NL1030234C1 - Geluidsabsorberend constructie-element. - Google Patents

Description

Geluidsabsorberend constructie-element

De uitvinding heeft betrekking op een geluidsabsorberend constructie-element met een vullichaam uit licht materiaal en een ten minste aan twee zijden van het vullichaam aange-5 brachte deklaag uit beton, in het bijzonder vezelbeton.

Dergelijke constructie-elementen worden voor het oprichten van geluidsabsorberende wanden gebruikt, waarbij hieronder ook voor geluidsisolerende respectievelijk geluidsabsorberende doeleinden opgerichte scheidingswanden (in en buiten gebouwen) begrepen worden, ook wanneer deze nog andere functies, bijvoorbeeld brandbeveiliging, hebben.

10 Verder heeft de uitvinding betrekking op een geluidsabsorberende wand met dergelijke constructie-elementen.

Een constructie-element van deze soort is uit DE 34 14 291 Al bekend. De bekende constructie-elementen worden in I-dragers opgenomen en zo tot een geluidsabsorberende wand, een zichtafschermingswand en/of steunwand aan elkaar gevoegd. De constructie-15 elementen zijn door een schaal, in het bijzonder uit vezelbeton, gevormd, die is gevuld met een materiaal, dat ten opzichte van vezelbeton een lichter gewicht heeft, in het bijzonder met kunststof is uitgeschuimd. Met het oog op een gering gewicht, goede geluidsisolerende eigenschappen, een drukvaste uitvoering, een eenvoudig transport, een gemakkelijke hantering alsmede een snelle en goedkope vervaardiging bestaat het streven om constructie-elementen 20 van de in het bovenstaande genoemde soort alsmede daarmee vervaardigde geluidsabsorberende wanden verder te verbeteren.

De uitvinding beoogt derhalve een constructie-element zoals in de aanhef vermeld alsmede een met dergelijke constructie-elementen opgebóuwde geluidsabsorberende wand te verschaffen, waarbij een geringe massa, desalniettemin een goede geluidsisolatie respectieve-25 lijk geluidsabsorberende functie en een stabiele structuur mogelijk worden gemaakt.

Hiervoor is het constructie-element volgens de uitvinding van de in de aanhef beschreven soort gekenmerkt, doordat het lichte materiaal door styroporbeton en/of kartonraten is gevormd. Een dergelijke licht materiaal is als gevolg van het bijzonder geringe gewicht daarvan van groot voordeel bij het oprichten van geluidsabsorberende wanden. Het voordeel van 30 het geringe gewicht van de constructie-elementen komt in het bijzonder bij het transporteren en hanteren van de constructie-elementen naar voren. In het geval van styroporbeton kan bijvoorbeeld een reductie van het gewicht tot circa 1/3 van een gebruikelijke massieve beton-vulling worden bereikt. In het geval van styroporbeton wordt een zo gering mogelijk gehalte )1030234- 2 aan cement toegepast, waarbij echter natuurlijk voldoende cement voor de steeds gewenste druksterkte aanwezig is. In het geval van kartonraten als vullichamen is natuurlijk een nog geringer gewicht van het constructie-element mogelijk. Het vullichaam van het constructie-element kan verder ook een combinatie van styroporbeton en kartonraten hebben, waarbij de 5 aandelen van de beide lichte materialen al naargelang de eisen gevarieerd kunnen worden.

De constructie-elementen met de aangegeven lichte materialen zijn verder eenvoudig en goedkoop te vervaardigen. Ook hebben deze een uitstekende geluidsabsorberende werking.

De het vullichaam van het constructie-element steunende deklaag dient ook als bescherming van het bij het constructie-element volgens de uitvinding bijzonder lichte vulli-10 chaam ten opzichte van mechanische en chemische invloeden, in het bijzonder door het weer bepaalde invloeden. Verder kan de deklaag - met een vlakke oppervlakte - worden voorzien van decoraties.

De deklaag kan alleen aan de voor- en achterzijde van het vullichaam zijn aangebracht, maar deze kan ook als mantelvormig omhulsel van het vullichaam of als schaal zijn uitge-15 voerd.

De kartonraten kunnen uit een recyclingmateriaal bestaan en deze kunnen verschillende vormen en groottes hebben. Verder kunnen ook afzonderlijke, aan elkaar bevestigde raatli-chamen als vullichamen worden ingezet; de voorkeur heeft echter een uniform raatdeel als desbetreffend vullichaam.

20 De raten kunnen behandeld zijn om een eenvoudigere verwerking en/of een verbetering van de eigenschappen van het constructie-element tot stand te brengen. Het is bijvoorbeeld van voordeel gebleken, wanneer de kartonraten in kunsthars zijn gedrenkt.

Om het constructie-element op een eenvoudige wijze ten opzichte van drukkrachten, trek- en buigtrekkrachten bijzonder stabiel vorm te geven, kunnen ook wapeningen worden 25 ingebouwd. In deze samenhang is het een voordeel gebleken, wanneer in het vezelbeton van de deklaag een wapening uit metaal en/of kunststof en/of glasvezel en/of koolvezel is aangebracht. In het geval van een wapening uit kunststof is het met betrekking tot het chemische weerstandsvermogen gunstig om polyester, bijvoorbeeld polyestervezels, te gebruiken.

De soort respectievelijk de vorm van de wapening van het vezelbeton van de deklaag 30 kan als zodanig willekeurig zijn gekozen. Daarbij kan het gewenst zijn om een wapening toe te passen, die een zo dun mogelijke deklaag mogelijk maakt. Hier is het van voordeel gebleken, wanneer de wapening door een in het weefselbeton ingebed rooster of net en/of door ingebedde draden of naalden, in het bijzonder verzinkte naalden, is gevormd. Bijvoorbeeld 1030234- 3 kunnen polyestervezels, polyesterroosters of -netten, metaalnaalden, nirostaroosters en dergelijke zijn toegepast.

Het constructie-element volgens de uitvinding kan ook van een (extra) wapening in het vullichaam worden voorzien. Dit kan op van voordeel zijnde wijze zijn gerealiseerd, doordat 5 in het styroporbeton respectievelijk in de kartonraten ten minste een wapeningsinlegdeel is aangebracht. Het ten minste ene wapeningsinlegdeel kan daarbij al naargelang de eis respectievelijk het toepassingsdoel zijn uitgevoerd. Volgens een van voordeel zijnde uitvoeringsvorm kan het ten minste ene wapeningsinlegdeel een rooster of net met op afstanden van elkaar aangebrachte kogel- of rolvormige lichamen omvatten. Op van voordeel zijnde wijze 10 zijn de afstanden van de lichamen regelmatig gekozen, waarbij de afstanden - en zodoende het aantal - van de lichamen al naargelang de vereiste sterkte bepaald kunnen worden. De diameter van de kogel- of rolvormige lichamen kunnen ook al naargelang de dikte van het vullichaam vrij zijn gekozen en verschillende of echter bij voorkeur uniforme diameters hebben. Bij voorkeur hebben de kogel- of rolvormige lichamen een diameter van 20 - 80 mm, 15 in het bijzonder 40 - 60 mm.

Voor het geringe gewicht, waarnaar gestreefd wordt, van het constructie-element volgens de uitvinding is het bij de keuze van het materiaal voor het ten minste wapeningsinlegdeel gunstig, wanneer dit uit kunststof, bijvoorbeeld polyester, bestaat.

Om de geluidsabsorberende werking van het constructie-element aanvullend te verho-20 gen, kan ook op een als zodanig bekende wijze aan een zijde van het constructie-element een voorzetschaal uit geluidsdempend of -absorberend materiaal zijn aangebracht Als zodanig kan elk willekeurig geluidsdempend of -absorberend materiaal voor de voorzetschaal worden toegepast. Met betrekking tot het gewenste geringe gewicht van het constructie-element kan het geluidsdempende of -absorberende materiaal van de voorzetschaal door een licht materi-25 aal zijn gevormd. De voorzetschaal is aan elke zijde van het constructie-element aangebracht, die naar de geluids- respectievelijk lawaaibron is toegekeerd. Een verhoging van de geluidsabsorberende werking van het constructie-element kan verder worden bereikt, wanneer de voorzetschaal is voorzien van profileringen en uitsparingen om de de voorzetschaal rakende geluidsgolven te “absorberen”.

30 De voorzetschaal kan op een eenvoudige wijze vast aan het constructie-element zijn gemonteerd of echter losneembaar zijn aangebracht.

Met behulp van de constructie-elementen volgens de uitvinding kunnen ook direct geluidsabsorberende cassettes worden gevormd. Daarbij is het gunstig om aan een zijde van 1030234- 4 het constructie-element zijdelingse openingen of uitsparingen, zoals bijvoorbeeld sleuven, in de deklaag aan te brengen. In dit geval kan een voorzetschaal komen te vervallen.

De grootte van de constructie-elementen kan al naargelang de behoefte verschillend zijn, maar met het oog op het volgens de uitvinding bereikte geringe gewicht kunnen relatief 5 grote afmetingen worden toegepast. De lengte van een constructie-element kan bijvoorbeeld 2 - 8 m, bij voorkeur 2 - 5 m, en de hoogte van de constructie-element 0,20 - 2 m, bij voorkeur 0,25 - 2 m, bedragen. De dikte van het constructie-element richt zich ook naar de gewenste mate van de reducering van de geluidsenergie. Gebleken is, dat de dikte van het constructie-element 10-30 cm, bij voorkeur 12-25 cm, kan bedragen.

10 Wanneer de constructie-elementen een plaatvormige, in hoofdzaak rechthoekige vorm hebben, kunnen deze niet alleen op een eenvoudige wijze worden gemonteerd, maar ook plaatsbesparend worden gestapeld en getransporteerd en eenvoudig worden gehanteerd.

Het constructie-element volgens de uitvinding kan ook als onderste afsluitsokkel voor een geluidsabsorberende wand zijn uitgevoerd. In dit geval is de basis van het constructie-15 element op een gunstige wijze verbreed uitgevoerd.

De uitvinding voorziet er ook in om een geluidsabsorberende wand uit de constructie-elementen volgens de uitvinding op te bouwen, waarbij het verder gunstig is, wanneer de constructie-elementen naast elkaar en/of boven elkaar zijn aangebracht, waarbij deze door verticale I-dragers vastgehouden kunnen worden.

20 De uitvinding wordt in het onderstaande aan de hand van voorkeursuitvoeringsvoor-beelden, waartoe deze echter niet beperkt dient te zijn, en onder verwijzing naar de tekening nog verder toegelicht. Daarbij tonen in detail: figuur 1 schematisch een constructie-element volgens de uitvinding voor een 25 geluidsabsorberende wand in een afbeelding in perspectief; figuur 2 een soortgelijke afbeelding van een andere uitvoeringsvorm van het constructie-element volgens de uitvinding; figuren 3 A en 3B ten opzichte van elkaar onder een rechte hoek staande fragmenten van een constructie-element met een kartonraat-vul lichaam; 30 figuur 4 een schematische afbeelding van een constructie-element met een wapeningsinlegdeel; figuren 5A en 5B doorsnedeafbeeldingen van constructie-elementen volgens de uitvinding met een voorzetschaal; &P30234- 5 figuur 6 een door middel van de constructie-elementen volgens de uitvinding gevormde geluidsabsorberende wand en figuren 7 en 8 een schematische verticale doorsnede respectievelijk een horizontale doorsnede door een dergelijke geluidsabsorberende wand, waarbij 5 ook voorzetschalen aan de constructie-elementen zijn verduidelijkt.

In figuur 1 is een constructie-element 1 met een vullichaam 2 uit licht materiaal getoond, dat aan beide brede zijden, de voorzijde en de achterzijde van het constructie-element 1, van een relatief dunne deklaag 3 uit beton, in het bijzonder vezelbeton, is voorzien. Het 10 vullichaam 2 bestaat bij dit voorbeeld uit styroporbeton. De deklaag 3 is direct aan het vullichaam 2 uit styroporbeton aangebracht om een voegvormig te vermijden. Voegen zouden in zoverre nadelig zijn, dat door weersinvloeden bepaalde vochtigheid naar binnen zou kunnen dringen, waardoor met name het vullichaam 2 uit styroporbeton nadelig beïnvloed zou kunnen worden. De deklagen 3 aan de voor- en achterzijde van het constructie-element 1 hebben een 15 uniforme dikte. Ook kan echter de deklaag 3 aan een zijde van het constructie-element 1 dikker dan aan de andere zijde zijn uitgevoerd.

Figuur 2 toont een gemodificeerde uitvoeringsvorm van het constructie-element 1, waarbij het vullichaam 2 uit styroporbeton van een in de omtrekrichting in hoofdzaak gesloten omhulsel of schaal 13 als deklaag 3 is voorzien. Dit heeft het voordeel, dat op een eenvoudige 20 wijze eventuele toch aanwezige voegen van de buitenzijde niet toegankelijk zijn, zodat geen vochtigheid naar binnen kan dringen.

Als vullichaam 2 is ook, behalve het vermelde styroporbetonlichaam, een kartonraatli-chaam denkbaar. De kartonraten kunnen ook aanvullend in kunsthars zijn gedrenkt.

In de figuren 3A en 3B zijn ten opzichte van elkaar onder een rechte hoek staande 25 fragmenten van een constructie-element 1 met schaal 13 schematisch afgebeeld, waarvan het vullichaam 2 door kartonraten 2’ is gevormd. De kartonraten 2’ zijn in figuur 3A in de dwarsdoorsnede getoond; uit de figuur 3B zijn de kartonraten 2’ in de langsdoorsnede zichtbaar. De raatelementen van de kartonraten worden in de grootte, het aantal, de wijze van aanbrengen en ook de vorm daarvan overeenkomend met de gewenst eigenschappen gekozen en deze kunnen 30 als zodanig ook onderling worden gevarieerd.

Uit figuur 4 is schematisch een constructie-element 1 - zonder deklaag - getoond, dat in het vullichaam 2 daarvan een wapeningsinlegdeel 4 met kogel- en rolvormige lichamen 6 aan een net of rooster 5 omvat. Het vullichaam 2 is wederom door styroporbeton gevormd, 103 0234- 6 waarin het wapeningsinlegdeel 4 is ingebed. Het wapeningsinlegdeel 4 kan uit verschillende materialen bestaan, waarbij kunststof, bijvoorbeeld polyester, de voorkeur heeft.

Met als doel een eenvoudige verduidelijking is het constructie-element 1 volgens figuur 4 met twee verschillende uitvoeringen van het wapeningsinlegdeel 4 in het vullichaam 2 5 getoond. In het bovenste deel van het constructie-element 1 is het wapeningsinlegdeel 4 met kogelvormige lichamen 6’ getoond, terwijl in het onderste deel van het constructie-element 1 rolvormige lichamen 6” zijn getoond, die langs de langsas daarvan de roosterstaven volgen. De afstanden tussen de afzonderlijke lichamen 6 kunnen regelmatig of onregelmatig zijn. Ook het aantal en de verdeling van de lichamen 6 in het rooster respectievelijk net kan verschillend 10 zijn. Niet alle staven van het rooster of het net 5 hoeven bijvoorbeeld noodzakelijkerwijs voorzien te zijn van lichamen 6 maar ook kunnen slechts enkele (weinig) staven van het rooster of net 5 dergelijke lichamen 6 omvatten. De diameter van de lichamen 6 kan eveneens binnen een wapeningsinlegdeel 4 variëren. Op van voordeel zijnde wijze wordt het rooster respectievelijk net echter van uniform gelijk gedimensioneerde lichamen 6 voorzien.

15 Figuren 5A en 5B tonen een dwarsdoorsnede van een constructie-element 1 met een daaraan aangebracht absorbeerdeel respectievelijk voorzetschaaldeel 7, bijvoorbeeld uit hout, houtbeton, aluminium of dergelijke in de schematische afbeelding. Het absorbeerdeel 7 volgens figuur 5A heeft ongeveer dezelfde dikte als het constructie-element 1 zelf. De buitenzijde daarvan heeft een grof geribde respectievelijk gegolfde oppervlakte, die de geluidsabsorptie 20 gunstig beïnvloedt. De voorzetschaal 7 is in dit uitvoeringsvoorbeeld met het eigenlijke constructie-element 1 door gieten of lijmen verbonden. Het vullichaam 2 omvat twee deklagen 3’, 3”. De ene deklaag 3’ bedekt alleen die zijde van het vullichaam 2 waaraan ook de voorzetschaal 7 is aangebracht. De tweede deklaag 3” heeft in hoofdzaak een C-vorm en deze omgeeft de resterende zijden van het vullichaam 2. Daarbij steekt de deklaag 3” tot voorbij de 25 deklaag 3’ uit en bedekt de voorzetschaal 7 gedeeltelijk. Wanneer de voorzetschaal 7 achteraf aan de deklaag 3’ wordt aangebracht, kan deze op een eenvoudige wijze in de ruimte tussen het bovenste en onderste uitstekende deel van de deklaag 3” naar binnen worden geschoven en bijvoorbeeld door vastlijmen worden verbonden.

Het vullichaam 2 van de figuur 5A heeft twee wapeningsinlegdelen 4’ en 4”, een dicht 30 bij de voorzijde van het constructie-element 1 en het andere dicht bij de achterzijde van het constructie-element 1. De wapeningsinlegdelen 4’ en 4” kunnen in hoofdzaak lijken op dat inlegdeel 4, dat in figuur 4 in detail is afgebeeld, waarbij natuurlijk wijzigingen en modificaties denkbaar zijn.

1030234- 7

De voorzetschaal 7 volgens figuur 5B heeft een geringere diepte (dikte) dan het con-structie-element 1 en deze is met behulp van bevestigingselementen 8, zoals bijvoorbeeld schroefankers, pennen of dergelijke, vast verbonden met het constructie-element 1. In plaats van de bevestigingselementen 8 kunnen ook houders en/of rails zijn toegepast om de voorzet-5 schaal 7 aan het constructie-element 1 op te hangen en door naar binnen schuiven in rails aan te brengen. Ongeacht welke soort van de bevestiging van de voorzetschaal 7 aan het constructie-element 1 wordt gekozen, dient de tussenruimte respectievelijk de voeg tussen de beide constructiedelen 1 en 7 zo gering mogelijk te worden gehouden om een naar binnen dringen van vochtigheid te verhinderen.

10 In figuur 6, 7 en 8 is een geluidsabsorberende wand 10 zichtbaar, die met de beschreven constructie-elementen 1 is uitgevoerd, waarbij in de dwarsdoorsnede I-vormige dragers als staanders 11 zijn toegepast, die steeds tussen twee flenzen 12 (zie figuur 8) de daarin naar binnen geschoven plaatvormige constructie-elementen 1 opnemen. Aan de constructie-elementen 1 zijn aan de voorzijde - volgens figuur 7 en 8 - ook voorzetschalen 7 aangebracht. 15 Daarbij is de voorzetschaal 7 als gevolg van de flenzen 12 korter uitgevoerd dan het constructie-element 1 (zie figuur 8).

Hoewel de uitvinding in het bovenstaande aan de hand van bijzondere voorkeursuitvoe-ringsvoorbeelden werd toegelicht, zijn natuurlijk verdere wijzigingen en modificaties mogelijk. Zo is het in het bijzonder denkbaar, dat de constructie-elementen 1 zelf aan het voorvlak 20 daarvan dienovereenkomstige openingen of uitsparingen omvatten om zo de geluidsabsorptie te verbeteren. In figuur 6 is bij het constructie-element 1 in een zone een dergelijke wijze van aanbrengen van sleufvormige openingen 14 bij wijze van voorbeeld getoond.

Als wapeningsinlegdelen in het vullichaam 2 kunnen behalve het in figuur 4 getoonde inlegdeel natuurlijk ook anders gevormde inlegdelen zijn toegepast, zoals bijvoorbeeld een-25 voudige tralies, weefselachtige structuren of eenvoudige lineaire elementen. Om redenen van een zo gering mogelijke massa heeft voor het wapeningsinlegdeel 4 een licht materiaal, in het bijzonder kunststof, zoals bijvoorbeeld polyester, de voorkeur.

Om ook de deklagen 3 met een hoge sterkte uit te voeren, worden ook deze deklagen 3 bij voorkeur voorzien van een wapening; deze wapening kan bijvoorbeeld uit vezels of roos-30 ters, zoals polyestervezels, polyesterroosters, koolvezels, glasvezels, roestvast stalen roosters (nirosta), maar ook uit verzinkte metalen naalden, in het bijzonder uit staal, bestaan, waarbij deze wapeningselementen bij de vervaardiging in het beton worden gemengd.

De onderhavige constructie-elementen 1 kunnen in vergelijking met gebruikelijke 1030234- δ constructie-elementen als gevolg van de geringe massa relatief groot zijn, bijvoorbeeld met lengtes van 2 - 8 m en hoogtes van 0,25 - 2 m worden vervaardigd. De dikte van de constructie-elementen 1 bedraagt in het bijzonder 12 - 25 cm.

De deklagen 3 waarborgen niet alleen de gewenste sterkte, in het bijzonder druksterkte, 5 van de constructie-elementen 1, bovendien vormen deze een weers- en vorstbestendig omhulsel, vooral op de in de ingebouwde toestand loodrechte voorvlakken en deze beschermen zo de styroporbetonoppervlakte ten opzichte van chemische en mechanische inwerkingen, waarbij juist styropor als zodanig ten opzichte van dergelijke inwerkingen gevoelig zou zijn. Door de wapeningen kan de desbetreffende deklaag 3 en zodoende de totale dikte van het construc-10 tiedeel zeer dun worden gevormd. Als gevolg van het bereikte geringe gewicht worden hoge laadhoeveelheden bij het transport mogelijk gemaakt en kunnen ook bij de montage lichte werktoestellen worden ingezet. Bij gebruikelijke dimensies van de constructie-elementen 1 kan zelfs een montage met de hand plaatsvinden. Dit is in het bijzonder in het geval van brugobjecten van bijzonder belang.

15 Ü030234-

Claims (18)

1. Geluidsabsorberend constructie-element (1) met een vullichaam (2) uit licht materiaal en een ten minste aan twee zijden van het vullichaam aangebrachte deklaag (3, 3’, 3”) uit 5 beton, in het bijzonder vezelbeton, met het kenmerk, dat het lichte materiaal door styropor-beton en/of kartonraten (2’) is gevormd.

2. Constructie-element volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de kartonraten (2’) in kunsthars gedrenkte kartonraten zijn. 10

3. Constructie-element volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat in het vezelbeton een wapening, bij voorkeur uit metaal en/of kunststof en/of glasvezel en/of koolvezel, is aangebracht.

4. Constructie-element volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat de wapening uit polyester, bijvoorbeeld polyestervezels is gevormd.

5. Constructie-element volgens een van de conclusies 1-4 met het kenmerk, dat de wapening door een in het vezelbeton ingebed rooster of net en/of door ingebedde draden of 20 naalden, in het bijzonder verzinkte naalden, is gevormd.

6. Constructie-element volgens een van de conclusies 1-5 met het kenmerk, dat in het styroporbeton respectievelijk in de kartonraten ten minste een wapeningsinlegdeel (4, 4’, 4”) is aangebracht. 25

7. Constructie-element volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat het wapeningsinlegdeel (4) een rooster of net (5) met op afstanden van elkaar aangebrachte, bijvoorbeeld kogel- of rolvormige, lichamen (6) omvat.

8. Constructie-element volgens conclusie 7 met het kenmerk, dat de kogel- of rolvormige lichamen (6) een diameter van 20 - 80 mm, bij voorkeur 40 - 60 mm, hebben. 1030234-

9. Constructie-element volgens een van de conclusies 6-8 met het kenmerk, dat het wapeningsinlegdeel (4) uit kunststof, bijvoorbeeld polyester, bestaat.

10. Constructie-element volgens een van de conclusies 1 - 9 met het kenmerk, dat aan een 5 zijde een geluidsdempende of-absorberende voorzetschaal (7) is aangebracht.

11. Constructie-element volgens een van de conclusies 1 — 10 met het kenmerk, dat aan een zijde voor de vorming van een geluidsabsorberende cassette openingen of uitsparingen in de deklaag (3) zijn toegepast.

12. Constructie-element volgens een van de conclusies 1-11 met het kenmerk, dat de lengte van het constructie-element (1) 2 - 8 m, bij voorkeur 2 - 5 m, bedraagt.

13. Constructie-element volgens een van de conclusies 1-12 met het kenmerk, dat de 15 hoogte van het constructie-element (1) 0,20 - 2 m, bij voorkeur 0,25 - 2 m, bedraagt.

14. Constructie-element volgens een van de conclusies 1-13 met het kenmerk, dat de dikte van het constructie-element (1)10 — 30 cm, bij voorkeur 12 - 25 cm, bedraagt.

15. Constructie-element volgens een van de conclusies 1-14 gekenmerkt door een plaatvormige uitvoering.

16. Constructie-element volgens een van de conclusies 1-14 met het kenmerk, dat het constructie-element (1) als onderste afsluitsokkel voor een geluidsabsorberende wand (10) is 25 uitgevoerd.

17. Geluidsabsorberende wand (10) uit constructie-elementen volgens een van de conclusies 1-16.

18. Geluidsabsorberende wand volgens conclusie 17 met het kenmerk, dat de constructie-elementen (10) naast elkaar en/of boven elkaar zijn aangebracht en door verticale I-dragers (11) zijn vastgehouden. 1030234-