NL1037719C2 - Bekistingselement en werkwijze voor het vervaardigen van een fundering. - Google Patents

Bekistingselement en werkwijze voor het vervaardigen van een fundering. Download PDF

Info

Publication number
NL1037719C2
NL1037719C2 NL1037719A NL1037719A NL1037719C2 NL 1037719 C2 NL1037719 C2 NL 1037719C2 NL 1037719 A NL1037719 A NL 1037719A NL 1037719 A NL1037719 A NL 1037719A NL 1037719 C2 NL1037719 C2 NL 1037719C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
formwork
leg
foundation
formwork elements
poured
Prior art date
Application number
NL1037719A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrikus Johannes Maria Dijk
Original Assignee
Havadi B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Havadi B V filed Critical Havadi B V
Priority to NL1037719A priority Critical patent/NL1037719C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1037719C2 publication Critical patent/NL1037719C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D27/00Foundations as substructures
    • E02D27/01Flat foundations
    • E02D27/02Flat foundations without substantial excavation

Description

Korte aanduiding: Bekistingselement en werkwijze voor het vervaardigen van een fundering.
De onderhavige uitvinding heeft volgens een eerste aspect 5 betrekking op een bekistingselement van schuimmateriaal voor een bekisting van een fundering van een wand, het bekistingselement omvattende een in hoofdzaak L-vormige verticale doorsnede, waarbij bij toepassing een eerste been zich verticaal en een tweede been zich horizontaal uitstrekt en waarbij het bekistingselement zich haaks op de verticale doorsnede over een zekere lengte uitstrekt.
10 Een bekend bekistingselement van schuimmateriaal voor een bekisting van een fundering voor een wand heeft een in hoofdzaak U-vormige verticale doorsnede. De drie benen van de U vormen een begrenzing voor in de bekisting te storten specie. Aan de kopse zijden is het bekende bekistingselement zodanig verbonden met verdere bekistingselementen, dat vloeibare specie binnen 15 de bekisting wordt gehouden, bijvoorbeeld doordat met de bekistingselementen een gesloten kring wordt gevormd of doordat een kopse zijde van een bekistingselement aan het einde van een (te storten) fundering wordt afgesloten. In feite zou een U-vormige bekisting kunnen worden beschouwd als een bekisting met twee met diens horizontale benen onderling verbonden L-vormige bekistingselementen.
20 Hoewel het bekende bekistingselement voor een aantal toepassingen goed functioneert, kan het slechts beperkte naar buiten gerichte krachten opvangen die door bijvoorbeeld direct na het storten van vloeibare specie door de vloeibare specie op de wanden worden uitgeoefend. Wanneer de verwachte krachten (te) groot worden, wordt tot nu toe teruggegrepen naar een bekisting van 25 bijvoorbeeld hout en staal.
De onderhavige uitvinding beoogt daarom een bekistingselement volgens de inleiding te verschaffen, waarmee grotere krachten kunnen worden opgevangen dan met het bekende bekistingselement van kunststof schuimmateriaal. Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt, doordat 30 het tweede been bij toepassing aan de van de fundering, of althans te storten fundering, afgekeerde zijde van het eerste been is voorzien. Hierdoor vormt het tweede been een versteviging van het verticale eerste been tegen krachten die direct na het storten van vloeibare specie door de specie op het verticaal been van het bekistingselement wordt uitgeoefend en is het doel van de uitvinding bereikt.
103 77 19 2
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat het eerste been in de richting van boven naar beneden een verbreding. De verbreding kan een geleidelijke verbreding zijn, maar kan ook een enkelvoudige of meervoudige sprongsgewijze verbreding betreffen. Door de 5 verbreding is het bekistingselement goed aangepast aan de bedoelde toepassing ervan, omdat de krachten die door vloeibare specie op het bekistingselement worden uitgeoefend aan de onderkant hoger zullen zijn dan aan de bovenkant. Aldus wordt enerzijds een voldoende versterking verschaft en wordt anderzijds voorkomen dat aan de bovenzijde van het bekistingselement onnodig materiaal 10 wordt gebruikt.
Het heeft daarbij de voorkeur dat het eerste been zich aan diens onderuiteinde over ten minste een deel van het tweede been uitstrekt. Hierbij gaat het eerste been aan de onderzijde direct over in de bovenkant van het tweede been. Andersgezegd wordt de effectieve lengte van het tweede been vanaf het snijpunt 15 met het eerste been korter. De totale lengte van het tweede been blijft daarbij ongewijzigd. Het is mogelijk het eerste been zodanig uit te voeren dat het aan de onderzijde een breedte heeft die correspondeert met de lengte van het tweede been. In dat geval is de L-vormige verticale dwarsdoorsnede verworden tot een rechthoekige driehoek, eventueel met afgeknotte scherpe hoeken.
20 Wanneer de naar het tweede been toegekeerde zijde van het eerste been een stompe hoek maakt met het zich tot voorbij het eerste been uitstrekkend deel van het tweede been wordt door de zich schuin naar het tweede been uitstrekkende wand van het eerste been een schraagwerking uitgeoefend, waardoor het bekistingselement nog beter in staat is om door vloeibare specie uitgeoefende 25 krachten op te vangen. Voor het aan de bovenzijde kunnen koppelen van twee aan weerszijden van de te storten fundering gelegen bekistingselementen heeft het de voorkeur dat het eerste been een kopse bovenzijde heeft die is voorzien van een zich in de lengte van het bekistingselement uitstrekkende uitsparing. In de uitsparingen van twee tegenover elkaar gelegen bekistingselementen kunnen dan 30 uitstekende delen van een verbindingselement, bijvoorbeeld een balk of pen worden gestoken, om de betreffende bekistingselementen aan hun bovenzijden ten opzichte van elkaar te fixeren.
Voor het snel kunnen opbouwen van een bekisting volgens de onderhavige uitvinding heeft het de voorkeur dat de lengte van het 3 bekistingselement ten minste 0,75 meter, verder bij voorkeur ten minste 1 meter bedraagt.
Wanneer twee bekistingselementen door middel van een zich aan of nabij de onderzijden van de respectievelijke eerste benen uitstrekkend 5 verbindingsstuk met elkaar zijn verbonden wordt een combinatie van twee bekistingselementen gevormd met een U-vormige verticale doorsnede waarbij de basis van de U aan beide zijden uitsteekt tot voorbij de benen van de U. Met een dergelijke maatregel wordt een betere versterking verschaft dan door twee afzonderlijke bekistingselementen volgens de onderhavige uitvinding en is de 10 onderlinge afstand tussen beide bekistingselementen door het verbindingsstuk gedefinieerd.
Volgens een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een fundering voor een wand met gebruik van bekistingselementen volgens het eerste aspect van de 15 onderhavige uitvinding. De werkwijze omvat de stappen van - het aan weerszijden van een te storten fundering en met de horizontale benen van elkaar weg gericht in een patroon van de te storten fundering op een stabiele ondergrond aanbrengen en fixeren van bekistingelementen volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding; 20 - het aan de bovenzijde met elkaar verbinden van de verticale benen van twee tegenover elkaar gelegen bekistingselementen; en - het storten van specie in de ruimte tussen de bekistingselementen.
Wellicht ten overvloede wordt hierbij opgemerkt dat de 25 bovengenoemde stappen niet in de weergegeven volgorde hoeven te worden uitgevoerd. Bij de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding worden de bekistingselementen gepositioneerd en aan de onderzijde en bovenzijde ten opzichte van elkaar gefixeerd. Het moge duidelijk zijn dat met de werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding een met het aan het eerste aspect van de 30 onderhavige uitvinding verbonden probleem en de daarvoor gevonden oplossing correspondeert.
Het heeft de voorkeur dat voor het storten van de specie zand wordt gestort aan de van de te storten fundering afgekeerde zijden van de bekistingselementen. Door zand aan de van de te storten fundering afgekeerde 4 zijde van de bekistingselementen te storten wordt, althans wanneer het zand voorafgaand aan het storten van de specie wordt aangebracht, door het zand een extra versterking tegen door de te storten vloeibare specie verschaft. Wanneer het zand niet tot aan de bovenzijde van de eerste benen, maar bijvoorbeeld tot 5 halverwege de eerste benen, wordt gestort, wordt voorkomen dat het zand de bekistingselementen naar binnen drukt en kan het resterend deel van het zand na het uitharden van gestorte specie van de fundering worden aangebracht.
Voor een juiste en blijvende positionering heeft het de voorkeur dat de bekistingselementen ten opzichte van de ondergrond worden gefixeerd voordat 10 de specie wordt gestort. De relatief lichte bekistingselementen van schuimmateriaal zouden anders makkelijk kunnen verschuiven door de druk van de vloeibare specie die tussen twee bekistingselementen wordt gestort.
Het heeft bovendien de voorkeur dat de bekistingselementen in de ondergrond worden gefixeerd voordat het zand wordt gestort. Ook het zand zou de 15 bekistingselementen kunnen doen verschuiven, niet alleen vanwege de druk van het zand, maar ook omdat het zand tijdens het storten tegen de bekistingelementen kan aanstromen.
Een eenvoudige wijze voor het ten opzichte van de ondergrond fixeren van de bekistingselementen is het door middel van pennen in de ondergrond 20 fixeren daarvan. Bekistingselementen van schuimmateriaal kunnen relatief eenvoudig met behulp van pennen worden doorboord, zodat geen gaten in de bekistingselementen hoeven te worden aangebracht. Het is uiteraard wel mogelijk vooraf gaten in de bekistingselementen te voorzien waardoorheen pennen zouden kunnen worden gestoken.
25 Wanneer een wapening in de fundering gewenst is kan vóór het storten van het beton een wapening worden aangebracht tussen de bekistingselementen.
Het is mogelijk dat eerst een bodemlaag tussen de bekistingselementen wordt aangebracht voordat de wapening wordt geplaatst. De 30 bodemlaag kan bestaan uit een relatief dunne laag uitgeharde specie maar zou ook kunnen worden vervaardigd van plaatmateriaal, zoals bijvoorbeeld hout.
De onderhavige uitvinding zal hiernavolgend nader worden toegelicht onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen waarin een voorbeelduitvoeringsvorm van een bekistingselement en een werkwijze volgens de 5 onderhavige uitvinding wordt toegelicht.
Figuur 1 toont een perspectivisch bovenaanzicht van een bekistingselement volgens de onderhavige uitvinding;
Figuur 2 toont een perspectivisch bovenaanzicht van twee 5 bekistingselementen volgens Figuur 1;
Figuur 3 toont een perspectivisch zijaanzicht van een deel van een fundering met bekistingselementen volgens de onderhavige uitvinding;
Figuur 4 toont een perspectivisch zijaanzicht van de bekistingselementen uit Figuur 3 in een verdere voorbereidende fase voor het 10 storten van beton;
Figuren 5A-5D tonen doorsnedeaanzichten van steeds een fundering die is gestort met behulp van bekistingselementen en volgens een werkwijze van de onderhavige uitvinding.
Nu kijkend naar Figuur 1 wordt een perspectivisch bovenaanzicht 15 getoond van een bekistingselement volgens de onderhavige uitvinding. Het bekistingselement 1 is vervaardigd van EPS en omvat een staand deel 2 en een liggende basis 3 die in elkaar overgaan. Aan de bovenzijde is opstaand deel 2 voorzien van zich in de lengte van bekistingselement 1 uitstrekkende sleufring 4. Het bekistingselement heeft een lengte van2 meter.
20 Figuur 2 toont een perspectivisch bovenaanzicht van twee bekistingselementen 1 volgens Figuur 1 voor toepassing bij een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding. Tussen de twee bekistingselementen 1 bevinden zich houten bodemplaten 5.
Figuur 3 toont bekistingselementen 1 en afgekorte 25 bekistingselementen 1A uit Figuur 1 en 2, opgesteld op het werk ter voorbereiding van een te storten fundering. Bekistingselementen 1, 1A zijn geplaatst op een uitgegraven strook ondergrond en sluiten toppen van palen 7 in (waarvan er in Figuur 3 slechts één is getoond) waaromheen een fundering dient te worden gestort. Strook ondergrond 6 is uitgegraven uit een bodem 8.
30 Figuur 4 toont de opstelling uit Figuur 3 in een toestand voorafgaand aan het storten van beton. Opgemerkt wordt dat de bekisting in Figuur 4 ten behoeve van een goede toelichting is onderbroken, maar dat de bekisting in werkelijkheid een gesloten circuit zal vormen of aan een kopse zijde zal zijn afgesloten, zodat vloeibaar beton dat binnen de bekisting gestort in de bekisting 6 gevangen blijft. In de sleuven van de bekistingselementen 1 zijn latten 9 gelegd die met behulp van dwarslatten 10 met elkaar zijn verbonden, bijvoorbeeld door middel van spijkeren, nadat een wapening 11 in de bekisting is aangebracht.
Figuren 5A-5D tonen dwarsdoorsnedeaanzichten van een 5 trasraamfundering op palen vervaardigd met bekistingselementen en volgens een werkwijze van de uitvinding. Hierbij is steeds een afwijkende bodem voor de fundering voorzien. Figuren 5A-5D tonen bekistingselementen 1 volgens Figuur 1 waartussen beton 12 om een wapening 11 is gestort op bodemplaten 5 die de kop van paal 7 omgeven. Op betonnen fundering 12 steunt een rand van een liggende 10 plaat 13 isolatiemateriaal en een kopse zijde van een staande plaat 14 isolatiemateriaal en een gemetselde muur 15 af. Op een met stippellijnen weergegeven steun steunt een betonnen vloerplaat 16 af. Figuur 5B wijkt af van Figuur 5A doordat bekistingselementen 1 zijn geplaatst op een vooraf gestorte betonondervloer 17 als bodem voor fundering 12. Figuur 5C toont een variant 15 waarbij een betonnen ondervloer 18 tussen bekistingselementen 1 is gestort en Figuur 5D toont een variant waarbij een bekistingselement 19 is toegepast waarbij twee aan weerszijden van de fundering gelegen delen door middel van een basis met elkaar zijn verbonden.
Hiernavolgend zal de toepassing van het als voorbeeld dienend 20 bekistingselement bij een voorkeurswerkwijze volgens de onderhavige uitvinding nader worden toegelicht. Nadat op op zich bekende wijze een strook ondergrond 6 voor de bekisting en de fundering gereed is gemaakt, worden bekistingselementen 1 gepositioneerd. Deze worden in de ondergrond gefixeerd door middel van pennen 20 die door de uitstekende delen van de basis 3 van een bekistingselement in de 25 ondergrond 6worden gestoken. Op de hoek voor de fundering wordt een bekistingselement 1 in een hoek van 45° afgekort, en wordt daarop vervolgens een ander bekistingselement 1 aangesloten nadat daarvoor een corresponderende schuine zijwand is gemaakt. Aldus ontstaan bekistingselementen 1A die ook met behulp van pennen 20 in de ondergrond 6 zijn gefixeerd. Tussen twee aan 30 weerszijden van een te storten fundering belegen bekistingselementen 1, 1A worden bodemplaten 5 gelegd, waarin uitsparingen zijn voorzien voor palen 7. De bodemplaten 5 kunnen eventueel ook voorafgaand aan het plaatsen van de bekistingselementen 1, 1A worden neergelegd, zodat de bekistingselementen 1, 1A met de naar de fundering gerichte zijden tegen zijkanten van bodemplaat 5 kunnen 7 worden gepositioneerd. De aldus gecreëerde opstelling is te zien in Figuur 3.
Vervolgens wordt tussen bekistingselementen 1, 1A een wapening 11 aangebracht en worden in sleuven 4 latten 9 geplaatst. Daarop worden dwarslatten 10 geplaatst die aan latten 9 worden vastgespijkerd, zodat een starre 5 verbinding aan de bovenzijden van de bekistingelementen 1 wordt gerealiseerd. Vervolgens wordt zand tot halverwege de bekistingselementen 1 op strook ondergrond 6 gestort (zie Figuur 4). Ook in Figuur 4 is weer een deel van de bekisting en de wapening ten behoeve van de toelichting van de uitvinding weggelaten. Wanneer de bekisting aldus is voorbereid kan vloeibaar beton tussen 10 de bekistingselementen 1 worden gestort, waarna het beton kan uitharden. De fundering is dan gereed.
In Figuren 5A-5D worden verschillende dwarsdoorsneden getoond van een fundering die met een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding is vervaardigd. Dezelfde elementen worden in de figuren 5A-5D met dezelfde 15 verwijzingscijfers aangeduid.
Figuur 5A toont een dwarsdoorsnedeaanzicht van een fundering die is vervaardigd op de hierboven beschreven wijze. Om paal 7 is een bodemplaat 5 gepositioneerd waarop de betonnen fundering 12 met wapening 11 is aangebracht. In Figuur 5A aan de linkerzijde is het bekistingselement 1, bijvoorbeeld na het 20 uitharden van het beton, volledig in zand gestort. Het rechter bekistingselement 1 is slechts ten dele in zand gestort, zodat een kruipruimte 21 tussen plaatisolatiemateriaal 13 en bodem 8 aanwezig is.
Figuur 5B toont een doorsnede grotendeels overeenkomend met Figuur 5B, maar nu vervaardigd volgens een iets andere werkwijze dan hierboven 25 onder verwijzing naar Figuren 3 en 4 beschreven. De fundering volgens Figuur 5B is aangebracht door op strook ondergrond 6 eerst een betonnen ondervloer 17 voor de bekistingselementen 1 te storten. Na uitharding van het beton zijn de bekistingselementen 1 op de betonnen ondervloer 17 geplaatst. Een verschil met de fundering uit Figuur 5A is dat de betonnen ondervloer 17 onder de 30 bekistingselementen 1 doorloopt en paal 7 nauw omsluit en daarmee als het ware integraal is verbonden.
Figuur 5C toont een fundering die is tot stand gekomen door toepassing van weer een andere werkwijze. Bij deze fundering zijn de bekistingselementen 1 zoals besproken onder verwijzing naar Figuren 3 en 4 op een 8 strook ondergrond 6 geplaatst. Daarna is tussen de bekistingselementen 1 eerst een betonnen ondervloer 18 gestort waarop na uitharding de wapening 11 en betonnen fundering 12 is gestort.
Nog een alternatieve fundering wordt getoond in Figuur 5D, waarbij 5 een bekistingselement 19 is gebruikt met een U-vormige dwarsdoorsnede. Bekistingselement 19 heeft twee opstaande wanden 22 die aan de binnenkant van bekistingselement 19 verticaal lopen en zich aan de buitenzijden van boven naar beneden divergerend ten opzichte van elkaar uitstrekken, naar basis 23 die niet alleen beide opstaande wanden 22 met elkaar verbindt, maar bovendien aan beide 10 zijden tot buiten de opstaande wanden 22 uitsteekt. Ter hoogte van paal 7 is een uitsparing in basis 23 van bekistingselement 19 voorzien. Bekistingselementen 19 kunnen direct op een strook ondergrond 6 worden gepositioneerd, waarna de wapening 11 kan worden aangebracht en beton 12 kan worden gestort. De doorlopende basis 23 verschaft een verbeterde isolatie en definieert indirect de 15 breedte van de te storten fundering. Door de onderlinge verbinding die bij uitharding van beton 12 ontstaat tussen paal 7 en fundering 12 is alsnog een stabiel met de ondergrond verbonden fundering verschaft.
De onderhavige uitvinding is in de bijgevoegde tekeningen en de bovenstaande beschrijving slechts getoond en besproken onder verwijzing naar 20 enkele uitvoeringsvoorbeelden. Het moge duidelijk zijn dat vele, al dan niet voor de vakman voor de hand liggende, varianten denkbaar zijn binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding die wordt bepaald door de hiernavolgende conclusies. Zo kunnen de schuine wanden van de bekistingselementen zich uitstrekken tot het uiteinde van de basis van de 25 bekistingselementen, waardoor als het ware een rechthoekige driehoek, eventueel met afgeknotte basis en afgeknotte opstaande wand, wordt verschaft. Het is ook denkbaar dat de opstaande wanden over de hele lengte een gelijke dikte hebben, of dat de opstaande wanden trapsgewijs in dikte veranderen. Hoewel in het weergegeven en beschreven voorbeeld de bekisting als een verloren bekisting 30 achterblijft, en daarbij een isolerende functie heeft, zonder de bekistingselementen na het storten en uitharden van het beton kunnen worden verwijderd.
103 77 19

Claims (17)

1. Bekistingselement van schuimmateriaal voor een bekisting van een fundering van een wand, het bekistingselement omvattende een in hoofdzaak L-5 vormige verticale doorsnede, waarbij bij toepassing een eerste been zich verticaal en een tweede been zich horizontaal uitstrekt en waarbij het bekistingselement zich haaks op de verticale doorsnede over een zekere lengte uitstrekt, met het kenmerk, dat het tweede been bij toepassing aan de van de fundering, of althans de beoogde fundering, afgekeerde zijde van het eerste been is voorzien.
2. Bekistingselement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste been in de richting van boven naar beneden een verbreding, bij voorkeur een geleidelijke verbreding, omvat.
3. Bekistingselement volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste been zich aan diens onderuiteinde over ten minste een deel van het tweede 15 been uitstrekt.
4. Bekistingselement volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de naar het tweede been toegekeerde zijde van het eerste been een stompe hoek maakt met het zich tot voorbij het eerste been uitstrekkend deel van het tweede been.
5. Bekistingselement volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste been een kopse bovenzijde heeft die is voorzien van een zich in de lengte van het bekistingselement uitstrekkende uitsparing.
6. Bekistingselement volgens één of meer van de voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat de lengte van het bekistingselement ten minste 0,75 meter bedraagt.
7. Bekistingselement volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bekistingselement over diens lengte een in hoofdzaak constante dwarsdoorsnede bezit.
8. Combinatie van twee bekistingselementen volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat twee bekistingselementen door middel van een zich aan of nabij de onderzijden van de respectievelijke eerste benen uitstrekkend verbindingsstuk met elkaar zijn verbonden. 1037719 c
9. Werkwijze voor het vervaardigen van een fundering voor een wand, omvattende de stappen van: - het aan weerszijden van een te storten fundering en met de horizontale benen van elkaar weg gericht in een patroon van de te storten fundering 5 op een stabiele ondergrond aanbrengen en fixeren van bekistingselementen volgens conclusie 1; - het aan de bovenzijde met elkaar verbinden van de verticale benen van twee tegenover elkaar gelegen bekistingselementen; en - het storten van specie in de ruimte tussen de bekistings- 10 elementen.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de bekistingselementen ten opzichte van de ondergrond worden gefixeerd voordat de specie wordt gestort.
11. Werkwijze volgens conclusie 9 en 10, met het kenmerk, dat voor het 15 storten van de specie zand wordt gestort aan de van de te storten fundering afgekeerde zijden van de bekistingselementen.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de bekistingselementen ten opzichte van de ondergrond worden gefixeerd voordat het zand wordt gestort.
13. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 9 tot en met 12, met het kenmerk, dat de bekistingselementen door middel van pennen in de ondergrond worden gefixeerd.
14. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 9 tot en met 13, met het kenmerk, dat voor het storten van het beton een wapening wordt 25 aangebracht.
15. Werkwijze volgens conclusie 14 met het kenmerk, dat de wapening wordt aangebracht nadat een bodemlaag tussen de bekistingselementen is aangebracht.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, het kenmerk, dat de bodemlaag 30 wordt vervaardigd van specie.
17. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de bodemlaag wordt vervaardigd van een plaatmateriaal. 1037719
NL1037719A 2010-02-15 2010-02-15 Bekistingselement en werkwijze voor het vervaardigen van een fundering. NL1037719C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037719A NL1037719C2 (nl) 2010-02-15 2010-02-15 Bekistingselement en werkwijze voor het vervaardigen van een fundering.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037719A NL1037719C2 (nl) 2010-02-15 2010-02-15 Bekistingselement en werkwijze voor het vervaardigen van een fundering.
NL1037719 2010-02-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1037719C2 true NL1037719C2 (nl) 2011-08-16

Family

ID=42671731

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1037719A NL1037719C2 (nl) 2010-02-15 2010-02-15 Bekistingselement en werkwijze voor het vervaardigen van een fundering.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1037719C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS59154229A (ja) * 1983-02-21 1984-09-03 Asahi Chem Ind Co Ltd 住宅基礎構造の施工法及びその型枠
GB2196681A (en) * 1986-09-29 1988-05-05 Sydney Robert Ashley Members for casting concrete
WO1990015909A1 (en) * 1989-06-20 1990-12-27 Trenchform Limited Formwork for forming structural beams
GB2240350A (en) * 1989-10-11 1991-07-31 Imer Forming foundation beams
WO2008069739A1 (en) * 2006-12-05 2008-06-12 Sundolitt Ab Heat -insulating edge element and method for attaching a plate
US20090202307A1 (en) * 2008-02-11 2009-08-13 Nova Chemicals Inc. Method of constructing an insulated shallow pier foundation building

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS59154229A (ja) * 1983-02-21 1984-09-03 Asahi Chem Ind Co Ltd 住宅基礎構造の施工法及びその型枠
GB2196681A (en) * 1986-09-29 1988-05-05 Sydney Robert Ashley Members for casting concrete
WO1990015909A1 (en) * 1989-06-20 1990-12-27 Trenchform Limited Formwork for forming structural beams
GB2240350A (en) * 1989-10-11 1991-07-31 Imer Forming foundation beams
WO2008069739A1 (en) * 2006-12-05 2008-06-12 Sundolitt Ab Heat -insulating edge element and method for attaching a plate
US20090202307A1 (en) * 2008-02-11 2009-08-13 Nova Chemicals Inc. Method of constructing an insulated shallow pier foundation building

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20090013638A1 (en) Block wall and method of constructing a block wall
KR101574253B1 (ko) Pc패널을 이용한 트윈 월 구조체 구조물의 시공방법
EA014570B1 (ru) Строительный элемент для строительства стен с использованием наполнителя, в частности грунта или подобного материала
NL1003858C2 (nl) Vleugelvloerelement van beton.
US20070193192A1 (en) Concrete forms
NL1037719C2 (nl) Bekistingselement en werkwijze voor het vervaardigen van een fundering.
NL2013013C2 (nl) Prefabbetonelement voor het vervaardigen van een schermwand.
KR101668521B1 (ko) 다층 건축물의 지하층 콘크리트의 시공방법
KR101117675B1 (ko) 콘크리트 블록 및 이를 이용한 건축물 벽체의 시공 방법
GB2522886A (en) Shuttering system
KR102594640B1 (ko) 확장이 가능한 기초용 브라켓 구조 및 이를 이용한 기초 시공 방법
JP5984754B2 (ja) Pcユニットを用いたベタ基礎工法、及びpcユニット
NL2020588B1 (nl) Liggersamenstel voor composietvloer
NL1035422C2 (nl) Bekistingselement voor fundering op staal met trasraam en werkwijze voor het vervaardigen van een trasraam.
AU2013359540B2 (en) Foundation system for bridges and other structures
NL2006820C2 (nl) Herbruikbaar bouwsysteem.
EP3397824B1 (en) Assembly for applying a screed and method for applying a screed
KR101677233B1 (ko) 천정 벽돌과 이를 적용한 건축물의 천정 구조물 및 그 시공 방법
NL2013089B1 (en) Building element suitable for forming a wall of a building.
NL1013055C2 (nl) Industrieel prefabriceerbaar, modulair vloerplaatelement voor gebouwen, in het bijzonder voor woningen.
BE1022249B1 (nl) Bouwsysteem
NL2007210C2 (nl) Bekistingsorgaan, fundering uit een dergelijk bekistingsorgaan en bouwwerk met een dergelijke fundering.
NL1006527C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een fundering en bij deze werkwijze toepasbare betonplaat.
BE1007108A6 (nl) Prefab randafstelprofiel voor vloerplaten.
BE1020529A3 (nl) Werkwijze voor het beschoeien van bouwwerken.

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: MIA HOLDING B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: VERANDERING VAN EIGENAAR(S), OVERDRACHT; FORMER OWNER NAME: HAVADI B.V.

Effective date: 20150914