NL1031654C2 - Geleidingsinrichting, in het bijzonder voor gebruik bij het lassen. - Google Patents
Geleidingsinrichting, in het bijzonder voor gebruik bij het lassen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1031654C2 NL1031654C2 NL1031654A NL1031654A NL1031654C2 NL 1031654 C2 NL1031654 C2 NL 1031654C2 NL 1031654 A NL1031654 A NL 1031654A NL 1031654 A NL1031654 A NL 1031654A NL 1031654 C2 NL1031654 C2 NL 1031654C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- guiding device
- indicators
- welding
- spring
- flexible body
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23K—SOLDERING OR UNSOLDERING; WELDING; CLADDING OR PLATING BY SOLDERING OR WELDING; CUTTING BY APPLYING HEAT LOCALLY, e.g. FLAME CUTTING; WORKING BY LASER BEAM
- B23K37/00—Auxiliary devices or processes, not specially adapted to a procedure covered by only one of the preceding main groups
- B23K37/02—Carriages for supporting the welding or cutting element
- B23K37/0211—Carriages for supporting the welding or cutting element travelling on a guide member, e.g. rail, track
- B23K37/0217—Carriages for supporting the welding or cutting element travelling on a guide member, e.g. rail, track the guide member being fixed to the workpiece
- B23K37/0223—Carriages for supporting the welding or cutting element travelling on a guide member, e.g. rail, track the guide member being fixed to the workpiece the guide member being a part of the workpiece
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23K—SOLDERING OR UNSOLDERING; WELDING; CLADDING OR PLATING BY SOLDERING OR WELDING; CUTTING BY APPLYING HEAT LOCALLY, e.g. FLAME CUTTING; WORKING BY LASER BEAM
- B23K5/00—Gas flame welding
- B23K5/22—Auxiliary equipment, e.g. backings, guides
- B23K5/24—Arrangements for supporting torches
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23K—SOLDERING OR UNSOLDERING; WELDING; CLADDING OR PLATING BY SOLDERING OR WELDING; CUTTING BY APPLYING HEAT LOCALLY, e.g. FLAME CUTTING; WORKING BY LASER BEAM
- B23K37/00—Auxiliary devices or processes, not specially adapted to a procedure covered by only one of the preceding main groups
- B23K37/02—Carriages for supporting the welding or cutting element
- B23K37/0211—Carriages for supporting the welding or cutting element travelling on a guide member, e.g. rail, track
- B23K37/0217—Carriages for supporting the welding or cutting element travelling on a guide member, e.g. rail, track the guide member being fixed to the workpiece
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23K—SOLDERING OR UNSOLDERING; WELDING; CLADDING OR PLATING BY SOLDERING OR WELDING; CUTTING BY APPLYING HEAT LOCALLY, e.g. FLAME CUTTING; WORKING BY LASER BEAM
- B23K9/00—Arc welding or cutting
- B23K9/0026—Arc welding or cutting specially adapted for particular articles or work
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23K—SOLDERING OR UNSOLDERING; WELDING; CLADDING OR PLATING BY SOLDERING OR WELDING; CUTTING BY APPLYING HEAT LOCALLY, e.g. FLAME CUTTING; WORKING BY LASER BEAM
- B23K9/00—Arc welding or cutting
- B23K9/02—Seam welding; Backing means; Inserts
- B23K9/028—Seam welding; Backing means; Inserts for curved planar seams
- B23K9/0282—Seam welding; Backing means; Inserts for curved planar seams for welding tube sections
- B23K9/0286—Seam welding; Backing means; Inserts for curved planar seams for welding tube sections with an electrode moving around the fixed tube during the welding operation
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23K—SOLDERING OR UNSOLDERING; WELDING; CLADDING OR PLATING BY SOLDERING OR WELDING; CUTTING BY APPLYING HEAT LOCALLY, e.g. FLAME CUTTING; WORKING BY LASER BEAM
- B23K9/00—Arc welding or cutting
- B23K9/24—Features related to electrodes
- B23K9/28—Supporting devices for electrodes
- B23K9/287—Supporting devices for electrode holders
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Plasma & Fusion (AREA)
- Optics & Photonics (AREA)
- Butt Welding And Welding Of Specific Article (AREA)
- Lining Or Joining Of Plastics Or The Like (AREA)
Description
GELEIDINGSINRICHTING, IN HET BIJZONDER VOOR GEBRUIK BIJ HET
LASSEN
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een gelei-5 dingsinrichting voor gebruik bij het bewerken, in het bijzonder lassen, van gewelfde oppervlakken, in het bijzonder buisoppervlakken, en meer in het bijzonder pijpleidingen. Een dergelijke geleidingsinrichting omvat algemeen een flexibel langwerpig lichaam voorzien van een geleiding voor bewer-10 kingsmiddelen, en spanmiddelen voor het rond het gewelfde oppervlak spannen van het flexibel lichaam. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het in een aantal lasgangen lassen van een pijpleiding gebruikmakend van een dergelijke geleidingsinrichting.
15 Het is bekend om bij het lassen van pijpleidingen een geleideband te gebruiken waarlangs een drager met één of meer lastoortsen wordt geleid (zie GB 2 316 903 op naam van aanvraagster) . Bij het leggen van pijpleidingen op zee moeten doorgaans een aantal lasstappen gebeuren op het schip, welke 20 lasstappen in verschillende lasstations plaatsvinden. Volgens de bekende systemen zal een bediener van een lasstation, bijvoorbeeld met een krijtje, ter indicatie op de pijp aangeven tot waar de laslaag gelegd is. De bediener van een daarop volgend lasstation moet vervolgens deze locatie opzoeken 25 en vanaf deze locatie een volgende lasstap uitvoeren, waarbij een volgende laslaag neergelegd wordt. Een dergelijke manier van werken vertraagd het lasproces en belemmert de automatisering daarvan.
De onderhavige uitvinding heeft als doel een geleidings-30 inrichting van het in de aanhef genoemde type te verschaffen waarmee op een eenvoudige en automatiseerbare wijze een locatie langs de geleidingsinrichting bepaald kan worden. Daartoe onderscheidt de geleidingsinrichting zich daarin dat het 1031654^ 2 flexibel lichaam over zijn lengte voorzien is van volgens een bepaald patroon aangebrachte indicatoren, welk patroon zodanig is dat op basis van de detectie van de indicatoren een bepaalde positie langs het flexibel lichaam afleidbaar is.
5 Op die manier kan een locatie op het flexibel lichaam dus met voldoende nauwkeurigheid bepaald worden aan de hand van het patroon van op het flexibel lichaam aangebrachte indicatoren. Op het eind van een lasstap kan de locatie dus exact bepaald worden, en deze locatie kan opnieuw opgezocht worden 10 voorafgaand aan een volgende lasstap.
Bij voorkeur zijn een sensor die ingericht is voor het detecteren van deze indicatoren, en een met de sensor verbonden signaalverwerkingseenheid voor het bepalen van een locatie langs het flexibel lichaam op basis van de gedetecteerde 15 indicatoren, voorzien. Op die manier kan op eenvoudige en automatiseerbare wijze een bepaalde locatie langs de geleide-band bepaald worden voor verder gebruik.
Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm zijn de indicatoren gaten. Het patroon kan bijvoorbeeld bestaan uit tenminste één 20 in de langsrichting van het flexibel lichaam aangebrachte rij indicatoren waarvoor de onderlinge afstand tussen aan-gren-zende indicatoren geleidelijk oploopt. Dit is een eenvoudig patroon dat gemakkelijk te detecteren is.
Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm omvat het patroon een 25 eerste en een tweede daarmee evenwijdige rij indicatoren, waarbij de onderlinge afstand tussen aangrenzende indicatoren in tegengestelde richting oploopt voor de eerste en tweede rij. Op die manier wordt door de sensor hetzelfde patroon gezien, onafhankelijk van de manier waarop men de geleidings-30 inrichting aanbrengt op het gewelfd oppervlak (bijvoorbeeld wijzerszin of tegenwijzerszin in het geval van een buisopper-vlak).
3
Verder is het flexibel lichaam bij voorkeur een metalen band, en zijn de indicatoren bij voorkeur gevormd door het uitstansen van gaten.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm heeft de metalen 5 band een gekartelde rand. Een dergelijke rand maakt de aandrijving van de drager van de bewerkingsmiddelen door middel van een drijfwiel dat op deze rand aangrijpt, mogelijk.
In het geval van een geleideband die rond een buisopper-vlak wordt aangebracht kan het verder van belang zijn dat 10 deze goed gecentreerd en met een vaste omtrekslengte rond het buisoppervlak aanbrengbaar is. Deze vaste omtrekslengte is in het bijzonder nuttig wanneer gewerkt wordt met indicatoren teneinde steeds hetzelfde patroon te kunnen detecteren langs de omtrek.
15 Er bestaan geleidebanden waarbij afstandhouders aange bracht zijn tussen de geleideband en het buisoppervlak. Daarin kunnen veermiddelen aangebracht zijn. Dergelijke afstandhouders strekken zich echter typisch uit over de volledige breedte van de geleideband. Dit heeft als nadeel dat de wrij-20 ving tussen de afstandhouders en het buisoppervlak waarop de geleideband wordt bevestigd vrij groot is, hetgeen kan leiden tot een asymmetrische, niet gecentreerde aanbrenging van de geleideband rond het buisoppervlak, waarbij de veren aan één kant meer inveren dan aan de andere kant.
25 Om dit probleem op te lossen, stelt de uitvinding verder een geleidingsinrichting voor, zoals beschreven in de conclusies 15 tot en met 18. Door ervoor te zorgen dat de breedte-en lengte-afmetingen van het contactvlak tussen elke afstand-houder en het buisoppervlak klein zijn ten opzichte van de 30 afmetingen van de geleideband, wordt de wrijving tot een minimum beperkt en kan de geleideband goed gecentreerd aangebracht worden rond een buisoppervlak, waarbij de veermiddelen alle op een in hoofdzaak gelijke manier inveren.
4
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm omvat elke af-standhouder een veerdrager die verbonden is met de geleide-band en een verend daarrond aangebrachte veerhouder, waarbij de veermiddelen bij voorkeur schotelveren zijn die werkzaam 5 zijn tussen de veerdrager en de veerhouder. Deze uitvoeringsvorm zal nader beschreven worden aan de hand van de figuren.
De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een flexibel lichaam voor gebruik in een inrichting volgens de uitvinding.
10 De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het in een aantal lasgangen lassen van een pijpleiding gebruikmakend van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij een eerste laag gelegd wordt tijdens een eerste lasgang en een tweede laag gelegd wordt in een volgen-15 de lasgang. De werkwijze onderscheidt zich daarin dat - na het leggen van de eerste laag de eindlocatie van de laslaag aan de hand van de indicatoren bepaald wordt; - vóór het leggen van de tweede laag deze eindlocatie opgezocht wordt aan de hand van de indicatoren op de geleideband.
20 Een dergelijke werkwijze laat dus een verder automatise ring van het lasproces toe.
Bovengenoemde en andere kenmerken zullen hieronder nader toegelicht worden aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld van de geleidingsinrichting volgens de uitvinding dat be-25 schreven wordt met verwijzing naar de tekeningen in bijlage.
De tekeningen tonen: in figuur 1 een detail van een uitvoeringsvorm van de geleideband volgens de uitvinding die rond een buisoppervlak aangebracht is, met een lastoorts als bewerkingsorgaan; 30 in figuur 2 een perspectivisch aanzicht van een uitvoe ringsvorm van de geleideband volgens de uitvinding; in figuur 3A een bovenaanzicht van de spanmiddelen van de geleideband van figuur 2; 5 in figuur 3B een doorsnede langs lijn B-B in figuur 3A; in figuur 3C een doorsnede langs lijn C-C in figuur 3A; in figuur 3D een doorsnede langs lijn D-D in figuur 3A; in figuur 4 een bovenaanzicht van de uitvoeringsvorm van 5 de geleideband van figuur 3 in gedemonteerde toestand; in figuur 5 een detail van de rand van de in figuur 4 getoonde geleideband; in figuren 6A en 6B respectievelijk een bovenaanzicht en doorsnede langs lijn VI-VI van figuur 6A van een eerste deel 10 van een afstandhouder; in figuren 7A en 7B respectievelijk een bovenaanzicht en doorsnede langs lijn VII-VII van figuur 7A van een tweede deel van een afstandhouder.
In figuur 1 is schematisch een inrichting weergegeven 15 voor het aan elkaar lassen van buizen B die met hun eindran-den aan elkaar moeten worden gelast. De eindranden zijn typisch zodanig gevormd dat een lasgroef L ontstaat bij het tegen elkaar plaatsen van de buizen.
Dergelijke lasgroeven worden doorgaans in meerdere gangen 20 van de lastoorts opgevuld, waarbij telkens een laag van het lasmateriaal in de groef wordt neergelegd. Daartoe kunnen één of meer lastoortsen 1 toegepast worden. De lastoorts wordt ondersteund door een drager 2 die langs een geleideband welke rond één van de buiseinden is bevestigd, wordt geleid. In de 25 getoonde uitvoeringsvorm is de lastoorts 1 verbonden met een flexibele toevoerbuis 5 voor een beschermend gas, maar dit is geen vereiste en is afhankelijk van de gebruikte lastechniek. De lasinrichting op zich wordt bekend verondersteld en maakt geen deel uit van de uitvinding.
30 De drager 2 is voorzien van een viertal geleidewielen 22 welke een U-vormig omtreksvlak vertonen waarin de geleiderand 24 van de geleideband 3 is opgenomen. Door de tegenover elkaar liggende geleidewielen 22 bijvoorbeeld door een spiraal- 6 veerpakket 25 naar elkaar toe voor te spannen, wordt het wielenpaar stevig tegen de zijkanten van de geleideband 3 gehouden en gedrukt. De aandrijving van de drager 2 langs de geleideband 3 kan op willekeurige wijze plaatsvinden. In de 5 getoonde uitvoeringsvorm wordt de aandrijving uitgevoerd door middel van een drijfwiel 26 dat op de zijrand van de geleideband aangrijpt en wordt aangedreven door een niet getoond aandrijfmechanisme. Een dergelijke drager wordt bekend verondersteld en zal hier niet in meer detail worden toegelicht.
10 Figuur 2 is een perspectivisch aanzicht dat een uitvoe ringsvorm van de geleideband 3 volgens de uitvinding in een tot een ring gevormde toestand toont. Figuur 4 toont een bovenaanzicht van de geleideband in de uitgestrekte toestand. De geleideband is aan zijn binnenzijde voorzien van afstand-15 houders 7 waarin veermiddelen 10 zijn aangebracht. Tussen de uiteinden 5, 6 en de geleideband 3 zijn spanmiddelen voorzien voor het als een ring rond het buisoppervlak spannen. De spanmiddelen 4 zijn in meer detail getoond in figuren 3A-3D. Op het uiteinde 6 is een eerste element 13 van de spanmidde-20 len met behulp van een viertal schroeven 16 bevestigd. Dit eerste element 13 is voorzien van een schroefboring 14. Het tweede element 15 is met behulp van een viertal schroeven 16 op het andere uiteinde 5 bevestigd. Dit element is voorzien van een langwerpige holte 17 voor het daardoor steken van een 25 schroef die in schroefboring 14 wordt vastgedraaid.
De geleideband 3 is verder voorzien van volgens een bepaald patroon aangebrachte indicatoren, welke hier de vorm aannemen van gaten 8, 8'. Het patroon bestaat hier uit twee reeksen vierkante gaten. De eerste reeks zijn een aantal op 30 een omtrekslijn aangebrachte vierkante gaten 8 waarvoor de onderlinge afstand tussen twee aangrenzende gaten geleidelijk toeneemt gaande van uiteinde 6 naar uiteinde 5. De tweede reeks wordt eveneens gevormd door een aantal op een omtreks- 7 lijn aangebrachte vierkante gaten 8' waarvoor de onderlinge afstand tussen twee aangrenzende gaten geleidelijk afneemt gaande van uiteinde 6 naar uiteinde 5. Deze geleidelijke toename/afname is identiek voor beide reeksen, zodanig dat 5 bij het omgekeerd aanbrengen van de geleideband, i.e. bij het omwisselen van de uiteinden 5 en 6, een identiek patroon wordt verkregen.
In de drager 2 wordt een niet getoonde sensor voorzien voor het detecteren van dit patroon. Deze sensor is gekoppeld 10 aan een signaalverwerkingseenheid welke ingericht is om de locatie langs de geleideband te bepalen op basis van de door de sensor gedetecteerde gaten waarlangs de drager passeert.
Bij het leggen van pijpleidingen moeten doorgaans vier tot vijf lasstappen gebeuren op het schip, waarbij het schip 15 na elke lasstap over een bepaalde afstand vaart waardoor de las naar het volgende lasstation wordt gebracht en de volgende lasstap uitgevoerd kan worden. Met behulp van de indicatoren op de geleideband en de sensor wordt na elke lasstap de eindlocatie van de las bepaald en doorgegeven aan het volgend 20 lasstation. In het volgend lasstation wordt de lastoorts opnieuw met behulp van de indicatoren en de sensor naar deze locatie gebracht, zodanig dat de lasstap exact begint daar waar de vorige lasstap is geëindigd. Op die manier kan dus heel nauwkeurig gelast worden.
25 Nu zal in detail een mogelijke uitvoering van de afstand houder met veermiddelen beschreven worden aan de hand van figuren 3A-3D en figuren 6A-6B en 7A-7B. De afstandhouder 7 omvat een veerhouder 31 en een daarin opgenomen veerdrager 30. De veerdrager 30 is met behulp van een schroef 38 verbon-30 den met de geleideband. De veerhouder 31 is beperkt beweegbaar in de richting van de geleideband. Dit wordt verwezenlijkt door de veerhouder 31 te voorzien van een opening 35 met afmetingen die zodanig zijn dat de veerhouder 31 langs de 8 omtrek van de veerdrager 30 kan bewegen in de richting van de geleideband. Hierbij is de bewegingsvrijheid instelbaar door middel van een schroef 37 (zie figuur 3B) die door de opening 35 van de veerhouder 31 steekt en vast geschroefd is in een 5 schroefboring 36 in de veerhouder 30. Tussen de veerdrager 30 en de veerhouder 31 zijn schotelveren 10 werkzaam. De vorm van de veerdrager 30 en van de veerhouder 31 moet dus zodanig op elkaar afgestemd zijn dat enerzijds veermiddelen opgenomen kunnen worden in de veerhouder 31 en dat anderzijds de veer-10 houder 31 beperkt beweegbaar is ten opzichte van de veerdrager 30. In de getoonde uitvoeringsvorm is de veerhouder 31 in hoofdzaak komvormig met een bodem 32 voorzien van een opening 35, en met een cilindrische wand 34. De veerdrager 30 heeft hier de vorm van een holle cilinder 32 waarin schroefdraad 15 voorzien is en waarvan het boveneinde voorzien is van een radiaal gerichte kraag 33. De vakman zal echter begrijpen dat andere vormen mogelijk zijn voor de veerhouder 31 en veerdrager 30.
Verder dient het contactvlak tussen de veerhouder en het 20 gewelfd oppervlak waarop de geleideband gemonteerd wordt, bij voorkeur zo klein mogelijk zijn teneinde de wrijving met het gewelfd oppervlak te beperken. Daartoe heeft de veerhouder 31 bij voorkeur een afgeronde bodem, zoals best te zien is in figuur 7B en is de oppervlakte van het ringvormig steunvlak 25 bij voorkeur zo klein mogelijk.
De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en zeker niet tot het behandelen van pijpleidingen. Elk oppervlak waarop een flexibele geleideband op passende wijze kan worden bevestigd, valt binnen het kader 30 van de uitvinding. Verder zal de vakman begrijpen dat vele verschillende patronen aan indicatoren mogelijk zijn. De beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding wordt dan ook enkel bepaald door de conclusies in bijlage.
1031654
Claims (18)
1. Geleidingsinrichting voor gebruik bij het bewerken, in het bijzonder lassen, van gewelfde oppervlakken, in het bij- 5 zonder buisoppervlakken, omvattende: - een flexibel langwerpig lichaam voorzien van een geleiding voor bewerkingsmiddelen; - spanmiddelen voor het rond het gewelfd oppervlak spannen van het flexibel lichaam; 10 met het kenmerk, dat - het flexibel lichaam over zijn lengte voorzien is van volgens een bepaald patroon aangebrachte indicatoren, welk patroon zodanig is dat op basis van de detectie van de indicatoren een bepaalde positie langs het flexibel lichaam afleid- 15 baar is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een sensor die ingericht is voor het detecteren van deze indicatoren, en een met de sensor verbonden signaalverwer-kingseenheid voor het afleiden van een positie langs het 20 flexibel lichaam op basis van de gedetecteerde indicatoren, zijn voorzien.
3. Geleidingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de indicatoren gaten zijn.
4. Geleidingsinrichting volgens conclusie één der voor-25 gaande conclusies, met het kenmerk, dat het patroon bestaat uit tenminste één rij indicatoren waarvoor de onderlinge afstand tussen aangrenzende indicatoren geleidelijk oploopt.
5. Geleidingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het patroon een eerste en een tweede daarmee 30 evenwijdige rij indicatoren omvat, waarbij de onderlinge afstand tussen aangrenzende indicatoren in tegengestelde richting oploopt voor de eerste en tweede rij. 1031654
6. Geleidingsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het flexibel lichaam een metalen band is.
7. Geleidingsinrichting volgens conclusie 6, met het 5 kenmerk, dat de volgens een bepaald patroon aangebrachte indicatoren gevormd zijn door het uitstansen van gaten volgens dit patroon
8. Geleidingsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het langwerpig flexibel lichaam 10 aan zijn onderzijde voorzien is van afstandhouders.
9. Geleidingsinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de afstandhouders voorzien zijn van veermidde-len.
10. Geleidingsinrichting volgens conclusie 9, met het 15 kenmerk, dat de veermiddelen schotelveren zijn.
11. Geleidingsinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de breedte- en lengte-afmetingen van het con-tactvlak tussen elke afstandhouder en het gewelfd oppervlak klein zijn ten opzichte van de breedte- en lengte-afmetingen 20 van de geleideband.
12. Geleidingsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het flexibel langwerpig lichaam een gekartelde rand heeft, ter vorming van de geleiding voor de bewerkingsmiddelen.
13. Flexibel lichaam voor gebruik in een inrichting vol gens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het flexibel lichaam over zijn lengte voorzien is van volgens een bepaald patroon aangebrachte indicatoren.
14. Werkwijze voor het in een aantal lasgangen lassen van 30 een pijpleiding gebruikmakend van een inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een eerste laag gelegd wordt tijdens een eerste lasgang, en een tweede laag gelegd wordt in een volgende lasgang, met het kenmerk, dat - na het leggen van de eerste laag de eindlocatie van de laslaag aan de hand van de indicatoren bepaald wordt; - vóór het leggen van de tweede laag deze eindlocatie opgezocht wordt aan de hand van de indicatoren op de geleideband.
15. Geleidingsinrichting volgens één der voorgaande con clusies, waarbij het langwerpig flexibel lichaam aan zijn onderzijde voorzien is van afstandhouders met veermiddelen, met het kenmerk, dat de breedte- en lengte-afmetingen van het contactvlak tussen elke afstandhouder en het gewelfd opper- 10 vlak klein zijn ten opzichte van de breedte- en lengte-afmetingen van de geleideband.
16. Geleidingsinrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de afstandhouder een veerhouder omvat, welke veerhouder aan zijn van de geleideband afgekeerd einde een 15 ringvormige steunvoet vertoont.
17. Geleidingsinrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de veerhouder beperkt beweegbaar gemonteerd is ten opzichte van de geleideband en de veermiddelen werkzaam zijn tussen de veerhouder en de geleideband.
18. Geleidingsinrichting volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat een in de veerhouder passende veerdrager vast verbonden is met de geleideband, waarbij de veerhouder beperkt beweegbaar verbonden is met de veerdrager en de veermiddelen aangrijpen tussen veerhouder en veerdrager. 1031654
Priority Applications (20)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1031654A NL1031654C2 (nl) | 2006-04-21 | 2006-04-21 | Geleidingsinrichting, in het bijzonder voor gebruik bij het lassen. |
EP07105913.3A EP1854578B1 (en) | 2006-04-21 | 2007-04-11 | Guide device, particularly for use in welding |
EP08162528.7A EP1985404B1 (en) | 2006-04-21 | 2007-04-11 | Guide device, particularly for use in welding |
DK07105913.3T DK1854578T3 (da) | 2006-04-21 | 2007-04-11 | Føringsindretning, især til brug ved svejsning |
TR2019/07351T TR201907351T4 (tr) | 2006-04-21 | 2007-04-11 | Özelli̇kle kaynaklamada kullanima yöneli̇k kilavuz ci̇haz |
DK08162528.7T DK1985404T3 (da) | 2006-04-21 | 2007-04-11 | Styreindretning især til brug ved svejsning |
TR2019/07792T TR201907792T4 (tr) | 2006-04-21 | 2007-04-11 | Özelli̇kle kaynaklamada kullanima yöneli̇k kilavuz ci̇haz |
CA2584595A CA2584595C (en) | 2006-04-21 | 2007-04-12 | Guide device, particularly for use in welding |
CA2836913A CA2836913C (en) | 2006-04-21 | 2007-04-12 | Guide device for generating welds on curvilinear pipe surfaces |
AU2007201657A AU2007201657B2 (en) | 2006-04-21 | 2007-04-16 | Guide device, particularly for use in welding |
NZ554548A NZ554548A (en) | 2006-04-21 | 2007-04-17 | Guide device, particularly for use in welding |
NZ560205A NZ560205A (en) | 2006-04-21 | 2007-04-17 | Guide device, particularly for use in welding |
BRPI0701531A BRPI0701531B1 (pt) | 2006-04-21 | 2007-04-18 | Dispositivo de guia para utilização em processamento, corpo flexível para utilização em um dispositivo e método para soldar uma tubulação em um número de passes de soldadura utilizando um dispositivo |
US11/788,367 US8481882B2 (en) | 2006-04-21 | 2007-04-18 | Guide device for welding curvilinear pipe surfaces |
SG200702854-1A SG136908A1 (en) | 2006-04-21 | 2007-04-19 | Guide device, particularly for use in welding |
SG200906995-6A SG156667A1 (en) | 2006-04-21 | 2007-04-19 | Guide device, particularly for use in welding |
SG201001572-5A SG161830A1 (en) | 2006-04-21 | 2007-04-19 | Guide device, particularly for use in welding |
NO20072026A NO343854B1 (no) | 2006-04-21 | 2007-04-20 | Styreanordning, spesielt for bruk ved sveising |
US13/784,239 US9796036B2 (en) | 2006-04-21 | 2013-03-04 | Guide device for welding curvilinear pipe surfaces |
NO20181649A NO344621B1 (no) | 2006-04-21 | 2018-12-19 | Styreanordning, spesielt for bruk ved sveising |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1031654 | 2006-04-21 | ||
NL1031654A NL1031654C2 (nl) | 2006-04-21 | 2006-04-21 | Geleidingsinrichting, in het bijzonder voor gebruik bij het lassen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1031654C2 true NL1031654C2 (nl) | 2007-10-23 |
Family
ID=37496969
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1031654A NL1031654C2 (nl) | 2006-04-21 | 2006-04-21 | Geleidingsinrichting, in het bijzonder voor gebruik bij het lassen. |
Country Status (11)
Country | Link |
---|---|
US (2) | US8481882B2 (nl) |
EP (2) | EP1985404B1 (nl) |
AU (1) | AU2007201657B2 (nl) |
BR (1) | BRPI0701531B1 (nl) |
CA (2) | CA2584595C (nl) |
DK (2) | DK1985404T3 (nl) |
NL (1) | NL1031654C2 (nl) |
NO (2) | NO343854B1 (nl) |
NZ (2) | NZ560205A (nl) |
SG (3) | SG161830A1 (nl) |
TR (2) | TR201907792T4 (nl) |
Families Citing this family (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB0806049D0 (en) * | 2008-04-03 | 2008-05-14 | Ipwl Ltd | Welding apparatus |
KR101631327B1 (ko) * | 2010-10-28 | 2016-06-16 | 현대중공업 주식회사 | 곡블럭 용접용 탄성레일 |
CA2855904C (en) * | 2011-11-24 | 2021-01-19 | Weldobot Ltd. | System and method for modular portable welding and seam tracking |
KR101256602B1 (ko) * | 2012-01-18 | 2013-04-19 | 현대중공업 주식회사 | 가이드프레임 지지장치 |
EP2676750B1 (de) * | 2012-06-19 | 2019-10-09 | Georg Fischer Wavin AG | Vorrichtung zum Führen von Schälgeräten |
US8714433B1 (en) * | 2013-03-13 | 2014-05-06 | Lincoln Global, Inc. | Welder track ring clamp |
CN109877471A (zh) * | 2019-04-12 | 2019-06-14 | 辽宁科技大学 | 一种环形筒打孔用激光加工平台 |
CN110039395A (zh) * | 2019-04-17 | 2019-07-23 | 吴雪杏 | 一种新能源汽车排气管焊接处理设备 |
CN110814843B (zh) * | 2019-11-29 | 2021-09-28 | 河南易沃克工业设备有限公司 | 一种伸缩式导向轨道 |
CN113681183B (zh) * | 2021-10-27 | 2021-12-31 | 中国航发沈阳黎明航空发动机有限责任公司 | 一种多焊缝叶环类零件焊接专用夹具及焊接变形控制方法 |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4328416A (en) * | 1979-11-01 | 1982-05-04 | J. Ray Mcdermott & Co., Inc. | Seam tracker for automatic welder |
US4597335A (en) * | 1983-12-21 | 1986-07-01 | Slavens Clyde M | Track for welding carriage and locator apparatus therefor |
GB2316903A (en) * | 1996-09-10 | 1998-03-11 | Allseas Group Sa | Guide apparatus for use on curved surfaces |
WO2002036297A1 (en) * | 2000-11-02 | 2002-05-10 | Tri Tool Inc. | Automatic weld head alignment and guidance system and method |
Family Cites Families (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2705629A (en) * | 1951-08-01 | 1955-04-05 | Ford S Miller | Blow torch machine for beveling pipe |
US4250813A (en) | 1978-05-30 | 1981-02-17 | Midcon Pipeline Equipment Co. | Track apparatus |
US4716271A (en) * | 1984-09-28 | 1987-12-29 | Welding Services, Inc. | Apparatus for positioning a tool with respect to a cylindrical work piece |
US4726300A (en) | 1986-02-18 | 1988-02-23 | Gasparas Kazlauskas | Adjustable spring-biased track assembly for mounting a welding head assembly on a pipe |
IL101428A (en) * | 1992-03-31 | 1994-11-28 | Irt Inspection Res & Tech | Flexible guide system |
IT1301867B1 (it) * | 1998-07-24 | 2000-07-07 | P S I Pipeline Service Sa | Dispositivo mobile per la saldatura automatica di condutture |
US6345593B1 (en) * | 1999-02-17 | 2002-02-12 | Creative Products International | Device for pets |
US7327056B2 (en) * | 2004-07-30 | 2008-02-05 | Hewlett-Packard Development Company, L.P. | Marked hub for sensing motor speed |
DE102005053202A1 (de) * | 2005-11-08 | 2007-05-10 | Comet Gmbh | Vorrichtung zum Vorbereiten einer Mehrschicht-Leiterplatte auf das Bohren von Kontaktierungsbohrungen |
-
2006
- 2006-04-21 NL NL1031654A patent/NL1031654C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2007
- 2007-04-11 EP EP08162528.7A patent/EP1985404B1/en active Active
- 2007-04-11 TR TR2019/07792T patent/TR201907792T4/tr unknown
- 2007-04-11 DK DK08162528.7T patent/DK1985404T3/da active
- 2007-04-11 TR TR2019/07351T patent/TR201907351T4/tr unknown
- 2007-04-11 DK DK07105913.3T patent/DK1854578T3/da active
- 2007-04-11 EP EP07105913.3A patent/EP1854578B1/en active Active
- 2007-04-12 CA CA2584595A patent/CA2584595C/en active Active
- 2007-04-12 CA CA2836913A patent/CA2836913C/en active Active
- 2007-04-16 AU AU2007201657A patent/AU2007201657B2/en active Active
- 2007-04-17 NZ NZ560205A patent/NZ560205A/en unknown
- 2007-04-17 NZ NZ554548A patent/NZ554548A/en unknown
- 2007-04-18 US US11/788,367 patent/US8481882B2/en active Active
- 2007-04-18 BR BRPI0701531A patent/BRPI0701531B1/pt active IP Right Grant
- 2007-04-19 SG SG201001572-5A patent/SG161830A1/en unknown
- 2007-04-19 SG SG200702854-1A patent/SG136908A1/en unknown
- 2007-04-19 SG SG200906995-6A patent/SG156667A1/en unknown
- 2007-04-20 NO NO20072026A patent/NO343854B1/no unknown
-
2013
- 2013-03-04 US US13/784,239 patent/US9796036B2/en active Active
-
2018
- 2018-12-19 NO NO20181649A patent/NO344621B1/no unknown
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4328416A (en) * | 1979-11-01 | 1982-05-04 | J. Ray Mcdermott & Co., Inc. | Seam tracker for automatic welder |
US4597335A (en) * | 1983-12-21 | 1986-07-01 | Slavens Clyde M | Track for welding carriage and locator apparatus therefor |
GB2316903A (en) * | 1996-09-10 | 1998-03-11 | Allseas Group Sa | Guide apparatus for use on curved surfaces |
WO2002036297A1 (en) * | 2000-11-02 | 2002-05-10 | Tri Tool Inc. | Automatic weld head alignment and guidance system and method |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US20070278189A1 (en) | 2007-12-06 |
CA2836913A1 (en) | 2007-10-21 |
DK1854578T3 (da) | 2019-06-11 |
CA2836913C (en) | 2016-06-21 |
EP1985404A2 (en) | 2008-10-29 |
AU2007201657B2 (en) | 2013-04-18 |
NO343854B1 (no) | 2019-06-24 |
US20130175258A1 (en) | 2013-07-11 |
CA2584595C (en) | 2015-07-14 |
EP1854578A3 (en) | 2008-04-16 |
US8481882B2 (en) | 2013-07-09 |
US9796036B2 (en) | 2017-10-24 |
BRPI0701531A2 (pt) | 2008-12-02 |
NZ560205A (en) | 2008-08-29 |
DK1985404T3 (da) | 2019-05-06 |
AU2007201657A1 (en) | 2007-11-08 |
NO344621B1 (no) | 2020-02-10 |
TR201907792T4 (tr) | 2019-06-21 |
NZ554548A (en) | 2007-11-30 |
NO20072026L (no) | 2007-10-22 |
NO20181649A1 (no) | 2007-10-22 |
EP1854578A2 (en) | 2007-11-14 |
SG156667A1 (en) | 2009-11-26 |
SG161830A1 (en) | 2010-11-29 |
SG136908A1 (en) | 2007-11-29 |
BRPI0701531B1 (pt) | 2015-09-29 |
TR201907351T4 (tr) | 2019-06-21 |
EP1854578B1 (en) | 2019-02-27 |
EP1985404A3 (en) | 2008-11-19 |
CA2584595A1 (en) | 2007-10-21 |
EP1985404B1 (en) | 2019-02-20 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1031654C2 (nl) | Geleidingsinrichting, in het bijzonder voor gebruik bij het lassen. | |
CN203479763U (zh) | Tofd检测双通道扫查器 | |
MX9203958A (es) | Aparato y metodo de soldadura por laser, para soldar a tope una pluralidad de hojas metalicas. | |
US5651184A (en) | Circumscribing apparatus | |
US20150343507A1 (en) | Barrel tank seam welder system | |
CN208866627U (zh) | 一种多点焊接检测治具 | |
US20190126334A1 (en) | Method for automatically adjusting the straightening of metal elements of elongated shape and apparatus for straightening the same elements | |
US5510595A (en) | Machine for automatic in situ welding according to a curvilinear section profile and having programmable extrapolation control | |
CN104062399A (zh) | 管道补口防腐层无损检测装置 | |
NL8300207A (nl) | Inrichting voor het lassen van buizen. | |
NL1033463C2 (nl) | Geleidingsinrichting, in het bijzonder voor gebruik bij het lassen. | |
DE69409772T2 (de) | Anlage zum Aneinanderfügen und zum Schweissen von zwei aufgewickelten Metallbänder mittels eines Laserstrahls um ein kontinuierliches Metallband herzustellen | |
AU2014201886B2 (en) | Measurement apparatus and wood processing system with such a measurement apparatus | |
SE8004010L (sv) | Maskin for motstandsstumsvetsning av ror | |
KR100423552B1 (ko) | 원통 외주연 용접을 위한 용접기 이송캐리지 및 이를 위한원형 궤도 | |
AU2012241122B2 (en) | Guide device, particularly for use in welding | |
KR101470736B1 (ko) | 용접영역의 빗면 각도를 이용한 강관 자동용접장치 | |
JPH0365841B2 (nl) | ||
RU2011121358A (ru) | Способ и устройство хонингования непрерывно движущихся металлических полос произвольной ширины | |
JP5813735B2 (ja) | 配管の非破壊検査装置 | |
SU1096567A1 (ru) | Устройство дл ультразвукового контрол сварных швов труб | |
CA2202950C (en) | Circumscribing apparatus | |
KR200365772Y1 (ko) | 택 용접부를 인식하는 용접장치 | |
KR20160077278A (ko) | 코일 연결 장치 및 방법 | |
KR20170138216A (ko) | 용접팁 직진도 검사장치 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20200501 |