NL8201964A - Servo-bedienbare deurconstructie, in het bijzonder voor een voertuig. - Google Patents

Description

I . .

1 ^ * ï VO 3362

Servo-bedienbare deurconstructie, in het bijzonder voor een voertuig.

+0+0+0+0+0+0+Q+

De uitvinding heeft betrekking op een servo-rbecLienbare deurconstructie, in het bijzonder voor een voertuig, voorzien van een een- of tweevleugelige deur; middelen om de deurvleugels tezamen onder een ongeveer haaks op het deurvlak werkzame verende tegendruk 5 volgens het zwenkzwaaideurprincipe in de deuropening te trekken voor het sluiten daarvan, respectievelijk uit de deuropening te verwijderen voor het openen daarvan; draagmiddelen voor het dragen van de deurvleugels; een aandrijforgaan en een met het aandrijforgaan en de deur samenwerkend stangenstelsel voor het openen en sluiten van de deur, als-10 mede middelen waarmede de deur in gesloten toestand blokkeerbaar is volgens het overcentersluitprincipe.

Een dergelijke zwenkzwaaideurconstructie is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage no. 78.06721. Volgens deze bekende zwenkzwaaideurconstructie kan als aandrijf orgaan een een-assige draaicilinder 15 worden toegepast, die via een evenaar'gekoppeld is aan het stangenstelsel; evenaar, aandrijfstang, aspotarm, verticale roteerbare as, alsmede vast met een uiteinde met de verticale as verbonden bovenste en onderste uithouders waarvan het andere uiteinde schamierbaar verbonden is met de corresponderende deurvleugel- De bekende zwenkzwaaideurconstructie is 20 door middel van de evenaar in samenwerking met een aanslagorgaan, bijvoorbeeld een pen, ter blokkering van de deur in gesloten toestand tot overcentersluitpositie roteerbaar. Een moeilijkheid bij zwenkzwaaideuren is de bij een brede deuropening door de deurvleugels te doorlopen zwenk-zwaaibaan, die zich aanmerkelijk zijwaarts buiten de voertuigwand uit-25 strekt.

Algemeen bekend is ook een schuifdeurconstructie, die veelal bij goederenwagons wordt toegepast. Bij de bekende schuifdeurcon-structie wordt voor het openen of sluiten van de deuropening de deur via 8201964 y ï -2- rollen ondersteund in een vast met de buitenwand van bet voertuig verbonden geleidegoot verrold. Dergelijke geleidegoten zijn vatbaar voor vervuiling en in de winter voor bevriezing waardoor het verrollen van de schuifdeur via de in de geleidegoten afgesteunde rollen wordt gestagneerd.

5 Doel van de uitvinding is de genoemde bezwaren van de bekende deurconstructies op te heffen en hij stelt daartoe een deurcon-structie van de in de aanhef vermelde soort beschikbaar die daardoor is gekenmerkt,dat de deur een zwenkzwaaischuifdeur is, waarbij de draag-middelen voor het dragen van de deurvleugels gescheiden zijn van de mid-10 delen voor het volgens' het zwenkzwaaideurprincipe in de deuropening trekken respectievelijk uit de deuropening verwijderen van de deurvleugels, en de deur door de draagmiddelen vrij van de voertuigwand gedragen is.

De uitvinding berust op het inzicht dat de voor een zwenkzwaai deur karakteristieke kinematiek, waarbij vanuit de gesloten stand de Ί5 deurvleugel of de beide deurvleugels, die onder de ongeveer haaks op het deurvlak werkzame verende tegendruk binnen de omtrek van de deuropening opgesloten zijn, eerst tegelijkertijd uit de deuropening worden gedrukt in een richting ongeveer volgens de normaal op het vlak van de deuropening (zwenkbeweging), waarna een beweging wordt ingezet waardoor 20 beide deurvleugels, aanvankelijk ongeveer volgens een cirkelvormige baan, ieder naar één zijde van de deuropening worden omgezwaaid (zwaaibeweging), niet noodzakelijkerwijze dient plaats te vinden onder toepassing van de hiertoe normaliter gebezigde constructie waarbij de deurvleugels elk scharnierbaar verbonden zijn met bovenste en onderste uithouders, die zelf 25 vast verbonden zijn met te roteren vertikale assen en die zowel een kine-matische functie als een draagfunctie hebben. Zoals later nader zal worden toegelicht is de baan, opgebouwd uit een zwenkbeweging die overgaat in een zwaaibeweging, aanvankelijk ongeveer volgens een cirkelboog, ook samen te stellen uit twee lineaire ongeveer loodrecht op elkaar staande 30 bewegingen indien de voor uitvoering van de bewegingen toegepaste aandrijvingen ten opzichte van elkaar doelmatig zijn geprogrammeerd. Met dit inzicht is derhalve de basis gelegd voor een deurconstructie die een combinatie is van een zwenkzwaaideur en een in de sin van een schuifdeur werkzame deur, waardoor het mogelijk is althans het in het voorgaande be- 8201964 * * -3- zwaar van een zwenkzwaaideurconstructie op te heffen.

Bij heü constructief verder uitwerken van de deurcon-structie volgens de uitvinding en, bij wijze van voorbeeld toegelicht aan de hand van een tweevleugelige deur, kunnen volgens een uitvoerings-5 vorm de deurvleugels aan de bovenzijde ongeveer in de beide hoekpunten ieder worden opgehangen aan een teleskoopgeleidingsorgaan, bijvoorbeeld een teleskoopgeleidingbuis waarbij in een hoekpunt de deurvleugel verbonden is met de'binnenstebuis van de teleskoopgeleidingbuis terwijl in het andere hoekpunt de deurvleugel via bijvoorbeeld een cLiabolorol 10 verrolbaar over de buitenste teleskoopgeleidingbuis daaraan is opgehangen. Aan de onderzijde kan de deurvleugel worden geleid door een nokrol bevestigd aan een uithouder, die vastverbonden is aan de vertikale roteerbare as, welke door een geleidegoot, vastbevestigd aan de deurvleugel, loopt.

15 De teleskoopgeleidingbuis zelf kan daarbij zodanig binnen het deureonstructiesysteem volgens de uitvinding zijn opgehangen, dat aan de buitenste buis daarvan haaks op de langsrichting van de teles-koop en gekeerd naar het middenvlak van het voertuig twee draagplaten vast zijn bevestigd, waaraan onder meer een geleiderollen bevattende 20 wagen is bevestigd door tussenkomst waarvan de teleskoopgeleidingbuis verrolbaar in een richting loodrecht op de deuropening is afgesteund op een horizontale as, die in het deuraandrijffreem vast is opgenomen.

De kinematiek van de deurconstructie volgens de uitvinding is onder te verdelen in een zwenkzwaaideel en in een deel,xaarbij de 25 deurvleugels zich verplaatsen in de zin van een schuifdeur, dat wil zeggen evenwijdig aan de voertuigwand waarbij het zwaaideel veroorzaakt is door een combinatie van zwenken en schuiven.

De zwenkbeweging ontstaat via het stangenstelsel: evenaar, aandrijfstaag, aspotarm, roteerbare vertikale assen, bovenste en onderste 30 uithouders, analoog aan die bij het bekende zvenkzvaaideursysteem. De bovenste uithouder is via een verbindingsstang aan de buitenste teleskoopgeleidingbuis bevestigd, terwijl op de onderste uithouder de nokrol is bevestigd welke in de op de deurvleugel bevestigde geleidegoot loopt.

8201964 * * -Η-

Bij het doorlopen van de zwenk zwaaibaan verplaatsen de deurvleugels zich naar buiten tot een positie waarbij de beweging daarvan kan vergaan in een verdere verplaatsing evenwijdig aan de voertuigwand in de zin van een schuifdeur. Deze verplaatsing ontstaat daarbij op de volgende wijze.

5 m.Te van de deurvleugels is door middel van een verbindings- örgaan bevestigd aan een langs de deur lopende eindloze-tandriem die geleid is om twee keerrollen, en wel zodanig, dat êén van de deurvleugels aan het ene riemdeel is bevestigd terwijl de andere deurvleugel aan het andere riemdeel is bevestigd. Door nu een van de keerrollen van het eind-10 loze-riemsysteem aan te drijven zal de tandriem zich in rondgaande be-weging zetten. Omdat de riemdelen tussen de keerrollen daarbij tegengesteld aan elkaar bewegen, zullen de deurbladen van elkaar af bewegen en de deuropening verder worden vrijgegeven terwijl door omkering van de richting van de aandrijving van de keerrol en daardoor van de tandriem-15 beweging de deuropening kan worden gesloten.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt in het kader van de deurconstructie volgens de uitvinding als het aandrij forgaan een twee-assige draaicilinder toegepast, waarvan de assen tijdens het bewegen van de daarin'gebruikelijkerwijze aanwezige heugel op het ge-20 wenste moment draaien en stilstaan. Op êén van de assen is de evenaar aangesloten die via het verdere stangenstelsel voor de zwehkbeweging zorgt. De andere as zorgt voor de aandrijving van de keerrol via eën • tandriemoverbrenging en zodoende voor de schuifbeweging waarbij de schuif-beweging in combinatie met de zwenkbeweging op onder nader aangegeven 25 wijze tot de zwaaibeweging leiden. Het roteren van de assen vindt, zoals vermeld, gebruikelijkerwijze plaats met een tandheugel/tandwiel-overbrenging. De stilstand van de assen kan worden bereikt doordat de vertanding op de heugel over een bepaald deel verwijderd is en de as van een blokkeerorgaan is voorzien. Aldus is langs mechanisch-constructieve weg van de draai-30 cilinder de beweging van de onderdelen en daardoor de rotatie van de assen te programmeren. Deze programmering zal zodanig worden ingesteld, dat de assen na elkaar roteren, uitgezonderdeen beperkte overlappingsperiode.

Door deze overlapping van de rotatiebeweging van de assen wordt bereikt dat de aanvankelijke zwenkbeweging, waarbij de deurvleugels ongeveer 8201964 * > -¾ -5- loodrecht op het vlak van de deuropening met de deuropening naar buiten, worden gedrukt, overgaat i'n een-korte-geronde baan(zvaaibeweging) tot een positie waarbij de deurvleugels zich verder evenwijdig aan de voertuig-wand kunnen verplaatsen.

5 De teleskoopgeleidingbuis als voorbeeld van een algemeen bruikbaar teleskoopgeleidingssyteem. of -orgaan, is per deurvleugel doelmatig samengesteld uit drie teleskoperende buizen, welke ten opzichte van elkaar gelagerd zijn. De tussenbuis is ten opzichte van de buitenbuis gelagerd door middel van rollen, bijvoorbeeld kunststof rollen. De binnen-10 buis is ten opzichte van de tussenbuis gelagerd door middel van glij-bussen die ook uit kunststof vervaardigd kunnen zijn. Door de rollagering tussen de tussenbuis en de buitenbuis zal de wrijving gering zijn en de beide binnenste buizen dus eerst tezamen axiaal buitenwaarts bewegen.

Daarna zal de axiale verplaatsing van de binnenste buis ten opzichte 15 van de tussenbuis optreden. Omdat bij deze tweede axiale beweging meer wrijving moet worden overwonnen zal de beweging worden af geremd. Dit verschijnsel treedt op zowel bij uitgaande teleskoop als bij ingaande.

Samenvattend kunnen als kenmerkende eigenschappen van de deurconstructie volgens de uitvinding worden genoemd 20 - een constructie voor dragen en geleiden van de deur die· geen direkte verbinding met het voertuig heeft hetgeen met het oog op vervorming en onnauwkeurigheid van het voertuig niet leidt tot problemen' bij het functioneren van de deur; - evenwijdige verplaatsing loodrecht op het vlak van de 25 deuropening van de gehele deur naar buiten toe; - het zwenkzwaaisysteem dat in de deurconstructie is verwerkt waardoor blokkering via het overcentersluitprincipe mogelijk is, terwijl daarbij de deurrubbers in zowel afdichtende zin als als veer in combinatie met het overcentersluitprincipe kunnen worden benut; 30 - de verticale assen of balkonstangen, tevens instapstangen, ' zijn dicht bij de voertuigwand geplaatst en daardoor goed bereikbaar; - de uitwijking van de deurvleugels uit de voertuigwand is ten opzichte van die van de zwenkzwaaideur gering, onafhankelijk van de grootte van de deuropening.

8201964 -6-

De uitvinding wordt aan de hand van de tekening, die betrekking heeft op een uitvoeringsvoorbeeld van de deurconstructie, nader toegelicht. In de tekening tonen figuur 1a en figuur 1b schematisch in bovenaanzicht de deur-5 constructie nabij de bovenzijde van een tweevleugelige deur, waarbij de deur zich bevindt in gesloten, op basis van het overcentersluitprincipe geblokkeerde toestand en de bijbehorende stand van de deurconstructie nabij de onderzijde van de deur; figuur 2a en 2b in overeenkomstige zin als met betrekking 10 tot figuur 1a en 1b de deur in gedeblokkeerde, uit de deuropening verwijderde toestand; .geopende figuur 3a en 3b, overeenkomstig, de deur in volledig'stand; figuur U de volledig geopende deuren in aanzicht haaks- op de voertuigwand; 15 figuur 5 een doorsnede volgens de lijn 7-7 in figuur J; figuur 6 een doorsnede volgens de lijn 71-71 in figuur 3, en figuur 7 in langsdoorsnede een als het aandrijforgaan te gebruiken twee-assige draaicilinder. ·

In de tekening wordt door 1 de deur aangegeven, gevormd 20 door de deurvleugels 2 en 3, die langs de kanten voorzien zijn van deur-rubbers en 5.

Door 6 wordt de teleskoopgeleidingbuis aangegeven met t I - buitenste buis 7» tussenbuis 8, 8 en binnenste buis 9, 9 ·

De teleskoopgeleidingbuis 6 is via de draagplaten 10, 11 25 en de daaraan bevestigde wagens 12, 13, voorzien van rollen U8, k9 verrol-baar afgesteund op de horizontale, met het deuraandrijffreem verbonden assen 1^ en 15·

Aan de wagens 12, 13 zijn met platen 16, 17 de keerrollen 18 en 19» behorende bij het eindloze-tandriemsysteem 20, voorzien van de 30 tandriem 21, vast verbonden zodat bij het in de deuropening trekken resp. uit de deuropening verwijderen van de deurvleugels 2, 3, ook de teleskoopgeleidingbuis en het eindloze-tandriemsysteem 20 in dezelfde richting mee worden verplaatst.

8201964 ' -7-

Het in en uit de deuropening "bewegen van de deurvleugels wordt mogelijk gemaakt door het aandrijforgaan, d.i. de twee-assige draai-cilinder 22. Aan de ene as 23 van de draaicilinder 22 is de erenaar 2b bevestigd die "behoort tot het stangenstelsel 25 (fig- 2a), dat verder, f 5 onderling gekoppeld, de onderdelen verbindingsstangen 26, 26 ; aspotarm

I T

27, 27 , verticale, roteerbare assen (balkonstangen), 28, 28 , en tenslotte bovenste uithouders 29, 29 bevat (fig. 2a), welke laatste organen verbonden zijn met de wagens 12, 13.

Aan de onderzijde van de deurvleugels 2, 3 bevinden zich 10 de onderste uithouders 30, 30 , aan de uiteinden daarvan voorzien van nok- f rollen 31, 31 die binnen de met de deurvleugels vast verbonden geleide- goten 32, 32 heen-en-weer verrolbaar zijn aangebracht.

Bij gesloten stand van de deur bevindt de evenaar zich in overcentersluitpositie, in aanslag tegen een niet-getoonde pen.

15 De draaicilinder 22 binnen het cilinderhuis 37 (figuur 7) bevat twee zuigers 3*+ en 35, die onderling verbonden zijn door de tandheugels 38 en 39· De draaicilinder bevat voorts de van vertandingen voorziene rondsels 1+0 en Ui, die verbonden zijn met de assen k2 en 1+3.

Indien bij het toelaten van een persmedium, bijvoorbeeld 20 perslucht, het samenstel van de beide zuigers 3*+ en 35 en de tandheugels 38 en 39 ven de in figuur 7 getoonde stand naar rechts wordt gedreven, zal eerst via tandheugel 39 het rondsel 1+1 worden meegenomen en geroteerd in de richting van de wijz'ers van een klok en daardoor in omgekeerde zin ook de as b3. Deze rotatiebeweging vindt plaats tot de afgeplatte kant 1+1+ 25 van de as 1+3 in aanslag komt tegen de zijde van de stang 36 en zich een glijcontact vormt tussen de stang 36 en de as 1+3. "

Bij verdere verplaatsing van de stang 36 naar rechts zal tandheugel 38 rondsel 1+0 meenemen die daarbij tegengesteld aan de wijzers van een klok in rotatie wordt gebracht en dienovereenkomstig de as 1+2.

30 De positionering van de assen 1+2 en 1+3 met 'rondsels 1+0 en 1+1 ten opzichte van elkaar in langsrichting van de draaicilinder gezien, en de positionering van de tandheugels 38 en 39 en de lengte van hun vertandingen zijn zodanig op elkaar afgestemd dat in gewenste mate voordat de 8201964 -8- - 4 blokkering optreedt, de tandheugel 38 reeds in aangrijping is met rondsel 1+0 zodat er met betrekking, tot de rotatiebeveging van de assen 1+2 en 1+3 een zekere overlapping plaatsvindt. Hierdoor wordt bereikt dat de ver-plaatsingsbeweging ongeveer haaks op het vlak van de deuropening van 5 de deurvleugels bij gesloten deur vanuit dit vlak van de deuropening naar buiten toe, voor welke beweging de as 1+3 verantwoordelijk is, via een geronde baan overgaat in de verplaatsingsbeweging van de deurvleugels van elkaar af ongeveer evenwijdig aan de voertuigwand, voor welke laatstgenoemde verplaatsing de as 1+2 verantwoordelijk is en vindt aldus een 10 verknoping van de zwenkzwaaibeweging van de deurvleugels met de verplaatsingsbeweging in de zin van een schuifdeur plaats.

Bovendien zorgt deze overlap ervoor dat bij het optreden van een storing in de pneumatiek de draaiciliner ook met de hand kan worden bediend.

15 De deurvleugels 2 en 3 zijn via de verbindingsstangen 1+5 respectievelijk 1+6 verbonden met de tegenoverelkaar liggende delen van de tandriem 21. Het tandriemsysteem 20 wordt aangedreven via de keerrol 18 door middel van tandriem 1+7 die om de met de as 1+2 (figuur 7) van de draaicilinder 22 verbonden keerrol 1+8 is geleid.

• 20 Uiteraard kunnen aan de in het vorenstaande beschreven en in de tekening getoonde deurconstructie wijzigingen worden aangebracht zonder dat men het kader van de uitvinding verlaat.

8201964

Claims (4)

1. Servo-bedienhare deurconstructie, in het bijzonder voor een voertuig, voorzien van een een- of tweevleugelige deur; middelen om de deurvleugels tezamen onder een ongeveer haaks op het deurvlak werkzame verende, tegendruk volgens het zwerJfczwaaideurprincipe in de deuropening 5 te trekken voor het sluiten daarvan respectievelijk uit de deuropening te verwijderen voor het openen daarvan; draagmiddelen voor het dragen van‘de deurvleugels; een aandrijforgaan en een met het aandrijforgaan en de deur samenwerkend stangenstelsel voor het openen en sluiten van de deur, alsmede middelen waarmede de deur in gesloten toestand blokkeer-10 baar is volgens het overeentersluitprincipe, met het kenmerk, dat de deur een zwenkzwaaischuifdeur is waarbij de draagmiddelen voor het dragen van de deurvleugels gescheiden zijn van de middelen voor het volgens het zwenkzwaaideurprincipe in de deuropening trekken respectievelijk uit de deuropening verwijderen van de deurvleugels, en de deur 15 door de draagmiddelen vrij van de voertuigwand gedragen is.

2. Deurconstructie volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de draagmiddelen een teleskoopgeleidingsorgaan omvatten waaraan de deurvleugels verrolbaar opgehangen zijn en door middel waarvan de deurvleugels in de zin van een schuifdeur verplaatsbaar zijn, welk teles-20 koopgeleidingsorgaan tegelijk met de deurvleugels bij het volgens het zwenkzwaaideurprincipe in de deuropening trekken respectievelijk uit de deuropening verwijderen daarvan in dezelfde zin als de deurvleugels in hoofdzaak haaks op de deuropening langs een met het deuraandrijffreem verbonden, in hoofdzaak horizontale as verplaatsbaar is.

3. Deurconstructie volgens conclusies 1-2, waarbij de midde len voor het volgens het zwenkzwaaideurprincipe in de deuropening trekken respectievelijk uit de deuropening verwijderen van de deurvleugels gevormd is uit een samenstel, omvattende een met het aandrijforgaan verbonden en met behulp daarvan in overcenterblokkeerpositie te brengen evenaar, 30 aandrijfstang, aspotarm, een met het aantal deurvleugels overeenkomstig 8201964 -10- * * 4 aantal met het voertuig verhouden verticale roteerbare assen en vast met de verticale assen verbonden bovenste en onderste uithouders, met het kenmerk, dat de bovenste uithouders elk verbonden zijn met het teleskoopgeleidingsorgaan en de onderste uithouders elk voorzien 5 zijn van een rolconstructie, die niet-dragenlverplaatsbaar in een met de corresponderende deurvleugel vast verbonden geleidegoot aangebracht is. k. Deurconstructie volgens conclusies 2-3, met het kenmerk, dat voor de verplaatsbaarheid van de deurvleugels in de 10 zin van een schuifdeur deze deurvleugels verbonden zijn met een aan te drijven keerrollen omvattend eerste eindloze-riemsysteem -waarbij êén van de deurvleugels door middel van een star verbindingsorgaan verbonden is met het ene tussen de keerrollen gelegen riemdeel en de andere deurvleugel door middel van een star verbindingsorgaan met het 15 andere tussen de de keerrollen gelegen riemdeel.

5. Deurconstructie volgens conclusie 3, waarbij het aandrijf- orgaan voor het volgens het zwenkzwaaideurprincipe in de deuropening trekken respectievelijk uit de deuropening verwijderen van de deurvleugels een draaicilinder is, met het kenmerk, dat de draai-20 cilinder tvee roteerbare assen omvat, de ene waarvan via de evenaar verbonden is met het stangenstelsel evenaar, aandrijfstang, aspotarm, verticale roteerbare assen en bovenste en onderste uithouders en de andere as door middel van een tweede eindloze-riemsysteem verbonden is met de aan te drijven keerrol van het eerste eindloze-riemsysteem, 25 waarbij de beide assen behoudens een geringe overlap na elkaar roteerbaar zijn. 8201964