NL1017778C2 - Bekistingssysteem. - Google Patents

Description

f

Bekistingssysteem.

BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een bekistings-5 systeem voor het storten van betonnen funderingsbalken op een ondergrond omvattende tegenover elkaar gelegen zich verticaal boven de ondergrond uitstrekkende bekistingselementen voor het tussen de bekistingselementen en boven de ondergrond bepalen van een bekistingsruimte, en oriëntatiemiddelen voor het verticaal oriënteren en positioneren van de bekistings-10 elementen.

Bij het bouwen van gebouwen zoals huizen worden in het algemeen liggende betonnen funderingsbal ken aangebracht waarop de dragende wanden van het desbetreffende gebouw worden opgetrokken. De funderingsbalken bevinden zich onder het uiteindelijke maai veldniveau. 15 Voor het aanbrengen van de funderingsbalken kan enerzijds gebruik worden gemaakt van geprefabriceerde betonnen funderingsbalken die bijvoorbeeld met hun uiteinden op de koppen van heipalen worden gelegd. Anderzijds is het mogelijk om de funderingsbal ken in het werk, dat wil zeggen ter plaatse, te storten, desgewenst direct op een ondergrond zonder 20 toepassing van heipalen of poeren.

Voor het in het werk storten van de funderingsbal ken zijn diverse bekistingssystemen beschikbaar.

Het meest gangbare bekistingssysteem wordt gevormd door het creëren van een bekisting met behulp van planken, zoals steiger-25 delen, die met behulp van piketpaaltjes verticaal tegenover elkaar worden opgesteld. Tegenover elkaar gelegen, aldus gevormde, bekistingselementen worden aan hun bovenzijde met elkaar verbonden met dwarslatten die op regelmatige afstand van elkaar worden aangebracht. Dankzij deze dwarslatten en de aan de buitenzijde van de bekistingselementen opgestelde 30 piketpaaltjes kunnen de zijdelingse krachten op de, de bekisting vormende, plankdelen worden opgevangen.

1017778 2

Het is tevens bekend om relatief hoge piketpaaltjes toe te passen aan de buitenzijde van naar elkaar gerichte houten verticale schotten, waarbij de piketpaaltjes de schotten zijdelings ondersteunen. De piketpalen strekken zich uit tot boven de schotten en 5 zijn met behulp van bijvoorbeeld een aluminium strip of van houten stroken boven de houten schotten met elkaar verbonden.

Het is tevens bekend om gebruik te maken van U-vormige piepschuimen profiel del en. Ook bij dit systeem worden de poten van het U-profiel nabij hun uiteinden met elkaar verbonden middels een spatklamp om 10 de zijdelingse druk tijdens en na het storten van het beton op te kunnen vangen. Een dergelijke bekisting blijft achter in het beton en is derhalve niet herbruikbaar. Mede hierdoor is dit systeem relatief duur. Daarnaast wordt als algemeen nadeel van dit bekistingssysteem beschouwd dat op het liggend deel van het U-vormig profiel, uiteindelijk de 15 bekisting tezamen met de dragende wanden daarboven alsmede een deel van het gewicht van het desbetreffende gebouw, komt te rusten. Tevens is het noodzakelijk de piepschuimen profielen op een vlakke bedding aan te brengen en is het in verstek zagen van de U-vormige profielen arbeidsintensief, waardoor hoeken in de funderingsbalken slechts met relatief 20 veel moeite kunnen worden gerealiseerd.

Een algemeen nadeel van alle systemen volgens de stand van de techniek is dat zij gebruik maken van dwarsverbindingen die weerszijden van een bekisting met elkaar verbinden om zijdelingse drukspanningen op de bekisting op te kunnen vangen. Deze dwars-25 verbindingen vormen aan de bovenzijde een belemmering bij het storten van het beton en worden uiteraard bevuild met betonspatten, waardoor ze niet of slechts beperkt her te gebruiken zijn. Een ander nadeel wordt gevormd door de grote hoeveelheid tijd die gemoeid is met het op maat maken en aanbrengen van de bekisting. Daarnaast is het zo dat, voor zover het 30 bekistingssysteem überhaupt herbruikbaar is, dit slechts in beperkte mate is doordat toegepaste schotten of planken vervuilen en bovendien op maat -V *Λ 1 1' f H i J 3 & * * ^ 3 moeten worden gemaakt, waarbij niet meer bruikbare reststukken ontstaan.

De uitvinding beoogt nu een bekistingssysteem volgens de aanhef te verschaffen waarmee het, al dan niet in voorkeursuitvoeringsvormen, mogelijk is om op zeer snelle wijze een veelvuldig 5 herbruikbare bekisting aan te brengen, waarbij er geen noodzaak is tot het toepassen van dwarsverbindingen tussen twee tegenover gelegen zijden van de bekisting. Hiertoe wordt het bekistingssysteem volgens de uitvinding gekenmerkt doordat ieder bekistingselement en tenminste een deel van de bijbehorende oriëntatiemiddelen als één geheel is uitgevoerd. 10 Hierdoor ontstaat het belangrijke voordeel dat er geen noodzaak meer is om de bekistingselementen en de bijbehorende oriëntatiemiddelen of althans een deel daarvan, onderling op een juiste wijze te positioneren aangezien de oriëntatiemiddelen een vaste ruimtelijke positie innemen ten opzichte van de bekistingselementen. Tevens is het dientengevolge niet 15 meer nodig om genoemde elementen onderling met elkaar te verbinden. Hierdoor kan een aanzienlijke tijdsbesparing worden verkregen bij het aanbrengen van de bekisting. Binnen het kader van de onderhavige uitvinding dient onder het begrip oriëntatiemiddelen die middelen, te worden verstaan, die de zijdelingse kracht opvangen, die wordt 20 uitgeoefend door gestort beton.

Bij voorkeur is het geheel ten minste ten dele van metaal vervaardigd. Beton hecht zich slecht aan metaal en is eventueel gemakkelijk hiervan te verwijderen, waardoor een maximaal herbruikbaar systeem kan worden gecreëerd.

25 Volgens een zeer voordelige voorkeursuitvoeringsvorm is het geheel, verder te noemen bekistingsdeel, gevormd door een om een eerste buislijn gebogen, in hoofdzaak V-vormige, plaat met een eerste poot die het bekistingselement vormt en een tweede poot die de bijbehorende oriëntatiemiddelen vormen of althans een deel daarvan. 30 Toegepast zal het beki stingsdeel met de punt van de V-vorm naar boven op een ondergrond worden aangebracht, waarbij de eerste poot verticaal is 1017778 4 georiënteerd en de tweede poot zich uitstrekt aan de van de bekistings-ruimte afgekeerde zijde. Deze tweede poot kan zo dienst doen als een schorend element dat in staat is om de zijdelingse druk tegen de eerste poot ten gevolge van het storten van het beton, op te vangen. Een 5 separate dwarsverbinding tussen twee tegenover gelegen bekistingsdelen is derhalve niet noodzakelijk. Daarnaast biedt de V-vormigheid van de bekistingsdelen het grote voordeel, dat zij nestbaar kunnen worden uitgevoerd hetgeen voordelig is bij opslag en transport van de bekistingsdelen. Daarnaast kunnen ze wanneer zij als bekisting worden 10 toegepast, overlappend worden gepositioneerd, zodat er geen noodzaak is om de bekistingsdelen voor iedere individuele bekisting van funderings-balken, op maat te maken.

Voor het aanbrengen van de bekistingsdelen boven een ondergrond kunnen de vrije randen aan de vrije uiteinden van de eerste 15 poot en de tweede poot tot in de ondergrond worden geduwd. Hiertoe is het voordelig indien deze randen aan de vrije uiteinden van de eerste poot en de tweede poot, zich op in hoofdzaak dezelfde verticale positie bevinden, indien de eerste poot verticaal en de eerste buiglijn horizontaal is georiënteerd.

20 Het is geschikt gebleken indien de eerste poot en de tweede poot een hoek gelegen tussen 15 graden en 75 graden met elkaar maken in een vlak loodrecht op de eerste poot en op de tweede poot. Een zeer voordelig compromis tussen de ruimte die de bekistingsdelen innemen enerzijds en de schorende werking van de tweede poot anderzijds wordt 25 verkregen indien de eerste poot en de tweede poot een hoek gelegen tussen 40 graden en 50 graden met elkaar maken.

Om het in de grond aanbrengen van de bekistingsdelen te vergemakkelijken, verdient het de voorkeur indien nabij het vrije uiteinde van de tweede poot, de tweede poot is voorzien van een, om 30 een tweede buiglijn gebogen, steekrand in hoofdzaak evenwijdig aan de eerste poot. Zo is voor zowel het aanbrengen van de vrije rand van de i 5 eerste poot als van de vrije rand van de tweede poot een beweging in dezelfde richting nodig.

Om dit aanbrengen verder te vergemakkelijken wordt een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding gekenmerkt doordat nabij het 5 vrije uiteinde van de eerste poot en/of van de tweede poot een voetgat is aangebracht. Het aanbrengen van de bekistingsdelen kan geschieden door neerwaartse druk met een voet in het voetgat op het bekistingsdeel uit te oefenen.

Ten behoeve van het creëren van hoeken in de 10 funderingsbalken is het zeer voordelig indien het vrije uiteinde van de tweede poot een vrije rand heeft waarvan de lengte korter is dan de lengte van de eerste buiglijn. Hierdoor kan worden voorkomen dat de vrije randen van tweede poten van een hoek vormende bekistingsdelen, elkaar in de weg zitten. Hiertoe is het wel nodig dat de betreffende bekistings-15 delen min of meer spiegel symmetrisch zijn.

Het korter maken van de lengte van de vrije rand ten opzichte van de lengte van de eerste buiglijn wordt op een zeer voordelige manier gerealiseerd indien de eerste buiglijn zich uitstrekt tussen een eerste uiteinde en een tweede uiteinde en de vrije rand van de 20 tweede poot zich eveneens uitstrekt tussen een eerste uiteinde en een tweede uiteinde, waarbij een eerste verbindingslijn tussen het eerste uiteinde van de eerste buiglijn en het eerste uiteinde van de vrije rand en/of een tweede verbindingslijn tussen het tweede uiteinde van de eerste buiglijn en de tweede uiteinde van de vrije rand gezien in een vlak 25 evenwijdig aan de eerste poot een hoek maakt gelegen tussen 15 graden en 75 graden en bij verdere voorkeur tussen 40 graden en 50 graden met de eerste buiglijn. De optimale hoek zal mede afhangen van de grootte van de hoek tussen de eerste poot en de tweede poot, waarbij het voordelig is indien een eerste verbindingslijn van een eerste bekistingsdeel en een 30 tweede verbindingslijn van een tweede bekistingsdeel tegen elkaar aanliggen indien de betreffende bekistingsdelen een hoek vormen.

1017778 6

Een optimaal materiaalgebruik, in combinatie met een relatief eenvoudige productiemogelijkheid middels een knipbewerking, wordt verkregen indien een vrije zijrand van de tweede poot in hoofdzaak de eerste verbindingslijn en/of de tweede verbindingslijn volgt.

5 Voor eventuele extra versteviging ten behoeve van relatief hoge funderingsbalken kan het voordelig zijn indien in de tweede poot in de helft nabij de eerste buiglijn ten minste één gat is aangebracht voor een verstevigingspen.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand 10 van de navolgende figuurbeschrijving. Hierin toont figuur 1 schematisch in dwarsdoorsnede een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van het bekistingssysteem volgens de uitvinding; figuur 2 een bekistingsdeel van het bekistingssysteem volgens figuur 1 in zijaanzicht; 15 figuur 3 het bekistingssysteem volgens figuur 1 in bovenaanzicht bij toepassing in een hoek; figuur 4 schematisch in dwarsdoorsnede een bekistingsdeel van een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een bekistingssysteem; figuur 5 in zijaanzicht een bekistingsdeel van een 20 derde voorkeursuitvoeringsvorm van een bekistingssysteem.

Bekistingssysteem 1 in figuur 1 omvat twee tegenover elkaar gelegen bekistingsdelen 2 en 3 die zich grotendeels boven bodemniveau 4 uitstrekken. De bekistingsdelen 2, 3 zijn in hoofdzaak V-vormig gebogen om eerste buiglijnen 5, 6 waardoor eerste poten verder te 25 noemen bekistingspoten 7, 8 zijn ontstaan alsmede tweede poten verder te noemen schoorpoten 9, 10. De bekistingspoten 7, 8 en schoorpoten 9, 10 maken respectievelijk een hoek van 45 graden met elkaar. De bekistingsdelen 2, 3 zijn met de uiteinden van bekistingspoten 7, 8 en schoorpoten 9, 10 in de grond onder bodemniveau 4 gestoken. Hiertoe zijn de schoor-30 poten 9, 10 nabij hun vrije uiteinden om tweede buiglijnen 11, 12 gebogen dusdanig dat de vrije uiteinden 13, 14 van schoorpoten 9, 10 zich

ü w : & $ / O

« 7 evenwijdig uitstrekken aan bekistingspoten 7, 8. Tevens bevinden de onderzijden van de vrije uiteinden 13, 14 en bekistingspoten 7, 8 zich op hetzelfde verticale niveau. De bekistingsdelen 2, 3 en dan met name de bekistingspoten 7, 8 definiëren daartussen en boven bodemniveau 4 een 5 bekistingsruimte voor het storten van beton 15. In de in figuur 1 weergegeven situatie is het beton gestort tot op een hoogte van circa 30 cm boven het bodemniveau 4. De beki stingspoten 7, 8 strekken zich circa 50 cm uit boven de grond, terwijl deze zelfde bekistingspoten 7, 8 zich circa 10 cm in de grond uitstrekken, net zoals vrije uiteinden 13, 10 14. Alhoewel, gezien het schematische karakter van figuur 1, niet nader in figuur 1 weergegeven, is om de bekistingsruimte een kunststof folie aangebracht, zoals deze veelal wordt toegepast bij het storten van funderingsbalken.

In figuur 2 is bekistingsdeel 2 uit figuur 1 in 15 zijaanzicht weergegeven. Zoals uit dit figuur blijkt strekt de eerste buiglijn 6 zich uit van eerste uiteinde 16 naar tweede uiteinde 17. De tweede buiglijn 12 strekt zich uit van eerste uiteinde 18 naar tweede uiteinde 19. Vrije rand 20 van schoorpoot 10 strekt zich rechtlijnig uit tussen tweede uiteinde 17 van eerste buiglijn 6 en tweede uiteinde 19 van 20 tweede buiglijn 12. In het vlak van tekening maakt vrije rand 20 een hoek van 45 graden met eerste buiglijn 6. De tegenover vrije rand 20 gelegen vrije rand 21 strekt zich rechtlijnig uit tussen het eerste uiteinde 16 van eerste buiglijn 6 en het eerste uiteinde 18 van tweede buiglijn 12. In schoorpoot 10 is direct boven de tweede buiglijn 12 bij het midden 25 daarvan een voetgat 22 aangebracht. Een voet kan zich uitstrekken door voetgat 22 en direct op de tweede buiglijn 12 drukken voor het in de grond duwen van het vrije uiteinde 14 van schoorpoot 10. Nabij de eerste buiglijn 6 zijn een drietal gaten 23 aangebracht waardoorheen zich verstevigingspennen, bijvoorbeeld van staal, kunnen uitstrekken ter 30 verdere versteviging en verstijving van bekistingsdeel 2. De toepassing van dergelijke pennen kan met name van nut zijn indien men een hogere 1017778 8 storting van beton wil verrichten, dan de gebruikelijke storthoogte, die gelegen is rond de 25 a 30 centimeter. Het principe van een dergelijke pen is weergegeven in figuur 4. Gaten 23 en voetgat 22 laten zich eenvoudig in plaatstaal aanbrengen door middel van een stansbewerking, 5 voordat het uitgangsmateriaal, dat bijvoorbeeld wordt gevormd door 2 millimeter dik plaatstaal, wordt gebogen om de eerste buiglijn 6 en de tweede buig!ijn 12.

In figuur 3 is het bekistingssysteem volgens de eerste voorkeursuitvoeringsvorm weergegeven in bovenaanzicht, ter plaatse van 10 een hoek. Voor een hoekopstelling zijn bij de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van het bekistingssysteem, spiegel symmetrische bekistingsdelen 30, 31 vereist. Dankzij de specifieke vorm van de schoorpoten, zoals nader toegelicht aan de hand van figuur 2, kunnen deze ter plaatse van aanlig!ijn 32, nauw tegen elkaar aanliggen. De 15 bekistingsdelen 30 en 31 vormen tezamen de binnenhoek van de bekisting voor een gehoekte funderingsbalk. Aan de buitenzijde van deze binnenhoek is een haakse hoek 33 in de grond geduwd. De haakse hoek 33 strekt zich uit tot het bovenste niveau van de beki stingsdelen 30, 31 en verschaft extra stevigheid ter plaatse.

20 In figuur 3 is tevens een derde bekistingsdeel 34 weergegeven die identiek aan bekistingsdeel 31. Bekistingsdeel 34 en bekistingsdeel 31 overlappen over een lengte van 10 cm met elkaar. Dit is mogelijk vanwege de V-vorm van de bekistingsdelen. Het zijdelings verspringen van de bekistingspoten vanwege het overlappen, is in de 25 praktijk geen probleem vanwege de beperkte dikte van het materiaal waaruit de bekistingsdelen kunnen worden vervaardigd. Door achtereenvolgende bekistingsdelen afwisselend te overlappen kan een complete bekisting voor de stortenfunderingsbalken van een gebouw, worden uitgezet. Door de overlaplengte te laten variëren, kan de bekisting exact 30 op de gewenste maatvoering worden gebracht, zonder dat het noodzakelijk is, om één of meerdere bekistingsdelen (destructief) op maat te brengen.

'r r'T **? ~ "i 7 / , 9

Figuur 4 toont een bekistingsdeel 40 dat deel kan uitmaken van een bekistingssysteem volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm. Bekistingsdeel 40 onderscheidt zich slechts beperkt van de bekistingsdelen volgens de figuren 1, 2 en 3. Het onderscheid is 5 gelegen in het vrije uiteinde 41 dat zich horizontaal boven bodemniveau 4 uitstrekt en hierop rust. In het vrije uiteinde 41 zijn op regelmatige afstanden van elkaar niet nader getoonde gaten aangebracht, vergelijkbaar met gaten 23 in figuur 2, waardoorheen zich positioneerpennen 42 tot in de grond onder bodemniveau 4 kunnen uitstrekken. Tevens is in figuur 4 10 een verstevigingspen 43 weergegeven zoals deze zich kan uitstrekken door openingen zoals openingen 23 in de figuren 2 en 3.

Figuur 5 toont een bekistingsdeel 50 volgens een derde voorkeursuitvoeringsvorm van een bekistingssysteem volgens de uitvinding. Bekistingsdeel 50 is spiegel symmetrisch en omvat een schoorpoot 51 met 15 vrije randen 52, 53 die beiden een hoek van 45 graden in het vlak van figuur 5 maken met de buiglijn 54 tussen schoorpoot 51 en bekistingspoot 55. De functionaliteit van bekistingsdeel 50 is hetzelfde als de bekistingsdelen volgens de figuren 1 tot en met 3, met dien verstande dat het het ten behoeve van het vormen van hoeken, zoals weergegeven in 20 figuur 3, niet meer noodzakelijk is om twee uitvoeringsvormen van bekistingsdelen te gebruiken. Eén uitvoeringsvorm volstaat.

De bekistingsdelen zoals deze bovenstaand aan de hand van drie voorkeursuitvoeringsvormen van bekistingssystemen volgens de uitvinding zijn toegelicht, hebben gemeenschappelijk dat zij in hoofdzaak 25 V-vormig zijn, waardoor het mogelijk is om de achtereenvolgende bekistingsdelen in toegepaste toestand overlappend op te stellen, terwijl zij verder nestbaar zijn, hetgeen voordelig is bij transport en opslag. Tevens wordt een belangrijk voordeel gevormd door het feit dat dwarsverbindingen tussen twee tegenover gelegen bekistingsdelen achterwege 30 kunnen blijven, aangezien de schoorpoten voldoende zijdelingse stijfheid verschaffen.

1017778

Claims (11)

1. Bekistingssysteem voor het storten van betonnen funderingsbalken op een ondergrond omvattende tegenover elkaar gelegen 5 zich verticaal boven de ondergrond uitstrekkende bekistingselementen voor het tussen de bekistingselementen en boven de ondergrond bepalen van een bekistingsruimte, en oriëntatiemiddelen voor het verticaal oriënteren en positioneren van de bekistingselementen, met het kenmerk, dat ieder bekistingselement en tenminste een deel van de bijbehorende oriëntatie-10 middelen als een geheel is uitgevoerd.

2 Bekistingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geheel ten minste ten dele van metaal is vervaardigd.

3. Bekistingssysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het geheel is gevormd door een in hoofdzaak V-vormig om een 15 eerste buiglijn gebogen plaat met een eerste poot die het bekistings element vormt en een tweede poot die bijbehorende oriëntatiemiddelen vormen of althans een deel daarvan.

4. Bekistingssysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de randen aan de vrije uiteinden van de eerste poot en de 20 tweede poot, zich op in hoofdzaak dezelfde verticale positie bevinden, indien de eerste poot verticaal is georiënteerd en de eerste buiglijn horizontaal is georiënteerd.

5. Bekistingssysteem conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de eerste poot en de tweede poot een hoek gelegen tussen 15 graden en 25 75 graden en bij verdere voorkeur tussen 40 graden en 50 graden met elkaar maken in een vlak loodrecht op de eerste poot en op de tweede poot.

6. Bekistingssysteem volgens conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat nabij het vrije uiteinde van de tweede poot, de tweede poot 30 is voorzien van een, om een tweede buiglijn gebogen, steekrand in hoofdzaak evenwijdig aan de eerste poot. 1 0 1 7 7 7 8 *

7. Bekistingssysteem volgens een van de conclusies 3 tot en met 6, met het kenmerk, dat nabij het vrije uiteinde van de eerste poot en/of van de tweede poot een voetgat is aangebracht.

8. Bekistingssysteem volgens een van de conclusies 3 tot 5 en met 7, met het kenmerk, dat het vrije uiteinde van de tweede poot een vrije rand heeft waarvan de lengte korter is dan de lengte van de eerste buiglijn.

9. Bekistingssysteem volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de eerste buiglijn zich uitstrekt tussen een eerste uiteinde 10 en een tweede uiteinde en dat de vrije rand van de tweede poot zich eveneens uitstrekt tussen een eerste uiteinde en een tweede uiteinde, en dat een eerste verbindingslijn tussen het eerste uiteinde van de eerste buiglijn en het eerste uiteinde van de vrije rand en/of een tweede verbindingslijn tussen het tweede uiteinde van de eerste buiglijn en het 15 tweede uiteinde van de vrije rand gezien loodrecht op een vlak evenwijdig aan de eerste poot een hoek maakt gelegen tussen 15 graden en 75 graden en bij verdere voorkeur tussen 40 graden en 50 graden met de eerste buiglijn.

10. Bekistingssysteem volgens conclusie 9, met het 20 kenmerk, dat een vrije zijrand van de tweede poot in hoofdzaak de eerste verbindingslijn en/of de tweede verbindingslijn volgt.

11. Bekistingssysteem volgens een van de conclusies 3 tot en met 10, met het kenmerk, dat in de tweede poot in de helft nabij de eerste buiglijn, tenminste een gat is aangebracht voor een verstevigins- 25 pen. ‘017778