NL1034078C2 - Injecteurinrichting voor het met behulp van een stromend medium inbrengen van draden in het weefvak van een weefmachine, alsmede een dergelijke weefmachine. - Google Patents

Injecteurinrichting voor het met behulp van een stromend medium inbrengen van draden in het weefvak van een weefmachine, alsmede een dergelijke weefmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL1034078C2
NL1034078C2 NL1034078A NL1034078A NL1034078C2 NL 1034078 C2 NL1034078 C2 NL 1034078C2 NL 1034078 A NL1034078 A NL 1034078A NL 1034078 A NL1034078 A NL 1034078A NL 1034078 C2 NL1034078 C2 NL 1034078C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
injector
weaving
outflow
nozzle
tube
Prior art date
Application number
NL1034078A
Other languages
English (en)
Inventor
Patrick Puissant
Hendrik Hiemstra
Antonius Wilhelmus Maria De Corte
Gerardus Cox
Roeland Christiaan Van Den Berg
Godefridus Petrus Maas
Original Assignee
Te Strake Textile B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Te Strake Textile B V filed Critical Te Strake Textile B V
Priority to NL1034078A priority Critical patent/NL1034078C2/nl
Priority to PCT/NL2008/000167 priority patent/WO2009005340A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1034078C2 publication Critical patent/NL1034078C2/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3006Construction of the nozzles
    • D03D47/3013Main nozzles

Description

Korte aanduiding: Injecteurinrichting voor het met behulp van een stromend medium inbrengen van draden in het weefvak van een weefmachine, alsmede een dergelijke weefmachine.
5 BESCHRIJVING
De uitvinding heeft betrekking op een injecteurinrichting voor het met behulp van een stromend medium inbrengen van draden in het weefvak van een weefmachine, waarbij de inrichting is voorzien van tenminste één injecteur-samenstel, waarbij elk injecteursamenstel opgebouwd is uit: 10 - een huis voorzien van een doorgaande boring; een in de boring opgenomen injecteurbuis met een kanaal voor de doorvoer van een in te brengen draad, waarbij een eerste instroomeinde van de injecteurbuis opneembaar is in een van de boring deeluitmakende mengkamer en waarbij een uitstroomeinde van de injecteurbuis opstelbaar is naast het weefvak; 15 een in het huis aangebracht toevoerkanaal voor het onder druk toevoeren van het medium, welk toevoerkanaal regelmatig om het eerste einde van de injecteurbuis verdeeld aansluit op de mengkamer, alsmede een op de mengkamer aansluitende draadvoerbuis voor het door de injecteurbuis naar het weefvak toevoeren van de draad.
20 Een dergelijke injecteurinrichting is bijvoorbeeld bekend uit het
Nederlands octrooischrift nr. 1022173, terwijl een weefmachine voorzien van een dergelijke injecteurinrichting bijvoorbeeld getoond wordt in de Nederlandse octrooipublicatie nr. 1031481, allebei ten name van dezelfde aanvraagster van onderhavige octrooiaanvrage.
25 De huidige ontwikkelingen in weefmachines tendeert naar injecteurinrichtingen volgens bovengenoemde aanhef, waarmee meerdere, tot wel acht, acht draden van verschillende kleur (en/of samenstelling) het weefvak van de weefmachine worden ingevoerd. Het gebruik van meerdere, verschillende garens, vereist meerdere - voor elk garentype en/of -kleur één - injecteursamenstellen, 30 welke gemonteerd op een onderstel de injecteurinrichting vormen. Deze samengestelde injecteurinrichting wordt daarbij gemonteerd op de heen-en-weer bewegende ingangszijde van het weefvak van de betreffende weefmachine.
Nadeel van de thans bekende (meervoudige) injecteurinrichting is dat de uitstroomeinde van de verschillende injecteurbuizen in een klein doelgebied 1 0340 78 2 dienen te worden gepositioneerd ter hoogte van de ingangszijde van het weefvak van de betreffende weefmachine. Zodoende kan het voorkomen dat met name bij meervoudige injecteursamenstellen de uitstroomeinde van enkele injecteurbuizen niet correct georiënteerd c.q. gepositioneerd worden of kunnen worden, waardoor 5 de betreffende ingebrachte inslagdraad onjuist het weefvak wordt ingebracht waardoor weeffouten enkel kunnen toenemen.
De uitvinding beoogt een injecteursamenstel volgens bovengenoemde aanhef te verschaffen, waarmee een betere oriëntatie van het uitstroomeinde van de injecteurbuis ten opzichte van het weefvak mogelijk wordt 10 gemaakt en zodoende dat een betere beheersing van het inbrengen van de inslagdraad in het weefvak wordt gerealiseerd.
Overeenkomstig de uitvinding wordt de injecteurinrichting hiertoe gekenmerkt doordat het uitstroomeinde van de injecteurbuis is voorzien van een uitstroomopening, welke excentrisch ten opzichte van de hartlijn van de 15 injecteurbuis is gelegen.
Door het toepassen van een excentrische uitstroomopening wordt een betere positionering van de injecteurbuis ten opzichte van het weefvak mogelijk en derhalve een betere positionering en beheersing van het inbrengen van de inslagdraad tot in het weefvak.
20 Door de excentrische opstelling van de uitstroomopening kan voorts de injecteurbuis zelf met grotere afmetingen worden uitgevoerd waardoor de inslagdraad met een nog hogere snelheid door het weefvak kan worden ingebracht. Dit verhoogt in algemene zin de snelheid van de weefmachine.
Een meer effectieve benutting van de beperkte positioneringsruimte 25 direct naast het weefvak kan worden gerealiseerd doordat overeenkomstig de uitvinding althans een deel van de omtreksrand van de excentrische uitstroomopening samenvalt met althans een deel van de omtreksrand van de injecteurbuis.
Bij een meer functionele uitvoeringsvorm, die een eenvoudig omstellen van de injecteurbuizen van de injecteurinrichting mogelijk maakt maakt 30 overeenkomstig de uitvinding de excentrische uitstroomopening deel uit van een op het uitstroomeinde van de injecteurbuis monteerbaar mondstuk.
Bij een verdere functionele uitvoeringsvorm wordt de injecteurinrichting hiertoe gekenmerkt doordat nabij de excentrische uitstroomopening de omtreksrand althans gedeeltelijk doorlatend voor het medium onder druk is. Door 3 althans een deel van de omtreksrand doorlatend te maken voor het medium onder druk kan een deel van het door de injecteurbuis voerende medium onder druk de injecteurbuis via de doorlatende omtreksrand verlaten en niet via het uitstroom-einde. Hierdoor wordt minder medium onder druk tegelijk met de inslagdraad het 5 weefvak ingeblazen hetgeen tot minder verstoringen leidt van de vlucht c.q. verplaatsing van de inslagdraad door het weefvak. Dit vermindert weer het aantal weeffouten in het te fabriceren weefsel.
Bij een functionele uitvoeringsvorm zijn hiertoe één of meer openingen in de omtreksrand aangebracht, welke het uitstromen van althans een 10 deel van het toegevoerde medium onder druk uit de injecteurbuis mogelijk maken. Daarbij kunnen de openingen zodanig in de omtreksrand zijn aangebracht, dat het uitstromende medium onder druk hoofdzakelijk geen snelheidscomponent bezit gezien in de inbrengrichting van de draden in het weefvak. Zodoende wordt een deel van het medium onder druk van het weefvak afgeleid zodat deze de verplaatsing 15 van de inslagdraad door het weefvak niet nadelig kan verstoren.
In een aantal functionele uitvoeringsvoorbeelden kunnen de uitstroomopeningen haaks op de hartlijn van de injecteurbuis zijn aangebracht of kunnen de uitstroomopeningen schuin op de hartlijn van de injecteurbuis en van de uitstroomopening af gericht zijn aangebracht. Bij een andere uitvoeringsvorm zijn de 20 uitstroomopeningen rond uitgevoerd, terwijl verder in een andere uitvoeringsvorm de uitstroomopeningen langgerekt kunnen zijn uitgevoerd.
Bij deze laatste uitvoeringsvorm is het mogelijk dat de langgerekte uitstroomopeningen zich parallel aan de hartlijn van de injecteurbuis uitstrekken, terwijl voorts bij een andere functionele uitvoeringsvorm de langgerekte uitstroom-25 openingen zich schuin ten opzichte van de hartlijn van de injecteurbuis uitstrekken.
Bij een andere uitvoeringsvorm van een medium doorlatende omtreksrand, is deze vervaardigd van een doorlatend materiaal, in het bijzonder gaas.
Bij een andere uitvoeringsvorm wordt de injecteurinrichting 30 gekenmerkt doordat de inrichting meerdere injecteursamenstellen omvat, waarvan de afzonderlijke injecteurbuizen met hun uitstroomeinden tegen elkaar zijn geplaatst, zodanig dat de afzonderlijke excentrische uitstroomopeningen aan elkaar grenzen.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een afzonderlijke 4 injecteurbuis zoals in deze aanvrage beschreven, terwijl voorts de uitvinding ook betrekking heeft op een weefmachine voorzien van een injecteurinrichting overeenkomstig de uitvinding.
De uitvinding zal nu aan de hand van een tekening worden 5 toegelicht, welke tekening achtereenvolgens toont in:
Figuur 1 een uitvoeringsvorm van een injecteurinrichting overeenkomstig de stand van de techniek;
Figuur 2 een uitvoeringsvorm van een weefmachine voorzien van een injecteurinrichting overeenkomstig de stand van de techniek; 10 Figuur 3a-3d een eerste uitvoeringsvorm van een injecteurinrichting overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 4a-4b een tweede uitvoeringsvorm van een injecteurinrichting overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 5a-5b een derde uitvoeringsvorm van een injecteurinrichting 15 overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 6a-6b een vierde uitvoeringsvorm van een injecteurinrichting overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 7a-7b een vijfde uitvoeringsvorm van een injecteurinrichting overeenkomstig de uitvinding; 20 Figuur 8 een zesde uitvoeringsvorm van een injecteurinrichting overeenkomstig de uitvinding
Figuur 9a-9d een zevende uitvoeringsvorm van een injecteurinrichting overeenkomstig de uitvinding.
Voor een beter begrip van de uitvinding worden in de navolgende 25 figuurbeschrijving de overeenkomende onderdelen met het identieke referentie-cijfer aangeduid.
In Figuur 1 is schematisch een uitvoeringsvorm van een injecteurinrichting 1 volgens de stand van de techniek getoond en meer in het bijzonder een injecteurinrichting voorzien van meerdere injecteur-samenstellen. De 30 injecteurinrichting 1 bezit een huis 2, waarin een aantal injecteursamenstellen zijn opgenomen. Op het kopvlak 2b van het huis 2 sluiten een aantal injecteurbuizen 4 met hun instroomeinden 4a (hier in totaal vier) aan, alsmede een aantal toevoerslangen 3 voor het medium (bijvoorbeeld perslucht) onder druk. Het huis 2, de toevoerslangen 3, alsook de injecteurbuizen 4 zijn gemonteerd op een onderstel 5 5-5a, dat op zijn beurt weer gemonteerd wordt aan de invoerzijde van het weefvak van een weefmachine 10 (zie Figuur 2).
Voor elk injecteursamenstel sluiten een injecteurbuis 4 met zijn (niet getoond) instroomeinde 4a en een toevoerslang 3 aan op een in het huis 2 5 aanwezige mengkamer (niet getoond). Via de toevoerslang 3 kan een medium onder druk, bijvoorbeeld perslucht, worden toegevoerd naar de mengkamer en de injecteurbuis 4 en daarbij een draad 8 (zie Figuur 2), welke via de van het kopse vlak 2b afgekeerde vlak 2a van het huis 2 tot in de mengkamer is geleid, meenemen en verder voeren door de injecteurbuis 4 naar zijn uitstroomeinde 4b. Via het 10 uitstroomeinde 4b zal de draad tot in het weefvak 12 van een weefmachine 10 worden geleid (zie Figuur 2).
Door een geschikte aansturing van de verschillende injecteur-samenstellen 3-4 met behulp van het medium onder druk kunnen zo opeenvolgend verschillende draden het weefvak in worden geblazen c.q. worden geschoten 15 afhankelijk van het ingestelde weefpatroon.
In Figuur 2 wordt een uitvoeringsvorm getoond van een weefmachine overeenkomstig de uitvinding. De weefmachine 10 is voorzien van een weefvak 12 gevormd door kettingdraden 11, waarbij aan één (of beide) zijden van het weefvak 12 een injecteursamenstel 2 zoals getoond in Figuur 1 is opgesteld, 20 voor het inbrengen van een inslagdraad 8. De inslagdraad 8 wordt hierbij op een bekende wijze vanaf een voorraadspoel (niet weergegeven) tot de gewenste inslaglengte afgewikkeld om vervolgens door het injecteurinrichting 2 in het het weefvak 12 te worden ingebracht.
De injecteurinrichting 1 is samengesteld uit een injecteursamenstel 25 (zie ook Figuur 1) voorzien van een injecteurbuis 4. Met behulp van een medium onder druk, bijvoorbeeld perslucht, kan de inslagdraad 8 door de injecteurbuis 4 wordt versneld. De inslagdraad 8 bezit daarbij een dusdanige lengte, dat het voorste einde nagenoeg samenvalt met het in de Figuur 2 getoonde rechterzijde van het weefvak 12. Nabij de uitloopzijde van het weefvak 12 zijn snijmiddelen 16 geplaatst 30 voor het op lengte afknippen van de inslagdraad 8. Dergelijke snijmiddelen kunnen ook aan de invoerzijde van het weefvak 12 worden opgesteld.
Om de verplaatsing door het weefvak van de inslagdraad 8 te beheersen en c.q. te beïnvloeden - zulks om weeffouten te vermijden - is de weefmachine 10 voorzien van een geleiding 12c, die bij deze uitvoeringsvorm deel 6 uitmaakt van het weefvak 12. Hierbij is het weefvak 12 opgebouwd uit een groot aantal parallel aan elkaar uitstrekkende lamellen 12a die verbonden zijn met de weeflade 12b. De geleiding 12c wordt daarbij gevormd door een uitsparing in de naast elkaar geplaatste lamellen 12a. De verplaatsing van de inslagdraad 8 kan 5 verder worden beheerst en beïnvloed door middel van hulpblazers 15, welke een medium onder druk, bijvoorbeeld lucht, in de richting van de uitsparing 4 blazen. Een onverhoopt uit de uitsparing 12c geraken van de zich door het weefvak 12 verplaatsende inslagdraad 8 als gevolg van een grillig vluchtgedrag wordt zo voorkomen c.q. tegengegaan.
10 In de Figuren 3a-3d, 4a-4b, 5a-5b, 6a-6b en 7a-7b worden verschillende uitvoeringsvoorbeelden getoond van een injecteurinrichting overeenkomstig de uitvinding.
Zoals getoond in deze Figuren wordt overeenkomstig de uitvinding het uitstroomeinde 4b van elke injecteurbuis 4 dusdanig vormgegeven dat deze een 15 uitstroomopening 40 bezit die excentrisch is opgesteld ten opzichte van de hartlijn 4' van de injecteurbuis. De uitstroomopening 40 bezit zoals getoond in de Figuren 3b-4b-5b-6b-7b een hartlijn 40', die nagenoeg parallel doch excentrisch is gelegen ten opzichte van de hartlijn 4'. Een en ander wordt nog eens duidelijk getoond in de Figuur 3c en met name in Figuur 3d.
20 Door de excentrische opstelling van de uitstroomopening 40 kan de injecteurbuis 4 nabij de ingangszijde van het weefvak 12 van de weefmachine beter georiënteerd worden. Door de verbeterde oriëntatie van de excentrische uitstroomopening 40 ten opzichte van de ingangszijde van het weefvak 12 vindt het inbrengen van de inslagdraad beheerster en met minder storingen plaats, waardoor 25 enerzijds de weefmachine sneller kan worden bedreven maar bovendien weeffouten worden verminderd.
Zoals duidelijk getoond in de Figuren 3a tot en met 7a bezit de injecteurbuis 4 nabij de uitstroomopening 40 een overgangsgebied 22, waarbij de injecteurbuis geleidelijk overgaat van een brede concentrische diameter naar een 30 gereduceerde excentrische diameter.
Zoals duidelijk getoond in de Figuren en meer in het bijzonder in Figuur 3d valt althans een deel van de omtreksrand 41 van de uitstroomopening 40 samen met de omtreksrand 21 van de injecteurbuis 4. Ook hierdoor kan de uitstroomopening 40 nog dichter ten opzichte van de als geleiding fungerende 7 uitsparing 12c van de lamellen 12a van het weefvak 12 worden gepositioneerd.
Zoals getoond in de Figuren 3a-3b en 4a-4b is het mondstuk 20 voorzien van een einde 20a met een kleinere diameter, die passend omneembaar in 5 het einde 4b van een injecteurbuis 4. Zodoende kan het mondstuk 20 met de excentrische uitstroomopening 40 op een injecteurbuis 4 worden aangebracht, waarbij tevens bestaande injecteurinrichtingen 1 eenvoudig kunnen worden omgesteld. Een dergelijke montage-mogelijkheid is ook mogelijk bij de uitvoeringsvormen getoond in de Figuren 5a-5b, 6a-6b en 7a-7b.
10 Hoewel bij een eerste uitvoeringsvorm elke injecteurbuis 4 kan zijn voorzien van een excentrische uitstroomopening zoals getoond in Figuren 3a-7b kan een goedkopere en eenvoudigere constructie worden gerealiseerd door de excentrische uitstroomopening onderdeel te laten vormen van een mondstuk 20, dat op het uitstroomeinde 4b van de injecteurbuis 4 gemonteerd kan worden. Hiertoe 15 kunnen ook bestaande injecteurinrichtingen eenvoudig omgesteld worden naar een injecteurbuis met een excentrische uitstroomopening.
Een aanvullende functionaliteit van de injecteurbuis overeenkomstig de uitvinding wordt tevens getoond in de figuren.
Overeenkomstig dit aanvullend aspect van de uitvinding is althans 20 een deel van de omtreksrand 21 nabij de excentrische uitstroomopening doorlatend voor het medium onder druk. Hiertoe worden in de figuren 3a-3d, 4a-4b, 5a-5b, 6a-6b en 7a-7b één of meerdere openingen met verschillende omtreksconfiguraties in de omtreksrand 21 aangebracht, welke openingen met het referentiecijfer 23 zijn aangeduid. In de Figuren 3a-3d zijn deze openingen 23 rond uitgevoerd terwijl zij in 25 de Figuren 4a-4b, 5a-5b en 6a-6b langgerekt en als slobgaten zijn geconstrueerd.
In de Figuren 4a-4b strekken de slobvormige omtreksopeningen 23 zich parallel aan de hartlijn 4' uit, terwijl in de uitvoeringsvorm zoals getoond in de Figuren 5a-5b zij zich radiaal om de hartlijn 4' uitstrekken. In de Figuren 6a-6b zijn de langgerekte slobvormige omtreksopeningen 23 schuin ten opzichte van de 30 hartlijn 4' aangebracht.
In de Figuren 7a-7b is de omtreksrand 21 niet voorzien van omtreksopeningen 23 zoals getoond in de voorgaande uitvoeringsvormen, maar is de omtreksrand 21 gaasvormig uitgevoerd.
De functie van het gedeeltelijk medium-doorlatend construeren van 8 de omtreksrand 21 zoals getoond in de Figuren 3a-3d, 4a-4b, 5a-5b, 6a-6b en 7a-7b is het uitstromen van althans een deel van het toegevoerde medium onder druk uit de injecteurbuis 4 mogelijk te maken. Door het medium onder druk voor althans een deel via de omtreksopeningen 23/het gaasmateriaal 23 te laten ontsnappen en niet 5 via de excentrische uitstroomopening 40 wordt vermeden dat een onverhoopt teveel aan medium onder druk tevens het weefvak 12 wordt ingeblazen en mogelijk de verplaatsing van de inslagdraad 8 door het weefvak 12 heen verstoort.
Door althans een deel van het medium onder druk niet via de uitstroomopening 40 maar via de voor een deel doorlatende omtreksrand 21 ‘af te 10 blazen’, wordt een nadelige beïnvloeding van de vlucht van de inslagdraad door het weefvak vermeden en tevens weeffouten voorkomen. Er wordt minder medium onder druk tegelijk met de inslagdraad 8 het weefvak 12 ingeblazen, hetgeen tot minder verstoringen leidt van de vlucht c.q. verplaatsing van de inslagdraad door het weefvak. Dit vermindert weer het aantal weeffouten in het te fabriceren weefsel.
15 Dde openingen 23 dienen zodanig zodanig in de omtreksrand 21 te zijn aangebracht, dat het uitstromende medium onder druk geen snelheids-component bezit gezien in de inbrengrichting van de draad 8 in het weefvak 12. Zodoende wordt een deel van het medium onder druk vanuit de injecteurbuis 4 van het weefvak 12 af geleid, zodat deze de verplaatsing van de inslagdraad 8 door het 20 weefvak niet nadelig kan verstoren. De uitstroomopeningen 23 kunnen daarbij haaks op de hartlijn 4' van de injecteurbuis 4 zijn aangebracht of kunnen schuin op de hartlijn 4' van de injecteurbuis 4 en van de uitstroomopening 40 af gericht zijn aangebracht.
Een bijkomend voordeel van de excentrische uitstroomopening 40 25 is voorts gelegen in het feit dat met deze constructie de algehele diameter van de injecteurbuis 4 kan worden vergroot en dat derhalve een grotere hoeveelheid medium onder druk door de injecteurbuis kan worden gevoerd. Hierdoor kan aan de inslagdraad 8 een hogere aanvangssnelheid worden gegeven hetgeen de algehele snelheid van de weefmachine 10 verhoogt.
30 In Figuur 8 wordt nog een andere uitvoeringsvorm getoond van een injecteurinrichting overeenkomstig de uitvinding. Hier is het mondstuk 20 met de excentrische uitstroomopening uit minimaal twee delen 20'-20" samengesteld, welke met tussenruimtes 50’-50” ten opzichte van de injecteurbuis 4 zijn opgesteld. Via de tussenruimtes 25’-25" kan het medium onder druk voor een deel ontsnappen zonder 9 de vlucht van de draad door het weefvak nadelig te beïnvloeden. Hoewel in dezeFiguur de segmenten 20'-20" als ook de injecteurbuis 4 door middel van steundelen 45-25'-25" met het onderstel 5 zijn verbonden, kunnen bij een andere uitvoeringsvorm de beide segmenten 20'-20" op geschikte wijze ten opzichte van 5 elkaar en de injecteurbuis 4 worden verplaatst teneinde de doorstroomopeningen 50'-50" te variëren.
In de Figuren 9a-9b wordt voorts nog een andere uitvoeringsvorm van de inrichting getoond waarbij een meervoudige injecteurinrichting samengesteld uit vier injecteursamenstellen 4 wordt geopenbaard. Ook hier zijn de verschillende 10 uitstroomeinden 4b van de afzonderlijke injecteurbuizen 4 voorzien van een excentrische uitstroomopening 40. De vier excentrische uitstroomopeningen 40 maken ieder deel uit van één mondstuk 200 zodanig dat de afzonderlijke excentrische uitstroomopeningen dicht tegen elkaar grenzen. Zie de Figuren 9c-9d die een zij- resp. bovenaanzicht in doorsnede tonen van Figuur 9b. Het mondstuk 15 200 kan naast één, ook meerdere uitstroomopeningen 40 bevatten en eenvoudig over de gezamenlijke uitstroomeinden 4b van de meerdere injecteurbuizen 4 geschoven worden. Zodoende is een effectieve positionering van de verschillende uitstroomopeningen ten opzichte van de ingangszijde van het weefvak 12 van de weefmachine mogelijk.
20 1034078

Claims (10)

1. Injecteurinrichting (1) voor het met behulp van een stromend medium inbrengen van draden in het weefvak (12) van een weefmachine (10), 5 waarbij de inrichting (1) is voorzien van tenminste één injecteursamenstel, waarbij elk injecteursamenstel opgebouwd is uit: een huis (2) voorzien van een doorgaande boring; een in de boring opgenomen injecteurbuis (4) met een kanaal voor de doorvoer van een in te brengen draad, waarbij een eerste instroomeinde (4a) van 10 de injecteurbuis opneembaar is in een van de boring deeluitmakende mengkamer en waarbij een uitstroomeinde (4a) van de injecteurbuis opstelbaar is naast het weefvak (12); een in het huis aangebracht toevoerkanaal (3) voor het onder druk toevoeren van het medium, welk toevoerkanaal aansluit op de mengkamer, alsmede 15 een op de mengkamer aansluitende injecteurbuis (4) naar het weefvak toevoeren van de draad, met het kenmerk, dat op het uitstroomeinde (4b) van de injecteurbuis (4) een mondstuk (20-200-200') monteerbaar is, welk mondstuk is voorzien van tenminste één uitstroomeinde (40) met een uitstroomopening, welk uitstroomeinde (40) een hartlijn (40') bezit, welke excentrisch ten opzichte van de 20 hartlijn (4') van de injecteurbuis (4) is gelegen.
2. Injecteurinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat althans een deel van de omtreksrand van het uitstroomeinde (40) van het mondstuk samenvalt met althans een deel van de omtreksrand van de injecteurbuis.
3. Injecteurinrichting volgens één of meer van de voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat nabij het uitstroomeinde (40) de omtreksrand van het uitstroomeinde van het mondstuk althans gedeeltelijk doorlatend voor het medium onderdruk is.
4. Injecteurinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat één of meer openingen (23; 50'; 50") in de omtreksrand van het uitstroomeinde van het 30 mondstuk zijn aangebracht, welke het uitstromen van althans een deel van het toegevoerde medium onderdruk mogelijk maken.
5. Injecteurinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de üitstroomdoorsnede van de openingen instelbaar is. 1034678
6. Injecteurinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de omtreksrand van het uitstroomeinde van het mondstuk is vervaardigd van een doorlatend materiaal, in het bijzonder gaas.
7. Injecteurinrichting volgens één of meer van de voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting meerdere injecteursamenstellen omvat, waarvan de afzonderlijke injecteurbuizen met hun uitstroomeinden nabij elkaar zijn geplaatst, waarbij op elke injecteurbuis een mondstuk plaatsbaar is voorzien van een excentrisch uitstroomeinde (40).
8. Injecteurinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het 10 mondstuk een met het aantal injecteurbuizen overeenkomend aantal excentrische uitstroomeinden bezit, welke uitstroomeinden elk afzonderlijk aansluiten op één van de meerdere injecteurbuizen.
9. Injecteurinrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de excentrische uitstroomeinden (40) naar elkaar toe zijn geplaatst.
10. Weefmachine voorzien van een injecteurinrichting volgens één of meer van de conclusies 1 tot en met 8. 20 1034678
NL1034078A 2007-07-03 2007-07-03 Injecteurinrichting voor het met behulp van een stromend medium inbrengen van draden in het weefvak van een weefmachine, alsmede een dergelijke weefmachine. NL1034078C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034078A NL1034078C2 (nl) 2007-07-03 2007-07-03 Injecteurinrichting voor het met behulp van een stromend medium inbrengen van draden in het weefvak van een weefmachine, alsmede een dergelijke weefmachine.
PCT/NL2008/000167 WO2009005340A1 (en) 2007-07-03 2008-07-03 Injector device for inserting yarns into the shed of a weaving machine by means of a flowing medium, as well as such a weaving machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034078 2007-07-03
NL1034078A NL1034078C2 (nl) 2007-07-03 2007-07-03 Injecteurinrichting voor het met behulp van een stromend medium inbrengen van draden in het weefvak van een weefmachine, alsmede een dergelijke weefmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1034078C2 true NL1034078C2 (nl) 2009-01-06

Family

ID=39204967

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1034078A NL1034078C2 (nl) 2007-07-03 2007-07-03 Injecteurinrichting voor het met behulp van een stromend medium inbrengen van draden in het weefvak van een weefmachine, alsmede een dergelijke weefmachine.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1034078C2 (nl)
WO (1) WO2009005340A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN103757803B (zh) * 2014-01-28 2016-03-23 无锡精业丝普兰科技股份有限公司 主喷管座及主喷嘴结构
CN103993410B (zh) * 2014-06-11 2015-05-27 无锡精业丝普兰科技股份有限公司 双向引纬喷气织机用辅助喷嘴气路系统
DE102022200452B3 (de) 2022-01-17 2023-02-23 Lindauer Dornier Gesellschaft Mit Beschränkter Haftung Schusseintragsvorrichtung für eine luftdüsenwebmaschine, düsenaufsatz sowie luftdüsenwebmaschine

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4436122A (en) * 1980-12-31 1984-03-13 Ruti-Te Strake, B.V. Device for inserting a thread into the weaving shed of a pneumatic weaving machine by means of a flowing fluid
FR2550235A1 (fr) * 1983-08-01 1985-02-08 Vyzk Vyvojovy Ustav Dispositif d'insertion de trame pour machines de tissage a jet
EP0184435A1 (en) * 1984-12-04 1986-06-11 Tsudakoma Kogyo Kabushiki Kaisha Multi-nozzle weft insertion device for fluid jet shuttleless-loom
EP0239232A1 (en) * 1986-03-08 1987-09-30 Tsudakoma Kogyo Kabushiki Kaisha Multi-nozzle weft insertion device for a fluidic jet shuttleless-loom
EP0273473A1 (en) * 1986-12-02 1988-07-06 Picanol N.V. Main injector with increased tensioning force for airjet looms
DE3720492C1 (en) * 1987-06-20 1988-08-04 Dornier Gmbh Lindauer Air nozzle for weft-thread insertion in pneumatic weaving machines
DE3739351C1 (en) * 1987-11-20 1989-02-02 Dornier Gmbh Lindauer Air nozzle for weft-thread insertion in pneumatic weaving machines
DE29819324U1 (de) * 1998-10-29 1998-12-17 Yidi Pneumatische Schußeintragungsvorrichtung für eine Webmaschine

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2506795A1 (fr) * 1981-06-01 1982-12-03 Alsacienne Constr Meca Procede et dispositif pour l'insertion de duites selon une sequence donnee sur une machine a tisser
CS237611B1 (en) * 1983-01-26 1985-09-17 Frantisek Vykydal Pick insertion device on jet loom
CS243719B1 (en) * 1983-03-29 1986-06-12 Vladimir Kuda Weft insertion mechanism

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4436122A (en) * 1980-12-31 1984-03-13 Ruti-Te Strake, B.V. Device for inserting a thread into the weaving shed of a pneumatic weaving machine by means of a flowing fluid
FR2550235A1 (fr) * 1983-08-01 1985-02-08 Vyzk Vyvojovy Ustav Dispositif d'insertion de trame pour machines de tissage a jet
EP0184435A1 (en) * 1984-12-04 1986-06-11 Tsudakoma Kogyo Kabushiki Kaisha Multi-nozzle weft insertion device for fluid jet shuttleless-loom
EP0239232A1 (en) * 1986-03-08 1987-09-30 Tsudakoma Kogyo Kabushiki Kaisha Multi-nozzle weft insertion device for a fluidic jet shuttleless-loom
EP0273473A1 (en) * 1986-12-02 1988-07-06 Picanol N.V. Main injector with increased tensioning force for airjet looms
DE3720492C1 (en) * 1987-06-20 1988-08-04 Dornier Gmbh Lindauer Air nozzle for weft-thread insertion in pneumatic weaving machines
DE3739351C1 (en) * 1987-11-20 1989-02-02 Dornier Gmbh Lindauer Air nozzle for weft-thread insertion in pneumatic weaving machines
DE29819324U1 (de) * 1998-10-29 1998-12-17 Yidi Pneumatische Schußeintragungsvorrichtung für eine Webmaschine

Also Published As

Publication number Publication date
WO2009005340A1 (en) 2009-01-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1034078C2 (nl) Injecteurinrichting voor het met behulp van een stromend medium inbrengen van draden in het weefvak van een weefmachine, alsmede een dergelijke weefmachine.
CN100489170C (zh) 生产结子线的方法和装置
US4183382A (en) Apparatus for weft insertion in a weaving loom
CN1028040C (zh) 复丝喷射膨化变形装置
CN101076626B (zh) 用于纱线喷气交缠的高效装置及相应方法
FI122697B (fi) Sihtisylinteri
DE202016001658U1 (de) Textilmaschine mit gleichmäßiger Fadenspannung
EP3146101B1 (en) Stretching device for a weft thread
US6109309A (en) Compressed air distributor block arrangement in an air jet loom weft insertion device
US5970593A (en) Jet for interlacing textile yarns
NL8001580A (nl) Apparaat voor het geleiden van de inslagdraad bij een onder invloed van een fluidumstraal werkende weef- inrichting.
US20230287606A1 (en) Interlacing nozzle for the production of yarns with knots and method for interlacing yarns
US3535203A (en) Hole plate for one-sided inlet headboxes for paper machines
US6223778B1 (en) Apparatus for the insertion of weft threads for a series shed weaving machine
CN109072519B (zh) 无纺布的制造装置及无纺布的制造方法
EP0596431B1 (en) Apparatus for treating yarn with fluid
TW202026478A (zh) 具有整合式氣流噴嘴的紗線導引件
CN1930336B (zh) 织边制作装置、具有织边制作装置的织机和制作织边的方法
EP1717366A1 (en) Headbox
CN111197195B (zh) 喷气式织机
CN100366806C (zh) 用于多纤维长丝涡流变形的装置
CN212640771U (zh) 分离装置以及圆形针织机
NL1004117C2 (nl) Meervoudige injecteurinrichting.
DE4400005C1 (de) Vorrichtung zum Spannen der Kettfäden vor dem Webfach einer Rundwebmaschine
US6179011B1 (en) Apparatus for the insertion of weft threads for a series shed weaving machine and a series shed weaving machine with an apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110201