NL1034108C2 - Voertuig. - Google Patents

Voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL1034108C2
NL1034108C2 NL1034108A NL1034108A NL1034108C2 NL 1034108 C2 NL1034108 C2 NL 1034108C2 NL 1034108 A NL1034108 A NL 1034108A NL 1034108 A NL1034108 A NL 1034108A NL 1034108 C2 NL1034108 C2 NL 1034108C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
vehicle
frame
frame parts
clamping means
coupling
Prior art date
Application number
NL1034108A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelis Johannes Helena Waaijer
Original Assignee
Nicolaas Petrus Luiten
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nicolaas Petrus Luiten filed Critical Nicolaas Petrus Luiten
Priority to NL1034108A priority Critical patent/NL1034108C2/nl
Priority to US12/667,660 priority patent/US20110025016A1/en
Priority to CN200880023640A priority patent/CN101784436A/zh
Priority to EP08778994A priority patent/EP2173607A1/en
Priority to PCT/NL2008/000170 priority patent/WO2009008708A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1034108C2 publication Critical patent/NL1034108C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K15/00Collapsible or foldable cycles
    • B62K15/006Collapsible or foldable cycles the frame being foldable
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62HCYCLE STANDS; SUPPORTS OR HOLDERS FOR PARKING OR STORING CYCLES; APPLIANCES PREVENTING OR INDICATING UNAUTHORIZED USE OR THEFT OF CYCLES; LOCKS INTEGRAL WITH CYCLES; DEVICES FOR LEARNING TO RIDE CYCLES
    • B62H5/00Appliances preventing or indicating unauthorised use or theft of cycles; Locks integral with cycles
    • B62H5/003Appliances preventing or indicating unauthorised use or theft of cycles; Locks integral with cycles using chains or cables
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K15/00Collapsible or foldable cycles
    • B62K2015/005Collapsible or foldable cycles having additional wheels for use when folded or collapsed

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Automatic Cycles, And Cycles In General (AREA)
  • Axle Suspensions And Sidecars For Cycles (AREA)

Description

%
Voertuig
De uitvinding betreft een voertuig, omvattende een frame, een aantal wielen aan het frame, voor het verrijden 5 van het voertuig over een ondergrond, waarbij het frame ten minste twee onderling verbonden framedelen omvat, een opspanmiddel en aangrijpingsmiddelen waarmee het opspanmiddel in aangrijping is met de framedelen.
Dergelijke voertuigen zijn bijvoorbeeld bekend als 10 fietsen, waarbij een kabel als structureel deel van het frame is opgenomen. Bij bekende fietsen met een kabel als structureel deel van het frame buigt het frame door of gaat het frame kapot als het frame door een berijder wordt belast en de kabel ontbreekt.
15 Een dóórontwikkeling van dergelijke fietsen is, dat de kabel te gebruiken is als kabelslot als de fiets niet wordt gebruikt. Als de fiets dan met de kabel als kabelslot op slot staat, moet een dief de kabel bijvoorbeeld doorknippen om de fiets mee te kunnen nemen. Als de dief 20 vervolgens plaats neemt op de fiets om daarop weg te fietsen buigt een framedeel door of breek een framedeel en blijkt de fiets voor de dief onbruikbaar.
Nadeel van deze bekende fietsen is, dat de fiets zonder kabel gebruiksgeschikt lijkt of zelfs enige tijd 25 gebruiksgeschikt is. Hierdoor bemerkt de dief pas dat de fiets voor hem onbruikbaar is, nadat hij de kabel heeft doorgeknipt en op de fiets heeft plaatsgenomen of zelfs al op de fiets is weggefietst. Ook al zal de dief wellicht zijn geneigd de fiets achter te laten, dan nog wordt de eigenaar 30 van de fiets geconfronteerd met een kapotte kabel of zelfs een verbogen of gebroken framedeel.
1034108 2
Met de uitvinding is beoogd dit nadeel te verhelpen of althans te verminderen.
Hiertoe onderscheidt de uitvinding zich doordat de framedelen vrij beweegbaar ten opzichte van elkaar zijn 5 verbonden, waarbij de framedelen vrij beweegbaar zijn tussen een opgespannen toestand waarin het voertuig gebruiksgeschikt is, en een niet opgespannen toestand waarin het voertuig niet gebruiksgeschikt is, en waarbij het opspanmiddel de framedelen kan opspannen in de opgespannen toestand. Deze 10 maatregel maakt het mogelijk, dat de framedelen in de niet opgespannen toestand zodanig ten opzichte van elkaar bewegen, dat het voor een potentiële dief duidelijk zichtbaar is, dat het voertuig niet gebruiksgeschikt is. Dit heeft bijvoorbeeld als voordeel, dat de dief reeds voor de poging tot diefstal 15 ziet dat de diefstal geen zin heeft en hij bijvoorbeeld niet eerst een middel kapot maakt, waarmee de eigenaar het voertuig op slot heeft gezet. Daarnaast maakt deze maatregel het mogelijk, dat in de niet opgespannen toestand het voertuig niet gebruiksgeschikt is, zonder dat een framedeel 20 verbuigt of breekt. Dit heeft bijvoorbeeld in het bijzonder ten opzichte van de bekende fietsen waarbij een framedeel verbuigt of breekt als voordeel, dat als een dief het voertuig na een mislukte poging het voertuig te stelen achterlaat, de eigenaar niet het framedeel hoeft te laten 25 repareren om het voertuig weer te kunnen gebruiken. Deze maatregel maakt het tevens mogelijk, dat de framedelen niet breken als tijdens de voortbeweging van het voertuig de framedelen onbedoeld in de niet opgespannen toestand geraken. De framedelen zullen dan ten opzichte van elkaar bewegen en 30 niet breken. Dit heeft als voordeel, dat verwonding als gevolg van het breken van een framedeel wordt vermeden.
Immers bij de bestaande fietsen zal in veel gevallen bijvoorbeeld bij het breken van de kabel een framedeel ofwel 3 breken of eerst doorbuigen en dan breken, waarbij de eigenaar aanzienlijke verwondingen op kan lopen. In een aanvullende uitvoeringsvorm daarvan zijn de framedelen vrij zwenkbaar ten opzichte van elkaar verbonden. Deze maatregel maakt het 5 bijvoorbeeld mogelijk, dat de omvang van het voertuig door het zwenken van de framedelen ten opzichte van elkaar te reduceren is. Dit heeft als voordeel, dat het voertuig bijvoorbeeld makkelijk mee in huis te nemen is, zodat deze niet op straat hoeft te blijven staan en de kans op diefstal 10 aanzienlijk wordt verkleind. In een verdere aanvullende uitvoeringsvorm daarvan zijn de framedelen vrij zwenkbaar verbonden door middel van een scharnier. Een scharnier vormt een eenvoudige, onderhoudsarme verwezenlijking van een vrije zwenkbeweging van de framedelen ten opzichte van elkaar. In 15 een verdere uitvoeringsvorm van het voertuig met scharnier is de rotatie-aslijn van het scharnier in hoofdzaak horizontaal georiënteerd.
In een aanvullende uitvoeringsvorm van het voertuig volgens de uitvinding, is ten minste één van de 20 aangrijpingsmiddelen losneembaar om de framedelen in de niet opgespannen toestand te brengen. Deze maatregel maakt het mogelijk om de framedelen op eenvoudige wijze in de niet opgespannen toestand te brengen. Als alle aangrijpingsmiddelen losneembaar zijn, is het bijvoorbeeld 25 zelfs mogelijk om het opspanmiddel van het voertuig weg te nemen, zodat een ander de framedelen niet in de opgespannen toestand kan brengen.
In een aanvullende uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het voertuig een aandrijving, welke in de niet 30 opgespannen toestand is gehinderd. In een aanvullende uitvoeringsvorm daarvan omvat de aandrijving een trapgestel, waarbij de framedelen zodanig ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn, dat in de niet opgespannen toestand het 4 trapgestel in contact komt met de ondergrond. Deze maatregel maakt het mogelijk, dat bij het ontbreken van het opspanmiddel het aandrijven van het voertuig is gehinderd, met als voordeel, dat de dief er niet met het voertuig van 5 door kan gaan. Daarnaast maakt deze maatregel het mogelijk, dat indien tijdens de voortbeweging van het voertuig het frame onbedoeld in de niet opgespannen toestand geraakt, verdere aandrijving is gehinderd, waardoor het voertuig tot stilstand komt. Dit heeft als voordeel, dat de kans op 10 verwondingen bij het onbedoeld in de niet opgespannen toestand geraken van het frame is verkleind.
In een alternatieve uitvoeringsvorm daarvan, omvat de aandrijving een trapgestel aan één van de framedelen, een via het trapgestel aan te drijven wiel aan een ander framedeel, 15 en een overbrenging tussen het trapgestel en het aan te drijven wiel, waarbij de framedelen zodanig ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn, dat in niet opgespannen toestand de afstand tussen het trapgestel en het aangedreven wiel groter is dan in de opgespannen toestand. Ook bij deze 20 uitvoeringsvorm is bij het ontbreken van het opspanmiddel het aandrijven van het voertuig gehinderd. Als bijvoorbeeld een bereider plaatsneemt op het voertuig komt dan een zodanige spanning op de overbrenging te staan, dat de aandrijving van het voertuig is gehinderd. Omdat bij deze uitvoeringsvorm bij 25 het ontbreken van het opspanmiddel geen delen van het voertuig anders dan de wielen de ondergrond raken is de kans op verwondingen bij het onbedoeld in de niet opgespannen toestand geraken van het frame tijdens de voortbeweging van het voertuig verder verkleind.
30 In een aanvullende uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de framedelen zodanig ten opzichte van elkaar beweegbaar, dat in de niet opgespannen toestand een deel van het voertuig anders dan de wielen in contact komt met de 5 ondergrond. Deze maatregel maakt het mogelijk, dat het voortbewegen van het voertuig ook zonder gebruik van de aandrijving is gehinderd. Dit heeft als voordeel, dat de dief ook wordt gehinderd bij bijvoorbeeld het voortduwen van het 5 voertuig. Daarnaast wordt de voortbeweging van het voertuig bij het onbedoeld in de niet opgespannen toestand geraken van het frame tijdens de voortbeweging van het voertuig door het deel van het voertuig dat in contact komt met de ondergrond geremd, waarbij het voertuig veilig tot stilstand komt.
10 In een aanvullende uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de framedelen zodanig ten opzichte van elkaar beweegbaar, dat in de niet opgespannen toestand een decentraal deel van ten minste één van de wielen in contact komt met een vast gedeelte van het voertuig. Dat decentrale 15 deel kan bijvoorbeeld een band zijn. Ook deze maatregel maakt het mogelijk, dat het voortbewegen van het voertuig ook zonder gebruik van de aandrijving is gehinderd, met als voordeel, dat de dief ook wordt gehinderd bij bijvoorbeeld het voortduwen van het voertuig. Omdat bij deze 20 uitvoeringsvorm bij het ontbreken van het opspanmiddel geen delen van het voertuig anders dan de wielen de ondergrond raken is de kans op verwondingen bij het onbedoeld in de niet opgespannen toestand geraken van het frame tijdens de voortbeweging van het voertuig verder verkleind.
25 In een aanvullende uitvoeringsvorm van het voertuig volgens de uitvinding omvat het voertuig een koppeling, waarmee het opspanmiddel te koppelen is. In een aanvullende uitvoeringsvorm daarvan omvat ten minste één van de losneembare aangrijpingsmiddelen de koppeling. In een 30 aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm daarvan omvat de koppeling een vergrendeling. Deze maatregel maakt het mogelijk, om het opspanmiddel te vergrendelen aan de framedelen. Dit heeft bijvoorbeeld als voordeel, dat bij het 6 voortbewegen van het voertuig in opgespannen toestand is voorkomen, dat het opspanmiddel los raakt en het frame in een niet opgespannen toestand overgaat. In een aanvullende uitvoeringsvorm daarvan omvat de vergrendeling een slot. Deze 5 maatregel maakt het mogelijk, dat bijvoorbeeld de eigenaar kan voorkomen, dat anderen het opspanmiddel loskoppelen van de framedelen of dat anderen het opspanmiddel juist aan de framedelen koppelen. In het laatste geval wordt voorkomen, dat een ander dan de eigenaar het frame van de niet 10 opgespannen toestand in de opgespannen toestand brengt.
In een aanvullende uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de koppeling een eerste koppelingdeel aan het opspanmiddel en een tweede koppelingdeel aan het framedeel, waarbij het voertuig een derde koppelingdeel omvat, waarmee 15 het eerste koppelingdeel in de niet opgespannen toestand koppelbaar is. Deze maatregel maakt het mogelijk, na het frame, door het opspanmiddel los te koppelen, in de niet opgespannen toestand te hebben gebracht het opspanmiddel op een andere plaats op het voertuig weer te koppelen. Dit heeft 20 als voordeel, dat het frame zonder het loskoppelen van het opspanmiddel niet in een opgespannen toestand te brengen is. In het bijzonder in combinatie met een kabel als opspanmiddel en een koppeling met slot heeft deze maatregel als voordeel, dat de kabel wanneer deze als kabelslot wordt gebruikt een 25 groter bereik heeft en een ander dan de eigenaar de framedelen niet in de opgespannen toestand kan brengen.
In een aanvullende uitvoeringsvorm daarvan, omvat het eerste koppelingdeel een pen, en het derde koppelingdeel een bus waarin de pen te steken is, waarbij de lengte van de bus 30 kleiner is dan de lengte van de pen, waarbij het derde koppelingdeel tenminste in de niet opgespannen toestand nabij één van de wielen is gelegen, en waarbij de pen wanneer deze in de bus is gestoken zich uitstrekt in dat wiel. Deze 7 maatregel maakt het mogelijk, dat het voortbewegen van het voertuig niet alleen is gehinderd doordat de framedelen ten opzichte van elkaar bewegen, maar dat tevens een wiel is geblokkeerd. Dit heeft als voordeel, dat het meenemen van het 5 voertuig door een dief verder is gehinderd.
In een aanvullende uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het opspanmiddel een kabel. Deze maatregel maakt een zeer eenvoudige en sterke verwezenlijking van het opspanmiddel mogelijk. Bovendien kan een kabel bijvoorbeeld 10 eenvoudig door de eigenaar meegenomen worden als hij het voertuig ergens met het frame in niet opgespannen toestand achterlaat, zodat een ander het frame niet in de opgespannen toestand kan brengen. In het bijzonder in het geval de koppeling tussen de framedelen en het opspanmiddel een slot 15 omvat, is het voordeel van een kabel als opspanmiddel, dat de kabel tevens te gebruiken is als kabelslot. De eigenaar kan het voertuig dan bijvoorbeeld aan een ander object, zoals bijvoorbeeld een fietsenrek, een boom, een paal, een lantaarnpaal, een ander voertuig of dergelijke vastmaken, 20 door eerst de kabel los te koppelen van één van de framedelen, dan de kabel om het object te brengen, vervolgens de kabel weer door middel van de koppeling te koppelen met het framedeel en tenslotte met het slot de koppeling te vergrendelen.
25 In een aanvullende uitvoeringvorm van de uitvinding is in de opgespannen toestand het opspanmiddel langs de lengte daarvan in contact met één van de framedelen. Deze maatregel maakt het mogelijk, dat het opspanmiddel een grote lengte kan hebben. In het bijzonder in combinatie met een 30 kabel als opspanmiddel en een koppeling met slot heeft deze maatregel als voordeel, dat de kabel wanneer deze als kabelslot wordt gebruikt een groter bereik heeft. In een aanvullende uitvoeringsvorm daarvan is ter plaatse van het 8 contact tussen het opspanmiddel en het framedeel een samendrukbaar veerelement aangebracht. Deze maatregel maakt de verwezenlijking van een vering mogelijk en voorkomt beschadiging van het opspanelement ter plaatse van het 5 contact met het framedeel.
In een aanvullende uitvoeringsvorm van de uitvinding met een samendrukbaar veerelement is het samendrukbare veerelement een rubberen lichaam. Deze maatregel vormt een zeer eenvoudige en doeltreffende verwezenlijking van het 10 samendrukbare veerelement. In een aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm daarvan is het samendrukbaar veerelement langs het opspanmiddel verplaatsbaar en omvat deze een taps toelopende vorm. Deze maatregel, maakt het verstellen van het veergedrag van het voertuig mogelijk.
15 In een aanvullende uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het frame ten minste een derde framedeel, dat beweegbaar is verbonden met ten minste één van de framedelen, waarbij het derde framedeel in de opgespannen toestand door middel van het opspanmiddel is opgespannen, en 20 waarbij het frame aanvullende aangrijpingsmiddelen omvat waarmee het derde framedeel in de opgespannen toestand in aangrijping is met het opspanmiddel. Deze maatregel, maakt het mogelijk, dat in de niet opgespannen toestand op meer dan één plaats in het frame framedelen ten opzichte van elkaar 25 bewegen. Dit heeft als voordeel, dat het voor een dief moeilijker is om het voertuig voort te bewegen in de niet opgespannen toestand. Daarnaast maakt deze maatregel het mogelijk, dat het voertuig in de niet opgespannen toestand verder op te vouwen is, zodat de omvang van het voertuig 30 verder te reduceren is. Dit heeft als voordeel, dat het voertuig bijvoorbeeld makkelijk mee in huis te nemen is, zodat deze niet op straat hoeft te blijven staan en de kans op diefstal aanzienlijk wordt verkleind.
9
In een aanvullende uitvoeringsvorm van de uitvinding is het opspanmiddel ingericht als draagmiddel. Deze maatregel maakt het mogelijk, dat het voertuig bijvoorbeeld makkelijk op te tillen en mee te nemen is. Dit heeft bijvoorbeeld als 5 voordeel, dat het voertuig makkelijk een trap opgetild kan worden, zodat de kans op diefstal verder is verkleind.
De onderhavige uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden, die in de bijgevoegde figuren schematisch zijn getoond. Het 10 betreft niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. In de figuren toont: - fig. 1 een zijaanzicht van een voertuig volgens de uitvinding in de opgespannen toestand van het frame; - fig. 2 een zijaanzicht van het voertuig van figuur 15 1 in de niet opgespannen toestand van het frame; - fig. 3 een perspectivisch aanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van het voertuig van figuur 1 in de opgespannen toestand van het frame; - fig. 4 een perspectivisch aanzicht van het voertuig 20 van figuur 3 in de niet opgespannen toestand van het frame; - fig. 5 een perspectivisch aanzicht van het voertuig van figuur 3 in de niet opgespannen toestand vastgemaakt aan een paal; - fig. 6 een perspectivisch aanzicht van het voertuig 25 van figuur 5 gezien van een ander gezichtspunt.
- fig. 7 een zijaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van het voertuig van figuur 1; - fig. 8 een zijaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van een voertuig volgens de uitvinding in de 30 opgespannen toestand van het frame; - fig. 9 een zijaanzicht van het voertuig van figuur 8 in de niet opgespannen toestand van het frame.
10 - fig. 10 een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van een koppelingdeel volgens de uitvinding; - fig. 11 een zijaanzicht van het koppelingdeel van figuur 10 in ontkoppelde toestand; 5 - fig. 12 een zijaanzicht van het koppelingdeel van figuur 11 in gekoppelde toestand.
In figuur 1 is een als fiets 1 vormgegeven voertuig getoond. De fiets 1 heeft een frame 2. Het frame 2 heeft een eerste framedeel 3 en een tweede framedeel 4, welke 10 scharnierend zijn verbonden door middel van scharnier 5. De rotatie-aslijn van het scharnier 5 is horizontaal georiënteerd en staat loodrecht op het vlak van de tekening. Aan het eerste framedeel 3 zijn een voorwiel 6, een voorspatbord 7, een stuurinrichting 8, een in hoogte 15 verstelbaar zadel 9 en een trapgestel 10 getoond. Het tweede framedeel 4 bestaat uit een brugvormig element 11 en een beugel 12. Aan het tweede framedeel 4 zijn een aandrijfbaar achterwiel 13 met derailleur 14, een achterspatbord 15 en een bagagedrager 16 getoond. Het brugvormig element 11 kan zowel 20 aan één zijde als aan beide zijden van het achterwiel 13 zijn vormgegeven. Tussen trapgestel 10 en het aandrijfbare achterwiel 13 met derailleur 14 is een als aandrijfketting 17 vormgegeven overbrenging getoond. Het trapgestel 10, de aandrijfketting 17 en het aandrijfbare achterwiel 13 met 25 derailleur 14 vormen gezamenlijk de aandrijving. Het eerste framedeel 3 en het tweede framedeel 4 zijn opgespannen doormiddel van als kabel 18 vormgegeven opspanmiddel. De kabel 18 is door middel van de met slot vergrendelbare koppeling 19 als aangrijpingsmiddel in aangrijping met het 30 eerste framedeel 3 en door middel van aangrijpingsmiddel 20 in aangrijping met het tweede framedeel 4. De koppeling 19 bestaat uit een pen 21 aan de kabel 18 als eerste koppelingdeel en niet zichtbare in het eerste framedeel 3 11 geïntegreerde bus als tweede koppelingdeel. De pen 21 is door middel van een slot te vergrendelen in de bus. In het eerste framedeel 3 is een geïntegreerde tweede bus 22 als derde koppelingdeel getoond. De pen 21 is ook in de tweede bus 22 5 te vergrendelen. De kabel 18 is langs de lengte daarvan in contact met het eerste framedeel 3. Ter plaatse van dat contact is tussen de kabel 18 en het eerste framedeel 3 een als taps toelopend rubberen lichaam 23 vormgegeven samendrukbaar veerelement getoond. Als gevolg van onder 10 andere het gewicht van het eerste framedeel 3 heeft het framedeel 4 de neiging ten opzichte van het framedeel 3 te zwenken in de richting van pijl A. De kabel 18 beperkt de zwenking van framedeel 4 ten opzichte van framedeel 3 in de richting van pijl A. In deze opgespannen toestand is de fiets 15 ongehinderd voort te bewegen over de ondergrond 25. Wanneer bijvoorbeeld een bereider plaats neemt op het zadel 9 zal de spanning in de kabel 18 toenemen. Daarbij wordt het taps toelopende rubberen lichaam 23 ingedrukt. Tijdens het voortbewegen van de fiets 1 vormt het taps toelopende 20 rubberen lichaam 23 een vering. Het conische rubberen lichaam 23 is verplaatsbaar langs kabel 18. Door het taps toelopende rubberen lichaam 23 in de richting van pijl B te verplaatsen neemt als gevolg van de taps toelopende vorm van het lichaam de hoeveelheid rubberen materiaal tussen de kabel 18 en het 25 framedeel 3 toe, waardoor het veergedrag van de fiets 1 verandert.
In figuur 2 is fiets 1 getoond met het frame 2 in de niet opgespannen toestand. De kabel 18 is losgenomen van het tweede koppelingdeel 24 en door middel van de pen 21 30 vergrendeld in de in figuur 1 getoonde tweede bus 22. De kabel 18 spant het eerste framedeel 3 en het tweede framedeel 4 dan niet meer op, waardoor onder andere als gevolg van het gewicht van framedeel 3 het framedeel 4 ten opzichte van 12 framedeel 3 in de richting van pijl A is gezwenkt. In deze niet opgespannen toestand komt het trapgestel 10 in contact met de ondergrond 25 waardoor de aandrijving van de fiets 1 is gehinderd. Als gevolg van het zwenken van het framedeel 4 5 ten opzichte van framedeel 3 in de richting van pijl A is de afstand C tussen het trapgestel 10 en het aandrijfbare achterwiel 13 groter dan in de opgespannen toestand van figuur 1, waardoor de afstand die aandrijfketting 17 moet overbruggen groter is. Bekend is dat de derailleur 14 een 10 beperkte toename van de afstand C kan compenseren. Door de derailleur 14 zodanig in te richten, dat deze slechts een gedeeltelijke toename van de afstand C compenseert, is te verwezenlijken, dat in de niet opgespannen toestand de aandrijfketting 17 een zodanige zwenking van het framedeel 4 15 ten opzichte van het framedeel 3 toelaat, dat het trapgestel 10 niet in contact komt met de ondergrond 25. Als een bereider dan plaatsneemt op het zadel 9 komt dan een zodanige spanning op de aandrijfketting 17 te staan, dat de aandrijving van de fiets 1 is gehinderd. De derailleur 14 zou 20 ook vervangen kunnen zijn door een naaf met een enkel tandwiel. In dat geval kan een kettingspanner in de vorm van bijvoorbeeld een tandwiel aan een hefboom zijn aangebracht om te compenseren voor een geringe toename van afstand C bij het zwenken van framedeel 4 ten opzichte van framedeel 3 in de 25 gebruiksgeschikte toestand.
In de figuren 3 t/m 6 is een alternatieve uitvoeringsvorm van het voertuig van de figuren 1 en 2 getoond. In figuur 3 is getoond een als fiets 26 vormgegeven voertuig met een frame 2. Het frame 2 heeft een eerste 30 framedeel 3, een tweede framedeel 4 en een derde framedeel 27. Het framedeel 4 is scharnierend verbonden met framedeel 3 door middel van scharnier 5. Het framedeel 27 is scharnierend verbonden met framedeel 3 door middel van een niet zichtbaar 13 scharnier, dat aan de achterzijde van het getoonde frame 2 is gelegen. Aan het derde framedeel 27 zijn het voorwiel 6, het voorspatbord 7 en de stuurinrichting 8 getoond en aan het eerste framedeel 3 het in hoogte verstelbare zadel 9 en het 5 trapgestel 10.
In figuur 3 is de fiets 26 in de opgespannen toestand getoond. In deze toestand spant de kabel 18 de framedelen 3, 4 en 27 op. De kabel grijpt aan het framedeel 3 en 27 door middel van koppeling 28. De koppeling 28 bestaat uit een pen 10 21 aan de kabel 18 als eerste koppelingdeel, een beugel 29 als tweede koppelingdeel aan het framedeel 3 en een niet zichtbare in het derde framedeel 27 geïntegreerde bus als aanvullend aangrijpingsmiddel.
In figuur 4 is getoond, dat het framedeel 4 zodanig 15 is gezwenkt ten opzichte van framedeel 3, dat het achterwiel 13 nabij een als met framedeel 3 verbonden bus 30 vormgegeven tweede koppelingdeel is gelegen. Om de fiets 26 in deze positie van het framedeel 4 ten opzichte van het framedeel 3 stabiel te ondersteunen en verrijdbaar te maken, is aan de 20 bagagedrager 16 een steunbeugel 31 en steunwieltje 32 getoond. Door vanuit de getoonde situatie de pen 21 los te nemen van de niet zichtbare bus in het framedeel 27 en de beugel 29 wordt de niet opgespannen toestand van het frame 2 verwezenlijkt. De kabel 18 is dan te gebruiken als kabelslot 25 door deze bijvoorbeeld om een paal te leggen en de pen 21 in de bus 30 te vergrendelen met het slot.
In figuur 5 is getoond, dat de kabel 18 is gebruikt als kabelslot om een paal 33. De fiets 26 kan alleen worden meegenomen door de pen 21 te ontgrendelen en los te nemen van 30 de bus 30, of door de kabel door te knippen waarna het frame 2 niet meer in de opgespannen toestand te brengen is. Tevens is getoond, dat de pen 21 zich vanuit de bus 30 uitstrekt in het achterwiel 13, waardoor het ronddraaien van het 14 achterwiel 13 en het zwenken van het framedeel 4 ten opzichte van framedeel 3 is gehinderd, zodat de framedelen niet in de gebruiksgeschikte toestand te brengen zijn. Tevens is getoond, dat de fiets 26 verder is opgevouwen. Dit is beter 5 zichtbaar in figuur 6, waarin de fiets 26 zoals getoond in figuur 5 van de andere zijde is getoond.
In figuur 6 is getoond, dat het framedeel 27 om het scharnier 34 is gezwenkt, dat de stuurinrichting 8 om het scharnier 35 is gezwenkt en dat het zadel 9 om scharnier 36 10 is gezwenkt. Hierdoor is de omvang van fiets 26 aanzienlijk afgenomen. In deze opgevouwen toestand, kan de kabel niet alleen als kabelslot, maar bijvoorbeeld ook als draagmiddel om bijvoorbeeld de schouder worden gebruikt. Daarbij wordt dan bijvoorbeeld de kabel 18 zoals getoond in figuur 5 niet 15 op een paal geslagen, maar om een schouder van de eigenaar, waarbij de fiets dan onder de arm wordt gedragen en de handen vrij zijn om bijvoorbeeld de leuning van een trap vast te houden.
In figuur 7 is een alternatieve uitvoeringsvorm van 20 de fiets 26 van de figuren 3 t/m 6 getoond. In deze uitvoeringsvorm is de kabel 37 doormiddel van aangrijpingsmiddelen 38 en 39 in aangrijping met het eerste framedeel 3 en het derde framedeel 27 en is door middel van pen 21 als eerste koppelingdeel gekoppeld met in het eerste 25 framedeel 3 geïntegreerde niet zichtbare bus als tweede koppelingdeel. Daarbij wordt door de pen 21 tevens het zwenken van het zadel 9 om scharnier 36 verhinderd, omdat de pen 21 uitsteekt in een vast met een vierde framedeel 40 verbonden aangrijpmiddel 41. Daarbij is het vierde framedeel 30 40 door de kabel 37 opgespannen. De lengte van kabel 37 is in dit uitvoeringsvoorbeeld groter dan in het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 3. Al de framedelen 3, 4, 27 en 40 zijn opgespannen door de kabel, met als voordeel dat in 15 de niet opgespannen toestand van de framedelen het zonder kabel extra moeilijk is de fiets gebruiksgeschikt te maken.
In figuur 8 is een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van een voertuig volgens de uitvinding. Dit als fiets 5 42 vormgegeven voertuig heeft een frame 43, dat in de opgespannen toestand is getoond. Dit frame 43 bestaat uit een subframe 44 als eerste framedeel en een subframe 45 als tweede framedeel. Het subframe 44 en het subframe 45 zijn door middel van een scharnier 46 met elkaar verbonden. Een 10 als kabel 47 vormgegeven opspanmiddel spant het subframe 44 en het subframe 45 op in een opgespannen toestand van het frame 43. De kabel 47 loopt vanuit het aangrijpingsmiddel 48 aan subframe 45 via als geleidingsbeugel 49 vormgegeven aangrijpingsmiddel aan subframe 44 naar het als koppeling 50 15 vormgegeven aangrijpingsmiddel aan subframe 44. De koppeling 50 bestaat uit een pen 21 aan de kabel 47 als eerste koppelingdeel en een vast met het subframe 44 verbonden bus 51 als tweede koppelingdeel. Aan het subframe 45 is een tweede bus 52 getoond als derde koppelingdeel, dat nabij het 20 achterwiel 53 is gelegen.
In figuur 9 is de fiets 42 van figuur 8 in de niet opgespannen toestand van het frame 43 getoond. De kabel 47 is ten opzichte van de situatie in figuur 8 losgenomen van het subframe 44 door de pen 21 uit de bus 51 te nemen en de kabel 25 47 uit de geleidingsbeugel 49 te nemen. De kabel is vervolgens door het voorwiel 54 gehaald en door middel van pen 21 vergrendeld in de bus 52 aan subframe 45. De pen 21 steekt daarbij uit in achterwiel 53, dat omwille van de duidelijkheid zonder spaken of dergelijke is getoond. Doordat 30 de kabel 47 het frame 43 niet opspant, is het subframe 45 als gevolg van onder andere het eigengewicht van het subframe 44 ten opzichte van het subframe 44 in de richting van pijl D gezwenkt, waardoor het als band 55 vormgegeven decentrale 16 deel van het achterwiel 53 in contact is gekomen met het subframe 44 en het trapgestel 10 in contact is gekomen met de ondergrond 25.
In de figuren 10 tot en met 12 is een koppeling 5 getoond met een pen als eerste koppelingdeel en een bus als tweede of derde koppelingdeel. In figuur 10 is een einde van als kabel 18 vormgegeven opspanmiddel getoond met daaraan het eerste koppelingdeel in bovenaanzicht. In het eerste koppelingdeel is een slot 56 geïntegreerd, waarmee het 10 koppelingdeel te vergrendelen is. In figuur 11 is het eerste koppelingdeel van figuur 10 in zijaanzicht getoond in niet gekoppelde toestand. De pen 21 heeft een bekrachtigelement 60, waarmee de in de pen 21 geïntegreerd vergrendeling te bekrachtigen is. De pen 21 is te koppelen met het als bus 57 15 vormgegeven tweede of derde koppelingdeel, door deze daarin te steken in de richting van pijl E. De bus 57 is getoond met een vergrendelsleuf 58. In figuur 12 is getoond, dat de pen 21 van figuur 11 in de bus 57 is gestoken. Het bekrachtigingselement 60 is in de richting van pijl F 20 gedrukt, waarbij de pallen 61 in de richting van pijl G uit de in figuur 11 getoonde gaten 59 zijn gedrukt. De pallen 61 grijpen aan de vergrendelingssleuf 58 aan, waardoor de pen 21 niet uit de bus 57 te nemen is. Met het in figuur 10 getoonde slot 56 wordt het bekrachtigingselement in de in figuur 12 25 getoonde positie gehouden, zodat de pen 21 in de bus 57 vergrendeld blijft, totdat het slot wordt geopend om de pen 21 te ontgrendelen. Daarbij wordt het bekrachtigingselement 60 omhoog gebracht en de pallen 61 terug gebracht in de pen 21. De pen 21 is dan uit de bus 57 te nemen.
30 In de figuren is het voertuig getoond als fiets. Het voertuig kan echter ook bijvoorbeeld een gemotoriseerd voertuig zijn, zoals bijvoorbeeld een elektrisch aangedreven fiets, een motorfiets, een bromfiets, een fiets met hulpmotor 17 en dergelijke. Ook andere voertuigen zijn denkbaar, zoals bijvoorbeeld een ligfiets, een rolator, een step, een bolderkar, een kruiwagen, of zelfs skeelers.
In de figuren is het opspanmiddel getoond als kabel.
5 Het opspanmiddel kan echter ook bijvoorbeeld een ketting, een staaf, een beugel of een stangenstel zijn. Ook kan de kabel bijvoorbeeld dubbel zijn uitgevoerd.
In de figuren is de overbrenging getoond als aandrijfketting. De overbrenging kan echter ook bijvoorbeeld 10 een aandrijfriem of cardanas zijn.
In de figuren zijn het tweede koppeldeel en het derde koppeldeel aan dezelfde zijde van het frame getoond. Ook is het mogelijk, dat één van beide aan een andere zijde is aangebracht, of beide aan de andere zijde. Ook kan het derde 15 koppeldeel op een andere plaats op het voertuig zijn aangebracht dan aan het frame.
In de figuren is het opspanmiddel getoond met een rubberen lichaam als vering. Het rubberen lichaam kan ook aan een framedeel zijn aangebracht. Ook kan het opspanmiddel of 20 het frame aanvullend of alternatief een andere vering omvatten, in de vorm van bijvoorbeeld een trekveer of een torsieveer. Ook de getoonde conische vorm van het lichaam kan anders zijn, bijvoorbeeld getrapt, wigvormig, trapeziumvormig of dergelijk. Natuurlijk is het tevens mogelijk een demper in 25 het opspanmiddel of het frame op te nemen, zoals een hydraulische of pneumatische demper.
In de figuren is het eerste koppelingdeel getoond als pen en het tweede- en derde koppelingdeel als bus. Het eerste, tweede en derde koppelingdeel kunnen ook anders zijn 30 vormgegeven. Het eerste koppelingdeel kan bijvoorbeeld een lus zijn en het tweede- en derde koppelingdeel een pen en twee vast met het frame verbonden bussen. Door de lus tussen 18 de twee bussen te brengen en de pen door de bussen en de lus te steken wordt dan een koppeling verwezenlijkt.
In de figuren zijn de vrij beweegbaar verbonden framedelen verbonden door middel van een scharnier. Deze 5 framedelen kunnen bijvoorbeeld ook verbonden zijn door middel van een parallellogram constructie of bijvoorbeeld een rails waarlangs één van de framedelen kan transleren ten opzichte van het andere framedeel.
In de figuren is het als kabel vormgegeven 10 opspanmiddel losneembaar van de framedelen getoond. Ook kan de kabel niet losneembaar zijn van de framedelen. In het bijzonder in dat geval kan de kabel als kabelslot gebruikt worden, door de framedelen zodanig ten opzichte van elkaar te zwenken, dat de kabel een lus vormt. Vervolgens kan de lus om 15 bijvoorbeeld een paal worden geslagen en met een koppeling op het voertuig worden gekoppeld, welke koppeling dan met een slot te vergrendelen is.
In de figuren is een vergrendelbare koppeling met slot getoond ter plaatse van de aangrijping van het als kabel 20 vormgegeven opspanmiddel aan het framedeel. Ook kan de koppeling bijvoorbeeld, al dan niet beweegbaar, langs de lengte van de kabel zijn aangebracht.
In de figuren zijn de scharnierend verbonden framedelen getoond, met aan het ene framedeel het ene wiel en 25 aan het andere framedeel het andere wiel. Ook kan het zijn, dat aan het ene framedeel beide wielen zijn aangebracht en aan het andere framedeel bijvoorbeeld het zadel of het stuur. In dat geval is het framedeel met het zadel of het stuur in de niet opgespannen toestand bijvoorbeeld zodanig ten 30 opzichte van het andere framedeel vrij beweegbaar, dat de fiets niet gebruiksgeschikt is, omdat de bereider niet op het zadel kan zitten of niet kan sturen.
19
In de figuren zijn de pen en de bus getoond met een ronde dwarsdoorsnede. De pen en de bus kunnen bijvoorbeeld ook, gedeeltelijk of geheel, een niet ronde, bijvoorbeeld een ovale of gedeeltelijk ovale, dwarsdoorsnede hebben. Als dan 5 bijvoorbeeld de kabel a-centrisch is verbonden met de pen, zal de kabel bij het opspannen daarvan de pen trachten te roteren. Door de niet ronde vorm van de pen, zet de pen zich dan spelingvrij vast in de bus of twee aansluitende bussen.
10 1034108

Claims (23)

1. Voertuig, omvattende: - een frame; 5 - één of meer wielen aan het frame, voor het verrijden van het voertuig over een ondergrond; waarbij het frame omvat: - ten minste twee onderling verbonden framedelen; - een opspanmiddel; en 10. aangrijpingsmiddelen, waarmee het opspanmiddel in aangrijping is met de framedelen; met het kenmerk, dat - de framedelen vrij beweegbaar ten opzichte van elkaar zijn verbonden; 15. waarbij de framedelen vrij beweegbaar zijn tussen een opgespannen toestand waarin het voertuig gebruiksgeschikt is, en een niet opgespannen toestand waarin het voertuig niet gebruiksgeschikt is; en - waarbij het opspanmiddel de framedelen kan opspannen in de 20 opgespannen toestand.
2. Voertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de framedelen vrij zwenkbaar ten opzichte van elkaar zijn verbonden.
3. Voertuig volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de framedelen vrij zwenkbaar zijn verbonden door middel van een scharnier.
4. Voertuig volgens conclusie 3, 30 met het kenmerk, dat de rotatie-aslijn van het scharnier in hoofdzaak horizontaal is georiënteerd.
5. Voertuig volgens één van de voorgaande conclusies, 1034108 met het kenmerk, dat ten minste één van de aangrijpingsmiddelen losneembaar is om de framedelen in de niet opgespannen toestand te brengen.
6. Voertuig volgens één van de voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat het voertuig een aandrijving omvat, welke in de niet opgespannen toestand is gehinderd.
7. Voertuig volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat 10 de aandrijving een trapgestel omvat, waarbij de framedelen zodanig ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn, dat in de niet opgespannen toestand het trapgestel in contact komt met de ondergrond.
8. Voertuig volgens conclusie 6, 15 met het kenmerk, dat de aandrijving omvat: - een trapgestel aan één van de framedelen; - een via het trapgestel aan te drijven wiel aan een ander framedeel; en 20. een overbrenging tussen het trapgestel en het aan te drijven wiel; - waarbij de framedelen zodanig ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn, dat in niet opgespannen toestand de afstand tussen het trapgestel en het aangedreven wiel groter is dan 25 in de opgespannen toestand.
9. Voertuig volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de framedelen zodanig ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn, dat in de niet opgespannen toestand een deel van het voertuig anders dan de wielen in contact 30 komt met de ondergrond.
10. Voertuig volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de framedelen zodanig ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn, dat in de niet opgespannen toestand een decentraal deel van ten minste één van de wielen in contact komt met een vast gedeelte van het voertuig.
11. Voertuig volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voertuig een koppeling omvat, waarmee het opspanmiddel te koppelen is.
12. Voertuig volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat ten minste één van de losneembare aangrijpingsmiddelen de koppeling omvat.
13. Voertuig volgens conclusie 11 of 12, 15 met het kenmerk, dat de koppeling een vergrendeling omvat.
14. Voertuig volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de vergrendeling een slot omvat.
15. Voertuig volgens één van de conclusies 11 tot en met 14, met het kenmerk, dat de koppeling omvat: - een eerste koppelingdeel aan het opspanmiddel; en 25 - een tweede koppelingdeel aan het framedeel; - waarbij het voertuig een derde koppelingdeel omvat, waarmee het eerste koppelingdeel in de niet opgespannen toestand koppelbaar is.
16. Voertuig volgens conclusie 15, 30 met het kenmerk, dat - het eerste koppelingdeel een pen omvat; - het derde koppelingdeel een bus omvat waarin de pen te steken is; - waarbij de lengte van de bus kleiner is dan de lengte van de pen; - waarbij het derde koppelingdeel tenminste in de niet opgespannen toestand nabij één van de wielen is gelegen; en 5. waarbij de pen wanneer deze in de bus is gestoken zich uitstrekt in dat wiel.
17. Voertuig volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 10 het opspanmiddel een kabel omvat.
18. Voertuig volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de opgespannen toestand het opspanmiddel langs de lengte 15 daarvan in contact is met één van de framedelen;
19. Voertuig volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat ter plaatse van het contact een samendrukbaar veerelement is aangebracht tussen het opspanmiddel en het framedeel.
20. Voertuig volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het samendrukbaar veerelement een rubberen lichaam is.
21. Voertuig volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat 25 het samendrukbaar veerelement langs het opspanmiddel verplaatsbaar is en een taps toelopende vorm omvat.
22. Voertuig volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 30. het frame ten minste een derde framedeel omvat, dat vrij beweegbaar is verbonden met ten minste één van de framedelen; - waarbij het derde framedeel in de opgespannen toestand door middel van het opspanmiddel is opgespannen; en - waarbij het frame aanvullende aangrijpingsmiddelen omvat waarmee het derde framedeel in de opgespannen toestand in aangrijping is met het opspanmiddel.
23. Voertuig volgens één van de voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat het opspanmiddel is ingericht als draagmiddel. 1034108
NL1034108A 2007-07-06 2007-07-06 Voertuig. NL1034108C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034108A NL1034108C2 (nl) 2007-07-06 2007-07-06 Voertuig.
US12/667,660 US20110025016A1 (en) 2007-07-06 2008-07-07 Vehicle
CN200880023640A CN101784436A (zh) 2007-07-06 2008-07-07 交通工具
EP08778994A EP2173607A1 (en) 2007-07-06 2008-07-07 Vehicle
PCT/NL2008/000170 WO2009008708A1 (en) 2007-07-06 2008-07-07 Vehicle

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034108A NL1034108C2 (nl) 2007-07-06 2007-07-06 Voertuig.
NL1034108 2007-07-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1034108C2 true NL1034108C2 (nl) 2009-01-08

Family

ID=39167488

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1034108A NL1034108C2 (nl) 2007-07-06 2007-07-06 Voertuig.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US20110025016A1 (nl)
EP (1) EP2173607A1 (nl)
CN (1) CN101784436A (nl)
NL (1) NL1034108C2 (nl)
WO (1) WO2009008708A1 (nl)

Families Citing this family (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1331420A (en) * 1917-02-23 1920-02-17 Aluminum Castings Company Internal-combustion engine
DE102008035973A1 (de) * 2008-07-31 2010-02-04 Rixen & Kaul Gmbh Ringschloss und Seilschloss
TWM361466U (en) * 2009-03-11 2009-07-21 chun-quan Huang Folding bicycle
TW201210880A (en) * 2010-09-07 2012-03-16 Joshua Hon A trolley-like folding bicycle
IT1403030B1 (it) * 2010-11-19 2013-09-27 Falzari Telaio per bicicletta.
US8348294B1 (en) 2011-09-09 2013-01-08 MDM Productivity, LLC Drive-and-chassis mechanisms used in the design of compact, carry-on vehicles
US8480113B2 (en) * 2011-09-09 2013-07-09 MDM Productivity, Inc. Compact, carry-on bicycles having a shared drive-and-steering space
US8714576B2 (en) 2011-09-09 2014-05-06 MDM Productivity, Inc. Drive-and-steering mechanisms used in the design of compact, carry-on vehicles
US8876128B2 (en) 2011-09-09 2014-11-04 MDM Productivity, Inc. Carry-on bicycle contained by a single channel in a chassis
KR101207922B1 (ko) * 2012-04-06 2012-12-04 재단법인차세대융합기술연구원 이륜차 접이 구조
US8789840B2 (en) * 2012-09-19 2014-07-29 Richard Priest Folding bicycle and method of use
US8882124B2 (en) * 2013-03-28 2014-11-11 Fook Fah Yap Foldable bicycle
US9290228B2 (en) * 2014-01-22 2016-03-22 Jess Kitchen Transformable bicycle-cart system
US10150529B2 (en) * 2014-06-06 2018-12-11 Bignay, Inc. Vertically folding bicycle with locking mechanism
US10377435B2 (en) 2015-07-22 2019-08-13 Montague Corporation Multi-function bicycle cargo rack and stand component
US9873477B2 (en) * 2016-02-18 2018-01-23 Matthias Wunderlin Collapsible scooter
CN107364528B (zh) * 2017-08-03 2022-08-30 苏州自然并美科技有限公司 一种便携折叠的电单车
US10870460B2 (en) 2017-12-29 2020-12-22 Fook Fah Yap Compact folding electric bicycle
DE102020116725B4 (de) * 2020-06-25 2022-07-14 Micado Smart Engineering Gmbh Alpines Fahrrad
ES1272994Y (es) * 2021-05-21 2021-10-15 Balbe Sergi Cabanas Bicicleta de carga frontal plegable

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1149459A (en) * 1967-06-14 1969-04-23 Jiro Kosugi Improvements in and relating to bicycle frames
US4202561A (en) * 1977-08-11 1980-05-13 Yonkers Edward H Collapsible bicycle
DE2946532A1 (de) * 1979-11-17 1981-05-27 Carl 7506 Bad Herrenalb Widman Zusammenschwenkbares fahrrad
US4400003A (en) * 1980-02-21 1983-08-23 Technic Design One N.V. Demountable bicycle frame
US5330219A (en) * 1993-09-13 1994-07-19 Greendale Bicycle Company Flexible and folding bicycle
US5403028A (en) * 1993-05-04 1995-04-04 Trimble; Richard H. Drive wheel suspension system for human powered vehicle
DE4446112A1 (de) * 1994-12-22 1996-06-27 Josef Zambelli Fahrzeug mit Rädern
US6364334B1 (en) * 1997-09-04 2002-04-02 Georg Fritzmeier Gmbh & Co. Bicycle frame
US20030209875A1 (en) * 2001-02-22 2003-11-13 Groendal Mark L. Bicycle frame

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3814462A (en) * 1973-03-16 1974-06-04 J Kelly Anti-theft bicycle frame
US4044577A (en) * 1976-09-09 1977-08-30 Lock-A-Bike, Inc. Anti-theft device for portable apparatus
US4099394A (en) * 1977-05-31 1978-07-11 Laszlo Joo Bicycle cable locking device
USD273484S (en) * 1979-04-20 1984-04-17 Herbert Hugh G Folding bicycle
US4792150A (en) * 1987-05-26 1988-12-20 Greendale Bicycle Company Bicycle frame
US4844494A (en) * 1988-03-15 1989-07-04 Pierre Blanchard Collapsible vehicle
US5052706A (en) * 1990-06-05 1991-10-01 Tsai Duan Huey Foldable bicycle
US5080384A (en) * 1990-09-11 1992-01-14 Greendale Bicycle Company Bicycle frame
US5558349A (en) * 1995-01-05 1996-09-24 Rubin; David M. Self-locking bicycle
US5832753A (en) * 1996-06-12 1998-11-10 Nielsen; Peter N. Lock assembly
AT406250B (de) * 1996-08-14 2000-03-27 Koppensteiner Christian Dipl I Fahrrad
US5836602A (en) * 1997-08-12 1998-11-17 Wang; Ping-Tien Collapsible bicycle
NO314791B1 (no) * 2001-09-28 2003-05-26 Ole Martin Noer Tyverisikret sykkel
US6883817B2 (en) * 2003-08-12 2005-04-26 Arthur Chu Folding bicycle structure
US7156409B2 (en) * 2005-04-27 2007-01-02 Louis Chuang Collapsible bicycle
US8123243B2 (en) * 2009-12-18 2012-02-28 Ho William M Foldable bicycle

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1149459A (en) * 1967-06-14 1969-04-23 Jiro Kosugi Improvements in and relating to bicycle frames
US4202561A (en) * 1977-08-11 1980-05-13 Yonkers Edward H Collapsible bicycle
DE2946532A1 (de) * 1979-11-17 1981-05-27 Carl 7506 Bad Herrenalb Widman Zusammenschwenkbares fahrrad
US4400003A (en) * 1980-02-21 1983-08-23 Technic Design One N.V. Demountable bicycle frame
US5403028A (en) * 1993-05-04 1995-04-04 Trimble; Richard H. Drive wheel suspension system for human powered vehicle
US5330219A (en) * 1993-09-13 1994-07-19 Greendale Bicycle Company Flexible and folding bicycle
DE4446112A1 (de) * 1994-12-22 1996-06-27 Josef Zambelli Fahrzeug mit Rädern
US6364334B1 (en) * 1997-09-04 2002-04-02 Georg Fritzmeier Gmbh & Co. Bicycle frame
US20030209875A1 (en) * 2001-02-22 2003-11-13 Groendal Mark L. Bicycle frame

Also Published As

Publication number Publication date
WO2009008708A1 (en) 2009-01-15
CN101784436A (zh) 2010-07-21
EP2173607A1 (en) 2010-04-14
US20110025016A1 (en) 2011-02-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1034108C2 (nl) Voertuig.
CA2737681C (en) Quick-release atv skis
CA2525634C (en) Folding bicycle
EP2640628B1 (en) Foldable frame for a bicycle
CZ300657B6 (cs) Univerzální skládací jízdní kolo
US20070057484A1 (en) In-folding motorcycle foot rests
US20070205577A1 (en) Human powered ground vehicle comprising foldable sections
US10035533B2 (en) Quick-release ATV skis
US8075011B1 (en) Adjustable motorcycle wheelie device
US7914033B2 (en) Method and apparatus for stabilizing a motorcycle
US20220266762A1 (en) Underslung Bike Rack For Hitch
US20100013187A1 (en) Bicycle Utility Bracket
WO2010048723A1 (en) Folding bicycle
WO2001072575A1 (en) Transformable bicycle apparatus
US20100301082A1 (en) Securing Device
CN113692376B (zh) 可紧凑化的自行车的改进
CN217864463U (zh) 自锁防盗自行车
JPH06509998A (ja) 2輪車用スタビライザ装置
GB2608144A (en) Foldable bicycle
WO2012068615A1 (en) Foldable vehicle
JP2004034773A (ja) バイク牽引具
CN2298992Y (zh) 脚踏手开式自行车多功能支架
KR20130005872U (ko) 보조휠부가 구비된 자전거
JPH08332983A (ja) 乗り物における収納容器の取付装置
CZ18771U1 (cs) Cyklistické zařízení pro tlačení a řízení invalidního vozíku

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160801