NL1004026C2 - Schermconstructie. - Google Patents

Schermconstructie. Download PDF

Info

Publication number
NL1004026C2
NL1004026C2 NL1004026A NL1004026A NL1004026C2 NL 1004026 C2 NL1004026 C2 NL 1004026C2 NL 1004026 A NL1004026 A NL 1004026A NL 1004026 A NL1004026 A NL 1004026A NL 1004026 C2 NL1004026 C2 NL 1004026C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rod
rods
screen
construction according
screen construction
Prior art date
Application number
NL1004026A
Other languages
English (en)
Inventor
Aart Johan Willem V D Stigchel
Original Assignee
Werner B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Werner B V filed Critical Werner B V
Priority to NL1004026A priority Critical patent/NL1004026C2/nl
Priority to EP97202803A priority patent/EP0829598A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1004026C2 publication Critical patent/NL1004026C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A45HAND OR TRAVELLING ARTICLES
    • A45BWALKING STICKS; UMBRELLAS; LADIES' OR LIKE FANS
    • A45B19/00Special folding or telescoping of umbrellas
    • A45B19/02Inflatable umbrellas; Umbrellas without ribs
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A45HAND OR TRAVELLING ARTICLES
    • A45BWALKING STICKS; UMBRELLAS; LADIES' OR LIKE FANS
    • A45B23/00Other umbrellas
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H15/00Tents or canopies, in general
    • E04H15/28Umbrella type tents
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H15/00Tents or canopies, in general
    • E04H15/32Parts, components, construction details, accessories, interior equipment, specially adapted for tents, e.g. guy-line equipment, skirts, thresholds
    • E04H15/58Closures; Awnings; Sunshades
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A45HAND OR TRAVELLING ARTICLES
    • A45BWALKING STICKS; UMBRELLAS; LADIES' OR LIKE FANS
    • A45B19/00Special folding or telescoping of umbrellas
    • A45B19/02Inflatable umbrellas; Umbrellas without ribs
    • A45B2019/023Umbrellas with stretchers only
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A45HAND OR TRAVELLING ARTICLES
    • A45BWALKING STICKS; UMBRELLAS; LADIES' OR LIKE FANS
    • A45B23/00Other umbrellas
    • A45B2023/0012Ground supported umbrellas or sunshades on a single post, e.g. resting in or on a surface there below
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A45HAND OR TRAVELLING ARTICLES
    • A45BWALKING STICKS; UMBRELLAS; LADIES' OR LIKE FANS
    • A45B23/00Other umbrellas
    • A45B2023/0093Sunshades or weather protections of other than umbrella type

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Tents Or Canopies (AREA)

Description

Schermconstructie.
De uitvinding heeft betrekking op een schermconstructie met een een doek ondersteunend frame. Dergelijke constructies kunnen de vorm bezitten van een scherm zoals paraplu of parasol, waarbij er sprake zal zijn van een 5 centrale stang, of een tentvorm bezitten, in welk geval er doorgaans sprake zal zijn van meerdere steunpalen op de hoeken van de tent.
Voor dergelijke schermconstructies is het gewenst dat zij na het opzetten goed strak komen te staan. 10 De uitvinding heeft tot doel een schermconstructie te verschaffen, waarmee zulks op gemakkelijke wijze bereikbaar is.
Volgens de uitvinding wordt daartoe in een schermconstructie voorzien, omvattend een doek en een het 15 doek ondersteunend frame, welk frame een eerste stang omvat, alsmede een aantal tweede stangen, die althans nagenoeg alle aan hun ene eind scharnierbaar verbonden zijn met centrale scharnierorganen en vanaf de centrale scharnierorganen in verschillende, in hoofdzaak radiale 20 richtingen reiken en in hoofdzaak dwars op de eerste stang gericht zijn en aan hun andere eind met behulp van een omtreksband met elkaar verbonden zijn waarbij althans één geselecteerde tweede stang zich van de andere tweede stangen onderscheidt doordat een eerste eind daarvan apart 25 verschuifbaar is langs de eerste stang van een stand, 1094026* 2 waarin de geselecteerde tweede stang in hoofdzaak onbelast is door normaalkrachten, naar een spanstand, die dichter bij doch niet voorbij het dode punt of doorklapstand gelegen is, die bijvoorbeeld bepaald wordt door een vlak 5 door de tweede einden van drie van de tweede stangen, in welke spanstand de radiale afstand tussen beide einden van de geselecteerde tweede stang vergroot is, waarbij voorts middelen aanwezig zijn voor het ten opzichte van de eerste stang vastleggen van het eerste eind van de geselecteerde 10 tweede stang in de spanstand.
Bij het opzetten van de schermconstructie volgens de uitvinding kan men eerst de overige tweede stangen in hun eindstand brengen, waarbij zij de omtreksband, die de vorm kan hebben van een lijn of ook geïntegreerd kan 15 zijn in het doek, enige mate spannen althans nabij haar uiteindelijke plaats brengen, waarna het op spanning brengen van de omtreksband gemakkelijk plaats vindt door het langs de eerste stang verschuiven van het aldaar gelegen eind van de in hoofdzaak radiaal van de eerste 20 stang uitstekende geselecteerde tweede stang, welk eind tenslotte wordt vastgelegd in de spanstand. Het uiteindelijk spannen vindt hierbij dus plaats door vergroting van de omtrek van de omtreksband, door het eerste eind van geselecteerde tweede stang op te schuiven in een richting 25 loodrecht op het vlak waarin de omtreksband zich bevindt. De omtreksband mag hierbij nagenoeg rekvrij zijn. De verplaatsing van het eerste eind van de geselecteerde tweede stang langs de eerste stang bij het overbrengen daarvan van de onbelaste stand naar de spanstand is - voor 30 het bereiken van een bepaalde spanning in de omtreksband -(een aantal malen) groter dan de verplaatsing die de tweede stangen zouden moeten ondergaan indien zij alle gezamenlijk naar de spanstand gebracht zouden moeten worden. De verdeling van de tweede stangen in groepen 35 maakt de uiteindelijke spanhandeling lichter uitvoerbaar.
Bij voorkeur is de geselecteerde tweede stang aangebracht voor verdraaiing in een vlak dat de eerste 1004026* 3 stang omvat, tijdens de verplaatsing van het eerste eind van de geselecteerde tweede stang naar de spanstand.
In een eerste ontwikkeling van de schermcon-structie volgens de uitvinding heeft deze het voorkomen 5 van een paraplu of parasol. In dat geval is het eerste eind van de geselecteerde tweede stang scharnierbaar verbonden met de centrale scharnierorganen.
Bij voorkeur strekken zich tussen een eerste eind van de eerste stang en de buitenste einden van de 10 tweede stangen koorden uit. Deze koorden zijn flexibel en bij voorkeur van nagenoeg rekvrij materiaal. De koorden dienen om trekkrachten over te dragen en zijn bij voorkeur gevormd door aparte draden, maar kunnen eventueel gevormd worden door zomen in het doek, indien dat verbonden is met 15 het eerste eind van de eerste stang. De geselecteerde tweede stang, de daarmee verbonden koorde en een gedeelte van de eerste stang vormen aldus een spandriehoek, waarvan een hoekpunt (het eerste eind van de geselecteerde tweede stang) verplaatst wordt om de zijde bepaald door de eerste 20 stang te vergroten, maar tevens een ander hoekpunt (het tweede eind van de genoemde tweede stang) naar buiten gebracht wordt om de omtreksband op spanning te brengen danwel strak te zetten.
Hierbij is het voordelig indien de geselecteerde 25 tweede stang enerzijds en de andere tweede stangen anderzijds respectievelijk verbonden zijn met een of meer aparte centrale scharnierorganen, die bijvoorbeeld naaf-vormig zijn en die onafhankelijk van elkaar langs de eerste stang verschuifbaar zijn en daarop vast te leggen 30 zijn. De gebruiker kan eenvoudig de eerste naaf of eerste naven aangrijpen om daarmee de overige tweede stangen naar hun eindstand te brengen, en daarna de geselecteerde tweede naaf aangrijpen om deze naar de spanstand te brengen. Het is daarbij mogelijk om de geselecteerde tweede 35 naaf indirect op de eerste stang vast te leggen, namelijk via de eerste naaf. De eerste en tweede naaf kunnen alternatief ten opzichte van elkaar vastgelegd zijn middels een 1004026« 4 spankoord of middels geschikte klikverbindingen.
De tweede naaf kan voorzien zijn van meerdere geselecteerde tweede stangen, zodat bijvoorbeeld twee of drie tweede stangen na de overige tweede stangen naar de 5 spanstand gebracht zullen worden.
Net als bij een parasol kan de eerste stang aan één eind, het ondereind, voorzien zijn van middelen voor ondersteuning op een ondergrond of verbinding met een vaste steun. Het is echter alternatief ook mogelijk de 10 steunfunctie te laten verzorgen door één van de overige tweede stangen, die daartoe extra stijf is uitgevoerd. De eerste stang zal dan kort gehouden kunnen worden. In dat geval kan die ene tweede stang zich voor bevestiging op een steun uitstrekken tot buiten het doek, zodat bijvoor-15 beeld een luifelachtige constructie gevormd wordt.
Bij voorkeur bevinden de centrale scharnierorga-nen zich tussen het eind van de eerste stang dat de koorden ondersteunt en de loodrechte projectie van het tweede eind van de geselecteerde tweede stang op de eerste stang. 20 Volgens een tweede, verdere ontwikkeling van de schermconstructie volgens de uitvinding heeft deze de vorm van een tent, waarbij het tweede eind van de geselecteerde tweede stang scharnierbaar verbonden is met de centrale scharnierorganen.
25 Bij voorkeur zijn daarbij de tweede stangen met hun andere einde verbonden met palen, waartoe de eerste stang behoort. Het opschuiven van het eerste eind van de geselecteerde tweede stang langs die eerste stang vindt in deze schermconstructie plaats aan de buitenzijde van de 30 schermconstructie.
De tweede stangen kunnen in deze schermconstructie twee groepen vormen, die verbonden zijn met een zelfde centraalscharnierorgaan, waarbij de tweede stangen van de eerste groep zich daarvandaan radiaal schuin opwaarts 3 5 uitstrekken naar de palen en de tweede stangen van de tweede groep daarvan zich daarvandaan radiaal schuin neerwaarts uitstrekken naar de palen. In dit geval wordt 10 0 4 i'> 2. G m 5 de genoemde spandriehoek gevormd door een tweede stang van de eerste groep, een tweede stang van de tweede groep (waarbij één van beide stangen de genoemde tweede stang is) en de eerste stang. Uit het oogpunt van bedieningsge-5 mak heeft het daarbij de voorkeur dat de genoemde tweede stang behoort tot de tweede groep.
De uitvinding zal nu toegelicht worden aan de hand van een aantal in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: 10 Figuur 1 een eerste uitvoering van de schermcon- structie volgens de uitvinding, in de vorm van een parasol, in ineengeklapte toestand;
Figuur 2 de parasol van figuur 1 tijdens het uitvouwen en op spanning brengen; 15 Figuur 3 de parasol van figuur 1 in gespannen toestand;
Figuur 4 een alternatieve uitvoering van een als parasol uitgevoerde schermconstructie volgens de uitvinding; 20 Figuur 5 een andere voorbeelduitvoering van de schermconstructie volgens de uitvinding; in de vorm van een tent, in ineengeklapte toestand;
Figuur 5A de opbouw van het centrale scharnier van de tent van figuur 5,- 2 5 Figuur 6 de tent van figuur 5 tijdens het uit klappen en op spanning brengen daarvan;
Figuur 7 de tent van figuur 5 in gespannen toestand; en
Figuren 8A-8D enige toepassingen van alternatie-30 ve uitvoeringen van het scherm volgens de uitvinding.
In figuur 1 is de parasol 1 weergegeven, omvattend een doek (niet weergegeven), en een gestel 101. Het gestel 101 omvat een centrale stijve buis 2, die in een gebruikelijke parasolhouder geplaatst kan worden. Aan het 35 boveneind is de buis 2 voorzien van een topkap 7, waaraan koorden 6 bevestigd zijn. Het gestel 101 omvat voorts een stel knikvaste stangen 3 en een stel knikvaste stangen 4.
1 ü O > - 1 6
De stangen 4 zijn aan hun binnenste, eerste eind middels gebruikelijke scharnieren 12 verbonden met scharnierdeel 11, die één geheel vormen met naaf 13. De stangen 4 zijn aan hun tweede eind, hun buiteneind bevestigd aan een 5 flexibele, nauwelijks rekbare omtreksdraad 5 en aan respectieve koorden 6. De stangen 3 zijn aan hun binnenste, ene eind middels gebruikelijke scharnierverbindingen 9 verbonden met scharnierdeel 8, die één geheel vormt met naaf 10, die voorzien is van een handgreep 19, en aan hun 10 andere, buitenste eind bevestigd aan de genoemde omtreksdraad 5. De naven 10 en 13 zijn verschuifbaar over de buis 2. De knikvaste stangen 3 en 4, die bij voorkeur vervaardigd zijn van fiberglas, zijn tegen verdraaiing in tangen-tiale richting vastgehouden in hun scharnierverbindingen 15 met de respectieve naven.
Het doek 100 is in het midden bevestigd aan de topkap 7 en aan de omtrekszijde aan de flexibele omtreksdraad 5, en daarmee aan de buiteneinden van de stangen 3, 4 .
20 De naaf 10 is voorzien van een handgreep 20 (zie figuur 2) , waarmee naaf 10 naar beneden getrokken kan worden, langs de buis 2. De naaf 10 is voorts voorzien van een klemschroef 16, waarvan de functie hieronder aangegeven wordt.
25 Bij het opzetten van de parasol zal eerst de buis 2 in een daarvoor geschikte houder geplaatst worden. De buis 2 kan aan het ondereind ook voorzien zijn van een scherpe punt, zodat deze op stabiele wijze in een daarvoor geschikte grond vastgehouden kan worden. Daarna grijpt de 3 0 bediener de handgreep 19 aan om de naaf 10 neerwaarts te trekken, ten hoogste tot het dode punt voor de zich naar weerszijde uitstrekkende stangen 3. Een stoprand 17 is hierbij op buis 2 aanwezig om een te ver gaande neerwaartse verschuiving van de naaf 10 - door het dode punt - te 3 5 voorkomen. Met behulp van klemschroef 16 wordt de naaf 10 in positie vastgelegd op de buis 2. De genoemde handeling is moeiteloos uit te voeren door de gebruiker, omdat de 1004026 i 7 omtreksdraad 5 nog niet of nauwelijks gespannen zal worden, daar de stangen 4 zich nog in de uitgangsstand zullen bevinden. De stangen 3 zijn echter reeds in hun eindstand gepositioneerd.
5 Vervolgens wordt door de gebruiker het spankoord 14 aangegrepen, welk spankoord met een uiteinde bevestigd is op de naaf 10 en omhoog loopt naar de naaf 13 aldaar omgeslagen is om katrolgeleiding 18 en dan weer neerwaarts loopt naar een plaats waar het spankoord bereikbaar is 10 voor de gebruiker. Door aan het spankoord 14 te trekken zal de naaf 13 neerwaarts in de richting A bewegen, totdat de naaf 13 bij de naaf 10 gekomen is. Er kan dan sprake van een klikverbinding tussen beide naven 10 en 13 zijn, maar ook kan gebruik worden gemaakt van een koordklem 15 15 om het spankoord in een gespannen toestand vast te leggen. De gebruiker kan het neerwaarts trekken van de naaf 13 zonder veel moeite en beheersbaar uitvoeren. Wanneer de naaf 13 bij de naaf 10 gekomen is en bevestigd is, zal de omtreksdraad 5 gespannen zijn. Hierbij zijn de driehoeken 20 0 (zie figuur 3), elk gevormd door een steundraad 6, een stang 4 en een bovenste gedeelte van de buis 2 vergroot door verplaatsing van het buitenste hoekpunt, onder verdraaiing van één zijde (de stangen 4) en vergroting van een zijde (het bovenste gedeelte van de buis 2) . Door de 25 deling van de naaf en daardoor het na elkaar naar de spanstand brengen van de naven is het opzetten van de parasol gemakkelijker dan wanneer er slechts één naaf zou zijn. Het naar de spanstand brengen van de eerste naaf 10 zal nauwelijks kracht vergen. De tweede naaf 13 zal over 30 een relatief grotere lengte de spanning opbouwen - met andere woorden de slag is langer - waardoor de daarvoor aan te wenden kracht relatief laag kan blijven, zelfs maar ongeveer de helft van de kracht die benodigd zou zijn in het geval dat naven 10 en 13 één geheel vormen. Ook de 35 naaf 13 kan gedeeld worden, in welk geval eerst de ene stang 4 en pas daarna de andere stang 4 naar de spanstand gebracht wordt. De spankracht behoeft dan pas bij het 1ÜÜ4Ü26* 8 bedienen van de laatstgenoemde stang 4 gegenereerd te worden .
Opgemerkt wordt dat de stangen van ieder paar 3, 3 en 4, 4 niet precies in één vlak behoeven te liggen met 5 de hartlijn van de stang 2. Het is mogelijk dat de aan-grijppunten van twee stangen aan weerszijden van de stang 2 aan eenzelfde zijde van die stang gelegen zijn, bijvoorbeeld in één tangentiaal vlak van de stang 2. Het is evenmin noodzakelijk dat de hoekpunten van het scherm in 10 één vlak liggen: de lengten van de stangen 4 kunnen bijvoorbeeld verschillend zijn. Voorts kunnen de beide scharnierpunten van een naaf, in de richting van de stang 2 gezien enigszins op afstand van elkaar gelegen zijn, in welk geval de stang een buigend moment moet opnemen.
15 In de parasol 1 van de figuren 1-3 wordt gebruik gemaakt van een eenvoudige constructie, die licht in gewicht kan zijn, eenvoudig op te zetten is en met aanwending van een relatief geringe kracht op een grote spanning te brengen is, waarbij grote spanwijdten, bijvoorbeeld van 20 10 meter, bereikbaar zijn.
De stang 2 kan korter worden uitgevoerd, zelfs zo kort dat het ondereind (iets) hoger komt te liggen dan de omtreksdraad 5. Er is dan een scherm verkregen, dat bijvoorbeeld met de einden van twee stangen 3 en 4 op een 25 ondergrond geplaatst kan worden. Met een aantal van derge-lijke, met elkaar gekoppelde schermen kan een snel opzet-bare, stabiele schermwand opgezet worden, die bijvoorbeeld bij verkeersongevallen gebruikt kan worden (figuur 8A) . Voorts kunnen dergelijke schermen gekoppeld worden tot een 30 tent, met een scherm als bovenpaneel en bijvoorbeeld twee schermen als zijpanelen (figuur 8B). Voor hoge stabiliteit zijn de schermen, die ter plaatse van hun hoeken scharnierend met elkaar verbonden zijn, ook met elkaar verbonden middels verbindingsstaven 45 die op scharnierbare wijze 3 5 met hun einden aan de centrale stangen 2 van de schermen bevestigd zijn ter plaatse van scharnieren 46. De constructie kan aldus nauwelijks vervormen.
100 40 2 0* 9
Voor de koppeling van twee schermen kunnen een of meer van de stangen 3 en 4 aan hun buiteneind voorzien zijn van een koppeldeel, dat gekoppeld kan worden met een complementair koppeldeel op een stang van een naastgelegen 5 scherm. De koppeling is bij voorkeur losmaakbaar. Voorts is de koppeling bij voorkeur gevormd als een scharnierver-binding.
In het bijzonder bij dergelijke schermen is het voordelig indien deze ingeklapt kunnen worden tot een 10 toestand, waarin de stangen buiten liggen en het doek binnen ligt. Dit houdt in dat de stangen bij verplaatsing daarvan van de ingeklapte stand naar de uitvouwstand en de spanstand door het dode punt heen gekanteld moeten worden. Hiertoe moet de later te spannen naaf (bijvoorbeeld 13) 15 voldoende ver van de andere naaf afgeschoven kunnen worden. Voor manipulatiegemak kan de eerste naaf hierbij vast zijn aan de centrale stang 2. Indien het gewenst is om het scherm wat platter uit te voeren, door een relatief geringe afstand tussen de punt van het scherm en het vlak door 20 de hoekpunten in gespannen toestand, dan wordt het doorklappen mogelijk gemaakt doordat althans één van de scharnieren 12 een verdraaiing van de stang 4 over een hoek veel groter dan 90°, bijvoorbeeld nabij 180° mogelijk maakt. De stang 2 kan dan in een positie gekanteld worden, 25 weergegeven in figuur 8C. Hierdoor wordt de onderlinge afstand tussen de bij de stang 2 gelegen einden van de beide stangen 4 met S (de onderlinge afstand tussen de scharnieren 12) verkleind, waardoor het doorklappen vergemakkelijkt wordt.
30 Opgemerkt wordt dat bij een voldoende korte stang 2 het doek gespannen kan zijn aan de van de top afgelegen zijde van de naven. Het doek kan dan samenvallen met het vlak door de hoekpunten van het scherm en volledig plat zijn, om bijvoorbeeld gebruikt te worden als projec-35 tiescherm (figuur 8D).
In figuur 4 is een alternatieve uitvoering weergegeven van een parasol volgens de uitvinding. De 1 η n. "- " 10 parasol 21, waarvan alleen het framedeel is weergegeven, omvat weliswaar een centrale buis 22, doch deze heeft een lengte die beperkt is tot hetgeen nodig is voor het spannen van de parasol. Ook hier is weer sprake van twee 5 naven, aangeduid onder de nummers 70 en 73. Aan de naaf 70 zijn op scharnierbare wijze twee stangen 63a verbonden en aan de naaf 73 zijn op scharnierbare wijze drie stangen 64 verbonden. De stangen 63a, 63b en 64 zijn elk verbonden met een omtreksdraad 65, en elk middels steundraden 66 10 verbonden met de topkap 67. De naaf 70 is verder stijf verbonden met een uiteinde van stijve staaf 63b, die aan zijn andere eind ingestoken is in op een muur bevestigde houder 60.
Bij het opzetten van de parasol 61 wordt de 15 greep 79 naar boven geduwd, waardoor de buis 62 omhoog schuift in de naaf 70, totdat een van te voren bepaalde relatieve positie bereikt is, die bijvoorbeeld vastgelegd kan worden middels een snapverbinding (niet weergegeven). Vervolgens kan op eenzelfde wijze zoals dat geschiedt in 20 de parasol van de figuren 1-3, de naaf 73 naar beneden in de richting van A getrokken worden tot aankomst tegen de naaf 70, waarna de relatieve stand van de naaf 73 ten opzichte van de buis 62 met geschikte middelen vastgelegd kan worden. Ook in dat geval zal de omtreksdraad 65 ge-25 spannen zijn, waarbij het doek, dat ook hier bevestigd zal zijn aan de topkap 67 en aan de omtreksdraad 65, zeer strak zal staan.
In figuur 5 is het frame 31 voor een tentcon-structie weergegeven. Het frame 31 is opgebouwd uit een 30 centraal scharnier 41 (zie in het bijzonder figuur 5A) , dat in feite opgebouwd is uit twee één geheel met elkaar vormende platen. Vier stangen 33a zijn ter plaatse van scharnieren 43a scharnierbaar bevestigd aan de bovenste plaat en vier stangen 33b en 34 zijn ter plaatse van 35 scharnieren 43b scharnierbaar bevestigd aan de onderste plaat. De scharnierplaat 41 is voorts voorzien van een centrale boring 42, waarin eventueel een centrale staaf 1004026 < 11 gestoken kan worden, om het midden van het tentdoek op te lichten in een punt. De stangen 33a zijn elk aan hun buiteneind voorzien van scharnierverbinding 36, voor verbinding met palen 32, 32a. Door de scharnierverbindin- 5 gen 36 loopt een eerste omtreksdraad 35a, die alle schar-nierverbindingen 36 met elkaar verbindt. Ongeveer halverwege de palen 32, 32a zijn deze verbonden met een tweede omtreksdraad 35b.
De stangen 33b, 34 zijn aan hun uiteinden voor-10 zien van verbindingsmiddelen 37a, 37b, die samen kunnen werken met geschikte verbindingsmiddelen op de palen 32, 32a, ter plaatse van de bevestiging daarop van de omtreksdraad 3 5b.
Bij het opzetten van het frame 31 worden de 15 stangen 33a in de richtingen B (zie figuur 5) naar buiten gekanteld, waarbij de palen 32, 32a in de richting C
zullen bewegen. Er resulteert dan een spinvormige constructie. Vervolgens worden de stangen 33b naar buiten in de richting D gezwaaid en met hun bevestigingsuiteinde 37a 20 in verbinding gebracht met daarmee samenwerkende bevesti-gingsdelen 37c op de palen 32. In die toestand zullen de omtreksdraden 35a en 35b enigszins recht staan, doch nog niet volledig op spanning zijn. Dit op spanning brengen gebeurt door de vierde, aan het onderste plaatdeel van 25 scharnierplaat 41 bevestigde stang 34 omhoog te zwaaien in de richting D en het holle bevestigingsuiteinde 37b op het onderste gedeelte van de paal 32a te plaatsen. Het bevestigingsuiteinde 37b is tevens verbonden met een spankoord 38, dat via een katrol 40 ter plaatse van het boveneind 30 van de paal 32a omgeslagen is en neerwaarts loopt tot een plaats waar de gebruiker het spankoord 38 aan kan grijpen. De gebruiker trekt vervolgens het koord 38 aan, naar beneden, waardoor het bevestigingseind 37b omhoog langs de paal 32 zal schuiven, totdat dit nabij de verbinding van 35 de omtreksdraad 35b op de paal 32a gekomen is. Deze stand wordt vervolgens vastgelegd door het spankoord 3 8 vast te leggen in koordklem 39 die bevestigd is op de paal 32a. In 1004026' 12 die situatie is het frame 31 met de omtreksdraden 35a en 35b volledig gespannen en vormt het een stabiele ondersteuning voor een tentdoek. Het tentdoek kan daarbij los zijn, in welk geval het dan over het frame 31 geplaatst 5 kan worden, of reeds bevestigd zijn aan althans de om-treksdraad 35a. Het is mogelijk om een nokstaaf in te zetten in het gat 42 in scharnier 41, om het midden van het doek hoog te houden in verband met afwatering.
In de tentconstructie van de figuren 5-7 wordt 10 aldus weer een spandriehoek O gevormd door een stang 33a, de stang 34 en het bovenste gedeelte van de paal 32a.
i U U 'r U C. 6 *5

Claims (23)

1. Schermconstructie omvattend een doek en een het doek ondersteunend frame, welk frame een eerste stang omvat, alsmede een aantal tweede stangen, die althans nagenoeg alle aan hun ene eind scharnierbaar verbonden 5 zijn met centrale scharnierorganen en vanaf de centrale scharnierorganen in verschillende, in hoofdzaak radiale richtingen reiken en in hoofdzaak dwars op de eerste stang gericht zijn en aan hun andere eind met behulp van een omtreksband met elkaar verbonden zijn waarbij althans één 10 geselecteerde tweede stang zich van de andere tweede stangen onderscheidt doordat een eerste eind daarvan apart verschuifbaar is langs de eerste stang van een stand, waarin de geselecteerde tweede stang in hoofdzaak onbelast is door normaalkrachten, naar een spanstand, die dichter 15 bij doch niet voorbij het dode punt, de doorklapstand, gelegen is die bijvoorbeeld bepaald wordt door een vlak door de tweede einden van drie van de tweede stangen, in welke spanstand de radiale afstand tussen beide einden van de geselecteerde tweede stang vergroot is, waarbij voorts 20 middelen aanwezig zijn voor het ten opzichte van de eerste stang vastleggen van het eerste eind van de geselecteerde tweede stang in de spanstand.
2. Schermconstructie volgens conclusie 1, waarbij de geselecteerde tweede stang aangebracht is voor 25 verdraaiing in een vlak dat de eerste stang omvat, tijdens de verplaatsing van het eerste eind van de genoemde tweede stang naar de spanstand.
3. Schermconstructie volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste eind van de geselecteerde tweede stang 30 scharnierbaar verbonden is met de centrale scharnierorganen . 1 \ ' C ?. Ü'K
4. Schermconstructie volgens conclusie 3, waarbij de geselecteerde tweede stang enerzijds en de andere tweede stangen anderzijds respectievelijk verbonden zijn met aparte centrale scharnierorganen, die naafvormig zijn 5 en onafhankelijk van elkaar langs de eerste stang verschuifbaar zijn en daarop vast te leggen zijn.
5. Schermconstructie volgens conclusie 3 of 4, waarbij de eerste stang aan één eind voorzien is van middelen voor ondersteuning op een ondergrond of verbin- 10 ding met een vaste steun.
6. Schermconstructie volgens conclusie 3 of 4, waarbij één van de tweede stangen vervangen is door een stang, die extra stijf is en aan het genoemde andere eind voorzien is van middelen voor ondersteuning op een onder- 15 grond of verbinding met een vaste steun, en bij voorkeur verbonden is met de centrale scharnierorganen.
7. Schermconstructie volgens een der conclusies 3-6, waarbij het doek verbonden is met de genoemde andere einden van de tweede stangen en steunt op een eind van de 20 eerste stang.
8. Schermconstructie volgens conclusie 7, voorts omvattend koorden, die aangebracht zijn tussen de genoemde andere einden van de tweede stangen en het eind van de eerste stang waarvan het eerste eind van de geselecteerde 25 tweede stang af bewogen wordt bij verplaatsing naar de spanstand.
9. Schermconstructie volgens conclusie 7 of 8, waarbij de centrale scharnierorganen zich blijvend bevinden tussen het genoemde eind van de eerste stang en de 30 loodrechte projectie van het tweede eind van de genoemde tweede stang op de eerste stang.
10. Schermconstructie volgens conclusie 7 of 8, waarbij de centrale scharnierorganen zich in een ingeklapte stand van het scherm op afstand van het genoemde eind 35 van de eerste stang van het scherm bevinden, waarbij in de ingeklapte stand de tweede stangen met hun radiale uiteinden naar het genoemde eind van de eerste stang gericht * (μ . : ari zijn, waarbij de andere einden van de tweede stangen vast en scharnierbaar verbonden zijn met de eerste stang en waarbij de centrale scharnierorganen langs de eerste stang verschuifbaar zijn naar een positie waarin de tweede 5 stangen met hun uiteinden van het genoemde eind van de eerste stang af gericht zijn.
11. Schermconstructie volgens een der conclusies 4-10, waarbij meerdere tweede stangen verbonden zijn met de naaf waarmee de genoemde tweede stang verbonden is.
12. Schermconstructie volgens conclusie 1 of 2, waarbij het tweede eind van de genoemde tweede stang scharnierbaar verbonden is met de centrale scharnierorganen .
13. Schermconstructie volgens conclusie 12, 15 waarbij de tweede stangen met hun andere einden verbonden zijn met palen, waartoe de eerste stang behoort.
14. Schermconstructie volgens conclusie 13, waarbij de palen in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar opgesteld zijn.
15. Schermconstructie volgens conclusie 13 of 14, waarbij de tweede stangen twee groepen vormen, die verbonden zijn met eenzelfde centraal scharnierorgaan, waarbij de tweede stangen van de eerste groep zich daarvandaan radiaal schuin opwaarts uitstrekken naar de palen 25 en de tweede stangen van de tweede groep daarvan zich daarvandaan radiaal schuin neerwaarts uitstrekken naar de palen.
16. Schermconstructie volgens conclusie 15, waarbij de genoemde tweede stang behoort tot de tweede 30 groep.
17. Schermconstructie volgens conclusie 15 of 16, waarbij de tweede stangen van de eerste groep scharnierbaar verbonden zijn met de palen, bij voorkeur met het boveneind daarvan.
18. Schermconstructie omvattend een doek en een spanframe daarvoor, waarbij het spanframe opgebouwd is uit een aantal stangen en koorden, die een aantal zich ten · . .·· opzichte van elkaar vanaf een centraal punt in verschillende radiale richtingen uitstrekkende spandriehoeken bepalen, welke driehoeken in vlakken gelegen zijn die elkaar althans nagenoeg snijden in een lijn die door het 5 centrale punt heen gaat, waarbij althans een van de spandriehoeken van een ongespannen stand in een spanstand te brengen en te houden is nadat de andere spandriehoeken in de eindstand gebracht zijn.
19. Schermconstructie volgens conclusie 18, 10 waarbij het in de spanstand brengen van de althans ene spandriehoek geschiedt door het kantelen van een zich radiaal uitstrekkende stang van die driehoek in het vlak van die spandriehoek, waarbij de hoek in deze driehoek tussen de genoemde lijn en de betreffende stang verkleind 15 wordt.
20. Schermconstructie volgens conclusie 19, waarbij de stangen knikvast zijn en een centrale, althans nagenoeg met de genoemde lijn samenvallende eerste stang omvatten, alsmede een aantal radiale tweede stangen, die 20 middels twee of meer aparte verbindingsmiddelen scharnier-baar verbonden zijn met de eerste stang, waarbij althans een verbindingsdeel verschuifbaar is langs de eerste stang, waarbij de koorden centraal met de eerste stang verbonden zijn, flexibel zijn en elk met een tweede stang 25 en de eerste stang een spandriehoek bepalen.
21. Schermconstructie volgens conclusie 20, waarbij tenminste een van de andere verbindingsmiddelen vast is op de eerste stang en waarbij het verschuifbare verbindingsdeel op een zodanig grote afstand van het vaste 30 verbindingsdeel gebracht kan worden, dat de tweede stangen in de niet-gespannen toestand door hun dode punt gekanteld kunnen worden om in een ingeklapte stand buiten het doek te komen te liggen.
22. Schermconstructie volgens conclusie 20, 35 waarbij het laatst te spannen verbindingsdeel aan weerszijden van de eerste stang voorzien is van scharnierver-binding voor twee tweede stangen, waarbij de scharnieras- sen aan weerszijden van de eerste stang gelegen zijn op een bepaalde afstand van elkaar, en waarbij de tweede stangen tegengesteld kantelbaar zijn om in tegengestelde richtingen althans nagenoeg evenwijdig aan de eerste stang 5 te reiken, waardoor de onderlinge afstand tussen de uiteinden van de tweede stangen met de bepaalde afstand verkleind wordt, zodat de tweede stangen in de niet gespannen toestand door hun dode punt of doorklapstand gekanteld kunnen worden om in een ingeklapte stand buiten 10 het doek te komen liggen.
23. Schermconstructie volgens conclusie 22, waarbij van althans één van de twee tweede stangen het scharnier een verdraaiing over een hoek van meer dan 120° toestaat, bij voorkeur nabij 180°. -o-o-o-o-o-o-o-o- AF/KP 1004026·*
NL1004026A 1996-09-13 1996-09-13 Schermconstructie. NL1004026C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004026A NL1004026C2 (nl) 1996-09-13 1996-09-13 Schermconstructie.
EP97202803A EP0829598A1 (en) 1996-09-13 1997-09-15 Canopy structure

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004026A NL1004026C2 (nl) 1996-09-13 1996-09-13 Schermconstructie.
NL1004026 1996-09-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1004026C2 true NL1004026C2 (nl) 1998-03-20

Family

ID=19763513

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004026A NL1004026C2 (nl) 1996-09-13 1996-09-13 Schermconstructie.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0829598A1 (nl)
NL (1) NL1004026C2 (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU780129B2 (en) 1999-11-17 2005-03-03 Powerbrella C.C. An umbrella mechanism
NL1019677C2 (nl) * 2001-12-28 2003-07-01 New Business Initiatives B V Samenstel van een gestel en daardoor op te spannen doek.
BE1015149A3 (nl) * 2002-10-18 2004-10-05 Brutsaert Trading Bv Met Beper Inrichting voor het bevestigen van een scherm, bijvoorbeeld een zonnescherm, regenscherm of dergelijke op een steun.
BE1015996A3 (nl) * 2004-04-27 2006-01-10 Anverre Bv Met Beperkte Aanspr Verbeterd scherm, meer speciaal een regen- en/of zonnescherm.
NL1029225C2 (nl) 2005-06-09 2006-12-12 Senz Technologies B V Scherminrichting.
FR2896815B1 (fr) * 2006-01-31 2008-04-04 Dalo Freres Sarl Soc Abri
US8555905B2 (en) 2009-01-13 2013-10-15 Oliver Joen-An Ma Umbrella hub with cord lock feature
US8356613B2 (en) 2009-01-13 2013-01-22 Oliver Joen-An Ma Umbrella hub with cord lock feature
US7861734B2 (en) 2009-01-13 2011-01-04 Oliver Joen-An Ma Umbrella hub with cord lock feature
CN112531349B (zh) * 2020-11-27 2022-02-08 中国科学院空天信息创新研究院 一种天线展开机构

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8704106U1 (de) * 1987-03-19 1987-04-30 Lennarz, Hubert, 5138 Heinsberg Großschirm
EP0409639A2 (en) * 1989-07-21 1991-01-23 Fox Design International Limited A canopy
GB2265165A (en) * 1992-03-17 1993-09-22 Anthony James Sheldon Collapsible umbrella-like shelter
GB2297099A (en) * 1995-01-18 1996-07-24 Reginald George Purssord Umbrella-like shelter

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8704106U1 (de) * 1987-03-19 1987-04-30 Lennarz, Hubert, 5138 Heinsberg Großschirm
EP0409639A2 (en) * 1989-07-21 1991-01-23 Fox Design International Limited A canopy
GB2265165A (en) * 1992-03-17 1993-09-22 Anthony James Sheldon Collapsible umbrella-like shelter
GB2297099A (en) * 1995-01-18 1996-07-24 Reginald George Purssord Umbrella-like shelter

Also Published As

Publication number Publication date
EP0829598A1 (en) 1998-03-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5579797A (en) Foldable canopy support
NL1004026C2 (nl) Schermconstructie.
JP3566727B2 (ja) 折りたたみ可能な可撓性の天蓋を備えた折りたたみ可能なシェルタ
RU2123096C1 (ru) Складной навес (варианты)
US9378726B2 (en) Acoustic panel assembly
US6733145B2 (en) Folding softbox
US6581313B1 (en) Collapsible structures supported on a pole
CN100476150C (zh) 具有三向遮篷的可直立遮蔽装置
KR100460426B1 (ko) 옥내외용접힘가능디스플레이구조체
US6068008A (en) Self-standing shelter with reel-mounted deployable and retractable canopy
US6591849B1 (en) Foldable frame structure
US6273115B1 (en) Wind and weather protective device in the form of a folding roof and/or partition
US7900386B2 (en) Collapsible structures supported on a pole
US6499905B2 (en) Apparatus for pop-up display structures
US5836328A (en) Garden umbrella with upper and lower support ribs
US9629470B2 (en) Compactly collapsible chair canopy
NL9101333A (nl) Opvouwbaar tentframe.
WO1994019568A1 (en) Stable tent
US9670033B1 (en) Deployable canopy apparatus
US11700945B2 (en) Portable sunshade
CA1079153A (en) Collapsible wind and/or sunshade screen
CN1093905C (zh) 可折叠帐篷
US2681030A (en) Portable sign structure
EP1151172B1 (en) Support apparatus for an awning or the like
EP0595665A1 (fr) Parasol de plein air

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20010401