NL1015784C2 - Deksel voor een funderingsbekisting. - Google Patents

Description

Deksel voor een funderingsbekisting

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een deksel voor een funderingsbekisting zoals die wordt toegepast in de bouw. Met name heeft de uitvinding betrekking op een deksel van geëxpandeerd polystyreen (EPS) voor toepassing bij 5 een EPS-funderingsbekisting.

In de techniek is het bekend om een fundering te maken, door in een bekisting beton te gieten. Deze bekende bekisting omvat een mal met een bodem en twee zijwanden. Wanneer de zijwanden zo hoog zijn dat bij het vullen daarvan met 10 beton kans bestaat op het naar buiten uitzakken van de wanden, vanwege het hoge gewicht van het beton dat zich erin bevindt, worden de wanden aan hun bovenzijde door middel van dwarsliggers bijeengehouden. Een dergelijke techniek is weergegeven in fig. 1. De dwarsliggers worden op hun plaats ge-15 houden met behulp van latten, en dienen na het voldoende uitharden van het beton te.worden verwijderd, omdat het staal waarvan de dwarsliggers zijn vervaardigd, door corrosie daarvan, tot betonrot kan leiden. Tijdens het gieten worden deze dwarsliggers met beton vervuild. Wanneer de dwarsliggers één-20 maal zijn gebruikt, worden zij in het algemeen als afval afgevoerd. Volgens de stand der techniek wordt derhalve een grote hoeveelheid afval verkregen.

Een ander nadeel bij de bekende techniek is dat zowel de binnenmuur als de buitenmuur van een gebouw dat op de 25 fundering wordt geplaatst, een direct contact vormen over de volle lengte van de bovenzijde van de fundering. Wanneer een prefab-vloerprofiel wordt toegepast voor het vormen van een binnenvloer, steunt deze direct af op de fundering. Ook de buitenmuur steunt daar direct op af. Dit leidt in geval van 30 een lage temperatuur aan de buitenzijde tot een koudebrug.

De bekende techniek vertoont derhalve een aantal nadelen, waarvan de bovengenoemde, t.w. de grote hoeveelheid afval bij het bouwen, alsmede de extra werkzaamheden die 1015784 2 noodzakelijk zijn voor het verwijderen van de dwarsliggers en de latten, en de koudebrug de belangrijkste zijn.

Uit het Duitse Gebrauchsmuster DE-A 197 06 651 is een bekistingssysteem bekend waarbij gelijkvormige elementen 5 op elkaar worden geplaatst ter vorming van een muur. Deze elementen kunnen zijn vervaardigd van in het bijzonder een isolatiemateriaal. Deze elementen zijn echter niet geschikt voor toepassing als deksel voor een funderingsbekisting. De afsluitdelen uit dit Gebrauchsmuster bevatten namelijk alle 10 elementen die aan de onderzijde uitsteeksels bevatten, welke samenwerken met een onderliggend element. Daardoor wordt het onmogelijk om een wapening in de bekisting aan te brengen.

De uitvinding heeft nu tot doel om een middel te verschaffen waarmee een verbeterde constructie mogelijk is.

15 Met name heeft de uitvinding tot doel om de bovengenoemde nadelen te voorkomen.

De uitvinding verschaft daartoe een deksel, voor het afsluiten van een funderingsbekisting, zoals genoemd in conclusie 1. Het deksel volgens de uitvinding steunt af op ten 20 minste twee in hoofdzaak verticale wanden van de funderingsbekisting, en omvat naar beneden gerichte middelen om de verticale wanden ten opzichte van elkaar te stabiliseren. Tevens is het deksel voorzien van openingen waar doorheen de bekisting met beton kan worden gevuld. Het materiaal dient ten-25 slotte van een inert materiaal te zijn vervaardigd.

Het is volgens de uitvinding mogelijk om de wanden van de funderingsbekisting ten opzichte van elkaar te stabiliseren, waardoor deze bij het vullen met beton niet meer kunnen uitzakken. Hierbij is het niet nodig om het deksel na 30 het vullen van de bekisting te verwijderen, omdat het deksel van een inert materiaal is gemaakt, dat in contact met beton derhalve niet zal reageren. In tegenstelling tot de in de techniek toegepaste ijzeren dwarsliggers, is corrosie van staal derhalve niet mogelijk.

35 Met "inert materiaal" wordt in deze beschrijving be doeld elk materiaal dat geen reactie aangaat met beton.

1015784' 3

Een materiaal voor het deksel dat de voorkeur heeft, is een thermisch isolerend materiaal, met bijzondere voorkeur geëxpandeerd polystyreen.

Verdere voordelen zullen duidelijk worden aan de 5 hand van de hierna volgende figuurbeschrijving.

Fig. 1 toont een combinatie van funderingsbekisting en stabiliseringsmiddelen volgens de stand der techniek.

Fig. 2 toont een bovenaanzicht van een deksel volgens de uitvinding.

10 Fig. 3 toont een dwarsdoorsnede in de richting van de pijlen III-III in fig 2.

Fig. 4 toont een dwarsdoorsnede van een implementatie van het deksel volgens de uitvinding.

15 Fig. 1 toont een in de techniek toegepaste funde ringsbekisting 1, welke uit elk willekeurig materiaal kan bestaan, bijvoorbeeld geëxpandeerd polystyreen, welke is gevuld met beton 4. Op de bekisting 1 is een dwarsligger 2 aangebracht, welke bijvoorbeeld kan bestaan uit een metalen staaf, 20 en welke aan zijn over de wanden van de bekisting 1 uitstekende delen van een zodanige profilering is voorzien dat daarin latten 3 kunnen worden gebracht. Een aantal van deze dwarsliggers 2 dienen op regelmatige afstanden van elkaar op de bekisting 1 te worden gelegd, waarna deze onderling op 25 losrieembare wijze met elkaar worden verbonden door middel van de latten 3. Hierdoor wordt verkregen dat de wanden van de bekisting 1 tijdens het vullen van het beton, en voordat het beton voldoende is uitgehard, ten gevolge van het gewicht van het beton 4 kunnen uitzakken. Wanneer het beton zodanig is 30 uitgehard dat het niet meer zal uitzakken, oftewel zijn vormvastheid heeft verkregen, kunnen de dwarsliggers 2 en de latten 3 worden verwijderd. Tijdens het gieten zullen de dwarsliggers 2 worden bedekt met beton, wat er in de praktijk toe leidt dat de dwarsliggers 2 in de regel slechts éénmalig wor-35 den gebruikt. Ook indien de latten 3 met beton worden vervuild, zullen deze na gebruik als afval worden afgevoerd.

Fig. 2 toont een bovenaanzicht van het deksel volgens de uitvinding. Het vertoonde deksel 5 omvat zich in de 4 lengterichting van het deksel 5 zich uitstrekkende elementen 6, 7. Deze elementen 6, 7 zijn onderling verbonden door dwarsverbindingen 8, 8'. De dwarsverbindingen zijn op hun positie tussen de twee elementen 6, 7 onderling verbonden door 5 middel van een middenribbe 9. Hierdoor wordt een voldoende stijfheid van het gehele deksel 5 verkregen. De ruimtes die worden gedefinieerd door de dwarsverbindingen 8, 8' en de middenribbe 9 alsmede de elementen 6, respectievelijk 7, vormen een doorgaande opening door het deksel heen.

10 Een dwarsdoorsnede door het deksel volgens fig. 2, in de richting van de pijlen III-III is getoond in fig. 3.

Het deksel 5 is hierbij op twee verticale wanden 10, 11 van een bekisting geplaatst. Duidelijk is te zien dat de zich naar beneden toe uitstrekkende delen 12, 13 van het deksel 5 15 een naar buiten gerichte verplaatsing van de wanden 10, 11 van de bekisting verhinderen. Wanneer de inwendige afstand tussen de delen 12, 13 enigszins kleiner wordt gekozen dan de uitwendige afstand van de wanden 10, 11 wordt een voldoende stevige klemming van het deksel op de bekisting verkregen.

20 Wanneer het deksel op de bekisting is geplaatst kan de bekisting worden gevuld met beton. Het vullen vindt plaats via de openingen tussen de elementen 6 en 9, respectievelijk 7 en 9. Het beton wordt hierbij toegevoerd in de richting van de pijlen 14, 15 en het beton zal de ruimte 16 vervolgens 25 vullen. Het beton kan worden gevuld totdat het de bovenrand 17 van het deksel 5 heeft bereikt.

Wanneer de bekisting, zoals getoond in fig. 3, en voorzien van een deksel 5, met beton is gevuld en dit is uitgehard, wordt een vaste massa verkregen welke reikt tot aan 30 de bovenzijde 17 van het deksel 5. Het is nu eenvoudig mogelijk om op de fundering bijvoorbeeld een binnenvloer 18 te doen afsteunen, zoals getoond in fig. 4. Tevens is in deze fig. 4 getoond dat een buitenmuur 19 op de gevormde fundering afsteunt. De fundering strekt zich door de openingen 8',8 in 35 het deksel naar boven toe uit, waardoor, zoals te zien is in fig. 2, een groot aantal uitstulpingen 20, 21 worden gevormd die telkens worden begrensd door naast elkaar liggende dwarsverbindingen 8' en elementen 6 en ribbe 9, respectievelijk 1015784 5 dwarsverbindingen 8 en element 7 en ribbe 9. Afhankelijk van de openingen die zich tussen de respectievelijke dwarsverbindingen 8 en 8' bevinden, wordt een bepaald oppervlak verkregen waarop de vloer 18 en de buitenmuur 19 kunnen afsteunen.

5 Een groot deel van het oppervlak onder de vloer 18 en de buitenmuur 19 wordt echter gevormd door de dwarsverbindingen 8', 8. Dit leidt er toe dat het warmtetransport door de fundering zal worden verlaagd wanneer deze van een thermisch isolerend materiaal zijn vervaardigd. Bovendien, omdat de ribbe 9 zich 10 over de gehele lengte uitstrekt, zal het warmtetransport hier eveneens aanzienlijk worden verlaagd, omdat de ribbe 9 een belemmering voor de koudebrug vormt. Het is mogelijk, zoals getoond in fig. 4, om naar boven toe, in het verlengde van de ribbe 9, isolatiemateriaal aan te brengen. Vanwege het in het 15 algemeen geringe gewicht ervan, zal het geen probleem vormen wanneer dit isolatiemateriaal direct afsteunt op de ribbe 9.

De vloer 18 alsmede de buitenmuur 19 zullen in voldoende mate worden ondersteund door de nokken 20, respectievelijk 21.

20 Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is. be perkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen. Zo is het mogelijk om het deksel volgens de uitvinding vrijwel elke gewenste vorm te geven. Het,is mogelijk om de ribbe 9 in het midden van het deksel 5 te plaat-25 sen, waardoor ribben 8 en 8' en nokken 20, 21 met dezelfde afmeting worden verkregen, of om deze ribbe 9 naar één van de elementen 6, respectievelijk 7 te verschuiven, waardoor nokken 20, 21 met verschillende afmetingen worden verkregen. D-it kan bijvoorbeeld van belang zijn wanneer een extra afsteuning 30 van één van de bovenliggende delen gewenst is.

1 01 578 4

Claims (4)

1. Deksel, voor het afsluiten van een funderings-bekisting die ten minste twee in hoofdzaak verticale en in hoofdzaak parallelle wanden omvat, vervaardigd van een inert materiaal, omvattende een deel dat afsteunt op de in hoofd- 5 zaak verticale wanden van de bekisting, alsmede naar beneden gerichte delen om de verticale wanden ten opzichte van elkaar te stabiliseren, waarbij het deksel is voorzien van doorgaande openingen die geschikt zijn om de bekisting te vullen met beton, en waarbij de door de bekisting en het deksel gevormde 10 ruimte in hoofdzaak vrij is van vanuit het deksel uitstekende materiaalonderdelen.

2. Deksel volgens conclusie 1, waarbij het is vervaardigd van een thermisch isolerend materiaal.

3. Deksel volgens conclusie 2, waarbij het is ver-15 vaardigd van geëxpandeerd polystyreen.

4. Set van funderingsbekisting en deksel vólgens conclusie 1-3, waarbij de funderingsbekisting en het deksel zijn vervaardigd van polystyreen. 1015784'