NL1033463C2 - Geleidingsinrichting, in het bijzonder voor gebruik bij het lassen. - Google Patents

Geleidingsinrichting, in het bijzonder voor gebruik bij het lassen. Download PDF

Info

Publication number
NL1033463C2
NL1033463C2 NL1033463A NL1033463A NL1033463C2 NL 1033463 C2 NL1033463 C2 NL 1033463C2 NL 1033463 A NL1033463 A NL 1033463A NL 1033463 A NL1033463 A NL 1033463A NL 1033463 C2 NL1033463 C2 NL 1033463C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
indicators
spring
guiding device
guide
flexible body
Prior art date
Application number
NL1033463A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1033463A1 (nl
Inventor
Maarten Willem Kastelein
Original Assignee
Allseas Group Sa
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Allseas Group Sa filed Critical Allseas Group Sa
Priority to NL1033463A priority Critical patent/NL1033463C2/nl
Publication of NL1033463A1 publication Critical patent/NL1033463A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1033463C2 publication Critical patent/NL1033463C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23KSOLDERING OR UNSOLDERING; WELDING; CLADDING OR PLATING BY SOLDERING OR WELDING; CUTTING BY APPLYING HEAT LOCALLY, e.g. FLAME CUTTING; WORKING BY LASER BEAM
    • B23K37/00Auxiliary devices or processes, not specially adapted to a procedure covered by only one of the preceding main groups
    • B23K37/02Carriages for supporting the welding or cutting element
    • B23K37/0211Carriages for supporting the welding or cutting element travelling on a guide member, e.g. rail, track
    • B23K37/0217Carriages for supporting the welding or cutting element travelling on a guide member, e.g. rail, track the guide member being fixed to the workpiece
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23KSOLDERING OR UNSOLDERING; WELDING; CLADDING OR PLATING BY SOLDERING OR WELDING; CUTTING BY APPLYING HEAT LOCALLY, e.g. FLAME CUTTING; WORKING BY LASER BEAM
    • B23K37/00Auxiliary devices or processes, not specially adapted to a procedure covered by only one of the preceding main groups
    • B23K37/02Carriages for supporting the welding or cutting element
    • B23K37/0276Carriages for supporting the welding or cutting element for working on or in tubes

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Butt Welding And Welding Of Specific Article (AREA)

Description

GELEIDINGSINRICHTING, IN HET BIJZONDER VOOR GEBRUIK BIJ HET
LASSEN
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 geleidingsinrichting voor gebruik bij het bewerken, in het bijzonder lassen, van gewelfde oppervlakken, in het bijzonder buisoppervlakken, en meer in het bijzonder pijpleidingen.
Een dergelijke geleidingsinrichting omvat algemeen een 10 flexibel langwerpig lichaam voorzien van een geleiding voor bewerkingsmiddelen, en spanmiddelen voor het rond het gewelfde oppervlak spannen van het flexibel lichaam. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het in een aantal lasgangen lassen van een pijpleiding 15 gebruikmakend van een dergelijke geleidingsinrichting.
Er bestaan geleidebanden waarbij afstandhouders aangebracht zijn tussen de geleideband en het buisoppervlak. Daarin kunnen veermiddelen aangebracht zijn. Dergelijke afstandhouders strekken zich echter typisch uit over de 20 volledige breedte van de geleideband. Dit heeft als nadeel dat de wrijving tussen de afstandhouders en het buisoppervlak waarop de geleideband wordt bevestigd vrij groot is, hetgeen kan leiden tot een asymmetrische, niet gecentreerde aanbrenging van de geleideband rond het 25 buisoppervlak, waarbij de veren aan één kant meer inveren dan aan de andere kant.
Om dit probleem op te lossen, stelt de uitvinding verder een geleidingsinrichting voor, zoals beschreven in conclusie 1. Door ervoor te zorgen dat de breedte- en 30 lengte-afmetingen van het contactvlak tussen elke afstandhouder en het buisoppervlak klein zijn ten opzichte van de afmetingen van de geleideband, wordt de wrijving tot een minimum beperkt en kan de geleideband goed gecentreerd aan-gebracht worden rond een buisoppervlak, waarbij de 35 veermiddelen alle op een in hoofdzaak gelijke manier inveren.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm omvat elke afstandhouder een veerdrager die verbonden is met de 1033463 2 geleideband en een verend daarrond aangebrachte veerhouder, waarbij de veermiddelen bij voorkeur schotelveren zijn die werkzaam zijn tussen de veerdrager en de veerhouder. Deze uitvoeringsvorm zal nader beschreven worden aan de hand van 5 de figuren.
Het is bekend om bij het lassen van pijpleidingen een geleideband te gebruiken waarlangs een drager met één of meer lastoortsen wordt geleid. Bij het leggen van pijpleidingen op zee moeten doorgaans een aantal lasstappen 10 gebeuren op het schip, welke lasstappen in verschillende lasstations plaatsvinden. Volgens de bekende systemen zal een bediener van een lasstation, bijvoorbeeld met een krijtje, ter indicatie op de pijp aangeven tot waar de laslaag gelegd is. De bediener van een daarop volgend 15 lasstation moet vervolgens deze locatie opzoeken en vanaf deze locatie een volgende lasstap uitvoeren, waarbij een volgende laslaag neergelegd wordt. Een dergelijke manier van werken vertraagd het lasproces en belemmert de automatisering daarvan.
20 De onderhavige uitvinding heeft als verder doel een geleidingsinrichting van het in de aanhef genoemde type te verschaffen waarmee op een eenvoudige en automatiseerbare wijze een locatie langs de geleidingsinrichting bepaald kan worden. Daartoe onderscheidt de geleidingsinrichting zich 25 daarin dat het flexibel lichaam over zijn lengte voorzien is van volgens een bepaald patroon aangebrachte indicatoren, welk patroon zodanig is dat op basis van de detectie van de indicatoren een bepaalde positie langs het flexibel lichaam afleidbaar is.
30 Op die manier kan een locatie op het flexibel lichaam dus met voldoende nauwkeurigheid bepaald worden aan de hand van het patroon van op het flexibel lichaam aangebrachte indicatoren. Op het eind van een lasstap kan de locatie dus exact bepaald worden, en deze locatie kan opnieuw opgezocht 35 worden voorafgaand aan een volgende lasstap.
Bij voorkeur zijn een sensor die ingericht is voor het detecteren van deze indicatoren, en een met de sensor verbonden signaalverwerkingseenheid voor het bepalen van een 3 locatie langs het flexibel lichaam op basis van de gedetecteerde indicatoren, voorzien. Op die manier kan op eenvoudige en automatiseerbare wijze een bepaalde locatie langs de geleideband bepaald worden voor verder gebruik.
5 Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm zijn de indicatoren gaten. Het patroon kan bijvoorbeeld bestaan uit tenminste één in de langsrichting van het flexibel lichaam aangebrachte rij indicatoren waarvoor de onderlinge afstand tussen aan-grenzende indicatoren geleidelijk oploopt. Dit is 10 een eenvoudig patroon dat gemakkelijk te detecteren is.
Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm omvat het patroon een eerste en een tweede daarmee evenwijdige rij indicatoren, waarbij de onderlinge afstand tussen aangrenzende indicatoren in tegengestelde richting oploopt 15 voor de eerste en tweede rij . Op die manier wordt door de sensor hetzelfde patroon gezien, onafhankelijk van de manier waarop men de geleidingsinrichting aanbrengt op het gewelfd oppervlak (bijvoorbeeld wijzerszin of tegenwijzerszin in het geval van een buisoppervlak).
20 Verder is het flexibel lichaam bij voorkeur een metalen band, en zijn de indicatoren bij voorkeur gevormd door het uitstansen van gaten.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm heeft de metalen band een gekartelde rand. Een dergelijke rand maakt de 25 aandrijving van de drager van de bewerkingsmiddelen door middel van een drijfwiel dat op deze rand aangrijpt, mogelijk.
In het geval van een geleideband die rond een buisoppervlak wordt aangebracht kan het verder van belang 30 zijn dat deze goed gecentreerd en met een vaste omtrekslengte rond het buisoppervlak aanbrengbaar is. Deze vaste omtrekslengte is in het bijzonder nuttig wanneer gewerkt wordt met indicatoren teneinde steeds hetzelfde patroon te kunnen detecteren langs de omtrek.
35 De inrichting volgens de uitvinding kan verder gebruikt worden in een werkwijze voor het in een aantal lasgangen lassen van een pijpleiding gebruikmakend van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij een eerste laag gelegd wordt 4 tijdens een eerste lasgang en een tweede laag gelegd wordt in een volgende lasgang. De werkwijze onderscheidt zich daarin dat - na het leggen van de eerste laag de eindlocatie van de 5 laslaag aan de hand van de indicatoren bepaald wordt; - vóór het leggen van de tweede laag deze eindlocatie opgezocht wordt aan de hand van de indicatoren op de geleidepand.
Een dergelijke werkwijze laat dus een verder 10 automatisering van het lasproces toe.
Bovengenoemde en andere kenmerken zullen hieronder nader toegelicht worden aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld van de geleidingsinrichting volgens de uitvinding dat beschreven wordt met verwijzing naar de 15 tekeningen in bijlage. De tekeningen tonen: in figuur 1 een detail van een uitvoeringsvorm van de geleidepand volgens de uitvinding die rond een buisoppervlak aangebracht is, met een lastoorts als bewerkingsorgaan; in figuur 2 een perspectivisch aanzicht van een 20 uitvoeringsvorm van de geleideband volgens de uitvinding; in figuur 3A een bovenaanzicht van de spanmiddelen van de geleideband van figuur 2; in figuur 3B een doorsnede langs lijn B-B in figuur 3A; in figuur 3C een doorsnede langs lijn C-C in figuur 3A; 25 in figuur 3D een doorsnede langs lijn D-D in figuur 3A; in figuur 4 een bovenaanzicht van de uitvoeringsvorm van de geleideband van figuur 3 in gedemonteerde toestand; in figuur 5 een detail van de rand van de in figuur 4 getoonde geleideband; 30 in figuren 6A en 6B respectievelijk een bovenaanzicht en doorsnede langs lijn VI-VI van figuur 6A van een eerste deel van een afstandhouder; in figuren 7A en 7B respectievelijk een bovenaanzicht en doorsnede langs lijn VII-VII van figuur 7A van een tweede 35 deel van een afstandhouder.
In figuur 1 is schematisch een inrichting weergegeven voor het aan elkaar lassen van buizen B die met hun eindranden aan elkaar moeten worden gelast. De eindranden 5 zijn typisch zodanig gevormd dat een lasgroef L ontstaat bij het tegen elkaar plaatsen van de buizen.
Dergelijke lasgroeven worden doorgaans in meerdere gangen van de lastoorts opgevuld, waarbij telkens een laag 5 van het lasmateriaal in de groef wordt neergelegd. Daartoe kunnen één of meer lastoortsen 1 toegepast worden. De lastoorts wordt ondersteund door een drager 2 die langs een geleideband welke rond één van de buiseinden is bevestigd, wordt geleid. In de getoonde uitvoeringsvorm is de lastoorts 10 1 verbonden met een flexibele toevoerbuis 5 voor een beschermend gas, maar dit is geen vereiste en is afhankelijk van de gebruikte lastechniek. De lasinrichting op zich wordt bekend verondersteld en maakt geen deel uit van de uitvinding.
15 De drager 2 is voorzien van een viertal geleidewielen 22 welke een U-vormig omtreksvlak vertonen waarin de geleiderand 24 van de geleideband 3 is opgenomen. Door de tegenover elkaar liggende geleidewielen 22 bijvoorbeeld door een spiraalveerpakket 25 naar elkaar toe voor te spannen, 20 wordt het wielenpaar stevig tegen de zijkanten van de geleideband 3 gehouden en gedrukt. De aandrijving van de drager 2 langs de geleideband 3 kan op willekeurige wijze plaatsvinden. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt de aandrijving uitgevoerd door middel van een drijfwiel 26 dat 25 op de zijrand van de geleideband aangrijpt en wordt aangedreven door een niet getoond aandrijfmechanisme. Een dergelijke drager wordt bekend verondersteld en zal hier niet in meer detail worden toegelicht.
Figuur 2 is een perspectivisch aanzicht dat een 30 uitvoeringsvorm van de geleideband 3 volgens de uitvinding in een tot een ring gevormde toestand toont. Figuur 4 toont een bovenaanzicht van de geleideband in de uitgestrekte toestand. De geleideband is aan zijn binnenzijde voorzien van afstandhouders 7 waarin veermiddelen 10 zijn 35 aangebracht. Tussen de uiteinden 5, 6 en de geleideband 3 zijn spanmiddelen voorzien voor het als een ring rond het buisoppervlak spannen. De spanmiddelen 4 zijn in meer detail getoond in figuren 3A-3D. Op het uiteinde 6 is een eerste 6 element 13 van de spanmiddelen met behulp van een viertal schroeven 16 bevestigd. Dit eerste element 13 is voorzien van een schroefboring 14. Het tweede element 15 is met behulp van een viertal schroeven 16 op het andere uiteinde 5 5 bevestigd. Dit element is voorzien van een langwerpige holte 17 voor het daardoor steken van een schroef die in schroefboring 14 wordt vastgedraaid.
De geleideband 3 is verder voorzien van volgens een bepaald patroon aangebrachte indicatoren, welke hier de vorm 10 aannemen van gaten 8, 8'. Het patroon bestaat hier uit twee reeksen vierkante gaten. De eerste reeks zijn een aantal op een omtrekslijn aangebrachte vierkante gaten 8 waarvoor de onderlinge afstand tussen twee aangrenzende gaten geleidelijk toeneemt gaande van uiteinde 6 naar uiteinde 5. 15 De tweede reeks wordt eveneens gevormd door een aantal op een omtrekslijn aangebrachte vierkante gaten 8' waarvoor de onderlinge afstand tussen twee aangrenzende gaten geleidelijk afneemt gaande van uiteinde 6 naar uiteinde 5. Deze geleidelijke toename/afname is identiek voor beide 20 reeksen, zodanig dat bij het omgekeerd aanbrengen van de geleideband, i.e. bij het omwisselen van de uiteinden 5 en 6, een identiek patroon wordt verkregen.
In de drager 2 wordt een niet getoonde sensor voorzien voor het detecteren van dit patroon. Deze sensor is 25 gekoppeld aan een signaalverwerkingseenheid welke ingericht is om de locatie langs de geleideband te bepalen op basis van de door de sensor gedetecteerde gaten waarlangs de drager passeert.
Bij het leggen van pijpleidingen moeten doorgaans vier 30 tot vijf lasstappen gebeuren op het schip, waarbij het schip na elke lasstap over een bepaalde afstand vaart waardoor de las naar het volgende lasstation wordt gebracht en de volgende lasstap uitgevoerd kan worden. Met behulp van de indicatoren op de geleideband en de sensor wordt na elke 35 lasstap de eindlocatie van de las bepaald en doorgegeven aan het volgend lasstation. In het volgend lasstation wordt de lastoorts opnieuw met behulp van de indicatoren en de sensor naar deze locatie gebracht, zodanig dat de lasstap exact 7 begint daar waar de vorige lasstap is geëindigd. Op die manier kan dus heel nauwkeurig gelast worden.
Nu zal in detail een mogelijke uitvoering van de afstandhouder met veermiddelen beschreven worden aan de hand 5 van figuren 3A-3D en figuren 6A-6B en 7A-7B. De afstandhouder 7 omvat een veerhouder 31 en een daarin opgenomen veerdrager 30. De veerdrager 30 is met behulp van een schroef 38 verbonden met de geleideband. De veerhouder 31 is beperkt beweegbaar in de richting van de geleideband. 10 Dit wordt verwezenlijkt door de veerhouder 31 te voorzien van een opening 35 met afmetingen die zodanig zijn dat de veerhouder 31 langs de omtrek van de veerdrager 30 kan bewegen in de richting van de geleideband. Hierbij is de bewegingsvrijheid instelbaar door middel van een schroef 37 15 (zie figuur 3B) die door de opening 35 van de veerhouder 31 steekt en vast geschroefd is in een schroefboring 36 in de veerhouder 30. Tussen de veerdrager 30 en de veerhouder 31 zijn schotelveren 10 werkzaam. De vorm van de veerdrager 30 en van de veerhouder 31 moet dus zodanig op elkaar afgestemd 20 zijn dat enerzijds veermiddelen opgenomen kunnen worden in de veerhouder 31 en dat anderzijds de veerhouder 31 beperkt beweegbaar is ten opzichte van de veerdrager 30. In de getoonde uitvoeringsvorm is de veerhouder 31 in hoofdzaak komvormig met een bodem 32 voorzien van een opening 35, en 25 met een cilindrische wand 34. De veerdrager 30 heeft hier de vorm van een holle cilinder 32 waarin schroefdraad voorzien is en waarvan het boveneinde voorzien is van een radiaal gerichte kraag 33. De vakman zal echter begrijpen dat andere vormen mogelijk zijn voor de veerhouder 31 en veerdrager 30. 30 Verder dient het contactvlak tussen de veerhouder en het gewelfd oppervlak waarop de geleideband gemonteerd wordt, bij voorkeur zo klein mogelijk zijn teneinde de wrijving met het gewelfd oppervlak te beperken. Daartoe heeft de veerhouder 31 bij voorkeur een afgeronde bodem, 35 zoals best te zien is in figuur 7B en is de oppervlakte van het ringvormig steunvlak bij voorkeur zo klein mogelijk.
De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en zeker niet tot het behandelen van 8 pijpleidingen. Elk oppervlak waarop een flexibele geleideband op passende wijze kan worden bevestigd, valt binnen het kader van de uitvinding. Verder zal de vakman begrijpen dat vele verschillende patronen aan indicatoren 5 mogelijk zijn. De beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding wordt dan ook enkel bepaald door de conclusies in bij lage.
1033463

Claims (9)

1. Geleidingsinrichting voor gebruik bij het bewerken, in het bijzonder lassen, van gewelfde oppervlakken, in het 5 bijzonder buisoppervlakken, omvattende: - een flexibel langwerpig lichaam voorzien van een geleiding voor bewerkingsmiddelen; - spanmiddelen voor het rond het gewelfd oppervlak spannen van het flexibel lichaam; 10 waarbij het langwerpig flexibel lichaam aan zijn onderzijde voorzien is van afstandhouders met veermiddelen, waarbij de breedte- en lengte-afmetingen van het contactvlak tussen elke afstandhouder en het gewelfd oppervlak klein zijn ten opzichte van de breedte- en lengte-afmetingen van de 15 geleideband, met het kenmerk, dat de afstandhouder een komvormige veerhouder omvat met een naar de geleideband toe gekeerd open einde en een van de geleideband afgekeerd eind dat een ringvormige steunvoet vormt bedoeld om contact te maken met het gewelfd oppervlak, waarbij in de komvormige 20 veerhouder veermiddelen zijn voorzien welke werkzaam zijn tussen de veerhouder en de geleideband.
2. Geleidingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de veerhouder beperkt beweegbaar gemonteerd is ten opzichte van de geleideband.
3. Geleidingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een in de veerhouder passende veerdrager vast verbonden is met de geleideband, waarbij de veerhouder beperkt beweegbaar verbonden is met de veerdrager en de veermiddelen aangrijpen tussen veerhouder en veerdrager.
4. Geleidingsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de veermiddelen schotelveren zijn.
5. Geleidingsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, 35 met het kenmerk, dat - het flexibel lichaam over zijn lengte voorzien is van volgens een bepaald patroon aangebrachte indicatoren, welk patroon zodanig is dat op basis van de detectie van de 1033463 indicatoren een bepaalde positie langs het flexibel lichaam afleidbaar is.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een sensor die ingericht is voor het detecteren van deze 5 indicatoren, en een met de sensor verbonden signaalverwerkingseenheid voor het afleiden van een positie langs het flexibel lichaam op basis van de gedetecteerde indicatoren, zijn voorzien.
7. Geleidingsinrichting volgens conclusie 5 of 6, met 10 het kenmerk, dat de indicatoren gaten zijn.
8. Geleidingsinrichting volgens conclusie één der conclusies 5-7, met het kenmerk, dat het patroon bestaat uit tenminste één rij indicatoren waarvoor de onderlinge afstand tussen aangrenzende indicatoren geleidelijk oploopt.
9. Geleidingsinrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het patroon een eerste en een tweede daarmee evenwijdige rij indicatoren omvat, waarbij de onderlinge afstand tussen aangrenzende indicatoren in tegengestelde richting oploopt voor de eerste en tweede rij. 1 03 3 463
NL1033463A 2007-02-28 2007-02-28 Geleidingsinrichting, in het bijzonder voor gebruik bij het lassen. NL1033463C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033463A NL1033463C2 (nl) 2007-02-28 2007-02-28 Geleidingsinrichting, in het bijzonder voor gebruik bij het lassen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033463 2007-02-28
NL1033463A NL1033463C2 (nl) 2007-02-28 2007-02-28 Geleidingsinrichting, in het bijzonder voor gebruik bij het lassen.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1033463A1 NL1033463A1 (nl) 2007-10-23
NL1033463C2 true NL1033463C2 (nl) 2008-04-07

Family

ID=38377279

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1033463A NL1033463C2 (nl) 2007-02-28 2007-02-28 Geleidingsinrichting, in het bijzonder voor gebruik bij het lassen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1033463C2 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3910480A (en) * 1974-05-06 1975-10-07 Central Welding Supply Co Circumferential track and band assembly with quick release
US4250813A (en) * 1978-05-30 1981-02-17 Midcon Pipeline Equipment Co. Track apparatus
US4328416A (en) * 1979-11-01 1982-05-04 J. Ray Mcdermott & Co., Inc. Seam tracker for automatic welder
US4381854A (en) * 1980-02-11 1983-05-03 Bruner Harry E Guide bar for cutting torch
US4726300A (en) * 1986-02-18 1988-02-23 Gasparas Kazlauskas Adjustable spring-biased track assembly for mounting a welding head assembly on a pipe
US5944248A (en) * 1996-09-10 1999-08-31 Allseas Group S.A. Apparatus for processing curved surfaces
US6492618B1 (en) * 2000-11-02 2002-12-10 Tri Tool Inc. Automatic weld head alignment and guidance system and method

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3910480A (en) * 1974-05-06 1975-10-07 Central Welding Supply Co Circumferential track and band assembly with quick release
US4250813A (en) * 1978-05-30 1981-02-17 Midcon Pipeline Equipment Co. Track apparatus
US4328416A (en) * 1979-11-01 1982-05-04 J. Ray Mcdermott & Co., Inc. Seam tracker for automatic welder
US4381854A (en) * 1980-02-11 1983-05-03 Bruner Harry E Guide bar for cutting torch
US4726300A (en) * 1986-02-18 1988-02-23 Gasparas Kazlauskas Adjustable spring-biased track assembly for mounting a welding head assembly on a pipe
US5944248A (en) * 1996-09-10 1999-08-31 Allseas Group S.A. Apparatus for processing curved surfaces
US6492618B1 (en) * 2000-11-02 2002-12-10 Tri Tool Inc. Automatic weld head alignment and guidance system and method

Also Published As

Publication number Publication date
NL1033463A1 (nl) 2007-10-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1031654C2 (nl) Geleidingsinrichting, in het bijzonder voor gebruik bij het lassen.
CN203479763U (zh) Tofd检测双通道扫查器
NL1033463C2 (nl) Geleidingsinrichting, in het bijzonder voor gebruik bij het lassen.
CN104668312A (zh) 用于探测板形工件的整体尺寸的方法
NL1003998C2 (nl) Inrichting voor het bewerken van gewelfde oppervlakken.
US9541569B2 (en) Measurement apparatus and wood processing system with such a measurement apparatus
JP5782837B2 (ja) パンチング方法及びパンチング装置
JP2016532861A (ja) 材料検査装置
JPS62162937A (ja) 缶内圧判別装置
AU2012241122B2 (en) Guide device, particularly for use in welding
KR101741441B1 (ko) 자동 도장장치
RU2011121358A (ru) Способ и устройство хонингования непрерывно движущихся металлических полос произвольной ширины
KR100874946B1 (ko) 강관 제조를 위한 연속 가접 장치
KR20140135066A (ko) 용접영역의 빗면 각도를 이용한 강관 자동용접장치
US20200391956A1 (en) Conveyor wear measurement
SU1096567A1 (ru) Устройство дл ультразвукового контрол сварных швов труб
SU1332219A1 (ru) Направл юща дл самоходных тележек контрольных устройств
KR200365772Y1 (ko) 택 용접부를 인식하는 용접장치
CN211417711U (zh) 用于带钢卷周向打捆的打包带防落装置
KR20160077278A (ko) 코일 연결 장치 및 방법
KR20170138216A (ko) 용접팁 직진도 검사장치

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20071204

PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230501