NL1028293C1 - Schokbreker met elektronische verstelling. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Schokbreker met elektronische verstelling.

5 De uitvinding heeft betrekking op een schokbreker voor gebruik in voertuigen, in het bijzonder voor een motorfiets.

Bijvoorbeeld NL-C-1016147 toont een schokbreker voor een motorfiets die op bekende wijze is opgebouwd uit een demperzuiger-cilindersysteem en een zich daaromheen uitstrekkende schroefveer. Aan 10 de boven- en onderzijde van het systeem zijn bevestigingsogen voorzien. De voorspanning van de schroefveer kan worden bijgesteld met een zogenaamde "PreLoad Adjuster". Hiertoe steunt de schroefveer met zijn bovenzijde af tegen een veerschotel die in axiale richting van de schokbreker op en neer verplaatsbaar is door middel van een 15 hydraulisch werkend stelsel. Het hydraulisch werkende stelsel omvat een op de veerschotel aangrijpend ringvormig verplaatsingszuiger-cilindersysteem waarvan de druk kan worden gevarieerd door middel van een bedieningsorgaan. Het bedieningsorgaan omvat een zijdelings van het demperzuiger-cilindersysteem gemonteerd stuurzuiger-20 cilindersysteem waarvan de positie van de stuurzuiger daarin handmatig kan worden versteld door middel van een draaiknop met schroefspindel. Aldus kan de druk in het stuurzuiger-cilindersysteem gevarieerd worden en kan de positie van de veerschotel in axiale richting overeenkomstig veranderd worden.

25 Nadelig hierbij is dat de verstelling te wensen over laat. De verstelling vindt handmatig plaats, waarbij in de praktijk gebleken is dat het relatief zwaar is om de draaiknop te verdraaien. Verder dient de verstelling bij stilstand van de motorfiets te worden uitgevoerd. Aanpassing tijdens het rijden is onverantwoord. Indien 30 meer dan één schokbreker van dit type op hetzelfde voertuig wordt toegepast, dan is het niet eenvoudig om voor elk daarvan een gewenste verstelling exact gelijk af te regelen. Dit kan leiden tot onderlinge afwijkingen, met nadelige gevolgen voor het rijgedrag en het rij comfort.

35 De onderhavige uitvinding heeft tot doel de bovengenoemde nadelen ten minste gedeeltelijk te ondervangen, dan wel een bruikbaar 1028293 2 alternatief te verschaffen. In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een gebruiksvriendelijke schokbreker te verschaffen waarvan de dempingeigenschappen en karakteristieken snel en eenvoudig aangepast kunnen worden.

5 Dit doel wordt bereikt door een schokbreker volgens conclusie 1.

Hierbij omvat de schokbreker een hydraulische dempercilinder met een daarin verplaatsbare demperzuiger. Met de demperzuiger is een zuigerstang verbonden. Aan de vrije einden van de dempercilinder en de zuigerstang zijn montagedelen voorzien. Nabij de montagedelen zijn 10 eerste en tweede veerbases met een daartussen opgesloten drukveer voorzien. In de zuigerstang van de demperzuiger is een doorstromingskanaal voorzien dat zich uitstrekt tussen kamers in de dempercilinder aan weerszijden van de demperzuiger, en dat daartussen een stromingsverbinding kan vormen. In het doorstromingskanaal is een 15 instelbaar kleplichaam voorzien waarvan de positie in het doorstromingskanaal kan worden versteld door een aanstuurbare elektromotor voor het verstellen van de positie van het kleplichaam in het doorstromingskanaal. Aldus verschaft de positieverstelling van het kleplichaam middels de elektromotor een snelle en efficiënte 20 wijze om het doorstromingskanaal in de zuigerstang in meer of mindere mate af te sluiten en aldus de dempingeigenschappen aan te passen. De opstelling van het kleplichaam in een holling in de zuigerstang is constructief eenvoudig en maakt het geheel met voordeel compact.

In het bijzonder is het kleplichaam ingericht voor samenwerking 25 met een schroefspindel die op zijn beurt roterend aandrijfbaar verbonden is met de elektromotor. Dit maakt het mogelijk om de positie van het kleplichaam nauwkeurig en snel te verstellen.

Meer in het bijzonder omvat het kleplichaam een naaldafsluiter die zich ten minste gedeeltelijk in het doorstromingskanaal 30 uitstrekt, en waarvan de axiale positie instelbaar is door middel van de elektromotor. In het doorstromingskanaal is hierbij aan de zijde van het vrije einde van de naaldafsluiter een zitting voorzien waartegen de naaldafsluiter afdichtend aan kan liggen teneinde het doorstromingskanaal af te sluiten, dan wel ten opzichte waarvan de 35 naaldafsluiter het doorstromingskanaal in meer of mindere mate kan afsluiten. De naaldafsluiter kan zich met voordeel tot nabij het ondereinde van de zuigerstang uitstrekken, zodat aldaar de elektromotor kan worden voorzien.

1-0,2 8293_ 3

In een voordelige uitvoeringsvorm is de naaldafsluiter aan de zijde van de elektromotor voorzien van een deel met een dwarsdoorsnede die kleiner is dan de grootste dwarsdoorsnede van de naaldafsluiter. Het verjongde deel wordt bijvoorbeeld gevormd door 5 een met het ondereinde van de naaldafsluiter verbonden stift. Bij drukopbouw in het doorstromingskanaal ontstaat hierdoor een verlaging van de resultante kracht op de naaldafsluiter, waardoor kan worden volstaan met een minder sterke elektromotor, dan wel waardoor de verstelt!jd kan worden verkort.

10 In een verdere uitvoeringsvorm wordt het doorstromingskanaal aan de zijde van het vrije einde van de zuigerstang begrensd door een terugslagklep voor het tijdens een ingaande beweging van de demperzuiger in de dempercilinder in hoofdzaak afsluiten van het doorstromingskanaal en het tijdens een uitgaande beweging van de 15 demperzuiger in de dempercilinder openen van het doorstromingskanaal. Dit voorkomt dat het kleplichaam bij drukopbouw in de dempercilinder tijdens de ingaande beweging te hard tegen de elektromotor gaat drukken. Dit is bijvoorbeeld een probleem bij toepassing van een stappenmotor als elektromotor, omdat deze bij een te hoge druk van 20 het kleplichaam versteld kan worden en dan niet meer in de juiste stand staat. Daarnaast maakt de terugslagklep het mogelijk om bij de uitvoeringsvorm met de naaldafsluiter een relatief geringe verjonging aan het ondereinde van de naaldafsluiter te voorzien. Deze verjonging mag namelijk niet te groot zijn omdat anders de naaldafsluiter 25 tijdens de uitgaande beweging tegen zijn zitting kan worden gezogen en aldus het doorstromingskanaal ongewenst af kan sluiten.

In een bijzondere uitvoeringsvorm is verder een hydraulisch werkend stelsel voorzien voor het verstellen van de axiale positie van ten minste één van de veerbases ten opzichte van het bijbehorende 30 montagedeel. Het hydraulisch werkende stelsel omvat hierbij een stuurcilinder met een stuurkamer en een daarin verplaatsbare stuurzuiger, alsmede een stelkamer waarin een met de nabij gelegen veerbasis samenwerkende stelzuiger axiaal verplaatsbaar is. De stuurkamer staat aan één einde hydraulisch in verbinding met de 35 stelkamer. Er zijn drukmiddelen voorzien voor het op de aan de tegenover de hydraulische verbinding met de stelkamer liggende zijde van de stuurzuiger uitoefenen van een druk die groter is dan de omgevingsdruk. Hierdoor kan met voordeel de benodigde kracht voor het 1028293_ 4 verstellen van ten minste één van de veerbases gereduceerd worden en/of de versteltijd verkort worden.

In het bijzonder is de van drukmiddelen afkomstige druk gerelateerd aan de druk die ten gevolge van de minimale voorspanning 5 in de drukveer optreedt in het dempingmedium. Meer in het bijzonder zijn de drukmiddelen ingericht voor het afgeven van een druk die groter is dan 5 bar.

In een voordelige uitvoeringsvorm is een separate gaskamer voorzien die in verbinding staat met de stuurkamer aan de tegenover 10 de hydraulische verbinding met de stelkamer liggende zijde. In de gaskamer bevindt zich een onder druk staand gasvolume. De hoogte van de gasdruk wordt hierbij gerelateerd aan de druk die ten gevolge van de minimale veervoorspanning in het werkmedium van het hydraulische stelsel optreedt.

15 De drukmiddelen kunnen worden toegepast in samenhang met een handmatige bedieningsmogelijkheid, bijvoorbeeld middels een draaiknopverstelling zoals bij de stand van de techniek. In een voorkeursuitvoeringsvorm worden de drukmiddelen toegepast bij een schokbreker waarbij het hydraulisch werkende stelsel verder een 20 aanstuurbare elektromotor omvat voor het verstellen van de axiale positie van de stuurzuiger. Met voordeel is het nu mogelijk om de voorspanning van de schroefveer en daardoor de hoogte van de schokbreker in ingeveerde toestand elektronisch te verstellen door geschikte stroomvoorziening aan de elektromotor. Dit kan zowel 25 tijdens stilstand als tijdens rijden gebeuren, en maakt het aldus mogelijk om de dempingeigenschappen en karakteristieken van de schokbreker op elk gewenst moment aan te passen, bijvoorbeeld door middel van een schakelaar op het stuur van een motorfiets waarop de schokbreker is toegepast. De drukmiddelen zorgen er hierbij met 30 voordeel voor dat het benodigde vermogen van de elektromotor gereduceerd wordt en/of de versteltijd verkort wordt. Het reduceren van het benodigde vermogen is met name van belang voor de toepassing op motorfietsen, omdat deze een relatief lichte accu als voedingsbron hebben.

35 Verdere voorkeursuitvoeringsvormen zijn vastgelegd in de onderconclusies.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een motorfiets volgens conclusie 19.

1 028293 _ 5

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin:

Fig. 1 een aanzicht is in perspectief gedeeltelijk in doorsnede van een voorkeursuitvoeringsvorm van de schokbreker voor een 5 motorfiets volgens de uitvinding;

Fig. 2 een onderaanzicht is van fig. 1;

Fig. 3 een aanzicht is in doorsnede over de lijn III-III in fig.

1;

Fig. 4 een aanzicht is in doorsnede over de lijn IV-IV in fig.

10 2;

Fig. 5 een deelaanzicht is van fig. 4 op vergrote schaal;

Fig. 6 een deelaanzicht is van fig. 5 op vergrote schaal;

Fig. 7 een variant toont van fig. 1; en

Fig. 8 een deelaanzicht is van fig. 7 op vergrote schaal.

15 De schokbreker is in fig. 1-6 in zijn geheel aangeduid met het verwijzingcijfer 1, en omvat een met olie gevulde dempercilinder 2 en een daarin verplaatsbare demperzuiger 3. De demperzuiger 3 is gemonteerd op het uiteinde van een zuigerstang 4. Aan de beide uiteinden van de dempercilinder 2 en de zuigerstang 4 zijn 20 montagedelen 5 voorzien die hier worden gevormd door montageogen met lagering daarin. Tussen de montagedelen 5 zijn een ondergelegen veerbasis 6 en een bovengelegen veerbasis 7 voorzien waartegen een schroefveer 8 afsteunt. De ondergelegen veerbasis 6 is naar beneden toe begrensd ten opzichte van het ondergelegen montagedeel 5.

25 De bovengelegen veerbasis 7 is verbonden met het ondereinde van een ringvormige stelzuiger 10 die op en neer verplaatsbaar is opgenomen in een stelkamer 11. De stelkamer 11 wordt begrensd door een cilindrisch behuizingdeel 12 dat verbonden is met de buitenomtrekswand van de dempercilinder 2. De stelzuiger 10 en de 30 buitenomtrekswand van de dempercilinder 2~zijn voorzien van uitstekende randdelen 15 die tezamen voorkomen dat de stelzuiger 10 te ver uit de stelkamer 11 kan schieten.

De stelzuiger 10 en de stelkamer 11 maken deel uit van een hydraulisch werkend stelsel waarbinnen de druk kan worden veranderd 35 teneinde de stelzuiger 10 in de stelkamer 11 te verplaatsen, en overeenkomstig de positie van de veerbasis 7 naar boven of beneden bij te stellen. Het hydraulisch werkende stelsel omvat hiertoe verder een stuurcilinder 16 die een stuurkamer 16a begrenst, een daarin 1 028293 __ 6 verplaatsbare stuurzuiger 17 en een elektromotor 18 voor het in axiale richting verplaatsen van de stuurzuiger 17. Deze onderdelen zijn ondergebracht in een behuizingdeel 20 dat aansluit op het behuizingdeel 12 en dat in fig. 1 voor een deel transparant is 5 weergegeven. De werking van de stuurcilinder 16, de stuurzuiger 17 en de elektromotor 18 zal nu nader worden toegelicht aan de hand van fig. 3.

De stuurzuiger 17 kan in axiale richting heen en weer worden verschoven in de stuurkamer 16a, en is daarbij tegen verdraaien 10 begrensd door wanddelen van de stuurcilinder 16. De stuurzuiger 17 is voorzien van een van binnendraad voorziene boring 23 waarin een schroefspindel 24 geschroefd is. De schroefspindel 24 kan worden aangedreven door de elektromotor 18, en zorgt er dan voor dat de stuurzuiger 17 zich in axiale richting verplaatst. De stuurkamer 16a 15 staat aan de linkerzijde van de stuurzuiger 17 hydraulisch in verbinding met de stelkamer 11 via een verder niet getoond doorstromingskanaal.

Aan de rechterzijde van de stuurzuiger 17 heerst in de stuurkamer 16a een gasdruk die gerelateerd is aan de druk die ten 20 gevolge van de minimale voorspanning van de schroefveer 8 in het hydraulische stelsel optreedt. Deze druk is ten minste groter dan de omgevingsdruk. In de verder onbelaste toestand van de schokbreker 1 is de gasdruk ingesteld op een waarde die groter is dan 5 bar, en meer in het bijzonder groter is dan 8 bar. Deze druk draagt bij aan 25 het naar links verplaatsen van de stuurzuiger 17, en reduceert aldus het benodigde vermogen van de elektromotor 18 in het geval dat de veerbasis 7 naar beneden gedrukt dient te worden, dan wel verkort de tijd die benodigd is voor het naar beneden verstellen van de positie van de veerbasis 7.

30 Onder de stuurkamer 16a bevindt zich een gaskamer 27 die via een gleuf 28 in verbinding staat met het deel van de stuurkamer 16a rechts van de stuurzuiger 17. De gaskamer heeft een volume dat groter is dan de helft van het volume van de stuurkamer 16a. De gaskamer 27 is voorzien van een inlaatklep 29 voor het van buitenaf op druk 35 brengen van de gaskamer 27 met een hoeveelheid gas. Het onder druk staande gas kan zich niet mengen met het hydraulische medium, hier gevormd door olie, dat zich aan de andere kant van de stuurzuiger 17 in het hydraulische stelsel bevindt. De stuurzuiger 17 is hiertoe 1 02 82Q3__ 7 voorzien van een pakkingring 30. Verder zijn de stuurkamer 16a en de gaskamer 27 afgedicht aan de zijde van de elektromotor 18. De schroefspindel 24 is hiertoe verdraaibaar afdichtend gevoerd door een afsluitplaat met daarin opgenomen pakkingringen 33.

5 De elektromotor 18 wordt gevormd door een DC-motor, bijvoorbeeld een stappenmotor, die naar wens op afstand, bijvoorbeeld vanaf het stuur van de motorfiets kan worden aangestuurd met een bedieningschakelaar.

De dempercilinder 2 staat aan de bovenzijde via een 10 verbindingkanaal 40 in verbinding met een drukpot 41. De drukpot 41 is aan de linkerzijde afgesloten met een deksel 42 en staat aan de rechterzijde via een instelbaar kleplichaam 43 in meer of mindere mate in verbinding met de dempercilinder 2. In de drukpot 41 is een verplaatsbaar scheidingselement 44 opgenomen, dat hier wordt gevormd 15 door een zuigerlichaam. Het zuigerlichaam begrenst aan de linkerzijde een gasreservoir 45, dat ertoe dient om tijdens een inveerbeweging van de schokbreker 1, de door het volume van de zuigerstang 4 verdrongen olie op te vangen. De inveerbeweging wordt hierbij voor een deel in meer of mindere mate gedempt door de oliestroom van de 20 dempercilinder 2 naar de drukpot 41 te remmen door een geschikte instelling van het kleplichaam 43 in het verbindingkanaal 40. Verder is als overdrukbeveiliging een doorstromingskanaal 46 voorzien waarin een weerstand is ingebouwd middels veerplaten. Voor een terugstroming van de olie van de drukpot 41 naar de dempercilinder 2 is een 25 eenrichtingsklep voorzien die geen grote weerstand op de oliestroom in die richting uitoefent.

Het kleplichaam 43 wordt hier gevormd door een naaldafsluiter die zich gedeeltelijk in het verbindingkanaal 40 uitstrekt. De axiale positie van het kleplichaam 43 in het verbindingkanaal 40 is 30 instelbaar door middel van een schroefspindel die verdraaid kan worden door een elektromotor 47. De elektromotor.47 wordt gevormd door een stappenmotor die naar wens op afstand, bijvoorbeeld vanaf het stuur van de motorfiets kan worden aangestuurd met een bedieningschakelaar. Aldus kan de ingaande demping van de schokbreker 35 1 onafhankelijk van de uitgaande demping snel en efficiënt worden bijgesteld.

In de zuigerstang 4 is een doorstromingskanaal 55 voorzien dat zich uitstrekt tussen kamers boven en onder de demperzuiger 3. Het 1028293 _________ 8 doorstromingskanaal 55 strekt zich hierbij van boven naar beneden toe uit, mondt met zijn vrije uiteinde uit aan de ene zijde van de demperzuiger 3., en is voorzien van een aftakking 55a die uitmondt aan de andere zijde van de demperzuiger 3. In het doorstromingskanaal 55 5 is een instelbaar kleplichaam 56 voorzien via welke het doorstromingskanaal 55 in meer of mindere mate kan worden vrijgegeven. Het kleplichaam 56 omvat een naaldafsluiter die zich in het doorstromingskanaal 55 uitstrekt. De axiale positie van de naaldafsluiter is instelbaar ten opzichte van een klepzitting 57 door 10 middel van een schroefspindel die verdraaid kan worden door een elektromotor 59. De elektromotor 59 wordt gevormd door een DC-stappenmotor die naar wens op afstand, bijvoorbeeld vanaf het stuur van de motorfiets kan worden aangestuurd met een bedieningschakelaar.

De demperzuiger 3 is voorzien van doorstromingskanalen waarin op 15 bekende wijze een weerstand kan zijn ingebouwd middels veerplaten. Tezamen met het doorstromingskanaal 55 in de zuigerstang 4 kan zich aldus olie van de ene naar de andere zijde van de demperzuiger 3 verplaatsen indien de schokbreker 1 in- of uitveert. De uitgaande demping van de schokbreker 1 samen met een fractie van de ingaande 20 demping kan nu snel en efficiënt worden bijgesteld door de axiale positie van het kleplichaam 56 in het doorstromingskanaal 55 aan te passen door een geschikte aansturing van de elektromotor 59.

Aan de onderzijde van het kleplichaam 56 is een stift 60 voorzien die een kleinere diameter heeft dan de grootste diameter van 25 het kleplichaam 56. De onder druk staande olie in de dempercilinder 2 komt via het doorstromingskanaal 55 ook terecht aan de onderzijde van het kleplichaam 56. Door de aanwezigheid van de stift 60 is het effectieve oppervlak aan de onderzijde van het kleplichaam 56 waarop de olie een druk naar boven toe kan uitoefenen kleiner dan het 30 effectieve oppervlak aan de bovenzijde van het kleplichaam 56 waarop de olie een druk naar beneden toe kan uitoefenen. Hierdoor ontstaat een resultante kracht op het kleplichaam 56 die naar beneden toe gericht is en aldus met voordeel voorkomt dat de naaldafsluiter naar boven toe uit het doorstromingskanaal 55 schiet. De opwaartse druk op 35 de onderzijde van het kleplichaam 56 draagt met voordeel bij aan het gemakkelijker verplaatsen van het kleplichaam 56, en reduceert aldus het benodigde vermogen van de elektromotor 59 in het geval dat het kleplichaam 56 versteld dient te worden, dan wel verkort de tijd die 1 02 8293 t 9 benodigd is voor het verstellen van de positie van het kleplichaam 56.

In fig. 7 en 8 is een variant getoond, waarbij gelijke onderdelen zijn aangeduid met dezelfde verwijzingscijfers. Het 5 verschil is nu dat een borgelement 70 op het vrije einde van de zuigerstang 4 geschroefd is, in welk borgelement 70 een terugslagklep 71 is opgenomen. De terugslagklep 71 wordt hierbij gevormd door een naar boven toe beweegbare ring die naar boven toe begrensd wordt door een (sinus-)veerorgaan 72 dat op zijn beurt begrensd wordt door een 10 bevestigingsbout 73 die in een holling in het borgelement 70 geschroefd is. Het doorstromingskanaal 55 in de zuigerstang 4 zet zich voort in het borgelement 70, alwaar één of meerdere boringen 74 zijn voorzien die uitmonden aan de onderzijde van de terugslagklep 71.

15 Aldus wordt het doorstromingskanaal 55 aan zijn vrije einde begrensd door de terugslagklep 71. De terugslagklep 71 opent makkelijk tijdens een reboundbeweging zodat de olie er makkelijk doorheen kan stromen. Tijdens een bumpbeweging sluit de terugslagklep 71 waardoor er geen olie doorheen kan. Op deze manier zijn tijdens de 20 ingaande beweging van de demperzuiger 3 de drukken op de naaldafsluiter en daardoor op de elektromotor 59 niet zo hoog. De elektromotor 59 verstelt hierdoor niet meer ongewenst, en er kan met voordeel een stift 60 met een iets grotere diameter worden toegepast. Dit laatste voorkomt met voordeel dat de naaldafsluiter tijdens de 25 uitgaande beweging in zijn klepzitting 57 gezogen wordt en daarmee deze doorstroming onbedoeld af zou sluiten.

Naast de getoonde uitvoeringsvorm zijn vele varianten mogelijk.

Zo kunnen andersoortige kleplichamen gebruikt worden waarvan de positie met behulp van een elektromotor versteld kan worden. Ook de 30 terugslagklep kan andersvormig worden uitgevoerd. Zo kan bijvoorbeeld het veerorgaan geïntegreerd worden in de terugslagklep of zelfs achterwege blijven. In plaats van gasdruk kunnen de drukmiddelen ook een veerelement omvatten dat aanligt tegen de stuurzuiger. In plaats van schroefspindels kunnen ook andersoortige overbrengingen worden 35 voorzien tussen de elektromotoren en de stuurzuiger resp. de kleplichamen. De schroefspindel kan verbonden worden met de elektromotor, maar kan ook rechtstreeks de uitgaande as van de elektromotor vormen. De elektromotoren kunnen rechtstreeks via door 1028293_ ______ 10 de bestuurder bedienbare schakelaars al dan niet van stroom worden voorzien vanuit de voertuigaccu. Het is echter ook mogelijk om een geautomatiseerd besturingsysteem met sensoren te voorzien voor het aansturen van de elektromotoren. De drukmiddelen, de aansturing met 5 dé elektromotor van de positie van de stuurzuiger voor het instellen van de veervoorspanning, de aansturing met de elektromotor van de positie van het kleplichaam in het verbindingskanaal naar de drukpot voor het instellen van de ingaande demping, en de aansturing met de elektromotor van de positie van het kleplichaam in het 10 doorstromingskanaal door de zuigerstang voor het verstellen van de uitgaande demping, kunnen ook los van elkaar voor een schokbreker worden toegepast. Dat wil zeggen dat dan de andere niet of op een andere wijze instelbaar kunnen zijn. Bij voorkeur worden de drie instelmogelijkheden in combinatie met elkaar toegepast, waardoor een 15 meervoudig instelbare schokbreker wordt verschaft die betrouwbaar is in het gebruik en waarvan de eigenschappen naar wens geautomatiseerd of handmatig door een bestuurder kunnen worden aangepast in afhankelijkheid van de gegeven gebruiksomstandigheden.

20 25 1028293

Claims (19)

1. Schokbreker voor gebruik in voertuigen, in het bijzonder voor een motorfiets, omvattende: 5. een hydraulische dempercilinder (2) met een dempingmedium en een in de dempercilinder (2) verplaatsbare demperzuiger (3); - een met de demperzuiger (3) verbonden zuigerstang (4) ; - aan de vrije einden van de dempercilinder (2) en de zuigerstang (4) voorziene montagedelen (5) ; 10. nabij de montagedelen (5) voorziene eerste en tweede veerbases (6, 7. met een daartussen opgesloten drukveer (8) ; - een in de zuigerstang (4) van de demperzuiger (3) voorzien doorstromingskanaal (55) dat zich uitstrekt tussen kamers in de dempercilinder (2) aan weerszijden van de demperzuiger (3); 15. een in het doorstromingskanaal (55) voorzien instelbaar kleplichaam (56); en - een aanstuurbare elektromotor (59) voor het verstellen van de positie van het kleplichaam (56) in het doorstromingskanaal (55).

2. Schokbreker volgens conclusie 1, waarbij het kleplichaam (56) is ingericht voor samenwerking met een schroefspindel die op zijn beurt roterend aandrijfbaar verbonden is met de elektromotor (59), dan wel daarvan de uitgaande as vormt.

3. Schokbreker volgens conclusie 1 of 2, waarbij het kleplichaam (56) een naaldafsluiter omvat die zich ten minste gedeeltelijk in het doorstromingskanaal (55) uitstrekt, en waarvan de axiale positie instelbaar is door middel van de elektromotor (59).

4. Schokbreker volgens conclusie 3, waarbij de naaldafsluiter aan de zijde van de elektromotor (59) een verjonging omvat, in het bijzonder een met het ondereinde van de naaldafsluiter verbonden stift met een diameter die kleiner is dan de grootste diameter van de naaldafsluiter. 35

5. Schokbreker volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het doorstromingskanaal (55) aan de zijde van het vrije einde van de zuigerstang (4) begrensd wordt door een terugslagklep (71) voor het 1028293___________ tijdens een ingaande beweging van de demperzuiger (3) in de dempercilinder (2) in hoofdzaak afsluiten van het doorstromingskanaal (55) en het tijdens een uitgaande beweging van de demperzuiger (3) in de dempercilinder (2) openen van het doorstromingskanaal (55). 5

6. Schokbreker volgens conclusie 5, waarbij de terugslagklep (71) voorzien is in een borgelement (70) dat met het vrije einde van de zuigerstang (4) verbonden is, in het bijzonder losmaakbaar middels een schroefverbinding. 10

7. Schokbreker volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de elektromotor (18) een DC-motor is.

8. Schokbreker volgens conclusie 7, waarbij de elektromotor (18) 15 een stappenmotor is.

9. Schokbreker volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende: - een hydraulisch werkend stelsel voor het verstellen van de axiale 20 positie van ten minste één van de veerbases (7) ten opzichte van het bijbehorende montagedeel (5); waarbij het hydraulisch werkende stelsel een stelkamer (11) met daarin een met de nabij gelegen veerbasis (7) samenwerkende axiaal verplaatsbare stelzuiger (10), en een stuurcilinder (16) met een 25 stuurkamer (16a) en een daarin verplaatsbare stuurzuiger (17) omvat, en waarbij de stuurkamer (16a) aan één einde hydraulisch in verbinding staat met de stelkamer (11), en waarbij drukmiddelen zijn voorzien voor het op de aan de tegenover de hydraulische verbinding met de stelkamer (11) liggende zijde van de 30 stuurzuiger (17) uitoefenen van een druk die groter is dan de omgevingsdruk.

10. Schokbreker volgens conclusie 9, waarbij de drukmiddelen zijn ingericht voor het op de aan de tegenover de hydraulische verbinding 35 met de stelkamer (11) liggende zijde van de stuurzuiger (17) uitoefenen van een druk die groter is dan 5 bar. 1028293

11. Schokbreker volgens één van de conclusies 9-10, waarbij de drukmiddelen een gaskamer (27) met daarin een onder druk staand gasvolume omvatten, waarbij de stuurkamer (16a) aan de tegenover de hydraulische verbinding met de stelkamer (11) liggende zijde in 5 verbinding staat met de gaskamer (27).

12. Schokbreker volgens conclusie 11, waarbij de gaskamer (27) voorzien is van een inlaatklep (29) voor het van buitenaf op druk brengen van de gaskamer (27). 10

13. Schokbreker volgens één van de conclusies 9-12, waarbij de gaskamer (27) een volume heeft dat groter is dan de helft van het volume van de stuurkamer (16a).

14. Schokbreker volgens één van de conclusies 9-13, waarbij het hydraulisch werkende stelsel een aanstuurbare elektromotor (18) omvat voor het verstellen van de axiale positie van de stuurzuiger (17).

15. Schokbreker volgens één van de conclusies 9-14, waarbij de 20 stuurzuiger (17) in hoofdzaak onverdraaibaar is ondergebracht in de stuurkamer (16a), en voorzien is van een holling met binnenschroefdraad (23) voor samenwerking met een schroefspindel (24) die op zijn beurt roterend aandrijfbaar verbonden is met de elektromotor (18). 25

16. Schokbreker volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende: - een aan één einde afgesloten drukpot (41) met een in de drukpot (41) verplaatsbaar scheidingselement (44), waarbij de door het 30 scheidingselement (44) en het afgesloten einde van de drukpot (41) ingesloten ruimte met een gasvormig medium gevuld is, en aan de andere kant van het scheidingselement (44) een ruimte aanwezig is die via een verbindingskanaal (40) in verbinding staat met het dempingmedium van de dempercilinder (2) , en waarbij in het 35 verbindingskanaal (40) een instelbaar kleplichaam (43) voorzien is; en - een aanstuurbare elektromotor (47) voor het verstellen van de positie van het kleplichaam (43) in het verbindingskanaal (40). 1 028293

17. Schokbreker volgens conclusie 16, waarbij het kleplichaam (43) is ingericht voor samenwerking met een schroefspindel die op zijn beurt roterend aandrijfbaar verbonden is met de elektromotor (47). 5

18. Schokbreker volgens conclusie 16 of 17, waarbij het kleplichaam (43) een naaldafsluiter omvat die zich gedeeltelijk in het verbindingskanaal (40) uitstrekt, en waarvan de axiale positie instelbaar is door middel van de elektromotor (47). 10

19. Motorfiets omvattende ten minste één schokbreker (1) volgens één van de voorgaande conclusies. 1028293_