NL1034977C1 - Bekistingselement voor trasraam bij fundering op staal en werkwijze voor het vervaardigen van een trasraam. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Bekistingselement voor trasraam bij fundering op staal en werkwijze voor het vervaardigen van een trasraam.

BESCHRIJVING

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een trasraam bij fundering op staal. De in het jargon gebruikte term “op staal” kan misleidend zijn, omdat hiermee een vaste ondergrond wordt bedoeld en er, op eventuele wapening in de fundering na, geen staal wordt gebruikt.

Tot op heden is het gebruikelijk bij (stroken)fundering op staal een 10 fundering met verdeel- en hoofdwapening te verschaffen door een houten bekisting te vervaardigen waarin de wapening wordt aangebracht en waarin het beton wordt gestort. Na uitharding van het beton wordt op de fundering een trasraam gemetseld als fundering voor op te trekken muren.

Een nadeel is dat de bekende werkwijze relatief bewerkelijk is. 15 Verder vormen ankers die bij het metselen van het trasraam worden gebruikt en/of materiaal dat onder het maaiveld tussen de binnen- en buitenmuur van het trasraam wordt gestort om te voorkomen dat de op afstand van elkaar gemetselde trasraamwanden in of door de omgevende grond naar elkaar worden gedrukt, koudebruggen waardoor de isolatiewaarde van de wand, en dus van het te bouwen 20 pand, negatief wordt beïnvloed.

De onderhavige uitvinding beoogt volgens een eerste aspect een werkwijze voor het aanbrengen van een trasraamfundering te verschaffen, die minder bewerkelijk is dan de bekende werkwijze. Dit doel wordt door de onderhavige uitvinding bereikt door middel van een werkwijze voor het vervaardigen van een 25 trasraam als fundering voor een wand, omvattende de stappen van: a) het in een patroon van een te storten trasraamfundering op een stabiele ondergrond aanbrengen van een bekisting van één of meer bekistingselementen van kunststof schuimmateriaal omvattende twee zijwanden die onderling met elkaar zijn verbonden door middel van een bodemwand; 30 b) het met specie, bij voorkeur betonspecie volstorten van de bekisting; en c) het doen uitharden van het beton.

De relatief lichte bekistingselementen van kunststof schuimmateriaal kunnen eenvoudig op een vaste ondergrond (het staal) worden gesteld en 1034977 2 kunnen daarna worden volgestort met betonspecie. De bekisting doet daarbij dienst als verloren bekisting. Het zal de gemiddelde vakman duidelijk zijn dat een dergelijke werkwijze veel minder bewerkelijk is dan het op een vaste ondergrond (het staal) metselen van een trasraam. Aldus is de doelstelling van de onderhavige 5 uitvinding bereikt. Volgens het principe van deze werkwijze kunnen uiteraard verschillende vormen bekistingselementen worden toegepast. Een aantal uitvoeringsvormen van toepasbare bekistingselementen wordt verderop in dit document besproken.

Het heeft de voorkeur dat voorafgaand aan stap a) een 10 strokenfundering als stabiele ondergrond wordt aangebracht. Een strokenfundering, zoals die in de stand van de techniek bekend is, in de vorm van een betonnen vloer die in een ondergrond is gestort, heeft zich als stabiele ondergrond in de loop der tijd bewezen. Verder heeft een betonnen strokenfundering het voordeel dat de betonspecie van de trasraamfundering, wanneer het door gaten in de bekisting 15 stroomt, eenvoudig aan de betonnen strokenfundering hecht en daar na uitharding als het ware één geheel mee vormt. Aldus kan in fasen een integrale stroken- en trasraamfundering worden verschaft.

Het heeft verder de voorkeur dat bij stap a) plaatselijk vloeibaar beton of cementspecie op de strokenfundering wordt aangebracht waarin de 20 bekistingselementen voor uitharding van de specie worden gesteld. Beton- en/of cementspecie is op een bouwplaats volop voorradig en door de brij-achtige substantie van de specie is het relatief eenvoudig de bekistingselementen te stellen door ze in de specie te drukken. Vervolgens kan de specie uitharden, zodat bij het in het bekistingselement storten van betonspecie niet het gevaar bestaat dat het 25 bekistingselement alsnog wegzakt waardoor de trasraamfundering niet juist zou worden gesteld. Aldus kan een perfect horizontale fundering met behulp van de onderhavige uitvinding worden verschaft.

Voor het versterken van de trasraamfundering heeft het de voorkeur dat voorafgaand aan stap b) wapening in de bekisting wordt aangebracht.

30 Alternatief kan bij stap b) specie met vezelwapening, bij voorkeur staalvezelwapening, in de bekisting worden gestort.

De onderhavige uitvinding beoogt volgens een tweede aspect middelen voor het aanbrengen van een trasraamfundering te verschaffen waarmee op meer efficiënte wijze dan volgens de stand van de techniek (metselen) een 3 trasraam kan worden gemaakt en/of waarmee op eenvoudige wijze een trasraam zonder koudebruggen kan worden gemaakt. Dit doel wordt door de onderhavige uitvinding bereikt met een bekistingselement voor toepassing als trasraambekisting bij fundering op staal omvattende een bodemwand, twee zijwanden en een 5 tussenwand in de vorm van een langgestrekte kist van kunststof schuimmateriaal met een E-vormige dwarsdoorsnede. De bekisting wordt toegepast als verloren bekisting en wordt bij toepassing op een stabiele ondergrond, bij voorkeur van beton, geplaatst, waarna eventueel wapening en betonspecie in de ruimten tussen de tussenwand en de zijwanden kan worden gestort. Na uitharding van het beton is 10 de trasraamfundering gereed. De tussenwand in de verloren bekisting van kunststof schuimmateriaal functioneert als een uitstekende isolator tussen de binnenwand en de buitenwand van de aldus gevormde trasraamfundering. Aldus is de doelstelling van de onderhavige uitvinding bereikt. Weliswaar zijn enkele elementen voor een goed functioneren van de fundering hierboven niet in detail besproken, maar deze 15 elementen, zoals de wijze van aanbrengen van de stabiele ondergrond (van bij voorkeur beton), een verbinding van de trasraamfundering met de ondergrond, bijvoorbeeld in de vorm van een strokenfundering, zullen verderop in dit document worden toegelicht.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding 20 strekken zich aan weerszijden van de tussenwand doorgaande gaten uit door de bodemwand. Wanneer er geen verbinding tussen het staal en de trasraamfundering zou worden aangebracht, zou de fundering rusten op de bodemwand van het bekistingselement, hetgeen in het algemeen geen stabiele fundering zou verschaffen. Het is daarom zeer gewenst een starre verbinding te voorzien tussen 25 de vaste ondergrond en de trasraamfundering. Er zijn verschillende manieren mogelijk om een dergelijke starre verbinding tot stand te brengen. Bij een bekistingselement volgens de onderhavige voorkeursuitvoeringsvorm loopt de betonspecie bij het storten van de trasraamfundering door de doorgaande gaten tot onder de bekisting en vloeit daarna over de ondergrond waarop de bekisting is 30 aangebracht. Aldus vormt het beton, nadat het is uitgehard, binnen de doorgaande gaten de gewenste starre verbinding tussen de vaste ondergrond en het trasraam.

Het heeft daarbij de voorkeur dat de doorgaande gaten zich althans ten minste in hoofdzaak tegenover elkaar ten opzichte van de tussenwand uitstrekken. Dit heeft tot gevolg dat twee parallel aan elkaar op het trasraam aan te 4 brengen wanden op dezelfde plaatsen door de fundering worden gesteund, waardoor de krachten die op de betreffende binnen- en buitenwand door de ondergrond worden uitgeoefend in hoofdzaak aan elkaar gelijk zullen zijn.

Verder heeft het de voorkeur dat zich in de bodemwand 5 uitsparingen uitstrekken tussen twee aan weerszijden van de tussenwand gelegen doorgaande gaten. Aldus wordt door de doorgaande gaten en de daartussen gelegen uitsparing een U-vormige holle ruimte voorzien, die bij het met betonspecie vullen van de bekisting een overeenkomstige U-vormige brug tussen de ondergrond en de trasraam fundering zal vormen, waardoor de binnen- en buitenwand van het 10 trasraam plaatselijk onderling worden verbonden.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding strekken de zijwanden zich aan de onderzijde van het bekistingselement uit tot voorbij de bodemwand van het bekistingselement. Hierdoor staat het bekistingselement bij toepassing op de onderkant van de zijwanden en wordt tussen 15 de zijwanden een holle ruimte verschaft die bij het storten van betonspecie in de bekisting tot onder het bekistingselement kan doorlopen. Aldus worden eventuele onregelmatigheden in de ondergrond, althans ten minste bij de uitvoeringsvorm met doorgaande gaten, gecompenseerd door de betonspecie die onder het bekistingselement loopt en vervolgens uithardt.

20 Het heeft daarbij de voorkeur dat de onderzijde van de bodemwand is voorzien van ribben die zich althans ten minste in hoofdzaak parallel aan de zijwanden van het bekistingselement uitstrekken. Doordat de holle ruimten tussen de ribben zich met betonspecie kunnen vullen, wordt een zijwaarts verschuiven van de bekistingselementen na het uitharden van het beton verhinderd.

25 Om aan te kunnen sluiten op, althans in Nederland, in de bouw bekende (standaard) afmetingen, heeft het de voorkeur dat de afstand tussen de naar de tussenwand gerichte zijde van een zijwand en de naar de betreffende zijwand gerichte zijde van de tussenwand is gelegen in het bereik van 80 tot 150 mm. Hierdoor wordt na het storten van beton een fundering voor een gemetselde 30 muur verschaft. Bij voorkeur is de betreffende afstand ten minste 100 mm, zijnde de dikte van een te metselen muur. Verder kan de afstand bij voorkeur ten hoogste 120 mm bedragen.

Verder heeft het de voorkeur dat de afstand tussen de binnenzijden van de zijwanden van het bekistingselement is gelegen in het bereik van 250 tot 450 5 mm. Verder bij voorkeur bedraagt de afstand ten minste 300 mm. De afstand bedraagt verder bij voorkeur ten hoogste 400 mm. Hierdoor is het mogelijk om na het storten en uitharden van het beton een binnen- en een buitenmuur aan te brengen met daartussen een spouw die kan zijn of worden voorzien van 5 isolatiemateriaal. Het isolatiemateriaal kan dan op de tussenwand van het E-vormige bekistingselement worden aangebracht. Gewoonlijk bedraagt, althans in Nederland, de onderlinge afstand tussen de binnen- en buitenmuur ongeveer 150 mm.

Om te voorkomen dat beton aan de bovenkant van het 10 bekistingselement een verbinding kan vormen, heeft het de voorkeur dat de tussenwand van het bekistingselement zich ten minste even ver naar boven uitstrekt als de zijwanden. Wanneer beton bij het storten tot boven de tussenwand komt, zal de overtollige betonspecie niet door de zijwanden worden tegengehouden en hier overheen uit de bekisting stromen of worden afgestreken. Aldus wordt voorkomen 15 dat er boven de tussenwand alsnog een koudebrug kan worden gevormd door de verbinding van het beton tussen twee funderingsdelen voor zich parallel aan elkaar uitstrekkende binnen- en buitenmuur.

Het kunststof schuimmateriaal omvat bij voorkeur geëxpandeerd polystyreen (EPS). Dit materiaal heeft voldoende constructieve eigenschappen voor 20 het fungeren als materiaal voor een bekistingselement volgens de onderhavige uitvinding en bezit bovendien een relatief hoge isolatiewaarde.

De onderhavige uitvinding zal hiernavolgend meer in detail worden beschreven onder verwijzing naarde bijgaande figuren, waarin:

Figuur 1 een perspectivisch bovenaanzicht toont van een 25 bekistingselement volgens de onderhavige uitvinding;

Figuur 2 een perspectivisch aanzicht toont van een deel van een bouwplaats waarop bekistingselementen volgens de onderhavige uitvinding zijn geplaatst voor het vormen van een bekisting voor een trasraamfundering; en

Figuur 3 een schematisch doorsnede-aanzicht toont van een 30 trasraamfundering op staal die is vervaardigd volgens een werkwijze en met een bekistingselement volgens de onderhavige uitvinding.

Nu kijkend naar figuur 1 wordt een bekistingselement 1 volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding getoond. Het bekistingselement 1 van geëxpandeerd polystyreen (EPS) heeft twee zijwanden 2, 6 een tussenwand 3 en een bodemwand 4 met doorgaande gaten 5. De bodemwand 4 is aan de onderzijde voorzien van ribben 6.

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van een deel van een bekisting voor een trasraamfundering op een bouwplaats met bekistingselementen 1 5 volgens de onderhavige uitvinding. De bekistingselementen 1 zijn aangebracht op een betonnen strokenfundering 7 en zijn daarop gesteld met behulp van klodders cement 8. De hoogte van de bekistingselementen 1 komt ongeveer overeen met de afstand tussen de bodem 9 van een afgegraven kuil waarin de strokenfundering is aangebracht en de bodem 10 op maaiveldniveau.

10 Figuur 3 tenslotte toont een schematisch dwarsdoorsnede-aanzicht van een fundering met een trasraam volgens de onderhavige uitvinding. In een bodem 21 bevindt zich een strokenfundering 22 waarop door middel van cement 23 bekistingselement 24 (vergelijkbaar met het bekistingselement uit figuur 1) geplaatst en volgestort met beton 25. Op de fundering bevindt zich een betonnen vloer 28 die 15 afsteunt op een EPS-ondervloer 29, een binnenmuur 30, een buitenmuur 31 en een isolatiewand 32.

Nu kijkend naar figuur 1 wordt een bekistingselement 1 volgens de onderhavige uitvinding beschreven waarbij twee zijwanden 2 zich in hoofdzaak parallel aan elkaar uitstrekken en aan de onderzijde onderling zijn verbonden door 20 bodemwand 4. Zonder verdere, bijvoorbeeld in figuur 1 getoonde, optionele maatregelen zou een aldus beschreven bekistingselement in de basis kunnen volstaan voor de werkwijze volgens conclusie 1. Bij het bekistingselement volgens figuur 1 strekt zich voor het verschaffen van een isolatie echter tevens een tussenwand 3 uit tussen beide zijwanden, welke tussenwand 3 na het storten van 25 een trasraamfundering functioneert als isolatiewand. Verder zijn in de bodemwand 4 zes gaten 5 zichtbaar die zich van boven naar beneden door de hele bodemwand 4 uitstrekken. Niet getoond is dat de gaten 5 horizontaal onderling zijn verbonden door een uitsparing in de bodem 4 onder zijwand 3. Verder is de bodemwand 4 aan de onderzijde voorzien van ribben 6. Zoals verderop in dit document zal worden 30 besproken is een dergelijk bekistingselement eenvoudig te plaatsen voor het aanbrengen van een trasraamfundering op staal.

In figuur 2 is een aantal bekistingselement 1 volgens figuur 1 in een patroon van een bekisting voor een gebouw op een strokenfundering 7 geplaatst. In figuur 2 is te zien dat een bekistingselement 1a zodanig kan zijn vormgegeven dat 7 de zijwanden zich niet even ver in de lengte uitstrekken, bijvoorbeeld voor het vormen van een hoekelement 1a. Het hoekelement 1a kan standaard zijn vervaardigd maar kan ook eenvoudig uit een bekistingselement 1 worden gesneden door het in een hoek van 45 ° afsnijden van een deel van een bekistingselement, 5 omdat EPS hiervoor uitstekend geschikt is. Verder is een laatste, op maat te maken, bekistingselement voor het doen aansluiten van de bekisting om reden van duidelijkheid bij de toelichting weggelaten (naast bekistingselement 1a). De bekistingselementen 1, 1a zijn aangebracht door, ten minste bij de hoeken van de bekistingselementen, een klodder cementspecie 8 op de strokenfundering 7 te 10 leggen. Vervolgens wordt het betreffend bekistingselement 1 op de betreffende klodders cementspecie 8 geplaatst en daarin zover naar beneden gedrukt dat het betreffende bekistingselement 1 juist, dat wil zeggen horizontaal en nauw aansluitend op een naburig (eventueel nog te plaatsen) bekistingselement, is gepositioneerd. Vervolgens kan het cement 8 uitharden en is bekistingselement 1 15 gereed om te worden volgestort met betonspecie.

In figuur 3 is een deel van een bouwwerk met een trasraamfundering volgens de onderhavige uitvinding schematisch in doorsnede-aanzicht getoond. In een ondergrond 21 die geschikt is voor fundering op staal is een sleuf 33 gegraven die is volgestort met betonspecie 22 die vervolgens is 20 uitgehard. Daarna zijn klodders cementspecie 23 op de strokenfundering 22 aangebracht waarin bekistingselement 24 is gedrukt om het bekistingselement 24 juist te positioneren. Na uitharding van het cement (en nadat alle bekistingselementen voor de betreffende bekisting zijn geplaatst) is betonspecie 25 tussen de zijwanden 26 en de tussenwand 27 aangebracht. Doordat op een aantal 25 plaatsen in de bodemwand 34 door een uitsparing onderling verbonden doorgaande gaten zijn voorzien (zie stippellijnen 35) is betonspecie tot onder de bodemwand 34 op de strokenfundering 22 gelopen waardoor de ruimte tussen bekistingselement 24 en strokenfundering 22 is opgevuld. Aldus is een trasraamfundering verschaft van twee zich parallel ten opzichte van elkaar uitstrekkende wanden 25 die op enkele 30 plaatsen onderling zijn verbonden en daarbij gezamenlijk een U-vormige dwarsdoorsnede hebben, met de onderzijde waarvan de trasraamfundering afsteunt op strokenfundering 22. Na uitharding van de betonspecie 25 is rondom bekistingselement 24 grond 21b gestort tot ongeveer op maaiveldniveau waarop, aan de zijden van het inwendige van het huis een EPS-ondervloer 29 is aangebracht 8 waarop vervolgens betonnen vloer 28 is gestort. Op één van de wanden van de trasraamfundering is een binnenwand 30 gebouwd, terwijl op de andere wand van de trasraamfundering een buitenmuur 31 is gemetseld. Tussen de binnen- en buitenmuur bevindt zich een laag isolatiemateriaal op de tussenwand 27 van het 5 bekistingselement. Aldus sluit de isolatie van de ondervloer 29 op het bekistingselement en de isolatie 32 in de spouwmuur op de tussenwand 27 nauw op elkaar aan en wordt een goede isolatie verschaft. De punten waar het trasraam in U-vormige dwarsdoorsnede heeft vormen weliswaar een brug, maar deze zal niet als koudebrug kunnen werken omdat de te overbruggen afstand hiervoor te groot is.

10 In de bijgevoegde figuren en de hier bovenstaande beschrijving is slechts een voorkeursuitvoeringsvorm van een bekistingselement volgens de onderhavige uitvinding voor toepassing bij een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding beschreven. Het moge duidelijk zijn dat de figuren noch de beschrijving enige beperkende invloed hebben op de beschermingsomvang van de onderhavige 15 uitvinding die wordt bepaald door de hiernavolgende conclusies. Binnen die beschermingsomvang dienen zich voor de gemiddelde vakman vele, al dan niet voor de hand liggende aanpassingen aan. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om bij de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding alternatieve vormen bekistings-elementen toe te passen, bijvoorbeeld bekistingselementen waarbij geen 20 tussenwand is voorzien. Verder kan de onderlinge verbinding tussen een strokenfundering 22 en een volgens de uitvinding vervaardigd trasraam ook op andere wijzen worden voorzien dan de wijze die in dit document is besproken. Zo zal het bijvoorbeeld mogelijk zijn om draadijzers als wapening uit de strokenfundering 22 te laten steken die door de bodemwand van een bekistingselement worden 25 gestoken voordat de betonspecie wordt gestort. In de beschrijving wordt steeds besproken dat betonspecie in de bekisting wordt gestort. Hiervoor kan overigens ook een alternatief vloeibaar uithardbaar materiaal worden gebruikt dat geschikt is voor een trasraam.

i η 3Λ Q77 30

Claims (15)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een trasraam als fundering voor een wand, omvattende de stappen van: 5 a) het in een patroon van een te storten trasraamfundering op een stabiele ondergrond aanbrengen van een bekisting van één of meer bekistingselementen van kunststof schuimmateriaal omvattende twee zich in hoofdzaak parallel aan elkaar uitstrekkende zijwanden die onderling met elkaar zijn verbonden door een bodemwand; 10 b) het met specie volstorten van de bekisting; en c) het doen uitharden van het beton.

2. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat voorafgaand aan stap a) een strokenfundering als stabiele ondergrond wordt aangebracht.

3. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat bij stap 15 a) plaatselijk beton- of cementspecie op de strokenfundering wordt aangebracht waarin de bekistingselementen voor uitharding van het cement of beton worden gesteld.

4. Werkwijze volgens conclusie 11, 12 of 13. met het kenmerk, dat voorafgaand aan stap b) wapening in de bekisting wordt aangebracht.

5. Werkwijze volgens conclusie 11, 12 of 13, met het kenmerk, dat bij stap b) beton met vezelwapening in de bekisting wordt gestort.

6. Bekistingselement voor toepassing als trasraambekisting bij fundering op staal, omvattende een bodemwand, twee zijwanden en een tussenwand in de vorm van een langgestrekte kist van kunststof schuimmateriaal 25 met een E-vormige dwarsdoorsnede.

7. Bekistingselement volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat zich aan weerszijden van de tussenwand doorgaande gaten door de bodemwand uitstrekken.

8. Bekistingselement volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de 30 doorgaande gaten zich althans ten minste in hoofdzaak tegenover elkaar ten opzichte van de tussenwand uitstrekken.

9. Bekistingselement volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat zich in de bodemwand uitsparingen uitstrekken tussen twee aan weerszijden van de tussenwand gelegen doorgaande gaten. 1034977

10. Bekistingselement volgens één of meer van de conclusies 6 tot en met 9, met het kenmerk, dat de zijwanden zich aan de onderzijde van het bekistingselement uitstrekken tot voorbij de bodemwand van het bekistingselement.

11. Bekistingselement volgens één of meer van de conclusies 6 tot en 5 met 10, met het kenmerk, dat de onderzijde van de bodemwand is voorzien van ribben die zich althans ten minste in hoofdzaak parallel aan de zijwanden van het bekistingselement uitstrekken.

12. Bekistingselement volgens één of meer van de conclusies 6 tot en met 11, met het kenmerk, dat de afstand tussen de naar de tussenwand gerichte 10 zijde van een zijwand en de naar de betreffende zijwand gerichte zijde van de tussenwand is gelegen in het bereik van 80 tot 150 mm.

13. Bekistingselement volgens één of meer van de conclusies 6 tot en met 12, met het kenmerk, dat de afstand tussen de binnenzijden van de zijwanden van het bekistingselement is gelegen in het bereik van 300 tot 450 mm.

14. Bekistingselement volgens één of meer van de conclusies 6 tot en met 13, met het kenmerk, dat de tussenwand zich ten minste even ver naar boven uitstrekt als de zijwanden.

15. Bekistingselement volgens één of meer van de conclusies 6 tot en met 14, met het kenmerk, dat het kunststof schuimmateriaal geëxpandeerd 20 polystyreen (EPS) omvat.