NL1032386C2 - Inrichting voor het bevestigen van een elektronische inrichting aan een ondersteuning. - Google Patents

Description

1 I

Inrichting voor het bevestigen van een elektronische inrichting aan een ondersteuning

De uitvinding heeft betrekking op een Inrichting voor het bevestigen 5 van een elektronische inrichting aan een ondersteuning, welke inrichting is voorzien van een houder, waarin de elektronische inrichting losneembaar bevestigbaar is alsmede van middelen voor het bevestigen van de houder aan de ondersteuning.

Bij een dergelijke, uit de Amerikaanse octrooiaanvrage US-A1-2005/0067451 bekende inrichting, wordt een elektronische inrichting, zoals 10 bijvoorbeeld een DVD-speler losneembaar bevestigd in een voor de DVD-speler op maat gemaakte houder, welke houder met behulp van banden met een rugleuning van een stoel in een voertuig is bevestigd. Door een op een achterbank in het voertuig zittend persoon kan vervolgens de DVD-speler worden bediend en het scherm van de DVD-speler worden waargenomen.

15 Een nadeel van de op zich bekende inrichting is dat de houder aan het formaat van de DVD-speler of het scherm van de DVD-speler moet zijn aangepast om een verplaatsing van de DVD-speler ten opzichte van de houder te voorkomen.

Dit betekent dat voor elke type DVD-speler of scherm van een DVD-20 speler een afzonderlijke houder moet worden vervaardigd.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen die geschikt voor het bevestigen van elektronische inrichtingen van verschillende afmetingen aan een ondersteuning, waarbij de elektronische inrichting stevig in de houder is gelegen.

Dit doel wordt bij de inrichting volgens de uitvinding bereikt, doordat 25 de houder ten minste is voorzien van twee op afstand van elkaar gelegen elementen en een kleminrichting, waarbij de kleminrichting verplaatsbaar is van een eerste positie waarin de elektronische inrichting tussen de elementen positioneerbaar is en een tweede positie waarin de elektronische inrichting onder veerkracht aanligt tegen een van de elementen en vice versa.

30 Door de op afstand van elkaar gelegen elementen, kunnen elektronische inrichtingen met uiteenlopende afmetingen tussen de elementen in worden gebracht. Vervolgens wordt door het verplaatsen van de kleminrichting van de eerste positie naar de tweede positie, de elektronische inrichting tegen een van de elementen aangedrukt, waardoor de elektronische inrichting stevig met de 1032386

' I

2 houder is verbonden.

Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat een eerste element een dragerplaat omvat, terwijl het tweede element met de dragerplaat verbonden haakvormige elementen omvat.

5 Een elektronische inrichting, zoals bijvoorbeeld een beeldscherm van een DVD-speler is eenvoudig tussen een dragerplaat en met de dragerplaat verbonden haakvormige elementen te positioneren, waarbij zowel het beeldscherm als op het beeldscherm aanwezige knoppen voor een gebruiker goed toegankelijk zijn.

10 Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de kleminrichting is verbonden met de dragerplaat, waarbij de kleminrichting onder veerkracht verplaatsbaar is in een naar de haakvormige elementen toegekeerde richting.

Een dergelijke kleminrichting is relatief eenvoudig met de 15 dragerplaat te verbinden.

Nog een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de haakvormige elementen zwenkbaar om een zich nagenoeg evenwijdig aan de dragerplaat uitstrekkende zwenkas met de dragerplaat zijn verbonden.

20 Indien geen elektronische inrichting in de houder aanwezig is en er een botsing optreedt, waarbij een persoon tegen de haakvormige elementen aankomt, zullen deze haakvormige elementen om de zwenkas worden gezwenkt, zodat letsel door de haakvormige elementen op eenvoudige wijze wordt voorkomen.

Een weer verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 25 uitvinding wordt gekenmerkt doordat de haakvormige elementen instelbaar met de dragerplaat zijn verbonden.

Op deze wijze zijn de haakvormige elementen eenvoudig instelbaar voor elektronische inrichtingen met diverse afmetingen.

Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding 30 wordt gekenmerkt doordat de kleminrichting tegen veerkracht in scharnierbaar om een zich evenwijdig aan de dragerplaat uitstrekkende scharnieras met de dragerplaat is verbonden.

Een dergelijke kleminrichting is eenvoudig bedienbaar, waarbij bovendien door de om de scharnieras scharnierbaar kleminrichting een relatief I t 3 grote verplaatsing van de kleminrichting van de eerste positie naar de tweede positie realiseerbaar is.

Een weer verder uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat op afstand van de scharnieras een eerste 5 uiteinde van een spiraalveer met de dragerplaat is verbonden, terwijl een tweede uiteinde van de spiraalveer met de kleminrichting is verbonden, welke spiraalveer ten opzichte van de dragerplaat om een zich evenwijdig aan de dragerplaat uitstrekkende kantelas kantelbaar is van een eerste stand, waarbij de kleminrichting zich in de eerste positie bevindt naar een tweede stand, waarbij de kleminrichting 10 zich in de tweede positie bevindt.

Door een dergelijke spiraalveer zal de kleminrichting eenvoudig onder veerkracht verplaatsbaar zijn, zowel van de eerste positie naar de tweede positie en vice versa.

Een nog verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 15 uitvinding wordt gekenmerkt doordat de middelen voor het bevestigen van de houder aan de ondersteuning roteerbaar om een rotatie-as met de houder zijn verbonden.

Op deze wijze is de houder goed instelbaar ten opzichte van de ondersteuning.

20 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen waarin fig. 1 een vooraanzicht toont van een inrichting volgens de uitvinding, fig. 2 een zijaanzicht toont van de in fig. 1 weergegeven inrichting, 25 waarbij de kleminrichting in een eerste positie is gelegen, fig. 3 de in fig. 2 weergegeven inrichting toont, waarbij de kleminrichting zich in de tweede positie bevindt, fig. 4 een detail IV toont van de in fig. 2 weergegeven inrichting, fig. 5 een detail V toont van de in fig. 3 weergegeven inrichting.

30 In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.

Fig. 1-5 tonen een inrichting 1 volgens de uitvinding die is voorzien van een houder 2 en roteerbaar om een rotatie-as 3 met de houder 2 verbonden middelen 4 voor het bevestigen van de houder 2 aan steunen 5 van een hoofd 4 steun 6 van een in een voertuig gelegen stoel 7. De houder 2 is bij voorkeur in een gewenste positie ten opzichte van de middelen 4 fixeerbaar. De middelen 4 omvatten bij voorkeur beugels die vast met de steunen 5 bevestigbaar zijn.

De houder 2 omvat een dragerplaat 8 waarin een aantal 5 bevestigingsopeningen 9 zijn voorzien. Aan de dragerplaat 8 zijn vier haakvormige elementen 10 bevestigd, waarbij elk haakvormige element 10 is voorzien van een langgestrekte strip 11, een daarin gelegen langgestrekte sleuf 12, een zwenkbaar om een zwenkas 13 met de langgestrekte strip 11 verbonden strook 14, een zich dwars op de strook 14 uitstrekkende afstandhouder 15 en een zich dwars op de 10 afstandhouder 15 uitstrekkende haak 16. Elk haakvormig element 10 is met behulp van een door de opening 9 en de sleuf 12 uitstrekkende bout en een met de bout bevestigde moer met de dragerplaat 8 bevestigd. Door de in de strip 11 gelegen sleuf 12 is elk haakvormig element 10 in en tegengesteld aan de door pijl P1 aangegeven richting ten opzichte van de dragerplaat 8 verschuifbaar en in en 15 tegengesteld aan de door pijl P2 aangegeven richting ten opzichte van de opening 9 zwenkbaar ten opzichte van de dragerplaat 8. Op deze wijze zijn de haakvormige elementen 10 instelbaar en aanpasbaar aan de afmetingen van verschillende elektronische inrichtingen, zoals bijvoorbeeld een scherm van een DVD-speler die door de houder 2 moet worden ondersteund. De haken 16 zijn tezamen met de 20 afstandhouder 15 en de strook 14 zwenkbaar in en tegengesteld aan de door pijl P3 aangegeven richting ten opzichte van de dragerplaat 8 en de met de dragerplaat 8 verbonden strip 11. Een dergelijke zwenking in een van de dragerplaat 8 afgekeerde richting zal door de haken 16 worden uitgevoerd, bijvoorbeeld in het geval van een botsing waarbij een op een achterbank van een voertuig zittend persoon in de 25 richting van de inrichting 1 wordt verplaatst en tegen de haken 16 aanbotst. Door het wegklappen van de haken 16 zal de persoon geen letsel ten gevolge van de haken 16 oplopen.

De dragerplaat 8 is verder voorzien van een scharnierbaar om een scharnieras 17 met de dragerplaat 8 verbonden, een kleminrichting vormende 30 klemplaat 18. De klemplaat 18 is zwenkbaar in en tegengesteld aan de door pijl P4 aangegeven richting van een in fig. 2 weergegeven eerste positie naar een in fig. 3 weergegeven tweede positie. Tussen de dragerplaat 8 en de klemplaat 18 is een spiraalveer 19 gelegen die met een eerste uiteinde 20 kantelbaar om een kantelas 21 met de dragerplaat 8 is verbonden en met een tweede uiteinde 22 I a 5 kantelbaar om een kantelas 23 met de klemplaat 18 is verbonden. Bij de in fig. 2 weergegeven eerste positie van de klemplaat 18 bevindt de spiraalveer 19 zich in de in fig. 4 weergegeven eerste stand, waarbij de kantelas 23 aan de rechterzijde is gelegen van een zich door de scharnieras 17 en de kantelas 21 uitstrekkende 5 neutrale lijn 23, terwijl bij de in fig. 3 weergegeven tweede positie van de klemplaat 18 de spiraal-veer 19 zich in de fig. 5 weergegeven stand bevindt waarbij de kantelas 23 zich aan de linkerzijde van de neutrale lijn 23 bevindt.

In beide standen van de spiraalveer 19 ligt de klemplaat 18 onder veerkracht van spiraalveer 19 in de eerste respectievelijk tweede positie.

10 De werking van de inrichting 1 is als volgt. Door een gebruiker worden de haakvormige elementen 10 ingesteld afhankelijk van de afmetingen van de door de inrichting 1 te ondersteunen elektronische inrichting. Hierbij is het bijvoorbeeld mogelijk om met behulp van de inrichting 1 een DVD-speler te ondersteunen met een afmeting van bijvoorbeeld 190 a 270 mm breed en 17 mm 15 tot 32 mm dik. De elektronische inrichting 1 wordt in de door pijl P5 aangegeven richting in de inrichting 1 geschoven, waarbij de elektronische inrichting aan weerszijden door een haakvormige element 10 en aan de onderzijde door twee haakvormige elementen 10 wordt ondersteund, terwijl de voorzijde tegen de haken 16 en de achterzijde tegen de dragerplaat 8 aan is gelegen. Vervolgens wordt 20 door een gebruiker de klemplaat 18 vanaf een onderzijde van de inrichting 1 beetgepakt en tegen veerkracht van de spiraalveer 19 in, in de door pijl P6 aangegeven richting getrokken. Hierbij wordt de kantelas 23 ten opzichte van de kantelas 21 verplaatst. Zodra de kantelas 23 de neutrale lijn 23 passeert, wordt onder invloed van de veerkracht van de spiraalveer 19 de klemplaat 18 verder in de 25 door pijl P6 aangegeven richting verplaatst, waarbij door de klemplaat 18 de elektronische inrichting in de richting van de haken 16 wordt gedrukt en daartegen aan wordt gepositioneerd. De elektronische inrichting bevindt zich nu stevig tussen de klemplaat 18 en de haken 16. Indien men de elektronische inrichting uit de inrichting 1 wenst te verwijderen, drukt een gebruiker de elektronische inrichting en 30 daarmee de klemplaat 18 in de aan pijl P6 tegengestelde richting. Zodra de met de klemplaat 18 verbonden kantelas 23 vanuit de in fig. 5 weergegeven stand de neutrale lijn 23 passeert, verplaatst de spiraalveer 19 en daarmee de klemplaat 18 zich van de in fig. 5 weergegeven en in fig. 4 weergegeven positie.

Het is ook mogelijk om met behulp van ander soorten veren de 1 · 6 klemplaat 18 in de richting van de haken 16 te verplaatsen, waardoor de klemplaat 18 de elektronische inrichting stevig tegen de haken 16 aandrukt.

Het is ook mogelijk om de kleminrichting en een van de tegenover elkaar liggende elementen te integreren, in welk geval de elementen naar elkaar toe 5 worden verplaatst voor het daartussen klemmen van de te ondersteunen elektronische inrichting.

Het is ook mogelijk om de haakvormige elementen vast met de dragerplaat te verbinden.

Het is ook mogelijk om in plaats van haakvormige elementen of een 10 dragerplaat andere elementen zoals beugels, strips, banden, etc., toe te passen waartussen de elektronische inrichting positioneerbaar is.

1032386

Claims (9)

1. Inrichting voor het bevestigen van een elektronische inrichting aan een ondersteuning, welke inrichting is voorzien van een houder, waarin de 5 elektronische inrichting losneembaar bevestigbaar is alsmede van middelen voor het bevestigen van de houder aan de ondersteuning, met het kenmerk, dat de houder ten minste is voorzien van twee op afstand van elkaar gelegen elementen en een kleminrichting, waarbij de kleminrichting verplaatsbaar is van een eerste positie waarin de elektronische inrichting tussen de elementen positioneerbaar is en een 10 tweede positie waarin de elektronische inrichting onder veerkracht aanligt tegen een van de elementen en vice versa.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een eerste element een dragerplaat omvat, terwijl het tweede element met de dragerplaat verbonden haakvormige elementen omvat.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de klem inrichting is verbonden met de dragerplaat, waarbij de kleminrichting onder veerkracht verplaatsbaar is in een naar de haakvormige elementen toegekeerde richting.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de haak-20 vormige elementen zwenkbaar om een zich nagenoeg evenwijdig aan de dragerplaat uitstrekkende zwenkas met de dragerplaat zijn verbonden.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de haakvormige elementen instelbaar met de dragerplaat zijn verbonden.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de kleminrichting tegen veerkracht in scharnierbaar om een zich evenwijdig aan de dragerplaat uitstrekkende scharnieras met de dragerplaat is verbonden.

7. Kleminrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat op 30 afstand van de scharnieras een eerste uiteinde van een spiraalveer met de dragerplaat is verbonden, terwijl een tweede uiteinde van de spiraalveer met de kleminrichting is verbonden, welke spiraalveer ten opzichte van de dragerplaat om een zich evenwijdig aan de dragerplaat uitstrekkende kantelas kantelbaar is van een eerste stand, waarbij de kleminrichting zich in de eerste positie bevindt naar een 1032386 » *. tweede stand, waarbij de kleminrichting zich in de tweede positie bevindt.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen voor het bevestigen van de houder aan de ondersteuning roteerbaar om een rotatie-as met de houder zijn verbonden.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ondersteuning een in een voertuig bevestigde stoel is, waarbij de inrichting losneembaar aan een achterzijde van de stoel bevestigbaar is. t, 032386