NL1031003C2 - Deursysteem, deursubsysteem en een voertuig voorzien van een deursysteem. - Google Patents

Description

Deursysteem, deursubsysteem en een voertuig voorzien van een deursys- teem

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een deursysteem, 5 omvattende: * ten minste een deurblad voor het afsluiten van een toegangsopening, bijvoorbeeld van een voertuig, waarbij de toegangsopening ten minste wordt begrensd door een eerste deurstijl en een tweede deurstijl, - waarbij het deurblad een eerste zijde en een tweede zijde be-10 zit, waarbij in een toestand waarbij de toegangsopening geslo ten is het deurblad zich tussen de eerste en tweede deurstijl bevindt, de eerste zijde van het deurblad zich nabij de eerste deurstijl bevindt en de tweede zijde van het deurblad zich nabij de tweede deurstijl bevindt; 15 * een verplaatsingssysteem voor het tussen een eerste stand en een tweede stand bewegen van het deurblad, waarbij het deurblad de toegangsopening in de tweede stand vrijgeeft.

Een dergelijk deursysteem is in het vak algemeen bekend, bijvoorbeeld voor voertuigen zoals een bus.

20 De onderhavige uitvinding beoogt een verbeterd deursysteem te verschaffen.

Hiertoe wordt het deursysteem volgens de uitvinding gekenmerkt doordat: * het verplaatsingssysteem twee ophangpunten voor het deurblad ver-25 schaft, waarbij het deurblad is bevestigd aan een tussen de twee ophangpunten beweegbaar orgaan, waarbij het eerste ophangpunt zich op een grotere afstand bevindt van een vlak, dat door de eerste en de tweede deurstijl heen gaat, dan het tweede ophangpunt; ! * een op afstand van de tweede zijde gelegen rotatieas is verschaft, 30 om welke rotatieas het deurblad draaibaar is; en * het verplaatsingssysteem een geleidingsysteem omvat voor het in twee fasen kunnen verplaatsen van het deurblad van de eerste stand naar de tweede stand, waarbij het geleidingsysteem als gevolg van een translatie van het beweegbare orgaan van de eerste stand naar de 35 tweede stand in de eerste fase een draaiing van het deurblad rond de rotatieas bepaalt voor het uit het vlak tot voorbij de tweede deurstijl doen bewegen van de tweede zijde van het deurblad, en het ge- 10310 0 3 ~ 2 leidingsysteem in de tweede fase een draaiing van het deurblad om de rotatieas in tegengestelde richting als in de eerste fase bepaalt door een verplaatsing van het orgaan vanaf het eerste ophangpunt in de richting van het tweede ophangpunt.

5 Aldus wordt een deursysteem verschaft dat middels een betrekke lijk eenvoudige constructie een hoge mate van betrouwbaarheid paart aan een verhoogd gebruikscomfort voor degene die een ruimte via een toegangsopening uitgerust met het deursysteem betreedt. In tegenstelling tot bekende deursystemen die in een eerste fase geheel naar bui-10 ten komen, beweegt bij gebruik van een deursysteem volgens de onderhavige uitvinding tijdens de eerste fase in hoofdzaak slechts de tweede zijde van het deurblad naar buiten. De kans dat en de mate waarin een persoon die voor het deursysteem is opgesteld zal schrikken van de deur die wordt geopend, worden daardoor verkleind. Volgens 15 de uitvinding bevinden de twee ophangpunten zich (ten minste een deel van de tijd tijdens het openen en of sluiten van de deur) op een lijn die onder een hoek staat ten opzichte van het genoemde vlak, en is het beweegbare orgaan tussen de twee ophangpunten beweegbaar. Ten opzichte van de eerste en tweede stand van het deurblad is dan nog een 20 beperkte baancorrectie nodig, die door het geleidingssysteem wordt verschaft. Een mogelijke uitvoeringsvorm voor het bewerkstellingen van de vereiste draaiing van het deurblad is door tussen het deurblad j en het beweegbare orgaan een (in hoofdzaak vertikaal geplaatst) rota- j tieas te verschaffen. Deze rotatie-as kan zich in het deurblad bevin- i 25 den, tegen het deurblad, ter plaatse van het beweegbare orgaan of ; deel uitmaken van een draagarm die het deurblad en het beweegbare orgaan verbindt. Het beweegbare orgaan is bij deze uitvoeringsvorm beweegbaar langs een vaste as (stang).

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de rotatieas een vaste 30 rotatie as en wordt de vaste rotatieas gevormd door het eerste ophangpunt, en is het tweede ophangpunt een om de vaste rotatieas beweegbaar ophangpunt.

Dit heeft als voordeel dat het deurblad stabieler is, bijvoorbeeld bij windbelasting op het deurblad, of leunen tegen het deur-35 blad.

Volgens een voorkeursuitvoering omvat het verplaatsingsmecha-nisme een zuigerstangloze cilinder die zich uitstrekt vanaf een eerste positie naar een tweede positie, waarbij de cilinder een beweeg 1031003" 3 bare slede omvat en de slede zodanig aan het beweegbare orgaan is gekoppeld dat het beweegbare orgaan meevoerbaar is.

Aldus kan op eenvoudige wijze het deurblad middels het beweegbare orgaan in de gewenste eerste of tweede stand worden gebracht.

5 Hierbij geniet het de voorkeur dat de slede middels een schar- niersysteem met het beweegbare orgaan is verbonden.

Aldus kan de hoekverandering tussen de baan die de slede aflegt en de baan die het beweegbare orgaan aflegt, welke hoekverandering tijdens het van de eerste in de tweede stand (en omgekeerd) brengen 10 van het deurblad optreedt, op eenvoudige wijze worden gecompenseerd.

Een interessante uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de lineaire actuator in de axiale richting ervan beweegbaar is, zodanig dat het bedrijven van de lineaire actuator een verplaatsing van de actuator tegengesteld aan de verplaatsing van het beweegbare actu-15 atordeel verschaft, het eerste uiteinde van de lineaire actuator beweegbaar is verbonden met een uiteinde van een eerste arm van een, om een buiten de lengteas van de lineaire actuator gelegen rotatieas beweegbare V-vormige hefboom, zodanig dat een longitudinale verplaatsing van de lineaire actuator een rotatie van de V-vormige hefboom om 20 de rotatieas verzorgt, waarbij het uiteinde van de tweede arm van de V-vormige hefboom is verbonden met een duwtrekstang die met het andere uiteinde is gekoppeld met een uiteinde van een eerste arm van een tweede V-vormige hefboom, waarbij het uiteinde van de tweede arm van de tweede V-vormige hefboom samenwerkend is verbonden met een gelei-25 dingssysteem aan het deurblad, en waarbij de V-vormige hefbomen roteerbaar zijn om rotatieassen die zijn voorzien op tussen de respectievelijke armen van de V-vormige hefbomen in gelegen posities.

De lineaire actuator verzorgt dus twee bewegingen: Het naar buiten brengen van de tweede zijde in de eerste fase, en het middels 30 het beweegbare actuatordeel meevoeren van het deurblad tot in de tweede stand. Een voorbeeld van een geschikte lineaire actuator zijn, bijvoorbeeld, een motor met spindelschroef, waarbij de motor (of eigenlijk de behuizing ervan) het beweegbare actuatordeel voorstelt.

Een specifieke uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de 35 zuigerstangloze cilinder in de axiale richting ervan beweegbaar is, zodanig dat het aanleggen van een drukverschil over de slede in de cilinder een verplaatsing van de cilinder tegengesteld aan de verplaatsing van de slede verschaft, het eerste uiteinde van de cilinder 1031003 4 beweegbaar is verbonden met een uiteinde van een eerste arm van een, om een buiten de lengteas van de cilinder gelegen rotatieas beweegbare V-vormige hefboom, zodanig dat een longitudinale verplaatsing van de cilinder een rotatie van de V-vormige hefboom om de rotatieas ver-5 zorgt, waarbij het uiteinde van de tweede arm van de V-vormige hefboom is verbonden met een duwtrekstang die met het andere uiteinde is gekoppeld met een uiteinde van een eerste arm van een tweede V-vormige hefboom, waarbij het uiteinde van de. tweede arm van de tweede V-vormige hefboom samenwerkend is verbonden met een geleidingssysteem 10 aan het deurblad, en waarbij de V-vormige hefbomen roteerbaar zijn om rotatieassen die zijn voorzien op tussen de respectievelijke armen van de V-vormige hefbomen in gelegen posities.

Aldus kan op eenvoudige en doelmatige wijze worden bewerkstelligd dat de tweede zijde doelmatig tot voorbij de tweede deurstijl 15 buiten het vlak wordt gebracht. De zuigerstangloze cilinder verzorgt dus twee bewegingen: Het naar buiten brengen van de tweede zijde in de eerste fase, en het middels de slede meevoeren van het deurblad tot in de tweede stand.

Met voordeel omvat het geleidingssysteem een dubbelzijdig loop-20 vlak waarover aan de tweede V-vormige hefboom verbonden loopwielen worden gevoerd, welke loopwielen ten opzichte van de tweede V-vormige hefboom een in hoofdzaak starre positie hebben, en waarbij de lijn door de middelpunten van de loopwielen loodrecht staat op het loopvlak van het geleidingssysteem.

25 Aldus kan de baan die het deurblad aflegt doelmatig met geringe mate van speling worden begrensd. Het geleidingssysteem werkt met voordeel met het deurblad samen en maakt daar althans ten minste gedeeltelijk deel van uit.

Volgens een gunstige uitvoeringsvorm is een aan de tweede zijde 30 gelegen uiteinde van het loopvlak omgebogen in de van de tweede V-vormige hefboom afgekeerde richting, zodanig dat bij een verplaatsing van het deurblad naar de eerste stand de loopwielen tegen het aan weerszijden van het omgebogen deel van het dubbelzijdige loopvlak zijn gepositioneerd, en zodanig dat de tweede zijde van het deurblad 35 in een positie tegen de tweede stijl is gedwongen.

Aldus wordt doelmatig bereikt dat de tweede zijde in de eerste fase naar buiten kan worden gebracht. Het is met name voor elektrisch aangedreven deuren gunstig wanneer zowel in het bovenste deel van het 1031003 5 deurblad als in het onderste deel van het deurblad dergelijke omgebogen delen aanwezig zijn teneinde te verzekeren dat ook wanneer het deurblad niet actief in een gesloten stand wordt gehouden, de eerste zijde van het deurblad over de gehele hoogte van de eerste zijde te-5 gen de eerste stijl wordt gedrukt en kantelen van het deurblad wordt vermeden. Voor pneumatische deuren zal in het algemeen volstaan kunnen worden om, bij voorkeur in het onderste deel van het deurblad, 1 omgebogen uiteinde te gebruiken dat door de loopwielen wordt ingesloten, terwijl in het bovenste deel van het deurblad bijvoorbeeld een i 10 overeenkomstig gebogen geleidekanaal aanwezig kan zijn waarbinnen reeds met 1 loopwiel een betrouwbaar bedrijf van dat deel van het deurblad kan worden verzekerd.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de lijn door het verbindingspunt van het eerste uiteinde van de duwtrek-15 stang met de tweede arm van de eerste V-vormige hefboom en het verbindingspunt van het tweede uiteinde van de duwtrekstang met de eerste arm van de tweede V-vormige hefboom, wanneer het deurblad zich in de eerste stand bevindt is gelegen tussen het rotatiepunt van de eerste V-vormige hefboom en het verbindingspunt van de cilinder met de 20 eerste V-vormige hefboom, en van de van het rotatiepunt afgekeerde zijde van die lijn wanneer het deurblad zich in de tweede stand bevindt .

Dit helpt het deurblad in een tweede stand te houden, aangezien deze door een dood punt heen moet alvorens de toegangsopening kan 25 worden afgesloten.

De onderhavige uitvinding is voor de eenvoud van de beschrijving hierboven uiteengezet aan de hand van een deursysteem dat ten minste één deurblad omvat. Echter, in de praktijk worden deursystemen soms zonder deurblad geleverd aan een afnemer. De uitvinding heeft 30 derhalve tevens betrekking op een deursubsysteem dat overeenstemt met het hierboven beschreven deursysteem, met dit verschil dat het deurblad ontbreekt, en dat het deursubsysteem is ingericht voor het bevestigen van een deurblad aan het beweegbare orgaan.

Tenslotte heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een 35 voertuig dat een deursysteem volgens de uitvinding omvat.

De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin 7 °3 ί 0 0 3 " 6 fig. 1 een deursysteem volgens de uitvinding weergeeft aangebracht boven de toegangsopening van een bus; en fig. 2a-e een schematisch bovenaanzicht weergeeft van het deur- j systeem van fig. 1; ; 5 fig. 3 overeenkomt met fig. 2e voor het verschaffen van uitleg over hoek a; fig. 4a en e twee zij-aanzichten tonen langs lijn IV-IV van fig. 2e, waarbij deze figuren overeenkomen met respectievelijk fig.

2a en 2e; 10 fig. 5 een zij-aanzicht toont van een alternatieve uitvoerings vorm van een deursysteem volgens de uitvinding; en fig. 6a-e een schematisch bovenaanzicht tonen van de in fig. 5 weergegeven alternatieve uitvoeringsvorm.

Fig. 1 toont een deel van een bus voorzien van een deursysteem 15 1. Het deursysteem 1 omvat een deurblad 2 dat in de hier weergegeven situatie een toegangsopening van de bus afsluit. De toegangsopening wordt aan weerszijden begrensd door een eerste deurstijl 3 en een tweede deurstijl 4. Het deurblad 2 heeft een eerste zijde 5 en een tweede zijde 6. In de gesloten toestand van de toegangsopening be-20 vindt de tweede zijde 6 zich nabij de tweede deurstijl 4.

Voor het van een gesloten stand naar een geopende stand brengen (vice versa) van het deurblad 2 bezit het deursysteem 1 volgens de uitvinding een verplaatsingssysteem 7, dat een beweegbaar orgaan 10 omvat. In gemonteerde toestand van het deursysteem 1 is dit beweegba-25 re orgaan 10 via een draagarm 29 vast met het deurblad 2 verbonden.

In de hier getoonde uitvoeringsvorm heeft het beweegbare orgaan 10 de vorm van een over een as 30 beweegbare mof. Het deurblad 2 is via het beweegbare orgaan 10 opgehangen aan een eerste ophangpunt 8 en een tweede ophangpunt 9. Het eerste ophangpunt 8 fungeert als een vaste 30 rotatieas. Het tweede ophangpunt 9 is draaibaar rond deze vaste rota-tieas (fig. 2c). Volgens de hier getoonde uitvoeringsvorm omvat het tweede ophangpunt 9 een loopvlak 26 (fig. 4a) en een co-axiaal met de as 30 geplaatst wieltje 27. Andere uitvoeringsvormen zijn denkbaar, zoals een glijlager.

35 Het openen van de door het deurblad 2 afgesloten toegangsope ning zal worden toegelicht aan de hand van fig. 2a-e. In fig. 2a staat het deurblad 2 in de eerste, gesloten stand. In fig. 2e staat het deurblad 2 in de tweede stand waarbij de toegangsopening is vrij- 1031003 7 gegeven. De figuren 2b-d laten tussenliggende standen van het deur-blad 2 zien. Volgens de uitvinding wordt bij het openen van de deur het deurblad 2 met de tweede zijde 6 ervan naar buiten bewogen (eerste fase) en zorgt een translatie van het deurblad 2 ervoor dat het 5 deurblad uiteindelijk (in hoofdzaak) parallel aan de oorspronkelijke positie (d.w.z die van de gesloten stand) in de tweede stand, komt (tweede fase). Bij afwezigheid van de tweede deurstijl 4 zou dat corresponderen met een translatie onder een hoek α met een vlak 11 (fig. 2e) gevormd door de eerste en tweede deurstijlen 3, 4. In de 10 onderhavige aanvraag wordt de termen binnen en buiten gebruikt in relatie ten opzichte van het vlak 11, waarbij buiten de zijde is waar het deurblad 2 zich in de tweede stand bevindt (zoals in fig. 2e weergegeven). Het inventieve van de onderhavige uitvinding is dat de ophangpunten 8, 9 in een de translatievector zijn aangepast, wat in 15 de praktijk meestal inhoudt dat de lijn waarop de twee ophangpunten liggen (of iets strikter gedefinieerd, de op een horizontaal vlak geprojecteerde lijn) een vergelijkbare hoek maakt met het vlak 11, welke hoek in de eerste stand van de deur bij voorkeur minder dan 10°, en met meer voorkeur minder dan 5° afwijkt van α en bij voorkeur ge-20 lijk is aan α (fig. 3). Voor het ontwerpen van een deursysteem 1 volgens de uitvinding zal een ontwerper de gewenste begin en eindpositie bepalen van een punt op het deurblad 2 midden tussen de eerste en de tweede zijde en daarvoor de Δχ en Ay waarde bepalen (waarbij het vlak 11 als X-as fungeert). α kan worden berekend met de formule 25 tan(a) = (Δχ /Ay)

Afwijkingen ten opzichte van α zijn toelaatbaar, al betekent dit wel dat de geleidingssystemen meer moeten bij sturen. In het algemeen zal, volgens de uitvinding, de hoek met het vlak 1-10" zijn, bij voorkeur 2-6°.

30 Indien het deurblad 2 in de eerste stand parallel staat met het deurblad in de tweede stand, kan elk punt van het deurblad worden gebruikt, zoals in fig. 3 geïllustreerd met de eerste zijde 5. In bijzondere gevallen, zoals bij een voertuig zoals een tram welke een taps toelopende kop en/of staart bezit waarin zich een toegangsope-35 ning bevindt, zal het de voorkeur genieten het deurblad in de tweede stand niet parallel met het vlak 11 te laten staan maar parallel aan de zijkant van het voertuig. In een dergelijk geval kan de hoek waaronder de lijn met de zijkant van het voertuig staat met voordeel wor- 1 03 l p03' 8 den gekozen tussen de hoeken a' en a" (voor respectievelijk de eerste zijde en de tweede zijde). Ook in die situaties waarbij er niet voor wordt gekozen om het deurblad in de tweede stand parallel met de zijwand van het voertuig (of vertrek) te laten staan, kunnen deze 5 hoeken a' en a" worden berekend voor het kiezen van een geschikte hoek van de lijn.

De algehele beweging wordt vergaand verschaft door het beweegbare orgaan 10 langs de as 30 te bewegen, welke as 30 onder een hoek is geplaatst die, zoals hierboven aangegeven, bij voorkeur gelijk is 10 aan a. Volgens de uitvinding wordt in de eerste fase de tweede zijde 6 sterker naar buiten gebracht dan de eerste zijde 5. Aldus kan de tweede stijl 4 worden gepasseerd. De tweede zijde 6 kan om dit te vergemakkelijken ook een afkanting bezitten zoals in fig. 2 te zien is. Overigens zijn de eerste en tweede zijde 5, 6 gebruikelijk van 15 rubberprofielen voorzien, welke tegen de deurstijlen 3, 4 afdichten en toleranties mogelijk maken. De afwijking van de door de as 30 bepaalde translatiebeweging wordt verschaft door het draaien van de as 30 rond het eerste ophangpunt 8. Deze draaiing wordt bepaald door een geleidingssysteem 20.

20 In de weergegeven uitvoeringsvorm omvat het geleidingssysteem 20 een geleidingsstrook 31, 31' met een naar buiten gekromd uiteinde 25 (fig. 2; 25' niet weergegeven). Aan weerszijden van de geleidingsstrook 31 bevinden zich twee loopwielen 21, 22, respectievelijk 21', 22' welke via armen 19a, 19'a van V-vormige hefbomen 19, 19' verbon-25 den zijn met een draaistang 32. De loopwielen van elk paar 21, 22 resp. 21', 22' bevinden zich spelingsarm aan weerszijden van de be treffende geleidingsstrook 31, 31', en de rotatieassen bevinden zich in hoofdzaak op een lijn met de draaiingsas van de draaistang 32. De loopwielen 21, 22 resp. 21', 22' bevinden zich daardoor loodrecht op 30 de geleidingsstroken 31, 31'. Voor het gekromde uiteinde 25, 25' be tekent dit, dat een translatie in de richting van het vlak 11 van de deur draaiing van de draaistang 32 veroorzaakt, waardoor de tweede zijde 6 naar buiten wordt gedraaid.

Volgens een voorkeursuitvoering kan deze draaibeweging nog wor-35 den vergemakkelijkt middels duwtrekstang 17, hetgeen later zal worden uitgelegd. Eerst zal nader worden ingegaan op de translatiebeweging van het bewegingsorgaan 10 langs de as 30.

1031003' 9

Voor het bewegen van het bewegingsorgaan 10 langs de as 30 wordt bij de hier beschreven uitvoeringsvorm gebruik gemaakt van een zuigerstangloze cilinder 13. Deze bezit een slede 16 welke pneumatisch over een groot deel van de lengte van de zuigerstangloze cilin-5 der 13 kan worden bewogen door het aanleggen van druk. Dit is op zich bij de vakman bekend en alle componenten van het druksysteem en de regeling zijn voor de eenvoud van de tekening en de beschrijving weggelaten.

Indien de zuigerstangloze cilinder 13 niet onder dezelfde hoek 10 ten opzichte van het vlak 11 is geplaatst als de as 30, dan is een flexibele verbinding 28 tussen de slede 16 en het beweegbare orgaan 10 noodzakelijk. Hier is gekozen voor een scharnierende stang 28. De plaatsing van de zuigerstangloze cilinder 13 is niet kritisch en deze had bijvoorbeeld ook evenwijdig aan het vlak 11 kunnen lopen.

15 Thans zal de functie van duwtrekstang 17 worden uitgelegd. Vol gens een voorkeursuitvoering is de zuigerstangloze cilinder 13 vrij opgehangen en kan deze bewegen tussen de globaal aangegeven posities 14, 15. Door de vrije ophanging, zal, als gevolg van het aanleggen van een druk over de zuigerstangloze cilinder 13 die de slede 16 zo-20 danig beweegt dat het deurblad 2 naar de tweede, geopende stand beweegt, de zuigerstangloze cilinder 13 zelf in de richting van positie 14 bewegen. Daardoor wordt een eerste V-vormige hefboom 18 bewogen, die draait rond een rotatieas 23. De V-vormige hefboom 18 is ook verbonden met de duwtrekstang 17, welke op zijn beurt met arm 19b van de 25 tweede V-vormige hefboom 19 van de draaistang 32 is verbonden. Aangezien de zuigerstangloze cilinder 13 in de praktijk minder massa heeft en gemakkelijker verplaatsbaar is dan het geheel van beweegbaar orgaan 10, draagarm 29 en deurblad 2, zal de zuigerstangloze cilinder 13 een grotere afstand afleggen dan het beweegbare orgaan 10 (en dus 30 het deurblad 2 in de richting van de tweede deurstijl 4), waardoor de draaistang 32 dus aan het begin (de eerste fase) wordt gedraaid en daarmee de tweede zijde 6 naar buiten brengt. Een geleidingssysteem dat een combinatie omvat van het gekromde uiteinde 25 en de duwtrekstang 17 verschaft een uitermate betrouwbaar bedrijf van het deursys-35 teem 1 volgens de uitvinding.

In fig. 2e staat het deurblad 2 in de tweede stand, waarbij de toegangsopening is vrijgegeven. Wanneer het deurblad 2 naar de eerste stand wordt bewogen, staat arm 19b van de V-vormige hefboom in hoofd- 1°31003' 10 zaak in één lijn met de duwtrekstang 17. De vrije ophanging van de zuigerstangloze cilinder 14 maakt het op dat moment nog niet mogelijk om een wezenlijke draaikracht uit te oefenen op de draaistang 32, waardoor de translatie van het deurblad via de geleiding 20 niet no-5 deloos wordt gehinderd (dus door wrijving wordt bemoeilijkt). Zodra de loopwielen 21, 22, resp. 21', 22' het uiteinde 25 resp. 25' bereiken, wordt draaiing van de eerste V-vormige hefboom 18 wel mogelijk en helpt de beweging van de zuigerstangloze cilinder 13 het weer naar binnen draaien van de tweede zijde 6.

10 De ophangpunten 8, 9 van het deursysteem volgens de uitvinding zijn in de hier weergegeven uitvoeringsvorm boven de toegangsopening verschaft. Het is binnen het kader van de onderhavige uitvinding denkbaar dat deze juist aan de onderzijde zijn verschaft, en bijvoorbeeld in een vloer zijn ingebouwd. Het eerste ophangpunt 8 is, na 15 montage, op enigerlei wijze ten opzichte van de toegangsopening gefixeerd. Dit kan rechtstreeks zijn, bijvoorbeeld door een verbinding met de carrosserie of het chassis van een voertuig (of de wand van een kamer), of indirect, doordat het ophangpunt 8 vast verbonden is met een frame of behuizing van het deursysteem, welk frame of behui-20 zing vast is verbonden met de carrosserie enz. Hetzelfde geldt voor het loopvlak 29 van het tweede ophangpunt 9.

De hiervoor beschreven uitvoeringsvorm is de uitvoeringsvorm van de uitvinding waar aanvraagster de voorkeur aan geeft als zijnde die met de meeste voordelen. Thans zal een alternatieve uitvoerings-25 vorm worden beschreven onder verwijzing naar fig. 5 en 6.

Bij deze uitvoeringsvorm heeft de as 30 naast het vaste ophangpunt 8 een tweede vast ophangpunt 38. Om het deurblad 2 bij het van de eerste stand naar de tweede stand brengen naar buiten te draaien, is de draagarm 29 via een verticale rotatieas 32 met het beweegbare 30 orgaan 10 verbonden. Nabij de as 30 is een geleidingssysteem 33 voorzien, dat hier twee geleidingsstroken 34, 35 welke een curvebaan definiëren en een tussen de geleidingsstroken 34, 35 beweegbaar loop wiel 36 omvat. Het loopwiel 36 is via een arm 37 welke zich in hoofdzaak in dezelfde richting uitstrekt als de as 30 met de draagarm 29 35 verbonden. Het loopwiel 36 is draaibaar rond een verticale as aan het uiteinde van de arm 37. De verbinding tussen de arm 37 en de draagarm 29 is star. De vorm van de geleidingsstroken 34, 35 bepaalt de weg die het loopwiel 36 tussen de geleidingsstroken 34, 35 aflegt. In T 0 3 1 0 0 3 ’ 11 fig. 5 zijn de geleidingsstroken 34, 35 weggelaten. De geleidings-stroken 34, 35 zijn zodanig vormgegeven dat bij het van de eerste stand naar de tweede stand bewegen, het loopwiel 36 sterk in de richting van de tweede deurstijl 4 worden bewogen, waardoor de arm 37 5 scherp ten opzichte van de as 30 draait en door de vaste verbinding tussen de arm 37 en de draagarm 29 het deurblad 2 met de tweede zijde 6 naar buiten draait, waardoor deze de tweede deurstijl 4 kan passeren, en bij het van de tweede stand naar de eerste stand bewegen in de laatste fase daarvan de tweede zijde 6 naar binnen wordt getrok-10 ken. In figuur 6a-e zijn vijf stappen weergegeven waarbij in fig. 6a het deurblad 2 zich in de eerste stand bevindt en in fig. 6e in de tweede stand. Fig. 6 laat ook het geleidingssysteem 20 zien dat de geleidingsstrook 31' en de loopwielen 21', 22' omvat. Een betrouwbaar bedrijf van het deursysteem vergt namelijk een geleidingssysteem of 15 combinatie van geleidingssystemen dat zowel ter hoogte van het onderste deel van het deurblad 2 als ter hoogte van het bovenste deel van het deurblad 2 voor geleiding zorgdraagt. In fig. 4 en 5 zijn, voor het gemak van het interpreteren van de tekening, middels rechthoeken ook de boven- en onderstijlen van de deuropening in de vorm van 20 rechthoeken weergegeven, ofschoon ten aanzien van deze boven- en onderstijlen geen speciale problemen hoeven te worden opgelost.

De uitvinding is voor de eenvoud beschreven aan de hand van een toegangsopening met één deurblad. Het is echter binnen het kader van de onderhavige uitvinding evenzeer mogelijk een toegangsopening met 2 25 deurbladen af te sluiten, welke zich in gesloten toestand nabij of zelfs tegen elkaar bevinden, en zich in geopende toestand verder van elkaar bevinden. Wat voor het ene deurblad de eerste en tweede deurstijl is, is dan voor het andere deurblad de tweede en eerste deurstijl. Met andere woorden, het deursysteem zal, afgezien van eventu-30 eel voor wat breedte betreft verschillende deurbladen, in hoofdzaak spiegelbeeldig deursysteem zijn. Waar in de bovenstaande beschrijving en bij de bespreking van de voorbeelden wordt gesproken over een zui-gerstangloze cilinder, dient tevens elke actuator, in het bijzonder lineaire actuator te worden verstaan die een in hoofdzaak lineaire 35 beweging kan bewerkstellingen, zoals een lineaire motor, een motor met schroefspindel of andere in het vak voor dit doel bekende actuatoren. In plaats van druk wordt de betreffende actuator dan op de voor die actuator van toepassing zijnde wijze bekrachtigd.

1031003 '

Claims (11)

1. Deursysteem (1), omvattende: 5. ten minste een deurblad (2) voor het afsluiten van een toegangsope- ning, bijvoorbeeld van een voertuig, waarbij de toegangsopening ten minste wordt begrensd door een eerste deurstijl (3) en een tweede deurstij1 (4) , - waarbij het deurblad (2) een eerste zijde (5) en een tweede 10 zijde (6) bezit, waarbij in een toestand waarbij de toegangs opening gesloten is het deurblad (2) zich tussen de eerste en tweede deurstijl (3, 4) bevindt, de eerste zijde (5) van het deurblad (2) zich nabij de eerste deurstijl (3) bevindt en de tweede zijde (6) van het deurblad (2) zich nabij de tweede 15 deurstijl (4) bevindt; * een verplaatsingssysteem (7) voor het tussen een eerste stand en een tweede stand bewegen van het deurblad (2), waarbij het deurblad (2) de toegangsopening in de tweede stand vrijgeeft, met het kenmerk, dat: 20. het verplaatsingssysteem (7) twee ophangpunten (8, 9) voor het deurblad (2) verschaft, waarbij het deurblad (2) is bevestigd aan een tussen de twee ophangpunten (8, 9) beweegbaar orgaan (10), waarbij het eerste ophangpunt (8) zich op een grotere afstand bevindt van een vlak (11), dat door de eerste en de tweede deurstijl (3 respectieve-25 lijk 4) heen gaat, dan het tweede ophangpunt (9); * een op afstand van de tweede zijde (6) gelegen rotatieas is verschaft, om welke rotatieas het deurblad (2) draaibaar is; en * het verplaatsingssysteem een geleidingsysteem omvat voor het in twee fasen kunnen verplaatsen van het deurblad (2) van de eerste 30 stand naar de tweede stand, waarbij het geleidingsysteem als gevolg van een translatie van het beweegbare orgaan (10) van de eerste stand naar de tweede stand in de eerste fase een draaiing van het deurblad (2) rond de rotatieas bepaalt voor het uit het vlak (11) tot voorbij de tweede deurstijl (4) doen bewegen van de tweede zijde (6) van het 35 deurblad (2), en het geleidingsysteem in de tweede fase een draaiing om de rotatieas van het deurblad (2) in tegengestelde richting als in de eerste fase bepaalt door een verplaatsing van het orgaan (10) van- 1031003* af het eerste ophangpunt (8) in de richting van het tweede ophangpunt (9) .

2. Deursysteem volgens conclusie 1, waarbij de rotatieas wordt ge-5 vormd door het eerste ophangpunt (8), en het tweede ophangpunt (9) een om de vaste rotatieas beweegbaar ophangpunt (9) is.

3. Deursysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij het verplaatsingsme-chanisme (7) een lineaire actuator (13) omvat die zich uitstrekt van- 10 af een eerste positie (14) naar een tweede positie (15), waarbij de lineaire actuator (13) een beweegbaar actuatordeel (16) omvat en het beweegbare actuatordeel (16) zodanig aan het beweegbare orgaan (10) is gekoppeld dat het beweegbare orgaan (16) meevoerbaar is.

4. Deursysteem volgens conclusie 3, waarbij het beweegbare actuator deel (16) middels een scharniersysteem (28) met het beweegbare orgaan (10) is verbonden.

5. Deursysteem volgens conclusie 3 of 4, waarbij de lineaire actuator 20 (13) in de axiale richting ervan beweegbaar is, zodanig dat het be drijven van de lineaire actuator een verplaatsing van de actuator (16) tegengesteld aan de verplaatsing van het beweegbare actuatordeel (16) verschaft, het eerste uiteinde (14) van de lineaire actuator (13) beweegbaar is verbonden met een uiteinde van een eerste arm van 25 een, om een buiten de lengteas van de lineaire actuator (13) gelegen rotatieas (23) beweegbare V-vormige hefboom (18), zodanig dat een longitudinale verplaatsing van de lineaire actuator (13) een rotatie van de V-vormige hefboom om de rotatieas (23) verzorgt, waarbij het uiteinde van de tweede arm van de V-vormige hefboom (18) is verbonden 30 met een duwtrekstang (17) die met het andere uiteinde is gekoppeld met een uiteinde van een eerste arm (19b) van een tweede V-vormige hefboom (19), waarbij het uiteinde van de tweede arm (19a, 19'a) van de tweede V-vormige hefboom samenwerkend is verbonden met een gelei-dingssysteem aan het deurblad (2), en waarbij de V-vormige hefbomen 35 (18, 19) roteerbaar zijn om rotatieassen (23, 24) die zijn voorzien op tussen de respectievelijke armen van de V-vormige hefbomen (18, 19) in gelegen posities. 1031003'

6. Deursysteem volgens conclusie 5, waarbij de zuigerstangloze cilinder (13) in de axiale richting ervan beweegbaar is, zodanig dat het aanleggen van een drukverschil over de slede in de cilinder een verplaatsing van de cilinder (13) tegengesteld aan de verplaatsing van 5 de slede verschaft, het eerste uiteinde (14) van de cilinder (13) beweegbaar is verbonden met een uiteinde van een eerste arm van een, om een buiten de lengteas van de cilinder (13) gelegen rotatieas (23) beweegbare V-vormige hefboom (18), zodanig dat een longitudinale verplaatsing van de cilinder (13) een rotatie van de V-vormige hefboom 10 om de rotatieas (23) verzorgt, waarbij het uiteinde van de tweede arm van de V-vormige hefboom (18) is verbonden met een duwtrekstang (17) ! die met het andere uiteinde is gekoppeld met een uiteinde van een eerste arm (19b) van een tweede V-vormige hefboom (19), waarbij het uiteinde van de tweede arm (19a, 19'a) van de tweede V-vormige hef-15 boom samenwerkend is verbonden met een geleidingssysteem aan het deurblad (2), en waarbij de V-vormige hefbomen (18, 19) roteerbaar zijn om rotatieassen (23, 24) die zijn voorzien op tussen de respec tievelijke armen van de V-vormige hefbomen (18, 19) in gelegen posities . 20

7. Deursysteem volgens conclusie 5 of 6, waarbij het geleidingssys teem een dubbelzijdig loopvlak omvat waarover aan de tweede V-vormige hefboom (19) verbonden loopwielen (21, 22) worden gevoerd, welke loopwielen (21, 22) ten opzichte van de tweede V-vormige hefboom (19) 25 een in hoofdzaak starre positie hebben, en waarbij de lijn door de middelpunten van de loopwielen (21, 22) loodrecht staat op het loopvlak van het geleidingssysteem. | i

8. Deursysteem volgens conclusie 7, waarbij een aan de tweede zijde 30 (6) gelegen uiteinde (25, 25') van het loopvlak (31, 31') is omgebo gen in de van de tweede V-vormige hefboom afgekeerde richting, zodanig dat bij een verplaatsing van het deurblad (2) naar de eerste stand de loopwielen (21, 22) tegen het aan weerszijden van het omge bogen deel van het dubbelzijdige loopvlak zijn gepositioneerd, en zo- 35 danig dat de tweede zijde (6) van het deurblad (2) in een positie tegen de tweede stijl (4) is gedwongen. 1031003

9. Deursysteem volgens een van de conclusies 5 tot 8, waarbij de lijn door het verbindingspunt van het eerste uiteinde van de duwtrekstang (17) met de tweede arm van de eerste V-vormige hefboom en het verbindingspunt van het tweede uiteinde van de duwtrekstang (17) met de 5 eerste arm van de tweede V-vormige hefboom, wanneer het deurblad (2) zich in de eerste stand bevindt is gelegen tussen het rotatiepunt (23) van de eerste V-vormige hefboom (18) en het verbindingspunt van de cilinder (13) met de eerste V-vormige hefboom, en van de van het rotatiepunt (23) afgekeerde zijde van die lijn wanneer het deurblad 10 (2) zich in de tweede stand bevindt.

10. Deursubsysteem zodat overeenstemt met het deursysteem volgens een der voorgaande conclusies, met dit verschil dat het deurblad ontbreekt, en het deursubsysteem is ingericht voor het bevestigen van 15 een deurblad aan het beweegbare orgaan.

11. Voertuig omvattende een deursysteem volgens een van de conclusies 1 tot 9. ï 03 I,o o 9 ~