 m lang.
Een dergelijke werkwijze gaf een uitstekende continuïteit van verbranding van het mengsel, hetgeen resulteerde in de vorming van een vuurvaste massa met een hoge kwaliteit en een lage poreusheid bij een 35 zeer hoge afzetsnelheid, en met een laag risico voor verbranding in de toevoerleiding.
In een eerste variant van dit voorbeeld bestond het gemengde draaggas, dat door de venturi werd gevoerd, wederom met een snelheid van 175 Nm3 per uur, uit gelijke delen stikstof en zuurstof. Dit gaf eveneens uitstekende resultaten.
In een tweede variant van dit voorbeeld bestond het draaggas, dat door de venturi werd gevoerd, 40 wederom met een snelheid van 175 Nm3 per uur, uit stikstof. Dit gaf nog steeds goede resultaten.
Voorbeeld II
Een aantal scheuren was gevonden in een ovenwand die gevormd was van silicablokken hoofdzakelijk in de tridymietvorm. Deze scheuren werden hersteld terwijl de wand een temperatuur had van 1150°C door het 45 spuiten van een mengsel van deeltjes bestaande uit 87% silica, 12% silicium en 1% aluminium (gew.%), aangevoerd in een draaggas onder toepassing van een lans. Het gebruikte silica bestond uit 3 gew. delen cristoballiet en 2 gew. delen tridymiet met korrelgroottes tussen 100 pm en 2 mn. De silicium en aluminiumdeeltjes hadden elk een gemiddelde korrelgrootte onder 10 pm, waarbij het silicium een soortelijk oppervlak had van 4000 cm2/g en het aluminium een soortelijk oppervlak van 6000 cm2/g.
50 Het deeltjesmengsel werd in de draaggasstroom gevoerd bij de ventur 10 in een hoeveelheid van 600 kg/uur. Het door de venturi gevoerde draaggas was lucht, aangevoerd met een snelheid van 170 Nm3 per uur.
Extra zuurstof werd in de naar de lans leidende buigzame slang gevoerd bij de koppelinrichting 13, eveneens in een hoeveelheid van 170 Nm3 per uur.
55 De koppelinrichting werd op ca. 2 m van de ingang van de lans aangebracht.
Een dergelijke werkwijze gaf eveneens een uitstekende continuïteit van de verbranding van het mengsel, hetgeen resulteerde in de vorming van een vuurvaste masse met hoge kwaliteit en met lage poreusheid bij
Claims (5)
1. Inrichting voor het vormen van een vuurvaste massa op een oppervlak, omvattende een houder voor een mengsel van vuurvaste deeltjes en oxideerbare deeltjes, een kamer voor het opnemen van de deeltjes in een draaggasstroom, die is verbonden met een afvoerleiding, welke afvoerleiding verbonden is met een 30 koppelinrichting waarop is aangesloten een zuurstofleiding en waarbij de afvoer van de koppelinrichting aansluit op een lans en waarbij in de koppelinrichting de zuurstofleiding uitmondt in een ringvormig cilindrisch zuurstofkanaal met een binnen- en buitenwand, welk zuurstofkanaal een centrale leiding omgeeft, welke leiding uitmondt in de afvoer, met het kenmerk, dat de diameter van de centrale leiding van de koppelinrichting stroomafwaarts gezien van de uitmonding van het zuurstofkanaal in de centrale leiding ten 35 minste even groot is als de buitendiameter van de uitmonding van het zuurstofkanaal in de centrale leiding.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitmonding van het zuurstofkanaal in de centrale leiding zich bij of onmiddellijk voor de ingang van de lans bevindt.
3. Inrichting volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat de uitmonding van het zuurstofkanaal in de centrale leiding is gevormd door een reeks openingen verdeeld over de omtrek van de centrale leiding.
4. Inrichting volgens conclusies 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de uitmonding in de centrale leiding is gevormd door een ringvormige opening.
5. Inrichting volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het zuurstofkanaal uitmondt in de centrale leiding op een plaats waar de diameter van de centrale leiding toeneemt over een bepaalde afstand. Hierbij 2 bladen tekening
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
GB8522255A GB2180047B (en) | 1985-09-07 | 1985-09-07 | Forming refractory masses |
GB8522255 | 1985-09-07 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8602224A NL8602224A (nl) | 1987-04-01 |
NL193202B NL193202B (nl) | 1998-10-01 |
NL193202C true NL193202C (nl) | 1999-02-02 |
Family
ID=10584890
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8602224A NL193202C (nl) | 1985-09-07 | 1986-09-03 | Inrichting voor het vormen van een vuurvaste massa. |
Country Status (22)
Country | Link |
---|---|
US (2) | US4911955A (nl) |
JP (1) | JPH0833281B2 (nl) |
KR (1) | KR940005093B1 (nl) |
CN (2) | CN1012752B (nl) |
AT (1) | AT392467B (nl) |
AU (1) | AU583944B2 (nl) |
BE (1) | BE905341A (nl) |
BR (1) | BR8604366A (nl) |
CA (1) | CA1292609C (nl) |
DD (1) | DD256180A5 (nl) |
DE (1) | DE3629886C2 (nl) |
ES (1) | ES2001975A6 (nl) |
FR (1) | FR2587920B1 (nl) |
GB (1) | GB2180047B (nl) |
IL (1) | IL79952A (nl) |
IN (1) | IN168703B (nl) |
IT (1) | IT1195144B (nl) |
LU (1) | LU86568A1 (nl) |
MX (1) | MX163425B (nl) |
NL (1) | NL193202C (nl) |
SE (1) | SE463635B (nl) |
ZA (1) | ZA866746B (nl) |
Families Citing this family (20)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB8729418D0 (en) * | 1987-12-17 | 1988-02-03 | Glaverbel | Surface treatment of refractories |
US5202090A (en) * | 1988-07-26 | 1993-04-13 | Glaverbel | Apparatus for ceramic repair |
GB8817764D0 (en) * | 1988-07-26 | 1988-09-01 | Glaverbel | Carrier repair |
US5013499A (en) * | 1988-10-11 | 1991-05-07 | Sudamet, Ltd. | Method of flame spraying refractory material |
US5183646A (en) * | 1989-04-12 | 1993-02-02 | Custom Engineered Materials, Inc. | Incinerator for complete oxidation of impurities in a gas stream |
US5242639A (en) * | 1989-07-25 | 1993-09-07 | Glaverbel | Ceramic welding process |
AP171A (en) * | 1990-04-06 | 1992-02-15 | Fosbel Int Ltd | Method and apparatus for flame spraying refractory material |
US5686028A (en) * | 1991-07-03 | 1997-11-11 | Glaverbel | Process for forming a coherent refractory mass on a surface |
LU87969A1 (fr) * | 1991-07-03 | 1993-02-15 | Glaverbel | Procede et melange destine a former une masse refractaire coherente sur une surface |
DE4403022A1 (de) * | 1993-03-02 | 1994-09-08 | Frei Siegfried | Verfahren und Vorrichtung zum Auftragen von Pulverlack in einer Pulverlackieranlage |
US5942333A (en) * | 1995-03-27 | 1999-08-24 | Texas Research Institute | Non-conductive coatings for underwater connector backshells |
US6186869B1 (en) | 1999-02-12 | 2001-02-13 | Cetek Limited | Cleaning using welding lances and blasting media |
UA76057C2 (uk) * | 2004-12-24 | 2006-06-15 | Товариство З Обмеженою Відповідальністю "Науково-Впроваджувальне Підприємство "Мак" | Спосіб відновлення вогнетривкої кладки промислових печей керамічним наплавленням, установка для здійснення цього способу та спосіб виготовлення суміші для керамічного наплавлення |
US7654010B2 (en) * | 2006-02-23 | 2010-02-02 | Tokyo Electron Limited | Substrate processing system, substrate processing method, and storage medium |
JP4915905B2 (ja) * | 2006-03-06 | 2012-04-11 | 日本特殊炉材株式会社 | 溶射装置 |
CN102183147B (zh) * | 2011-04-01 | 2013-06-05 | 常君辰 | 火焰喷补机之喷枪 |
CN102192653B (zh) * | 2011-04-01 | 2013-06-05 | 常君辰 | 火焰喷补机之喷嘴 |
CN102735059A (zh) * | 2011-04-06 | 2012-10-17 | 常君辰 | 火焰喷补机之预热料罐 |
CN102643951B (zh) * | 2012-04-24 | 2013-12-11 | 北京科技大学 | 一种电弧炉炼钢中利用喷吹粉剂提高射流冲击效果的装置及方法 |
CN104833205B (zh) * | 2015-05-23 | 2016-11-30 | 石家庄新华能源环保科技股份有限公司 | 一种回转窑补内衬的方法 |
Family Cites Families (17)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE240558C (nl) * | ||||
LU34348A1 (nl) * | 1955-05-02 | |||
FR1266562A (fr) * | 1960-05-31 | 1961-07-17 | Renault | Procédé et appareillage pour la protection des moules métalliques de fonderie |
BE606632A (fr) * | 1960-08-03 | 1961-11-16 | Plibrico Co Ltd | Perfectionnements à la fabrication ou à la réparation de constructions réfractaires |
BE757466A (nl) * | 1969-11-04 | 1971-04-14 | Glaverbel | |
US3745090A (en) * | 1970-08-04 | 1973-07-10 | Nasa | Method of detecting and counting bacteria in body fluids |
JPS5339745U (nl) * | 1976-09-10 | 1978-04-06 | ||
NL7610560A (nl) * | 1976-09-23 | 1978-03-29 | Shell Int Research | Werkwijze en reactor voor de partiele ver- branding van koolpoeder. |
GB2035524B (en) * | 1978-11-24 | 1982-08-04 | Coal Ind | Flame spraying refractory material |
GB2103959B (en) * | 1981-08-11 | 1985-07-10 | Coal Ind | Repairing refractory substrates |
ZA825593B (en) * | 1981-08-11 | 1983-06-29 | Coal Ind | Method and apparatus for repairing refractory substrates |
JPS5898596U (ja) * | 1981-12-25 | 1983-07-05 | 日本酸素株式会社 | 溶射用粉体供給装置 |
JPS5958059A (ja) * | 1982-09-28 | 1984-04-03 | Sumitomo Chem Co Ltd | 金属ホルマザン化合物、その製造法およびそれを用いる繊維材料の染色方法 |
GB2144054B (en) * | 1983-07-30 | 1986-07-30 | Glaverbel | Apparatus for and method of spraying for forming refractories |
JPS60111886A (ja) * | 1983-11-22 | 1985-06-18 | 新日本製鐵株式会社 | 溶射バ−ナ− |
FR2575678B1 (fr) * | 1985-01-04 | 1988-06-03 | Saint Gobain Vitrage | Ejecteur pneumatique de poudre |
US4634611A (en) * | 1985-05-31 | 1987-01-06 | Cabot Corporation | Flame spray method and apparatus |
-
1985
- 1985-09-07 GB GB8522255A patent/GB2180047B/en not_active Expired
-
1986
- 1986-08-25 IN IN762/DEL/86A patent/IN168703B/en unknown
- 1986-08-28 AU AU62050/86A patent/AU583944B2/en not_active Ceased
- 1986-08-28 BE BE1/011541A patent/BE905341A/fr not_active IP Right Cessation
- 1986-08-29 LU LU86568A patent/LU86568A1/fr unknown
- 1986-08-29 IT IT67677/86A patent/IT1195144B/it active
- 1986-09-01 FR FR8612350A patent/FR2587920B1/fr not_active Expired - Fee Related
- 1986-09-01 JP JP61205748A patent/JPH0833281B2/ja not_active Expired - Fee Related
- 1986-09-02 CN CN88107894A patent/CN1012752B/zh not_active Expired
- 1986-09-02 DE DE3629886A patent/DE3629886C2/de not_active Expired - Fee Related
- 1986-09-02 AT AT2368/86A patent/AT392467B/de not_active IP Right Cessation
- 1986-09-02 MX MX33607A patent/MX163425B/es unknown
- 1986-09-02 CN CN86105355.9A patent/CN1005080B/zh not_active Expired
- 1986-09-03 SE SE8603704A patent/SE463635B/sv not_active IP Right Cessation
- 1986-09-03 NL NL8602224A patent/NL193202C/nl not_active IP Right Cessation
- 1986-09-05 ZA ZA866746A patent/ZA866746B/xx unknown
- 1986-09-05 IL IL79952A patent/IL79952A/xx not_active IP Right Cessation
- 1986-09-05 DD DD86294185A patent/DD256180A5/de not_active IP Right Cessation
- 1986-09-05 CA CA000517586A patent/CA1292609C/en not_active Expired - Fee Related
- 1986-09-05 BR BR8604366A patent/BR8604366A/pt not_active IP Right Cessation
- 1986-09-05 ES ES8602000A patent/ES2001975A6/es not_active Expired
- 1986-09-06 KR KR1019860007456A patent/KR940005093B1/ko not_active IP Right Cessation
-
1988
- 1988-09-07 US US07/241,808 patent/US4911955A/en not_active Expired - Lifetime
-
1989
- 1989-10-26 US US07/431,173 patent/US4967686A/en not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL193202C (nl) | Inrichting voor het vormen van een vuurvaste massa. | |
JP3312228B2 (ja) | 無機質球状化粒子製造用バーナー | |
FI107131B (fi) | Menetelmä ja laite tulenkestävän massan muodostamiseksi | |
AU626893B2 (en) | Ceramic repair | |
GB2035524A (en) | Flame spraying refractory material | |
US5271340A (en) | Apparatus and methods for burning waste, and waste slurries | |
CN1048544C (zh) | 用两种具有不同氧含量的气体氧化粉状燃料的方法和装置 | |
JPS63172808A (ja) | 旋回流溶融炉 | |
KR20000076238A (ko) | 가열 또는 세라믹 용접용 랜스 | |
EP0581813A1 (en) | Lance for immersion in a pyrometallurgical bath and method involving the lance | |
US5335608A (en) | Furnace lance for atomizing a coal-water suspension | |
JP2007284707A (ja) | 溶射方法 | |
JPS6176818A (ja) | スラグタツプ式サイクロン燃焼炉 | |
GB2173715A (en) | Ceramic welding machine | |
RU2061584C1 (ru) | Способ получения оксидов металла и устройство для его осуществления | |
JPH0156831B2 (nl) | ||
AU1648392A (en) | Lance for immersion in a pyrometallurgical bath and method involving the lance | |
JPH05126331A (ja) | 溶融炉の排ガスダクト |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BT | A notification was added to the application dossier and made available to the public | ||
BT | A notification was added to the application dossier and made available to the public | ||
SNR | Assignments of patents or rights arising from examined patent applications |
Owner name: FOSBEL INTELLECTUAL AG |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20050401 |