NL192677C - Afstandsstuk voor de verbinding tussen de dekken van een laadbord. - Google Patents

Description

1 192677

Afstandsstuk voor de verbinding tussen de dekken van een laadbord

De uitvinding heeft betrekking op een afstandsstuk voor de verbinding van de dekken van een laadbord, welk afstandsstuk in hoofdzaak buisvormig is, met een veelhoekige dwarsdoorsnede, vervaardigd uit 5 plaatmateriaal, samengesteld uit in hoofdzaak vlakke wanddeien die gescheiden zijn door aan beide einden van indringpunten voorziene, binnenwaarts gebogen tussendelen, waarbij de vlakke wanddeien aan hun beide eindranden omgezet zijn voor de vorming van steunorganen.

Een dergelijk afstandsstuk is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.641.948, figuur 12.

Dit bekende afstandsstuk heeft slechts een beperkte sterkte en stijfheid. Deze beperktheid hangt 10 enerzijds samen met het feit dat de gebogen tussendelen die aan de einden de indringpunten vormen, een breedte hebben die slechts een kleine fractie bedraagt van de breedte van een afzonderlijk wanddeel, terwijl het in geringe mate binnenwaarts rondgebogen is. Men kan de cirkelsectorvormige doordrukkingen in de tussenstroken op zichzelf wel als verstijvingsribben betitelen, hoewel de ermee bereikte toename van de stijfheid in verhouding gering is. Anderzijds is de beperking van dit bekende stuk het gevolg van het feit dat 15 de dwarsdoorsnedevorm van het afstandsstuk als geheel een ruit is, waarbij elke zijde van de ruit twee in één vlak liggende en door een ribbe gescheiden wanddeien omvat. Daar is het stuk veel gemakkelijker vervormbaar dan wanneer naburige wanddeien bij de ribben een duidelijke hoek met elkaar zouden maken, waardoor een regelmatige veelhoekige vorm zou ontstaan. Dit is in de uitvoeringsvorm van figuur 10 van de genoemde publikatie in zoverre niet bereikt dat daar de regelmatige vijfhoekige opbouw verkregen is uit 20 cirkelvormig gebogen wanddeien.

De uitvinding beoogt dit probleem te ondervangen en het afstandsstuk op eenvoudige wijze zo sterk respectievelijk zo stijf te maken dat het bestand is tegen de krachten die optreden als gevolg van slagen of stoten van de vorken die gebruikt worden bij het optellen en neerzetten van het laadbord.

Het afstandsstuk volgens de uitvinding bezit het kenmerk, 25 - dat in het uitgangsmateriaal de breedte van de zones die de gepunte tussendelen zullen vormen van dezelfde orde van grootte is als de breedte van de wanddeien, - dat elk van de tussendelen halverwege de breedte voorzien is van een vouwlijn en door een vouwlijn aansluit op elk naastgelegen wanddeel, en - dat de zones van de tussendelen die grenzen aan de vouwlijnen die de aansluiting met het naastgelegen 30 wanddeel vormen, vlak zijn en al die zones een gelijke hoek maken met het naastgelegen wanddeel.

Aldus wordt een afstandsstuk verkregen dat bij gebruik van plaatmateriaal van dezelfde dikte, belangrijk stijver is. Elk vlak wandgedeelte vormt in de dwarsdoorsnede een zijde van een veelhoekige vorm, terwijl anderzijds de tussendelen zijn gevormd tot in hoofdzaak driehoekige ribben met scherpe vouwlijnen en zodanig grote afmetingen dat ze een grote bijdrage leveren aan de stijfheid van het geheel.

35 De stijfheid kan nog verder worden vergroot in een voorkeursuitvoering die gekenmerkt is, doordat de vouwlijnen halverwege de breedte van de tussendelen naar buiten gekeerde vouwlijnen zijn, waarbij in elk van de helften een verdere, naar binnen gerichte vouwlijn is aangebracht.

Aldus wordt, binnen elke verstijvingsribbe, nog een verdere verstijvingsribbe gevormd door het introduceren van twee verdere vouwlijnen en het terug naar buiten keren van de middelste vouwlijn.

40 De fabricage wordt vergemakkelijkt wanneer de indringpunten aan de tussendelen en tot steunorganen omgezette delen van de wanddeien in hoofdzaak driehoekig zijn.

Door de overeenkomstige vorm kan eenvoudig gereedschap worden gebruikt.

Tenslotte houdt een optimale keuze in dat het afstandsstuk een vijfhoekige dwarsdoorsnedevorm bezit.

45 De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening van een uitvoeringsvorm.

Figuur 1 toont het afstandsstuk volgens de uitvinding perspectivisch, gedeeltelijk doorgesneden; figuur 2 is een aanzicht van een stuk plaat dat bestemd is voor de productie van het afstandsstuk uit figuur 1 en waarin een aantal tanden is gestantst; figuur 3 is een soortgelijk aanzicht waarbij om de andere tand is omgezet om steundelen te vormen; 50 figuur 4 is een eindaanzicht van het afstandsstuk dat in zijn uiteindelijke vorm is gebogen; figuur 5 is een afgesneden eindgedeelte van een afstandsstuk volgens een variant, en figuur 6 is een zijaanzicht van een laadbord dat afstandsstukken volgens de uitvinding bevat.

De vervaardiging van het afstandsstuk bestaat uit drie stappen, namelijk stansen, buigen en lassen. In 55 figuur 2 is weergegeven dat een stuk plaatmetaal 1 door stansen voorzien is van twee stellen soortgelijke tanden 2, 2' die driehoekig of puntig zijn. Meer in het bijzonder bestaat elk van deze stellen 2, 2’ uit tien tanden, 3, 3a, 3, 3a ... etc. Aan een einde van het stuk plaatmetaal blijft een gedeelte 4 over dat aan

Claims (4)

192677 2 weerskanten geen tanden heeft of delen die tanden vormen. Meer in het bijzonder wordt dit gedeelte 4 bovenaan en onderaan bepaald door rechte kanten 5, waarbij de afstand tussen die rechte kanten in het algemeen gelijk is aan de afstand tussen de tegenovergelegen dalen 6 die zich steeds tussen twee naburige tanden 3, 3a bevinden. In de praktijk kan het stuk plaatmetaal 1 worden vervaardigd uit gegalvani-5 seerd plaatmetaal met een dikte vein ongeveer 1 millimeter. In figuur 3 is weergegeven dat om de andere de tanden in elk van de series tanden 2, 2' haaks omgezet zijn ten opzichte van het vlak van het stuk plaat 1. Meer in het bijzonder zijn de tanden 3 omgezet ten opzichte van het vlak van de plaat om daardoor steundelen te vormen, waarbij de tussenliggende tanden 3a onveranderd blijven staan om daardoor vastzetuitsteeksels te vormen die geschikt zijn om in hout of 10 soortgelijk materiaal te worden gedreven. In figuren 1 en 4 is weergegeven dat het stuk plaatmetaal volgens figuur 3 door buigen of omzetten om vouwlijnen een buisvorm heeft gekregen die in dwarsdoorsnede veelhoekig is. Er zijn twee soorten oxiaal lopende vouwlijnen, namelijk enerzijds eerste vouwlijnen 7 die zich bevinden in het overgangsgebied tussen de vastzetuitsteeksels 3a en steundelen 3, en anderzijds tweede vouwlijnen 8 die zich vanaf de punten van 15 de vastzetuitsteeksels dus halverwege tussen en evenwijdige uitstrekken aan de eerste vouwlijnen 7. Tijdens het buigen of omzetten worden de tanden 3 die de steundelen vormen omgezet in de richting van de hartlijn van het afstandsstuk en worden de tussendelen van het stuk plaatmetaal die behoren bij de tanden 3a die dienen als indringpunten eveneens naar binnen gericht, dus ook in de richting van de hartlijn van het afstandsstuk, zodat de tweede vouwlijnen 8 zich dichter bij die hartlijn van het afstandsstuk 20 bevinden dan de eerste vouwlijnen 7. Na het omzetten of buigen van het stuk plaat tot de vorm van figuur 4 wordt het eindgedeelte 4 aan het tegenoverliggende einde gelast met één of meer lassen 9. In de weergegeven uitvoeringsvorm bedraagt het aantal tanden 3, 3a in elke serie tien stuks, wat betekent dat het aantal in hoofdzaak vlakke buiswandgedeelten 12 dat wordt begrensd door steeds twee eerste vouwlijnen 7 vijf bedraagt, en daaruit volgt dat het buisvormige orgaan een vijfhoekige vorm heeft. 25 Deze dwarsdoorsnedevorm verdient, evenals andere dwarsdoorsnedevormen van hogere orde, d.w.z. met nog meer tanden resp. buigzones, de voorkeur omdat het aantal de constructie versterkende vouwlijnen groot is, ongeacht de plaats waar de heftruckvork het afstandsstuk treft. Elk wandgedeelte 12 staat onder gelijke hoeken ten opzichte van twee aangrenzende zones van de tussendelen en dus ook ten opzichte van de gedeelten 12 aan weerszijden ervan. De vouwlijnen 7 en 8 zijn betrekkelijk scherp. Dit betekent dat de 30 indringpunten 3a in bovenaanzicht in het algemeen driehoekige vorm hebben. In figuur 5 is een andere uitvoeringsvorm weergegeven waarin behalve de vouwlijn 7 drie verdere vouwlijnen 8a, 8b en 8c gemaakt zijn in elk tussendeel. De twee eerstgenoemde van deze vouwlijnen wijzen naar binnen, in de richting van de hartlijn van het afstandsstuk, terwijl de laatste, die vanaf het uiteinde van de indringpunten loopt, naar buiten is gericht. 35 Tenslotte is in figuur 6 weergegeven dat een aantal afstandsstukken (bij voorkeur vier die zich bevinden in de hoeken) en die in het algemeen zijn aangeduid door 10, zijn toegepast als onderlinge verbinding tussen twee dekken of platen 11 die laadvlakken vormen om deze op onderlinge afstand te houden zodat de vork van een vorkheftruck ertussen gestoken kan worden. 40

1. Afstandsstuk voor de verbinding van de dekken van een laadbord, welk afstandsstuk in hoofdzaak buisvormig is, met een veelhoekige dwarsdoorsnede, vervaardigd uit plaatmateriaal, samengesteld uit in 45 hoofdzaak vlakke wanddelen die gescheiden zijn door aan beide einden van indringpunten voorziene, binnenwaarts gebogen tussendelen, waarbij de vlakke wanddelen aan hun beide eindranden omgezet zijn voor de vorming van steunorganen, met het kenmerk, - dat in het uitgangsmateriaal de breedte van de zones die de gepunte tussendelen zullen vormen van dezelfde orde van grootte is als de breedte van de wanddelen (12), 50. dat elk van de tussendelen halverwege de breedte voorzien is van een vouwlijn (8; 8c)en door een vouwlijn aansluit op elk naastgelegen wanddeel (12), en - dat de zones van de tussendelen die grenzen aan de vouwlijnen (7) die de aansluiting met het naastgelegen wanddeel (12) vormen, vlak zijn en - al die zones een gelijke hoek maken met het naastgelegen wanddeel.

2. Afstandsstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vouwlijnen (8c) halverwege de breedte van de tussendelen naar buiten gekeerde vouwlijnen zijn, waarbij in elk van de helften een verdere, naar binnen gerichte vouwlijn {Ba; 8c) is aangebracht. 3 192677

3. Afstandsstuk volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de indringpunten (3) aan de tussendelen en tot steunorganen omgezette delen (3) van de wanddelen (12) in hoofdzaak driehoekig zijn.

4. Afstandsstuk volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het een vijfhoekige dwarsdoorsnede-vorm bezit. Hierbij 2 bladen tekening