NL1035440C2 - Inrichting en werkwijze voor het verwijderen van een bundel uit een warmtewisselaar. - Google Patents

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET VERWIJDEREN VAN EEN BUNDEL UIT EEN WARMTEWISSELAAR

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het 5 verwijderen van een bundel uit de mantel van een warmtewisselaar omvattende een draaggestel voorzien van trekmiddelen voor het verwijderen van de bundel uit de mantel, waarbij het draaggestel is ingericht om de uit de mantel verwijderde bundel te houden, waarbij de inrichting 10 is voorzien van hijsmiddelen voor het hijsen van het draaggestel. De uitvinding heeft voorts betrekking op het draaggestel en een werkwijze voor het verwijderen en terugplaatsen van een bundel uit, respectievelijk in een warmtewisselaar.

15

Een dergelijke inrichting is algemeen bekend.

Vooral in de petrochemie wordt veelvuldig gebruik gemaakt van warmtewisselaars voor het koelen van fluidumstromen. Een 20 veelgebruikte warmtewisselaar is een buizenwarmtewisselaar die in hoofdzaak bestaat uit een bundel buizen die omgeven wordt door een mantel. Bijvoorbeeld bij het reinigen van de buizenbundel of wanneer de warmtewisselaar defect is geraakt is het nodig dat de bundel uit de mantel wordt verwijderd om 25 de bundel toegankelijk te maken voor bijvoorbeeld reiniging of reparatie.

Een veel gebruikte inrichting hiervoor is de hijsbare bundeltrekker. Deze inrichting omvat een draaggestel waarop 30 trekmiddelen zijn aangebracht voor het trekken van de bundel uit de mantel. Dit draaggestel is voorzien van hijsmiddelen, bijvoorbeeld een hijsframe voorzien van een hijsoog voor het verbinden van het draaggestel aan een hijskraan, waarmee het draaggestel in het verlengde van een warmtewisselaar gehesen 1035440 2 kan worden. Het draaggestel wordt verbonden aan de mantel en met behulp van de trekmiddelen, bijvoorbeeld een zich in lengterichting van het draaggestel verplaatsbare eenheid, wordt de bundel op het draaggestel getrokken. Het 5 draaggestel is hierbij ingericht om de bundel te houden wanneer deze uit de mantel getrokken is. De bundeltrekker wordt vervolgens met de hijskraan op een ondergrond gehesen waarna de bundel verder verwerkt kan worden.

10 Hoewel in dit verband wordt gesproken over een trekmiddelen, moet begrepen worden dat deze trekmiddelen ook in staat zijn de bundel weer in een mantel te schuiven, waarbij het hierboven beschreven procédé in omgekeerde volgorde wordt uitgevoerd.

15

Het is een nadeel van de bekende inrichting dat de bundel niet eenvoudig uit het draaggestel genomen kan worden wanneer deze uit de mantel getrokken is, daar het hijsframe doorgaans aan weerszijden van de opgenomen bundel is 20 verbonden aan het draaggestel, waarbij de bundel zich als het ware uitstrekt tussen de benen van het hijsframe. Door bijvoorbeeld het verplaatsen van het hijsframe in lengterichting van het draaggestel wordt de bundel benaderbaar voor verdere verwerking.

25

Het is het doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een efficiënte, veelzijdige, goedkope en/of eenvoudige inrichting voor het verwijderen van een bundel uit de mantel van een warmtewisselaar, waarbij het nadeel van de stand van 30 de techniek althans deel worden opgelost.

Hiertoe heeft de inrichting van de in de aanhef vermelde soort als bijzonderheid dat de hijsmiddelen ten minste een grijper omvatten en dat de inrichting voorts is voorzien van 3 verbindingsmiddelen voor het losneembaar verbinden van de grijper met het draaggestel. Met deze inrichting, die een draaggestel en een grijper omvat, is het mogelijk om nadat de bundel op het draaggestel getrokken is en bijvoorbeeld 5 weer op een ondergrond geplaatst is, de grijper los te koppelen van het draaggestel om vervolgens de zojuist verwijderde bundel aan te grijpen met deze grijper en verder te verwerken, waarbij de bundel los van het draaggestel opgehesen wordt. Het zal de vakman duidelijk zijn dat dit de 10 efficiëntie van het bundeltrek proces aanzienlijk verbetert.

Bovendien maakt de onderhavige uitvinding het gebruik van een aparte hijskraan voor het takelen van de bundeltrekinrichting overbodig, daar het hijsen van het 15 draaggestel met de trekmiddelen kan gebeuren met bijvoorbeeld een conventionele grijper.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichtring overeenkomstig de uitvinding omvat de grijper ten minste 20 twee grijparmen en is de grijper nabij de uiteinden van de grijparmen verbonden met het draaggestel. De grijperarmen omsluiten hierbij als het ware het draaggestel, waarbij het draaggestel zich in verbonden toestand uitstrekt tussen de uiteinden van de grijparmen. Daar de grijper bij voorkeur is 25 ingericht om een bundel aan te grijpen en de afmetingen van de grijparmen daartoe althans in hoofdzaak overeenkomen met de grootte van de op te nemen bundel, wordt op deze wijze een compacte samenstelling verkregen.

30 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvatten de verbindingsmiddelen ten minste een aangrijpingsvlak, waarbij het aangrijpingsvlak is ingericht om aangegrepen te worden door de grijper. De verbinding tussen de grijper, in het bijzonder de uiteinden 4 van de grijparmen, en het draaggestel vindt hierbij plaats door samenwerkende oppervlakken van de grijper en het aangrijpingsoppervlak. Bij voorkeur is het naar binnen gericht oppervlak van de grijper hiertoe althans in 5 hoofdzaak complementair aan het aangrijpingsvlak. Onder naar binnen gericht moet in dit verband verstaan worden het oppervlak van de grijper, in het bijzonder de grijparmen, waarmee de grijper in normaal gebruik een object aangrijpt. Wanneer het vlak van de grijper en het aangrijpingsvlak 10 althans in hoofdzaak gelijkvormig zijn en daarmee nauw aansluiten, wordt een stevige en eenvoudige verbinding verkregen.

Bij voorkeur omvatten de verbindingsmiddelen ten minste twee 15 aangrijpingsvlakken, waarbij ieder van de aangrijpingsvlakken is ingericht om te worden aangegrepen door een grijparm. In deze uitvoering is er voor iedere grijparm, bij voorkeur de uiteinden daarvan, voorzien in een aangrijpingsvlak. Meer bij voorkeur strekken de 20 aangrijpingsvlakken zich uit aan de laterale zijdes van het draaggestel. Het draaggestel kan op deze wijze tussen de grijparmen van de grijper worden geklemd, waarmee een stevige verbinding tussen de grijper en het draaggestel wordt verkregen.

25

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting overeenkomstig de uitvinding zijn ten minste de uiteinden van de grijparmen voorzien van dragers, waarbij de dragers zijn ingericht om het draaggestel aan te grijpen. Dergelijke 30 dragers strekken zich bij voorkeur uit in de lengterichting van het draaggestel zodat de grijper een groter oppervlak heeeft om een object aan te grijpen, in het bijzonder de aangrijpingsvlakken van het draaggestel of een bundel van een warmtewisselaar. Bij voorkeur zijn de naar binnen 5 gerichte oppervlakken van de dragers althans in hoofdzaak complementair aan de aangrijpingsvlakken voor het verkrijgen van een stevige verbinding.

5 Hoewel door het inklemmen van het draaggestel tussen de grijper, in het bijzonder tussen de grijparmen en meer in het bijzonder het aangrijpen van de laterale aangrijpingsvlakken met behulp van de dragers bevestigd aan de grijparmen, al een stevige en betrouwbare verbinding 10 wordt verkregen, kan het mogelijk zijn de verbinding tussen de grijper en het draaggestel extra te verzekeren. Hiertoe omvatten in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting overeenkomstig de uitvinding de verbindingsmiddelen borgingsmiddelen. Hierbij kan 15 bijvoorbeeld gedacht worden aan borgingspinnen die zowel door de grijper als het draaggestel worden aangebracht. Ook kan het voordelig zijn pinnen aan te brengen op het draaggestel, in het bijzonder op het aangrijpingsvlak, met een enigszins conische vorm, waarbij de grijper is voorzien 20 van een doorgang voor het opnemen van deze pin. De conische vorm kan dan tevens dienen als geleiding bij het bevestigen van de grijper aan het draaggestel. Het zal de vakman duidelijk zijn dat de pin ook op de grijper aangebracht kan worden.

25

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting overeenkomstig de uitvinding omvatten de verbindingsmiddelen balanceermiddelen voor het uitbalanceren van het draaggestel. Bij voorkeur zijn de balanceermiddelen 30 ingericht om de plaats van aangrijping van de grijper op het draaggestel te verplaatsen in de lengterichting van het draaggestel. Bij voorkeur zijn de aangrijpingsvlakken hiertoe verplaatsbaar in de lengterichting van het draaggestel. Op deze wijze kan het draaggestel altijd in 6 evenwicht gebracht worden, onafhankelijk van het type bundel dat gehouden wordt op het draaggestel.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting 5 overeenkomstig de uitvinding omvat de grijper: ten minste een eerste en een tweede grijparm, waarvan er ten minste één ten opzichte van de ander beweegbaar is om daartussen telkens ten minste één object in te sluiten, en; 10 - een met ten minste één van de eerste en de tweede grijparm verbonden aandrijving om de grijper naar behoefte te sluiten of te openen, waarbij ten minste één van de eerste en de tweede grijparm een eerste grijparmdeel en een tweede grijparmdeel omvat, 15 welke eerste en tweede grijparmdelen draaibaar met elkaar zijn verbonden, en met een instelmechanisme tussen de eerste en tweede grijparmdelen, waarbij het instelmechanisme is ingericht om de hoek tussen de grijparmdelen voorafgaand aan het aangrijpen aan te passen aan de diameter van het aan te 20 grijpen object.

Een dergelijke grijper is zeer geschikt voor het verbinden aan het draaggestel overeenkomstig de uitvinding, daar de afstand en oriëntatie van de grijparmdelen nauwkeurig 25 ingesteld kunnen worden middels het instelmechanisme voordat ofwel het draaggestel, ofwel de bundel zelf wordt aangegrepen. Op deze wijze wordt verzekerd in een stevige verbinding tussen het draaggestel of de bundel.

30 De uitvinding heeft voorts betrekking op een draaggestel voorzien van trekmiddelen voor het verwijderen van een bundel uit een mantel van een warmtewisselaar en waarbij het draaggestel is ingericht om de uit de mantel verwijderde bundel te houden, waarbij het draaggestel is voorzien van 7 hijsmiddelen voor het hijsen van het draaggestel, waarbij de hijsmiddelen verbindingsmiddelen omvatten voor het losneembaar verbinden van een grijper met het draaggestel.

5 De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het verwijderen van de bundel uit de mantel van een warmtewisselaar, omvattende de stappen van: het hijsen van een draaggestel nabij de warmtewisselaar middels een grijper; 10 - het aangrijpen en het verwijderen van de bundel uit de mantel, waarbij de bundel op het draaggestel wordt getrokken; het plaatsen van het draaggestel dat de bundel houdt op een ondergrond; 15 - het loskoppelen van de grijper en het draaggestel, en; het aangrijpen en ophijsen van de bundel vanaf het draaggestel middels de grijper.

Met de hierboven beschreven werkwijze kan een uit de mantel 20 van een warmtewisselaar getrokken kern of bundel snel en efficiënt verder verplaatst worden met behulp van de grijper, zonder dat daar een additionele hijskraan voor nodig is. De grijper wordt afgekoppeld van het draaggestel en bij voorkeur worden vervolgens de grijparmdelen van de 25 grijper ingesteld voor het aangrijpen van de bundel zelf.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding wordt de grijper aan het draaggestel verbonden alvorens het draaggestel naar de 30 warmtewisselaar te hijsen. Het is hierbij voordelig dat de grijper vooraf aan het uittrekken van een bundel uit een warmtewisselaar werkzaam geweest kan zijn bij andere hijswerkzaamheden los van bundeltrekken.

8

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat het verbinden het inklemmen van het draaggestel tussen de grijparmen van de grijper. Bij voorkeur is de grijper ingericht om de onderlinge afstand en 5 oriëntatie van de grijparmdelen vooraf in te stellen aan de grootte van het draaggestel, waardoor een nauwsluitende verbinding wordt verkregen tussen draaggestel en grijper. In deze uitvoeringsvorm wordt de verbinding verkregen door de klemmende werking van de grijparmen, bij voorkeur in 20 combinatie met de samenwerkende aangrijpingsvlakken zoals reeds eerder besproken. Het is bovendien voordelig de onderlinge stand van de grijparmdelen na verbinding aan het draaggestel te blokkeren.

25 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding omvat het verbinden van de grijper aan het draaggestel het verbinden met borgingsmiddelen. Op deze wijze wordt in een extra zekerheid voorzien.

20

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het plaatsen van de bundel in de mantel van een warmtewisselaar, omvattende de stappen van: het aangrijpen en hijsen van de bundel middels de 25 grijper.

het plaatsen en het loslaten van de bundel op een draaggestel; het aangrijpen en verbinden van het draaggestel dat de bundel houdt met de grijper; 30 - het hijsen van een draaggestel nabij de warmtewisselaar middels de grijper, en; het duwen van de bundel in de mantel, waarbij de bundel van het draaggestel wordt geduwd.

9

Analoog aan hetgeen besproken voor het verwijderen van een bundel uit een mantel van een warmtewisselaar, is het met de onderhavige uitvinding ook zeer efficiënt en eenvoudig om een bundel in een mantel te plaatsen.

5

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in tekening weergegeven figuren van een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting overeenkomstig de uitvinding, waarin: 10 - Figuur 1 schematisch een inrichting volgens de uitvinding toont in een dwarsdoorsnede;

Figuur 2 in een zijaanzicht de inrichting overeenkomstig de uitvinding schematisch weergeeft, en; 15

Figuur 3 schematisch in een bovenaanzicht de inrichting toont.

In de figuren 1-3 is een uitvoeringsvoorbeeld van de 20 inrichting in de vorm van een bundeltrekker 1 overeenkomstig de uitvinding weergegeven. De inrichting 1 omvat een grijper 2, die in dit voorbeeld twee aparte grijpers 2a, 2b omvat zoals zichtbaar is in figuur 2, en een draaggestel 3 in de vorm van een draagframe 31. Het draaggestel 3 is uitgerust 25 met trekmiddelen, in deze uitvoering in de vorm van een over het frame 31 in een richting I verplaatsbare trekkar 5. Het frame 31 is zodanig ingericht dat de kar 5 over het frame kan bewegen, bijvoorbeeld met rails. Voor het aandrijven van onder andere de trekkar 5 is er voorzien in energiebronnen 30 54, in deze uitvoering in de vorm van een dieselmotor.

Aan de zijde van het draagframe 31 dat nabij een warmtewisselaar wordt gehesen is er tevens voorzien in trekkabels 52, die aan de mantel van de warmtewisselaar 10 worden bevestigd en die vervolgens kunnen worden aangetrokken met pneumatische zuigers 53 voor het fixeren van het draagframe 31 ten opzichte van de te behandelen warmtewisselaar.

5

Met behulp van de trekmiddelen in de vorm van trekkar 5 wordt onder andere met behulp van een klemmr rchtxng 51 een bundel 4, schematisch weergeven in figuur 1, uit de warmtewisselaar getrokken in de richting I, waarbij de 10 bundel 4 wordt opgenomen op het draagframe 31. Hiertoe wordt de trekkar 5 allereerst in de richting van de warmtewisselaar verplaatst (in een richting tegenovergesteld aan de richting I), om na aankoppeling in een richting I verplaatst te worden, hierbij de bundel uit de mantel 15 trekkend. Opgemerkt moet worden dat hoewel er hier sprake is van een trekkar 5, deze trekkar 5 ook in staat is om een bundel in een mantel te duwen in tegenovergestelde richting.

De grijper 2 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld twee 20 grijparmen 2a, 2b die ieder twee grijparmdelen 21, 22 omvatten. De onderlinge stand van de grijparmdelen 21, 22 is onderling instelbaar, waardoor de grijper is aan te passen aan het aan te grijpen object, in het bijzonder de bundel 4 of het draaggestel 3. Voor het instellen van de onderlinge 25 stand en oriëntatie van de grijparmdelen 21, 22 is er voorzien in een instelmechanisme 23 in de vorm van een parallellogramconstructie. Ook de grijper 2 is voorzien van een energiebron 24, bijvoorbeeld een dieselmotor. Middels een kabel 28 is de grijper 2 verbonden aan een hijskraan.

30 Ook weergeven in figuur 2 zijn de dragers 28, die zich in lengterichting van het draaggestel 3 uitstrekken. Dergelijke dragers 28 voorzien in een extra groot contactoppervlak tussen de grijper 2 en het draaggestel 3 enerzijds en de bundel 4 en de grijper 2 anderzijds.

11

Zoals het meest duidelijk zichtbaar is in figuur 1, klemmen de onderste uiteinden 26 van de grijparmen, in dit geval de onderste grijparmdelen 21, het draaggestel 3 in. Hiertoe is 5 het draaggestel 3 voorzien van verbindingsmiddelen 34 in de vorm van opstaande randen. De opstaande randen 34 vormen ieder een aangrijpingsvlak 33, waarop de naar binnen gerichte vlakken 27 van de grijparmen kunnen aangrijpen. Zoals weergegeven sluiten de vlakken 33 en 27 nauw aan, 10 waardoor er een stevige verbinding wordt verkregen tussen de grijper 2 en het draaggestel 3. Het is hierbij van belang dat de normaal op de aangrijpingsvlakken 33 een verticale component heeft, zodat wanneer de grijparmen zijn vergrendeld, dat wil zeggen wanneer de grijparmen met de 15 grijparmdelen zijn gefixeerd, de opstaande randen 34 door middel van.de zwaartekracht op de onderste delen 27, in het bijzonder de dragers 28, van de grijper 2 rusten.

De verbindingsmiddelen in de vorm van de opstaande randen 34 20 zijn op een balanceerplaat 32 bevestigd, zichtbaar in de figuren 1 en 2. Deze balanceerplaat 32 is verplaatsbaar in de lengterichting van de het draaggestel 3, evenwijdig aan richting I, zodat de inrichting 1 met bundel 4 vooraf aan het ophijsen in evenwicht gebracht kan worden door het 25 aanpassen van de aangrijpingsplaats van de grijper aan het zwaartepunt van de combinatie.

Ook zichtbaar, in het bijzonder in figuur 1, zijn de borgingsmiddelen in de vorm van pinnen 6. De pin 6 heeft een 30 conische vorm en kan worden opgenomen in een opening aangebracht in de onderste deel 27 van de grijparm. Naast een degelijke borging van de verbinding tussen de grijper 2 en het draaggestel 3 voorziet een dergelijke pin 6 in 12 uitlijningsmiddelen bij het verbinden van de grijper 2 en het draaggestel 3.

Wanneer een bundel 4 uit een warmtewisselaar is getrokken, 5 kan het draaggestel 3 op een ondergrond worden gehesen. Wanneer het draaggestel 3 nu goed ondersteund is, kan de grijper 2 worden losgekoppeld van de verbindingsmiddelen 34. Hiertoe worden de grijparmen in een richting II, zoals aangegeven in figuur 1, geopend en kan de grijper 2 zich 10 verplaatsen, waarbij het draaggestel 3 achterblijft.

Vervolgens kan de onderlinge afstand en oriëntatie van de grijparmendelen 21, 22 worden aangepast om de bundel 4 rechtstreeks, dat wil zeggen zonder tussenkomst van het draaggestel 3, aan te grijpen en op te hijsen voor verdere 15 verwerking. Het draaggestel 3 blijft hierbij achter op de ondergrond.

Het zal de vakman duidelijk zijn dat op analoge wijze als hierboven besproken het ook eenvoudig mogelijk is om een 20 bundel 4 op een draaggestel 3 te hijsen met een grijper 2, de grijper 2 los te halen van de bundel 4 en de grijper 2 aan de verbindingsmiddelen 34 te verbinden, waarna de inrichting 1 nabij een warmtewisselaar gehesen kan worden voor het inbrengen van de bundel 4 in een mantel van een 25 warmtewisselaar.

1 03 5 440

Claims (15)

1. Inrichting voor het verwijderen van een bundel uit de mantel van een warmtewisselaar omvattende een 5 draaggestel voorzien van trekmiddelen voor het verwijderen van de bundel uit de mantel, waarbij het draaggestel is ingericht om de uit de mantel verwijderde bundel te houden, waarbij de inrichting is voorzien van hijsmiddelen voor het hijsen van het 10 draaggestel, met het kenmerk dat de hijsmiddelen ten minste een grijper omvatten en waarbij de inrichting voorts is voorzien van verbindingsmiddelen voor het losneembaar verbinden van de grijper met het draaggestel. 15

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de grijper ten minste twee grijparmen omvat en waarbij de grijper nabij de uiteinden van de grijparmen is verbonden met het draaggestel. 20

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de verbindingsmiddelen ten minste een aangrijpingsvlak omvatten, waarbij het aangrijpingsvlak is ingericht om aangegrepen te worden door de grijper. 25

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de verbindingsmiddelen ten minste twee aangrijpingsvlakken omvatten, waarbij ieder van de aangrijpingsvlakken is ingericht om te worden aangegrepen door een grijparm. 30

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de aangrijpingsvlakken zich aan de laterale zijdes van het draaggestel uitstrekken. 1035440

6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 2 tot en met 5, waarbij ten minste de uiteinden van de grijparmen zijn voorzien van dragers, waarbij de dragers zijn ingericht om het draaggestel aan te 5 grijpen.

7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 3 tot en met 6, waarbij het naar binnen gerichte oppervlak van de grijper althans in hoofdzaak 10 complementair is aan het aangrijpingsvlak.

8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot en met 9, waarbij de verbindingsmiddelen borgingsmiddelen omvatten 15

9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot en met 8, waarbij de grijper omvat: ten minste een eerste en een tweede grijparm, . waarvan er ten minste één ten opzichte van de 20 ander beweegbaar is om daartussen telkens ten minste één object in te sluiten; en een met ten minste één van de eerste en de tweede grijparm verbonden aandrijving om de grijper naar behoefte te sluiten of te openen, 25 waarbij ten minste één van de eerste en de tweede grijparm een eerste grijparmdeel en een tweede grijparmdeel omvat, welke eerste en tweede grijparmdelen draaibaar met elkaar zijn verbonden, en met een instelmechanisme tussen de eerste en tweede 30 grijparmdelen, waarbij het instelmechanisme is ingericht om de hoek tussen de grijparmdelen voorafgaand aan het aangrijpen aan te passen aan de diameter van het aan te grijpen object.

10. Draaggestel voorzien van trekmiddelen voor het verwijderen van een bundel uit een mantel van een warmtewisselaar, waarbij het draaggestel is ingericht om de uit de mantel verwijderde bundel te houden, 5 waarbij het draaggestel is voorzien van hijsmiddelen voor het hijsen van het draaggestel, met het kenmerk dat de hijsmiddelen verbindingsmiddelen omvatten voor het losneembaar verbinden van een grijper met het draaggestel. 10

11. Werkwijze voor het verwijderen van de bundel uit de mantel van een warmtewisselaar, omvattende de stappen van: het hijsen van een draaggestel nabij de 15 warmtewisselaar middels een grijper; het aangrijpen en het verwijderen van de bundel uit de mantel, waarbij de bundel op het draaggestel wordt getrokken; het plaatsen van het draaggestel dat de bundel 20 houdt op een ondergrond; het loskoppelen van de grijper van het draaggestel, en; het aangrijpen en hijsen van de bundel vanaf het draaggestel middels de grijper. 25

12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de grijper aan het draaggestel wordt verbonden alvorens het draaggestel naar de warmtewisselaar te hijsen.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij het verbinden omvat het inklemmen van het draaggestel tussen de grijparmen van de grijper.

14. Werkwijze volgens conclusie 11 of 13, waarbij het verbinden van de grijper aan het draaggestel omvat het verbinden met borgingsmiddelen.

15. Werkwijze voor het plaatsen van de bundel in de mantel van een warmtewisselaar, omvattende de stappen van: het aangrijpen en hijsen van de bundel middels de grijper. het plaatsen en het loslaten van de bundel op een 10 draaggestel; het aangrijpen en verbinden van het draaggestel dat de bundel houdt met de grijper; het hijsen van een draaggestel nabij de warmtewisselaar middels de grijper, en; 15. het duwen van de bundel in de mantel, waarbij de bundel van het draaggestel wordt geduwd. 1035440