NL1028419C2 - Zuigborstelsamenstelling en een stofzuiger daarvan voorzien. - Google Patents

Description

Zuigborstelsamenstelling en een stofzuiger daarvan voorzien

Verwijzing naar verwante aanvragen

De onderhavige aanvrage eist het voordeel op van Koreaanse octrooiaanvragenuinmers 2004-57754 en 2004-25183, ingediend op 23 juli 2004 bij het Korean Intellectual Property 5 Office, waarvan de openbaarmaking hier door verwijzing is in-gelijfd.

Gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 10 zuigborstel voor een stofzuiger. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een zuigborstel die een efficiëntere reiniging verschaft en geruis vermindert, alsmede op een stofzuiger die daarvan is voorzien.

15 Achtergrond van de uitvinding

Fig. 1 is een aanzicht in plofbeeld dat een stofzuiger toont volgens de stand van de techniek. De stofzuiger is voorzien van een zuiglichaam 1 dat daarin een motor omvat voor het aandrijven van een ventilator die een zuigkracht op-20 wekt. De stofzuiger omvat eveneens verlengslang 10 die is verbonden met het zuiglichaam 1, en een zuigborstelsamenstelling 20 die is verbonden met de verlengslang 10, waardoor stof van een oppervlak dat gereinigd moet worden, naar binnen wordt gezogen.

25 De verlengslang 10 omvat een verlengbuis 14 en een verlengbuisconnector 12. Een eerste uiteinde van de verlengbuisconnector 12 is verbonden met de zuigborstelsamenstelling 20; het andere uiteinde van de verlengbuisconnector 12 is verbonden met een verlengbuis 14 die op zijn beurt is verbon-30 den met een zuigslang 16. Een uiteinde van de zuigslang 16 is verbonden met de verlengbuis 14; het andere uiteinde van de zuigslang 16 is verbonden met het zuiglichaam 1.

Met de samenstelling die wordt getoond in fig. 1, kan stof worden opgezogen door de zuigborstelsamenstelling 35 20, en gaat door de verlengbuisconnector 12, de verlengbuis 1028419 2 14 en de zuigslang 16 en uiteindelijk in het zuiglichaam 1, waar het wordt verzameld in een stof ver zamelkamer (niet getoond) .

De zuigborstelsamenstelling 20 omvat een deksel 22, 5 een lichaam 3 0 van de samenstelling, waaraan het deksel 22 is bevestigd. Het samenstellichaam 30 heeft een zuiginlaat 36 aan een onderste oppervlak. Het samenstellichaam 30 omvat ook een turbineventilator 90 die draaibaar is gemonteerd aan het samenstellichaam 30 tussen twee assen 90 en twee schroef of 10 " worm" aandrijvingen 72, die elk werkend zijn verbonden met een bijbehorend wormwiel 74.

Aan een rotatielichaam 80 is aan een onderste deel daarvan een reinigingsdeel 82 gemonteerd zoals een stofdoek. Het rotatielichaam 80 is roteerbaar gemonteerd op een monta- . 15 ge-uitsteeksel 40 voor het rotatielichaam, van een ontvangstruimte 38 van het rotatielichaam die is gevormd aan het samenstellichaam 30.

Wanneer de motor (niet getoond) in het zuiglichaam 1 werkt, wordt een zuigkracht opgewekt bij de zuiginlaat 36 bij 20 de bodem van het samenstel lichaam 30, waardoor met stof beladen lucht naar binnen wordt gezogen van een oppervlak dat gereinigd moet worden. De naar binnen gezogen lucht botst met een turbineblad 92 dat is aangebracht aan de turbineventilator 90, en laat daardoor turbineventilator 90 draaien. Wan-25 neer de turbineventilator 90 draait, wordt de wormaandrijving 72 die coaxiaal is gevormd met de turbineventilator 90, gedraaid. Omdat de wormaandri jving 72 aangrijpt met het wormwiel 74, veroorzaakt draaiing van de wormaandrijving 72 door de turbineventilator 90, dat het wormwiel 74 draait. De aan-3 0 drijfkracht die wordt overgebracht op het wormwiel 74 laat het rotatielichaam 80 draaien, waardoor wordt veroorzaakt dat . het reinigingsdeel 82, dat is gemonteerd aan een onderste deel van het rotatielichaam 80, draait. Het draaien van het reinigingsdeel 82 ondersteunt het verzamelen van stof van een 35 oppervlak dat wordt gereinigd (niet getoond).

Zoals wordt getoond in fig. 2, wanneer het rotatielichaam 80 van het reinigingsdeel 82 draait over een oppervlak, heeft stof op het oppervlak de neiging om te worden 1028419 3 binnengehaald in de betrekkelijk nauwe ruimte 200 tussen een bodemplaat 39 van de ontvangstruimte 38 voor het rotatieli-chaam (fig. 1) en een montagedeel 84 voor het reinigingsdeel van het rotatie-lichaam 80. Naar binnen gezogen stof heeft 5 dan de neiging zich te verzamelen in de nog nauwere ruimte tussen het rotatielichaam 80 en het montage-uitsteeksel 40 voor het rotatielichaam. Stof stroomt ook in de ontvangstruimte 38 voor het rotatielichaam en heeft de neiging om zich te verzamelen op en nabij de wormaandrijving 72 (fig. 1) en 10 het wormwiel 74 (fig. 1). Vanwege het stof dat zich in de loop van de tijd verzamelt, begint het rotatielichaam 80 te worden belemmerd door het verzamelde stof. In de loop van de tijd verliest het rotatielichaam 80 van het reinigingsdeel zijn effectiviteit en de effectiviteit van de reiniging ver-15 mindert.

Bovendien, omdat de afstand tussen de zuiginlaat 36 en de turbineventilator 90 kort is, zoals is getoond in fig. 3, wordt geluid, dat wordt opgewekt door de turbineventilator 90 en andere onderdelen, uitgezonden naar het uitwendige van 20 de zuigborstelsamenstelling 20 door de zuiginlaat 36. Het geruis, in het bijzonder in het hoog-frequente gebied, kan onaangenaam zijn voor een gebruiker. Er bestaat derhalve een behoefte voor een zuigborstelsamenstelling voor een stofzuiger met een draaiend reinigingselement of deel dat minder 25 gevoelig is voor het verzamelen van stof en dat het opwekken van geruis vermindert. Er bestaat ook een behoefte aan een stofzuiger met een dergelijke zuigborstelsamenstelling.

Samenvatting van de uitvinding 30 Er wordt een zuigborstelsamenstelling verschaft die in staat is om te verhinderen dat stof zich ophoopt in gebieden waar, met de tijd, het de werking van draaiende reinigingsdelen kan verhinderen, en verbetert daardoor de reinigingsefficiëntie, en er wordt een stofzuiger verschaft 35 die daarvan is voorzien. De zuigborstelsamenstelling produceert ook minder geruis dan zuigborstelsamenstellingen volgens de stand van de techniek.

De zuigborstelsamenstelling omvat in één uitvoe- 1 02 8 4 1 9' 4 ringsvorm een samenstellichaam met een zuiginlaat voor het naar binnen zuigen van stof van een oppervlak dat gereinigd moet worden, een deksel dat is verbonden met het samenstellichaam en dat is voorzien van een opening voor het naar binnen 5 zuigen van externe lucht, en een rotatielichaam dat draaibaar is gemonteerd op het samenstellichaam en waaraan aan een lager deel daarvan een losmaakbaar reinigingsdeel is gemonteerd voor contact met het oppervlak dat gereinigd moet worden. De externe lucht die naar binnen wordt gezogen door de opening, 10 stroomt naar een lager deel van het samenstellichaam door een spleet die wordt gevormd tussen het rotatielichaam en het samenstellichaam.

De zuigborstelsamenstelling omvat in een andere uitvoeringsvorm eveneens een samenstellichaam met een 15 zuiginlaat voor het naar binnen zuigen van stof van een oppervlak dat gereinigd moet worden; een deksel dat is verbonden met het samenstellichaam; een turbineventilator die draaibaar is gemonteerd aan het samenstellichaam; een zuigpad voor het geleiden van lucht die naar binnen wordt gezogen 20 door de zuiginlaat naar de turbineventilator; en een deel van een pad dat het zuigpad bepaalt en is voorzien van een veelvoud van gaten. Instroom van het stof door een spleet tussen het rotatielichaam en het samenstellichaam kan worden verhinderd om doelmatigheid van het reinigingswerk te ver-25 beteren. Verder kan geruis van hoge frequentie, opgewekt door de turbineventilator en andere onderdelen, worden verminderd.

De zuigborstelsamenstelling volgens weer een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat een samenstellichaam met een zuiginlaat, een rotatielichaam dat 30 draaibaar is gemonteerd aan het samenstellichaam en waaraan aan een lager deel daarvan een losmaakbaar reinigingsdeel is gemonteerd voor contact met het oppervlak dat gereinigd moet worden, een eerste deksel verbonden met het samenstellichaam om het rotatielichaam te bedekken en voorzien van een eerste 35 opening voor het naar binnen zuigen van uitwendige lucht, en een tweede deksel dat is aangebracht boven het eerste deksel, dat is verbonden met het samenstellichaam en voorzien van een tweede opening, een turbineventilator die draaibaar is gemon- 1028419 5 teerd aan het samenstellichaam, een wormaandrijving en een wormwiel voor het overbrengen van een aandrijfkracht van de turbineventilator, een deel dat een pad vormt en dat is aangebracht in het samenstellichaam om een zuigpad te vormen en 5 is voorzien van een veelvoud van gaten, en een geluid- absorberend deel gemonteerd in het deel dat het pad vormt, om de gaten te bedekken.

De uitwendige lucht,, die naar binnen wordt gezogen door de eerste en tweede openingen zoals hierboven is be-10 schreven, passeert door een spleet die wordt gevormd tussen het rotatielichaam en het montage-uitsteeksel voor het rotatielichaam van het samenstellichaam, en wordt uitgestoten naar een lager deel van het samenstellichaam. Daarom kan stof worden verhinderd in het rotatielichaam te stromen door de 15 spleet, en derhalve kan het rotatielichaam ongestoord draaien, waardoor de reinigingsefficiëntie wordt verbeterd.

Bovendien kan geluid dat wordt opgewekt door de turbineventilator en andere onderdelen, in het bijzonder het geluid van een hoog frequent gebied, worden verminderd omdat 20 het geluid wordt geabsorbeerd in het geluid-absorberend deel door de gaten, terwijl het wordt uitgestoten naar de zuig-inlaat door het zuigpad.

Korte beschrijving van de tekeningen 25 Het bovengenoemde aspect en andere eigenschappen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijker worden door in detail voorbeelden van uitvoeringsvormen daarvan te beschrijven, met verwijzing naar de bijgevoegde figuren, waarin: 30 fig. 1 een plofbeeld is in perspectief dat een con ventionele stofzuiger toont volgens de stand van de techniek; fig. 2 is een aanzicht in doorsnede van de stofzuiger volgens de stand van de techniek, getoond in fig. 1, in doorsnede langs een lijn 2-2; 35 fig. 3 is een aanzicht in doorsnede van een pad- vormend deel van de stofzuiger volgens de stand van de techniek getoond in fig. 1, doorsnede langs een lijn 3-3; fig. 4 is een plofbeeld in perspectief van een zuig- 1028419 6 borstelsamenstelling volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; fig. 5 is een aanzicht in doorsnede van fig. 4 volgens lijn 5-5; 5 fig. 6 is een aanzicht in doorsnede van een pad- vormend deel van fig. 4, langs een lijn 6-6; fig. 7 is een aanzicht in doorsnede van een pad-vormend deel van fig. 4, langs een lijn 7-7; fig. 8 is een conceptueel aanzicht dat de condities 10 toont voor een geluidsdetectie experiment van de zuigborstel-samenstelling; en fig. 9 is een grafiek die experimentele resultaten toont van fig. 8.

15 Gedetailleerde beschrijving van de voorkeurs ui tvo e r i nas vormen

Hierna zal een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding in detail worden beschreven met verwijzing naar de bij gevoegde figuren. In de volgende beschrijving worden ver-20 wijzingscijfers voor de tekeningen in verschillende tekeningen gebruikt voor dezelfde onderdelen. De uitvoeringsvormen die hierin worden beschreven, zijn slechts voorbeelden en zijn niet bedoeld om de uitvinding die hierin wordt geopenbaard, te beperken. In plaats daarvan wordt de uitvinding 25 die hierin wordt geopenbaard, gedefinieerd in de bijbehorende conclusies. Ook zijn welbekende functies en constructies niet in detail beschreven, omdat zij door onnodig detail verwarring zouden kunnen stichten met betrekking tot de geclaimde uitvinding.

30 Verwijzend naar fig. 4, omvat een voorkeurs- uitvoeringsvorm van een zuigborstelsamenstelling een deksel 122 in twee delen, een onderste samenstellichaam 130, verbonden met het deksel 122 en voorzien van een zuiginlaat 136 aan een bodemvlak daarvan. Een turbineventilator 190 is 35 draaibaar gemonteerd aan het samenstellichaam 130. Een deel 150 dat aan een zuigpad vormt, is geplaatst voor de turbineventilator 90 en gemonteerd aan het samenstellichaam 130 om naar binnen gezogen lucht in de turbineventilator 90 te ge- 1028419 7 leiden. Een rotatielichaam 180 is draaibaar gemonteerd aan het samenstellichaam 130 om rond zijn as te draaien door de aandrijfkracht die daarop wordt overgebracht door de turbineventilator 90 door een vermogens transmiss ie 170 die is 5 voorzien van een schroef- of " wormaandrijving" , hierna aangeduid als worm 172, waarvan de axiale rotatie een wormwiel 174 laat draaien. De vermogenstransmissie 170 ontvangt derhalve koppel van de turbineventilator 190 en levert dit aan het 10 rotatielichaam 180.

Het tweedelig deksel 122 omvat een eerste inwendig deksel 124, verbonden aan het samenstellichaam 130 om het rotatielichaam 180 en de turbineventilator 190 te omvatten en te bedekken. Een tweede uitwendig deksel 126 is aangebracht 15 boven het eerste deksel 124 en is verbonden met het samenstellichaam 130.

Zoals wordt getoond in fig. 4, heeft de zuigborstel-samenstelling twee deksels, 124 en 126, die beide zijn voorzien van openingen voor het naar binnen zuigen van uitwendige 20 lucht. Het eerste deksel 124 heeft een eerste opening 127; het tweede deksel 126 heeft een tweede opening 128. Door het eerste inwendige deksel 124, dat direct het rotatielichaam 180 en de turbineventilator 190 bedekt, en door het tweede deksel 126 dat het eerste deksel 124 bedekt, blijft geruis 25 dat wordt opgewekt door de turbineventilator 190 en het rotatielichaam 180 beperkt tot het inwendige van de zuig-borstelsamenstelling en wordt verhinderd om buiten de zuig-borstelsamenstelling te worden overgedragen.

Het samenstellichaam 130 omvat een ontvangstruimte 3 0 138 voor het rotatielichaam, dat is gedimensioneerd, gevormd en gemonteerd om het rotatielichaam 180 en een montage-uitsteeksel 140 voor het rotatielichaam te ontvangen.

Zoals wordt getoond in de figuren 4 en 5, is aan het montage-uitsteeksel 140 voor het rotatielichaam het rotatie-35 lichaam 180 roteerbaar gemonteerd, in de ontvangstruimte 138 voor het rotatielichaam. Lucht wordt naar binnen gezogen in de ontvangstruimte 138 voor het rotatielichaam door de eerste en tweede openingen 127 en 128.

1 028419 8

Wederom verwijzend naar fig. 4, is de turbine-ventilator 190 roteerbaar gemonteerd in een achterste deel van het samenstellichaam 130 en omvat een veelvoud van turbinebladen 192, die bij voorkeur zijn gekromd. Lucht die 5 naar binnen wordt gezogen door de zuiginlaat 136, botst met de turbinebladen 192 en doet daardoor de turbineventilator 190 draaien.

Een groef 154 is aangebracht aan beide zijden van het deel 150 dat het pad vormt. De groef 154 is gedimen-10 sioneerd, gevormd en aangebracht om een glijdend uitsteeksel 152 te ontvangen, dat is aangebracht aan het samenstellichaam 130, zodat het deel 150 dat het pad vormt, neerwaarts aan het samenstellichaam 130 is gemonteerd, zodat het in de groeven 154 glijdt. Het deel 150 dat het pad vormt, is voor de 15 turbineventilator 190 aangebracht om naar binnen gezogen lucht door de zuiginlaat 136 te geleiden in de turbineventilator 190. Omdat het luchtpad dat wordt bepaald door het deel 150 dat het pad vormt smaller wordt naar mate de afstand van de zuiginlaat 136 toeneemt, stroomt de naar binnen 20 gezogen lucht door het deel 150 dat het pad vormt met toenemende snelheid bij het naderen van de turbineventilator 190. De toegenomen snelheid van de luchtstroom tegen de turbineventilatorbladen 190 verschaft lucht met een verhoogd momentum, dat op zijn beurt een hoger rotatievermogen geeft 25 van de turbineventilator 190 als de luchtstroom botst op de bladen 190 van de turbineventilator. Een verhoogde luchtsnelheid zal echter een verhoogd ruisniveau veroorzaken. Het deel 150 dat het pad vormt heeft derhalve een geluid-absorberend deel 156 voor het monteren aan een bovenste deel daarvan van 30 een geluid-absorberend onderdeel 160. Verschillende gaten 158 zijn aangebracht aan een bodem van het montagedeel 156 voor . het geluid-absorberend onderdeel. De gaten 158 gaan door het zuigpad 134 (fig. 7) en verminderen ruis die naar buiten door het zuigpad 134 wordt uitgezonden.

35 Zoals wordt getoond in de figuren 4 en 5, omvat het rotatielichaam 180, dat roteerbaar is gemonteerd in het montage-uitsteeksel 140 voor het rotatielichaam, een montagedeel 184 voor een reinigingsdeel, dat losmaakbaar is ge- 1028419 9 monteerd aan het reinigingsdeel 182. Het reinigingsdeel is bij voorkeur uitgevoerd als een stof-absorberend materiaal, gewoonlijk bekend als een stofdoek. Het reinigingsdeel 182 roteert met het rotatielichaam 180 door aandrijfkracht die 5 daarop wordt overgebracht door de turbineventilator 190, en veegt daardoor stof van een oppervlak dat moet worden gereinigd.

Zoals wordt getoond in fig. 1, wordt een spleet 181 gevormd door het rotatielichaam 180 en het montage-10 uitsteeksel 140 voor het rotatielichaam. Uitwendige lucht die | in de ontvangstruimte 138 voor het rotatielichaam wordt ge zogen door de eerste en tweede openingen 127 en 128, die zijn aangebracht bij de eerste en tweede deksels 124 en 126, stroomt naar een deel aan de onderzijde van het samenstelli-15 chaam 130 door de spleet 181, en verhindert daardoor dat stof en andere kleine deeltjes zich daarin ophopen. Lucht die naar buiten stroomt naar het deel aan de onderzijde van het samen-stellichaam 130 wordt in de zuiginlaat 136 gezogen waar stof uit de lucht kan worden verzameld.

20 De vermogensoverbrenger 170 draagt koppel over, dat wil zeggen: aandrijfkracht gegenereerd door de rotatie van de turbineventilator 190 aan het rotatielichaam 180.

Zoals hierboven is vermeld, omvat de vermogensoverbrenger 170 een worm 172 met een centrale as rond welke de worm 172 25 draait. De worm 172 is coaxiaal met en vormt een verlenging van de rotatie-as van de turbineventilator 190. Spiraalvormige groeven die over de lengte van de worm 172 lopen, grijpen aan met tandwieltanden aan de omtrek van het wormwiel 174, dat is aangebracht aan een bovenste deel van het 30 rotatielichaam 180 en die overeenkomen met de spiraalvormige groeven in de worm 172. Hoewel de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding een worm en een wormwiel gebruikt, zullen gewone deskundigen in de techniek begrijpen dat verschillende constructies en werkwijzen voor vermogensoverdracht gebruikt 35 kunnen worden om de aandrijfkracht van de turbineventilator 190 over te brengen op het rotatielichaam 180.

Fig. 5 is een aanzicht in doorsnede van fig. 4, langs een lijn 5-5 die een constructie en werkwijze toont 1028419 10 voor het verhinderen dat stof in het rotatielichaam 180 stroomt.

Nu verwijzend naar fig. 5, stroomt de externe lucht, die naar binnen stroomt door de eerste en tweede openingen 5 127 en 128 (getoond in fig. 4), aangebracht in de eerste en tweede deksels 124 en 126 (fig. 4), in de ontvangstruimte 138 voor het rotatielichaam door een vacuüm in de ontvangstruimte 138 voor het rotatielichaam. De externe lucht die stroomt in de ontvangstruimte 138 voor het rotatielichaam, stroomt uit 10 naar het onderste deel van het samenstellichaam 130, gaat door de spleet 181 die wordt gevormd tussen het montage-uitsteeksel 140 voor het rotatielichaam en het wormwiel 174, tussen het montage-uitsteeksel 140 voor het rotatielichaam en het rotatielichaam 180 en tussen een bodemplaat 139 van de 15 ontvangstruimte 138 voor het rotatielichaam en het montage-deel 184 voor het reinigingsdeel. Omdat de richting van de luchtstroom door de ontvangstruimte 138 van het rotatielichaam is afgekeerd van de ringvormige ruimte tussen het rotatielichaam 180 en het montage-uitsteeksel 140 voor het 20 rotatielichaam, in de richting getoond door de pijlen 202, is het minder waarschijnlijk dat stof in de lucht zich ophoopt en de rotatie van het rotatielichaam verhindert. Dientengevolge kan het stof op het te reinigen oppervlak worden verhinderd om van het onderste deel van het samenstellichaam 130 25 naar het rotatielichaam 180, het wormwiel 174 en de worm 172 (fig. 4) door de spleet 181 te stromen. Daardoor kan het rotatielichaam 180 soepel draaien. Reinigingsefficiëntie en doeltreffendheid van de stofzuiger is verbeterd.

De figuren 6 en 7 zijn aanzichten in doorsnede van 30 het deel 150 dat het pad vormt van fig. 4. Fig. 6 is een aanzicht in doorsnede van het deel dat het pad vormt, langs snijlijnen 6-6 in fig. 4. Fig. 7 is een aanzicht in doorsnede langs snijlijnen 7-7 in fig. 4.

Het zuigpad 134, dat de lucht geleidt die door 35 zuiginlaat 136 naar binnen is gezogen (fig. 4) naar de tur-bineventilator 190, wordt bepaald door een paddeel 161 dat is aangebracht in het deel 150 voor het vormen van het pad. Het paddeel 161 omvat een bovenste deel 164 dat een bovenste deel 1028419 11 vormt van het zuigpad 134, een zijdeel 166 dat een zijdeel vormt van het zuigpad 134, en een bodemplaat 162 van het samenstellichaam 130, dat de bodem vormt van het zuigpad 134. Het bovenste deel 164 is voorzien van de voornoemde gaten 5 158. Het voornoemde geluid-absorberende deel 160 is ge monteerd aan een bovenoppervlak van het bovenste deel 164 dat is voorzien van de gaten 158.

Geruis dat wordt opgewekt door de turbineventilator 190 en andere delen, wordt overgedragen langs het zuigpad 134 10 en uitgestoten naar buiten door de zuiginlaat 136. De gaten 158 aangebracht aan het bovenste deel 164, veranderen de luchtdruk binnen het zuigpad 134. Derhalve wordt geruis geabsorbeerd door het geluid-absorberende deel 160 door de gaten 158.

15 Hoewel het geluid-absorberende deel 160 wordt ge bruikt in de voorkeursuitvoeringsvorm, elimineert een alternatieve uitvoeringsvorm het geluid-absorberende deel 160 en gebruikt slechts de gaten 158 om geluid te dempen. Bovendien kunnen de gaten 158 zijn aangebracht aan het zijdeel 166 of 20 de bodemplaat 162 van het samenstellichaam 130, in tegenstelling tot het bovenste deel 164.

Fig. 8 toont de condities voor een experiment voor het verifiëren van een geluid-verminderend effect, het geluid van hoge frequentie, van de zuigborstelsamenstelling, en fig. 25 9 is een gegevensgrafiek die de experimentele resultaten toont van fig. 8.

Met verwijzing naar fig. 8, wordt de stofzuiger aangedreven met de zuigborstelsamenstelling verwijderd van het te reinigen oppervlak op een afstand van ongeveer 100 mm, en 30 een geluidsdruk wordt gemeten op een afstand van ongeveer 1000 mm van de zuigborstelsamenstelling. Als onderdelen van het experiment, worden gebruikt een zuigborstelsamenstelling C zonder de gaten 158, een zuigborstelsamenstelling R1 met het veelvoud van gaten 158 bij het bovenste deel 164, en een 35 zuigborstelsamenstelling R2 met het veelvoud van gaten 158 bij het bovenste deel 164 en het geluid-absorberende deel 160 bij het bovenoppervlak van het bovenste deel 164. Een diameter van het gat 158 is ongeveer 2,3 mm, en het aantal 1 0284 19 12 gaten 158 dat in deze uitvoeringsvorm wordt gebruikt, is 30.

Fig. 9 toont een weergave van uitgaand geruisniveau als een functie van frequentie. Zoals getoond, geeft de horizontale as een frequentie aan van het geruis dat wordt opge-5 wekt door de zuigborstelsamenstelling. De verticale as geeft de geluidsdruk aan in overeenstemming met de frequentie. Eenheden voor ruisfrequentie en de geluidsdruk van de ruis zijn respectievelijk Hz (hertz) en dB (decibels).

Experimentele resultaten worden getoond in de 10 volgende tabel.

Voorbeelden _Piekruis van zuigborstelsamenstelling_ Totale ruis _ 2113 Hz (P1) 4216 Hz (P2) 6336Hz(P3)__

_C__68,2 dB__67,2 dB__67,2 dB__73,0 dB

_Rl__57,9 dB__55,8 dB__63,2 dB__70,0 dB

R2 57,5 dB 55,6 dB 60,0 dB 69,6 dB

De piekruis in de bovenstaande tabel heeft betrekking op een relatief hogere waarde (meestal meer dan 7 dB) 15 dan de randfrequentie. Geluiden van piekruis zijn over het algemeen het meest hinderlijk voor een gebruiker. De piekruis die is geïllustreerd als Pl, P2 en P3 in fig. 6A is aanzienlijk verminderd in het voorbeeld Rl, dat slechts is voorzien van de gaten 158. In het voorbeeld R2, dat is voorzien 20 van het extra geluid-absorberende deel 160 bij het bovenste deel 164 met de gaten 158, is de piekruis sterker verminderd.

Het totale ruisniveau in de bovengenoemde tabel verwijst naar een geïntegreerde waarde van het gehele frequen-tiegebied getoond in fig. 9. In het voorbeeld Rl, met slechts 25 de gaten 158, is de totale ruis verminderd met ongeveer 3 dB. In het voorbeeld R2, dat gebruik maakt van het geluid-absorberende deel 160 en de gaten 158, is het geluid-verminderend effect verbeterd.

Derhalve, door het verschaffen van de gaten 158 in 30 het zuigpad 134, kan het geruis van de zuigborstelsamenstelling worden verminderd. Geruis wordt zelfs verder verminderd door het verschaffen van het geluid-absorberende deel 160. Het geruis van hoge frequentie, in het bijzonder de 1028419 13 piekruis in het hoge frequentiegebied, waar gebruikers gevoeliger op reageren, is duidelijker verminderd.

Zoals begrepen kan worden uit de beschrijving hierboven, met de zuigborstelsamenstelling volgens een uit-5 voeringsvorm van de onderhavige uitvinding, en de stofzuiger die daarvan is voorzien, stroomt de uitwendige lucht, die in de ontvangstruimte 138 voor het rotatielichaam wordt geleid door de openingen 127 en 128 aangebracht op de deksels 124 en 126, uit naar het onderste deel van het samenstellichaam 130 10 door de spleet 181 die wordt gevormd tussen het rotatielichaam 180 en montage-uitsteeksel 140 voor het rotatielichaam. Derhalve kan worden verhinderd dat het stof van het te reinigen oppervlak in het rotatielichaam 180 en de vermogensover-brenger 170 stroomt. Als gevolg daarvan wordt de werking van 15 het rotatielichaam 180 soepel uitgevoerd, en verbetert daardoor de doelmatigheid van het reinigingswerk.

Bovendien, door toepassing van de gaten 158 in het zuigpad 134, en het geluid-absorberende deel 160 boven de gaten 158, kan het geruis dat wordt opgewekt door de zuig-20 borstelsamenstelling, in het bijzonder de piekruis in het hoogfrequente gebied, die zeer onaangenaam is voor de gebruiker , worden verminderd.

Hoewel de uitvinding is getoond en beschreven met verwijzing naar bepaalde uitvoeringsvormen daarvan, zal het 25 voor deskundigen in de techniek duidelijk zijn dat verschillende wijzigingen in vorm en detail daaraan kunnen worden aangebracht zonder af te wijken van de geest en reikwijdte van de uitvinding zoals die wordt gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies.

1028419

Claims (9)

1. Zuigborstelsamenstelling voorzien van: samenstellichaam met een zuiginlaat, waardoor lucht van een oppervlak dat wordt gereinigd, naar binnen wordt gezogen; 5 een deksel, verbonden met het samenstellichaam en voorzien van ten minste één opening waardoor lucht in het samenstellichaam naar binnen kan worden gezogen; en een rotatielichaam, roteerbaar gemonteerd aan het samenstellichaam en waaraan een afneembaar reinigingsdeel aan 10 het onderste deel daarvan is gemonteerd, waarbij het genoemde afneembare reinigingsdeel in contact is met een oppervlak dat wordt gereinigd; en waardoor externe lucht die door ten minste één opening naar binnen wordt gezogen, uitstroomt naar een lager 15 deel van het samenstellichaam door een spleet die wordt gevormd tussen het rotatielichaam en het samenstellichaam.

2. Zuigborstelsamenstelling volgens conclusie 1, verder voorzien van: een turbineventilator die draaibaar is gemonteerd 20 aan het samenstellichaam; en een vermogensoverbrenging die werkend is gekoppeld aan de turbineventilator om een aandrijfkracht over te brengen op het rotatielichaam.

3. Zuigborstelsamenstelling volgens conclusie 2, 25 waarin de vermogensoverbrenging is voorzien van: een worm, coaxiaal gevormd met de turbineventilator; en een wormwiel, werkend in aangrijping met de genoemde worm.

4. Zuigborstelsamenstelling volgens conclusie 1, waarin het deksel is voorzien van: een eerste inwendig deksel dat is verbonden met het samenstellichaam om het rotatielichaam te bedekken; en een tweede deksel dat is geplaatst boven het eerste 35 deksel en is verbonden met het samenstellichaam; 1028419 waarbij respectievelijk de genoemde eerste en tweede deksels zijn voorzien van een opening.

5. Zuigborstelsamenstelling voorzien van: een samenstellichaam met een zuiginlaat voor het 5 naar binnen zuigen van lucht op een oppervlak dat wordt gereinigd; een deksel verbonden met het samenstellichaam; een turbineventilator, draaibaar gemonteerd aan het samenstellichaam; 10 een zuigpad, dat naar binnen gezogen lucht geleidt door de zuiginlaat naar de turbineventilator; en een paddeel dat het zuigpad bepaalt en is voorzien van een veelvoud van gaten.

6. Zuigborstelsamenstelling volgens conclusie 5, 15 waarin het paddeel is voorzien van: een bovenste deel dat een bovendeel vormt van het zuigpad, en de gaten zijn aangebracht op het bovenste deel.

7. Zuigborstelsamenstelling volgens conclusie 6, waarin een geluid-absorberend deel is aangebracht op het 20 bovenste oppervlak in het bovenste deel.

8. Stofzuiger voorzien van: een stofzuigerlichaam dat daarin een generator voor zuigkracht omvat; een slangverlenging die is verbonden met het zuig-25 lichaam, in vloeiende verbinding met de generator van de zuigkracht; en een zuigborstelsamenstelling verbonden met de slangverlenging en die werkt om stof naar binnen te zuigen van een oppervlak dat wordt gereinigd; 30 waarbij de genoemde zuigborstelsamenstelling omvat: een samenstellichaam met een zuiginlaat voor het naar binnen zuigen van stof van een oppervlak dat wordt gereinigd; een deksel dat is verbonden met het samen-35 stellichaam; een turbineventilator die draaibaar is gemonteerd aan het samenstellichaam; een zuigpad voor het geleiden van lucht die naar 1 0 2 84 19 binnen wordt gezogen door de zuiginlaat naar de turbine-ventilator; en een paddeel dat het zuigpad bepaalt en is voorzien van een veelvoud van gaten.

9. Stofzuiger volgens conclusie 8, waarin het pad deel is voorzien van: een bovenste deel dat een bovendeel vormt van het zuigpad, waarbij de gaten zijn aangebracht op het bovenste deel; en 10 een geluid-absorberend deel is aangebracht op het bovenoppervlak van het bovenste deel. 1028419