NL1029225C2 - Scherminrichting. - Google Patents

Description

t

SCHERMINRICHTING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een scherminrichting, in het bijzonder een regen- of zonnescherm, 5 omvattende een staf, een nabij een eind van de staf daarmee verbonden scherm van flexibel materiaal, met langs de staf verplaatsbare bedieningsmiddelen voor het in- of uitklappen van het scherm en middelen voor het spannen van het scherm, welke schermspanmiddelen een stel eerste spanorganen en een 10 stel tweede spanorganen omvatten, waarbij de eerste spanorganen elk met één eerste uiteinde schamierbaar verbonden zijn met de staf en zich van daar langs het scherm uitstrekken tot nabij de omtrek daarvan, en waarbij de tweede spanorganen elk met een eerste uiteinde schamierbaar 15 verbonden zijn met de bedieningsmiddelen en met een tweede uiteinde verbonden zijn met een overeenkomstig eerste spanorgaan, waarbij de verbinding tussen de eerste en tweede spanorganen dichter bij de omtrek van het scherm dan bij de staf aangebracht is, en zich bij voorkeur in hoofdzaak nabij 20 de omtrek van het scherm bevindt.

Scherminrichtingen zoals paraplu's of parasols zijn algemeen bekend. De paraplu is zeer oud en is geëvolueerd van zonnebescherming voor de welgestelden tot een regenbescherming, welke op een regenachtige dag niet meer weg 25 te denken is uit ons straatbeeld.

De huidige paraplu's zijn kwetsbaar en niet windbestendig, in het bijzonder bij een windkracht groter dan vier Beaufort. Zelfs de zogenaamde 'windbestendige' paraplu's zijn bij harde wind zeer oncomfortabel. Regen komt regelmatig 30 voor in combinatie met wind, waardoor er behoefte bestaat naar een paraplu welke ook bij harde wind, dat wil zeggen ook bij een windkracht groter dan vier Beaufort, nog steeds comfortabel is en bovendien dermate robuust is dat deze niet ! 1029225 * 2 bezwijkt. Veel voorkomende schade bij bestaande paraplu's, vindt plaats op of rond de scharnierpunten die aangebracht zijn op de baleinen. Daarnaast vormen de puntvormige uitsteeksels van de paraplu vaak een gevaar voor omstanders, 5 temeer daar deze uitsteeksels zich vaak op ooghoogte bevinden.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding om een scherminrichting van de in de inleiding genoemde soort voor te stellen, waarbij de genoemde problemen vermeden zijn en 10 tevens aanvullende voordelen verschaft worden.

Dit doel wordt volgens een eerste aspect van de uitvinding bij een scherminrichting van het hiervoor beschreven type bereikt, doordat de eerste en tweede spanorganen vanaf hun onderlinge verbinding over enige 15 afstand in hoofdzaak evenwijdig uitstrekken en daarbij een contactvlak bepalen.

De scherminrichting volgens de onderhavige uitvinding vormt een robuuste paraplu, doordat een alternatief voor de kwetsbare scharnierpunten, die bij huidige paraplu's vaak aan 20 de baleinen bevestigd zijn, wordt verschaft. Het opvangen van de krachten gebeurt via de afwikkeling van contactvlakken van de baleinen.

Conventionele paraplu's zijn, ten gevolge van hun over het algemeen cirkelvormige en daardoor slechte 25 aërodynamische vorm, vaak erg instabiel wanneer ze worden blootgesteld aan weerscondities met wind. Door de stabiliteit te verbeteren, wordt volgens een tweede aspect van de uitvinding een scherminrichting voorgesteld, waarbij het scherm een asymmetrische vorm vertoont, de staf excentrisch 30 met het scherm verbonden is, en de spanorganen verschillende lengten vertonen. De scherminrichting volgens de onderhavige uitvinding heeft, doordat het scherm een asymmetrische vorm vertoont, een verbeterde aërodynamica die ervoor zorgt dat de » 3 ! scherminrichting, wanneer deze wordt blootgesteld aan windvlagen, een stabiele stand zal trachten in te nemen. Als gevolg hiervan zal de weerstand voelbaar afnemen en zal de paraplu volgens de onderhavige uitvinding comfortabeler te 5 hanteren zijn in weerscondities met wind. Bovendien zal de scherminrichting door dit zichzelf instellende evenwicht minder snel overbelast raken, wat de duurzaamheid ten goede komt.

Een kwetsbaar punt van bekende paraplu's is de 10 scharnierverbinding tussen de baleinen en het in- en uitklapmechanisme. Derhalve verschaft de uitvinding volgens een derde aspect een scherminrichting, waarbij de scharnierbare verbinding tussen de bedieningsmiddelen en elk van de tweede spanorganen een in hoofdzaak flexibel 15 scharnierelement omvat, dat enerzijds verbonden is met het eerste uiteinde van het tweede spanorgaan en anderzijds verbonden is met de verplaatsbare bedieningsmiddelen.

Voorkeursuitvoeringen van de scherminrichting volgens de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies.

20 Tenslotte betreft de uitvinding nog schermspanmiddelen en een scharnierverbinding voor gebruik in een scherminrichting als hier beschreven.

In de navolgende beschrijving wordt een uitvoeringsvoorbeeld aan de hand van de tekening verder 25 verklaard, waarin tonen:

Fig. 1: een perspectivisch aanzicht van de scherminrichting volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding ,-

Fig. 2: een zijaanzicht van de in fig. 1 getoonde 30 scherminrichting;

Fig. 3: een bovenaanzicht van de in fig. 1 getoonde scherminrichting; 4

Fig. 4: een perspectivisch onderaanzicht van de spanmiddelen van de in fig. 1 getoonde scherminrichting in uitgeklapte toestand;

Fig. 5: een zijaanzicht van de bedieningsmiddelen van 5 de in fig. 1 getoonde scherminrichting;

Fig. 6: een gedetailleerd zijaanzicht van het handvat in een eerste ingeklapte stand van de in fig. 1 getoonde scherminrichting;

Fig. 7: een gedetailleerd zijaanzicht van het handvat 10 in een tweede uitgeklapte stand van de in fig. 1 getoonde scherminrichting;

Fig. 8: een perspectivisch aanzicht van de bedieningsmiddelen, waarbij één tweede spanorgaan aangebracht is; 15 Fig. 9: een perspectivisch aanzicht van de bevestigingsmiddelen aan het tegenover het handvat gelegen einde van de staf; en

Fig. 10: een perspectivisch aanzicht van een spanorgaan met afdekkap.

20 De voorkeursuitvoeringsvorm zoals getoond in de figuren 1 t/m 10 omvat een scherminrichting 1 (paraplu of parasol), een staf 2 met bedieningsmiddelen 4 voor het in- of uitklappen van het scherm 3, waarbij het scherm met behulp van schermspanmiddelen 5, welke eerste spanorganen 5a en 25 tweede spanorganen 5b omvatten, in de uitgeklapte toestand opgespannen wordt. Het scherm 3, dat gebruikt kan worden om de gebruiker af te schermen voor weersinvloeden zoals regen of zon, bestaat uit een flexibel en bij voorkeur duurzaam en waterafstotend materiaal, zoals bijvoorbeeld polyester doek.

30 De eerste 5a en tweede spanorganen 5b of baleinen zijn met elkaar verbonden in de nabijheid of zelfs ter plaatse van de omtreksrand van het scherm 3. Zo wordt voorkomen dat het buitendeel van het scherm 3 kan omklappen i 5 wanneer de wind daaronder slaat, zoals bij conventionele scherminrichtingen vaak het geval is. De spanorganen 5a en 5b strekken zich vanaf hun onderlinge verbinding, bijvoorbeeld een lijmverbinding, over enige afstand in hoofdzaak 5 evenwijdig uit, waarbij ze een contactvlak hebben dat krachten, die bijvoorbeeld ontstaan wanneer de paraplu blootgesteld wordt aan windstoten, kan opvangen. De scherminrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding verschaft een robuuste paraplu doordat een alternatief, 10 gebaseerd op contactvlakken, voor de kwetsbare scharnierpunten die bij huidige paraplu's vaak aan de baleinen bevestigd zijn, wordt toegepast. Wanneer de paraplu belast wordt ten gevolge van de windkracht, zullen de baleinen (de eerste 5a en tweede spanorganen 5b) zich over 15 dit contactvlak afwikkelen en zo de kracht opvangen en verdelen over dit contactoppervlak. Door dit afwikkelen worden piekbelastingen, zoals deze optreden in conventionele baleinconstructies met scharnieren, voorkomen.

Slechts ter toelichting wordt opgemerkt dat de eerste 20 en tweede spanorganen 5a, 5b, een zodanige vorm hebben dat een afwikkeling waarbij het contactvlak behouden blijft gegarandeerd is. Hierdoor zullen de spanorganen bij belasting niet langs elkaar schieten en daarbij het scherm belasten en mogelijk beschadigen. In de in de figuren 1 en 4 getoonde 25 uitvoeringsvorm zijn de spanorganen als platte strips uitgevoerd. Een vakman zal eenvoudig tot andere vormen van de profielen van de spanorganen komen, waarbij bij voorkeur de tweede spanorganen 5b vormgesloten in de eerste spanorganen worden opgenomen. Mogelijke profielen zijn bijvoorbeeld een 30 U-profiel, een V-profiel, etc.

De bedieningsmiddelen 4 (fig. 5) zijn verplaatsbaar en hebben bij voorkeur de gedaante van een holle koker, die de staf 2 voor een belangrijk deel van zijn lengte omsluit en i 6 daar langs verschuifbaar is. Deze holle koker neemt, wanneer het scherm 3 ingeklapt is, een bovenste, dicht bij de verbinding van het scherm 3 met de staf 2 gelegen stand in, en is van daar langs de staf 2 naar beneden beweegbaar om het 5 scherm 3 uit te klappen. De bedieningsmiddelen 4 zijn bij voorkeur vervaardigd uit een UV bestendig, stijf, spuitgietbaar en verlijmbaar materiaal, zoals bijvoorbeeld POM. De bedieningsmiddelen 4 omvatten aan de zijde waar de spanorganen 5b bevestigd worden een zogenaamde runner 10, 10 welke in detail getoond wordt in fig. 8.

De scharnierbare verbinding tussen de bedieningsmiddelen 4 en elk van de tweede spanorganen 5b omvat een in hoofdzaak flexibel scharnierelement 7, dat enerzijds verbonden is met het eerste uiteinde van het tweede 15 spanorgaan 5b en anderzijds verbonden is met de verplaatsbare bedieningsmiddelen 4 (fig. 8). Bij voorkeur is het scharnierelement 7 uitgevoerd van vezels van een flexibel en duurzaam materiaal, zoals bijvoorbeeld aramide of Dyneema®. Het scharnierelement 7 is verder bij voorkeur vervaardigd van 20 in de gedaante van een kous gevlochten vezels of vezelbanden, waarbij van deze kous één einde om het eerste uiteinde van het tweede spanorgaan 5b aangebracht is, en door lijmen of krimpen daaraan bevestigd is (fig. 8). Het andere uiteinde van het kousvormig scharnierelement is door inklemming 25 bevestigd aan de verplaatsbare bedieningsmiddelen 4.

Het handvat omvat twee delen, waarvan het eerste deel 8a aangebracht is aan de staf 2, en het tweede deel 8b aangebracht is aan de bedieningsmiddelen 4. In de ingeklapte stand van het scherm 3, zijn deze twee afzonderlijke delen 30 van het handvat 8 van elkaar verwijderd (fig. 6), en kan de paraplu gedragen worden aan het bij voorkeur knopvormige deel dat is aangebracht aan de staf 2. Wanneer de twee afzonderlijke delen van het handvat naar elkaar toe geschoven 7 worden, zodat ze in hoofdzaak één geheel gaan vormen (fig.

7), zal de paraplu uitgeklapt worden, dat wil zeggen, zal het scherm 3 naar een uitgevouwen stand bewogen worden. Wanneer de paraplu in deze uiterste stand is, verschaft een 5 vergrendelingsorgaan 9 in de vorm van een knopje dat voorgespannen is middels een gebogen metalen strip, een vergrendeling die ervoor zorgt dat de paraplu in deze uitgeklapte stand vergrendeld blijft (fig. 7). Door het indrukken van dit vergrendelingsorgaan 9 kan de vergrendeling 10 opgeheven worden, en kan de paraplu weer ingeklapt worden door de twee handvatdelen 8a en 8b uit elkaar te bewegen.

Aan het tegenover het handvat gelegen uiteinde van de staf 2 zijn bevestigingsmiddelen 11 aangebracht, welke een kap 12, een positioneerring 13 en een deksel 14 omvatten 15 (fig. 9).

Wanneer het scherm 3 zich in uitgeklapte toestand bevindt, strekken de spanmiddelen 5, bestaande uit eerste 5a en tweede spanorganen 5b, zich in hoofdzaak radiaal uit vanaf de staf 2. In deze uitgeklapte stand staan ten minste de 20 tweede spanorganen 5b onder voorspanning (fig. 4). Bij voorkeur zijn ten minste de tweede spanorganen 5b van een met vezels versterkte kunststof vervaardigd, en idealiter worden alle spanorganen van een met vezels versterkte kunststof vervaardigd.

25 In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm vertoont het scherm 3 een asymmetrische vorm en is de staf 2 excentrisch met het scherm 3 verbonden (fig. 1-3). De spanorganen 5a en 5b zullen verschillende lengten hebben, overeenkomstig de asymmetrische vorm (fig. 3), die in een zijaanzicht in 30 hoofdzaak overeenkomt met een vleugelprofiel (fig. 2) en in een bovenaanzicht in hoofdzaak ei-vormig is (fig. 3). Doordat het scherm 3 een asymmetrische vorm vertoont, heeft de scherminrichting 1 een verbeterde aërodynamica die ervoor δ zorgt dat de deze, wanneer deze wordt blootgesteld aan windvlagen, een stabiele stand inneemt. Als gevolg hiervan zal de weerstand voelbaar afnemen en zal de paraplu volgens de onderhavige uitvinding comfortabeler te hanteren zijn 5 onder weerscondities met wind. Bovendien zal de scherminrichting door dit zichzelf instellende evenwicht minder snel overbelast raken, wat de duurzaamheid ten goede komt.

De asymmetrische vorm van het scherm 3 verschaft de 10 gebruiker tevens de mogelijkheid om de staf 2 van paraplu bij weinig wind naast zich te dragen, en toch het scherm 3 boven het lichaam te houden.

Bij voorkeur wordt de scherminrichting uitgevoerd met beschermingsmiddelen 6 voor het afschermen van de nabij de 15 omtrek van het scherm 3 gelegen uiteinden van de spanorganen 5a en 5b, welke beschermingsmiddelen 6 voor elk uiteinde bijvoorbeeld een afdekkap omvatten. In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt deze afdekkap scharnierbaar rond een as C-C, zoals getoond in fig. 10, aangebracht aan 20 het tegenover de staf 2 gelegen uiteinde van één van de spanorganen 5a of 5b, waardoor deze afdekkap tevens naar een ingeklapte stand gescharnierd kan worden (fig. 10). In de | ingeklapte stand van de beschermingsmiddelen 6 kan tevens het scherm 3 ingeklemd worden. In ingeklapte stand van de 25 afdekkap verschaft deze een afgerond oppervlak aan de schermomtrek, welke in hoofdzaak geen uitstekende delen omvat en derhalve een gereduceerd risico op het verwonden van omstanders heeft, wanneer het scherm 3 zich in uitgeklapte toestand bevindt.

30 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm (hier niet getoond) kunnen de staf 2 en de spanorganen 5a en 5b gedeeld uitgevoerd zijn, waarbij de afmetingen van de delen van de staf 2 en de spanorganen 5a en 5b in hoofdzaak overeenkomen, 9 i en de staf 2 beweegbaar is tussen een gebruiksklare toestand en een opbergstand waarin de afmetingen van de scherminrichting 1 aanzienlijk kleiner zijn dan in de gebruiksklare toestand. Zo kan de scherminrichting volgens de 5 uitvinding zeer compact worden opgeborgen, waardoor deze in een tas of jaszak weggeborgen kan worden.

De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn, hoewel ze voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding tonen, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te illustreren en 10 niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken. De verschillende nieuwe aspecten van de scherminrichting volgens de uitvinding kunnen, met behoud van de daarmee samenhangende voordelen, ook in andere combinaties en eventueel zelfs in overigens conventionele 15 scherminrichtingen worden toegepast. Zo zou bijvoorbeeld de beschreven en getoonde scharnierverbinding ook voor andere toepassingen dan zonne- of regenschermen gebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld als verbinding tussen de giek en de mast van een zeilboot of surfplank. De omvang van de uitvinding 20 wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.

| | 1029225

Claims (17)

1. Scherminrichting, in het bijzonder regen- of zonnescherm, omvattende: 5. een staf; - een nabij een eind van de staf daarmee verbonden scherm van flexibel materiaal; - langs de staf verplaatsbare bedieningsmiddelen voor het in- of uitklappen van het scherm; en 10. middelen voor het spannen van het scherm, welke schermspanmiddelen een stel eerste spanorganen en een stel tweede spanorganen omvatten, waarbij de eerste spanorganen elk met één eerste uiteinde schamierbaar verbonden zijn met de staf en zich van daar langs het scherm uitstrekken tot 15 nabij de omtrek daarvan, en waarbij de tweede spanorganen elk met een eerste uiteinde schamierbaar verbonden zijn met de bedieningsmiddelen en met een tweede uiteinde verbonden zijn met een overeenkomstig eerste spanorgaan waarbij de verbinding tussen de eerste en tweede spanorganen dichter bij 20 de omtrek van het scherm dan bij de staf aangebracht is, en zich bij voorkeur in hoofdzaak nabij de omtrek van het scherm bevindt, met het kenmerk, dat de eerste en tweede spanorganen vanaf hun onderlinge verbinding over enige afstand in hoofdzaak evenwijdig uitstrekken en daarbij een contactvlak 25 bepalen.

2. Scherminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verplaatsbare bedieningsmiddelen de gedaante hebben van een holle koker, die de staf over een belangrijk 30 deel van zijn lengte omsluit en daar langs verschuifbaar is. j

3. Scherminrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de holle koker, wanneer het scherm ingeklapt is, 1 029 22 5 ii i een bovenste, dicht bij de verbinding van het scherm met de staf gelegen stand inneemt, en van daar langs de staf naar beneden beweegbaar is om het scherm uit te klappen.

4. Scherminrichting volgens één of meer der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat in de uitgeklapte toestand van het scherm, waarbij de spanorganen zich in hoofdzaak radiaal uitstrekken vanaf de staf, tenminste de tweede spanorganen onder voorspanning staan. 10

5. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies of volgens de aanhef van conclusie 1, met het kenmerk, dat het scherm een asymmetrische vorm vertoont, de staf excentrisch met het scherm verbonden is, en de 15 spanorganen verschillende lengten vertonen.

6. Scherminrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de asymmetrische vorm van het scherm in zijaanzicht in hoofdzaak overeenkomt met een vleugelprofiel. 20

7. Scherminrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het scherm in bovenaanzicht in hoofdzaak ei-vormig is.

8. Scherminrichting volgens één der conclusies 5-7, met het kenmerk, dat de staf en de spanorganen gedeeld uitgevoerd zijn, waarbij de afmetingen van de delen van de staf en de spanorganen in hoofdzaak overeenkomen, en de staf beweegbaar is tussen een gebruiksklare toestand en een 30 opbergstand waarin de afmetingen van de scherminrichting aanzienlijk kleiner zijn dan in de gebruiksklare toestand.

9. Scherminrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, gekenmerkt door middelen voor het afschermen van de nabij de schermomtrek gelegen uiteinden van de spanorganen, welke beschermingsmiddelen voor elk uiteinde 5 een afdekkapje kunnen omvatten.

10. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de scharnierbare verbinding tussen de bedieningsmiddelen en elk van de tweede spanorganen 10 een in hoofdzaak flexibel scharnierelement omvat, dat enerzijds verbonden is met het eerste uiteinde van het tweede spanorgaan en anderzijds verbonden is met de verplaatsbare bedieningsmiddelen.

11. Scherminrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het scharnierelement vezels van een flexibel en duurzaam materiaal, zoals bijvoorbeeld aramide of Dyneema® omvat.

12. Scherminrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het scharnierelement van vezels of vezelbanden gevlochten is.

13. Scherminrichting volgens één der conclusies 10- 25 12, met het kenmerk, dat het scharnierelement de gedaante heeft van een kous, waarvan één einde om het eerste uiteinde i van het tweede spanorgaan aangebracht is, en door lijmen of krimpen daaraan bevestigd is.

14. Scherminrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het andere einde van het kousvormig scharnierelement door inklemming is bevestigd aan de verplaatsbare bedieningsmiddelen. »

15. Scherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat althans de tweede spanorganen van een met vezels versterkte kunststof zijn vervaardigd. 5

16. Scherminrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat alle spanorganen van een met vezels versterkte kunststof zijn vervaardigd.

17. Scherminrichting volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de verbinding tussen de eerste en tweede spanorganen telkens een lijmverbinding is. 1029225