NL1001475C2

NL1001475C2 - Paraplu.

Info

Publication number: NL1001475C2
Application number: NL1001475A
Authority: NL
Inventors: Dragan Radakovic
Original assignee: Atlantida
Priority date: 1995-10-23
Filing date: 1995-10-23
Publication date: 1997-04-25

Description

Paraplu

De uitvinding heeft betrekking op een paraplu omvattende een centrale staaf en daaraan gekoppelde baleinen met een bespanning.

Een dergelijke paraplu is algemeen bekend uit de 5 praktijk van alledag. De bekende paraplu heeft het probleem dat deze slecht bestand is tegen windvlagen of in het algemeen tegen windbelasting. Het risico bestaat dan dat de bespanning met de daaraan vastgemaakte baleinen omklapt, waardoor de paraplu onbruikbaar wordt.

10 Met de uitvinding wordt beoogd een paraplu te ver schaffen waarbij dit probleem is teruggedrongen.

Daartoe wordt de paraplu volgens de uitvinding erdoor gekenmerkt, dat de bespanning een binnenvoering en een buitenvoering omvat en dat de binnenvoering een winddoorlatend 15 gedeelte omvat dat door de buitenvoering is bedekt en dat de buitenvoering aan haar buitenomtrek in hoofdzaak los aanligt tegen de binnenvoering.

Op deze wijze wordt bereikt dat wind welke aan de binnenzijde van de paraplu gevangen wordt, het winddoorlatende 20 gedeelte van de binnenvoering kan passeren en doordat de buitenvoering aan haar buitenomtrek los aanligt tegen de binnenvoering, de paraplu langs de buitenomtreksrand van de buitenvoering kan passeren.

Proefnemingen hebben aangetoond dat met de paraplu 25 volgens de uitvinding aan de open zijde van de paraplu ingevangen windsnelheden van 35 km/uur kunnen worden doorstaan zonder dat de paraplu omklapt. Voor praktisch dagelijks gebruik is dit ruim voldoende.

Bij voorkeur is het winddoorlatende gedeelte van de 30 binnenvoering in hoofdzaak cirkelsymmetrisch gevormd met als middelpunt de centrale staaf en met een straal van ten minste 15 cm.

Een zeer goede werking wordt verkregen indien het winddoorlatende gedeelte van de binnenvoering zich vanaf de 35 centrale staaf uitstrekt tot ten minste halverwege de baleinen .

In een bepaald aspect van de uitvinding wordt de 10 014 7 5.

2 paraplu, welke is voorzien van zoveel uitspanstaven als er baleinen zijn, en waarbij iedere uitspanstaaf aan één uiteinde gekoppeld is met de centrale staaf en aan het andere uiteinde gekoppeld is met een balein, erdoor gekenmerkt, dat het wind-5 doorlatende gedeelte van de binnenvoering zich uitstrekt tot circa 8 cm voorbij de koppelpunten van de uitspanstaven en de baleinen. Een zich verder uitstrekkend winddoorlatend gedeelte geeft geen bijdrage meer aan de windvastheid van de paraplu.

Het is wenselijk dat op het winddoorlatende gedeelte 10 van de binnenvoering een wind- en waterbelemmerend gedeelte aansluit, dat zich uitstrekt tot voorbij de buitenomtreksrand van de buitenvoering. Ter borging van de waterwerende werking van de paraplu dient de buitenvoering een deel van het winden waterbelemmerende gedeelte van de binnenvoering te overlap-15 pen. De buitenvoering is overigens, behalve aan de top van de paraplu waar de centrale staaf uitmondt, slechts langs de baleinen met de paraplu verbonden. Een effectieve winddoorlatende werking van de binnenvoering wordt gevormd door het desbetreffende gedeelte uit te voeren met een net welke mazen 20 heeft van circa 2 mm’.

De uitvinding is niet beperkt tot paraplu's als zodanig maar heeft ook betrekking op parasols welke volgens de uitvinding zijn uitgevoerd zoals hierboven beschreven.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de 25 hand van de tekening, waarin fig. 1 een paraplu toont volgens de bekende stand van de techniek; fig. 2 een paraplu toont volgens de uitvinding; fig. 3 de paraplu volgens de uitvinding toont waarbij 30 een gedeelte van de buitenvoering is losgemaakt; en fig. 4 een tweede uitvoeringsvorm van een paraplu volgens de uitvinding toont.

In de figuren toegepaste gelijke verwij z ingscij fers verwijzen naar gelijke onderdelen.

35 In fig. 1 wordt een paraplu 1 getoond, omvattende een centrale staaf 2 en daaraan gekoppelde baleinen 3 met een bespanning 4. De paraplu 1 is open- en sluitbaar door middel van bediening van een over de centrale staaf 2 verschuifbare bedieningsknop 5. Met de bedieningsknop 5 zijn uitspanstaven 6 40 gekoppeld die aan hun andere uiteinde zijn verbonden met de 1 0 0 1 475.

3 baleinen 3.

In fig. 2 wordt de paraplu volgens de uitvinding getoond in welke de bespanning 4 een binnenvoering 4' en een buitenvoering 4'' omvat.

5 In fig. 3 wordt de paraplu 1 van fig. 2 nogmaals getoond, echter nu met een segment van de buitenvoering 4'' dat is losgemaakt en opgelicht van de binnenvoering 4'. In deze fig. 3 is te zien dat de binnenvoering 4' een winddoorla-tend gedeelte 7 omvat, dat in de normale toestand door de 10 buitenvoering 4'' is bedekt. De buitenvoering 4'' is langs de met 8 aangeduide lijnen met de paraplu verbonden. Langs de met 9 aangeduide buitenomtrek ligt de buitenvoering 4'' strak aan langs de binnenvoering 4', zonder dat nochtans deze langs deze -buitenomtrek 9 aan de binnenvoering 4' vastgemaakt is. Het 15 winddoorlatend gedeelte 7 strekt zich vanaf de top 10 van de paraplu 1 in de richting van de buitenomtreksrand 9 van de buitenvoering 4'' uit tot ten minste halverwege de baleinen 3. Het winddoorlatende gedeelte 7 is daarbij in hoofdzaak cirkel-symmetrisch gevormd met als middelpunt de centrale staaf 2 en 20 met een straal van ten minste 15 cm. Het winddoorlatende gedeelte 7 kan zich uitstrekken tot circa 8 cm voorbij de koppelpunten van de uitspanstaven 6 en de baleinen 3. Deze koppelpunten zijn in fig. 1 aangeduid met verwijzingscijfer 11, en hoewel niet getoond kunnen deze in fig. 3 op dezelfde 25 plaats gedacht worden. Op het winddoorlatende gedeelte 7 van de binnenvoering 4' sluit een wind- en waterbelemmerend gedeelte 12 aan dat zich uitstrekt tot voorbij de buitenomtreks-rand 9 van de buitenvoering 4''. Het winddoorlatende gedeelte 7 van de binnenvoering 4' bestaat uit een net met mazen van 3 0 circa 2 mm;.

Onder verwijzing naar de voorgaande beschrijving van de paraplu volgens de uitvinding wordt in fig. 4 een'tweede uitvoeringsvorm van de paraplu 1 volgens de uitvinding getoond, waarin de buitenvoering 4'' aan de paraplu-rand in een 35 puntvorm uitmondt en waarbij de buitenvoering 4'' op de punten 13 met de binnenvoering 4' verbonden kan worden. In deze figuur wordt tevens getoond dat met de pijl A aangeduide wind, welke door de paraplu 1 wordt ingevangen, na passage van het winddoorlatende gedeelte 7 van de binnenvoering 4' de paraplu 40 volgens pijlen B tussen binnenvoering 4' en buitenvoering 4' ' 1 0 01 475.

4 verlaat.

De uitvinding heeft voorts betrekking op gelijkvormige constructies ter bescherming tegen andersoortige weersinvloeden zoals parasols.

1 0 0 1 4 75.

Claims

1. Paraplu omvattende een centrale staaf en daaraan gekoppelde baleinen met een bespanning, met het kenmerk, dat de bespanning een binnenvoering en een buitenvoering omvat en dat de binnenvoering een winddoorlatend gedeelte omvat dat 5 door de buitenvoering is bedekt, en dat de buitenvoering aan haar buitenomtrek in hoofdzaak los aanligt tegen de binnenvoering.

2. Paraplu volgens conclusie l, met het kenmerk, dat het winddoorlatende gedeelte van de binnenvoering in hoofdzaak 10 cirkelsymmetrisch gevormd is met als middelpunt de centrale staaf en met een straal van ten minste 15 cm.

3. Paraplu volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het winddoorlatende gedeelte van de binnenvoering zich vanaf de centrale staaf uitstrekt tot ten minste halverwege de 15 baleinen.

4. Paraplu volgens conclusie 3, voorzien van zoveel uitspanstaven als er baleinen zijn en waarbij iedere uitspan-staaf aan een uiteinde gekoppeld is met de centrale staaf en aan het andere uiteinde gekoppeld is met een balein, roet het 20 kenmerk, dat het winddoorlatende gedeelte van de binnenvoering zich uitstrekt tot circa 8 cm voorbij de koppelpunten van de uitspanstaven en de baleinen.

5. Paraplu volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op het winddoorlatende gedeelte van de bin- 25 nenvoering een wind- en waterbelemmerend gedeelte aansluit dat zich uitstrekt tot voorbij de buitenomtreksrand van de buitenvoering .

6. Paraplu volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de buitenvoering een deel van het wind- en waterbelemmerende 30 gedeelte van de binnenvoering overlapt.

7. Paraplu volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de buitenvoering langs de baleinen met de paraplu is verbonden.

8. Paraplu volgens een der voorgaande conclusies, met 35 het kenmerk, dat het winddoorlatende gedeelte van de binnenvoering gevormd wordt door een net met mazen van circa 2 mr’.

9. Parasol uitgevoerd als paraplu volgens een der conclusies 1-8. 1 0 0 1 475.