NL1028190C2 - Samenstel omvattende een ventilator en verder deel. - Google Patents

Description

Samenstel omvattende een ventilator en verder deel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstel omvattende een ventilator met een behuizing voorzien van een eerste wand met een aanzuigopening, 5 welke eerste wand uitgevoerd is om aangebracht te worden tegen een wandvlak van een gebouw, welke behuizing omvat een tweede wand voorzien van een afgeefopening voor het in een ruimte afgeven van lucht en een in die behuizing aangebrachte van waaier voorziene motor en een verder deel dat op die behuizing aangebracht is.

Een dergelijk samenstel is bekend uit GB 2.044.438A. Daarbij bestaat het verdere 10 deel uit een inlaatkanaal dat door een muur of dergelijke geleid is.

Ventilatoren voor het van buiten aan een vertrek aanzuigen van lucht worden in toenemende mate gebruikt. Deze kunnen in een groot aantal vertrekken aangebracht zijn en centraal aangestuurd worden bijvoorbeeld op basis van het in het betreffende vertrek heersende klimaat. Dergelijke ventilatoren worden toegepast in omstandigheden 15 waarbij het niet eenvoudig is een raam te openen zoals in luidruchtige omgevingen.

Vaak omvatten dergelijke ventilatoren in het uitlaattraject daarvan een filter. Echter is dit niet altijd gewenst. Bovendien is het gewenst dat dit filter gemakkelijk vervangbaar is.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een samenstel te voorzien 20 waarmee op eenvoudige wijze de toepassingsmogelijkheden van het samenstel vergroot kunnen worden.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven samenstel verwezenlijkt doordat de behuizing nabij die afgeefopening voorzien is van eerste bevestigingsmiddelen, waarbij dat verdere deel voorzien is van tweede bevestigingsmiddelen die met die eerste 25 bevestigingsmiddelen samenwerken en waarbij dat verdere deel voorzien is van een inlaat en een met die inlaat verbonden uitlaat, een en ander zodanig dat dat verdere deel die afgeefopening bedekt en die inlaat aansluit op die afgeefopening. Volgens de onderhavige uitvinding is het mogelijk op de uitlaat van de ventilator een verder deel aan te brengen. Dit kan bijvoorbeeld het hierboven beschreven filter zijn. Daardoor kan 30 afhankelijk van de behoefte al dan niet een filter of een filter met specifiek rendement aangebracht worden en is het eveneens mogelijk om op eenvoudige wijze een filter te vervangen. Eveneens is het mogelijk allerlei verdere toepassingen eenvoudig met de ventilator te koppelen. Voorbeelden daarvan zijn (tijdelijke) koeling, bevochtiging en 1 0 28 1 9 0_ 2 dergelijke. Koeling kan o.a. verkregen worden door het verdere deel zodanig uit te voeren dat daarin een koellichaam opgenomen kan worden. Een dergelijk lichaam kan bijvoorbeeld een in een koelkast te vormen deel omvatten, zoals ook in koelboxen en dergelijke gebruikt wordt. Door vervolgens de ventilator zodanig uit te voeren dat deze 5 recirculeert, d.w.z. dat niet via de eerste wand lucht aangezogen wordt, kan op bijzonder eenvoudige wijze een vertrek gekoeld worden. Bevochtiging kan verwezenlijkt worden door in het verdere element een opname voor water of dergelijke aan te brengen dat op gedoseerde wijze aan de uitstromende lucht afgegeven wordt.

Begrepen zal worden dat ook andere constructies in het verdere deel aangebracht 10 kunnen worden.

Volgens een andere van voordeel zijnde variant van de uitvinding omvat het verdere deel een luchtomleidkanaal. Daarmee is het mogelijk lucht in een andere richting uit te blazen dan de richting van de afgeefopening van de ventilator. Bovendien is het daarmee mogelijk de afstand van de uitlaat ten opzichte van het wandvlak 15 waartegen de ventilator aangebracht is te wijzigen, bijvoorbeeld te vergroten. Dit kan met name van belang zijn bij toepassing onder een radiator.

Volgens een verdere variant van de onderhavige uitvinding is de luchtinlaat voorzien van geluiddempende middelen. Deze luchtinlaat is stroomopwaarts van de aanzuigopening aangebracht. In het algemeen zal tussen de luchtinlaat en de 20 aanzuigopening een verbindingsbuis aanwezig zijn die zich kan uitstrekken door een (spouw)muur. Door volgens de onderhavige uitvinding de luchtinlaat van geluiddempend materiaal te voorzien kan op eenvoudige wijze een wezenlijk hogere geluidsdemping van het stelstel verkregen worden. Begrepen dient te worden dat het aanbrengen van geluiddempend materiaal ook onafhankelijk van de hierboven 25 beschreven maatregel van het aanbrengen van een verder deel uitgevoerd kan worden. Daarvoor worden uitdrukkelijk rechten gevraagd.

Volgens een verder aspect van de onderhavige uitvinding is de gebruikte motor een gelijkstroommotor. Daardoor kan een betere sturing van de luchtstroom verkregen worden door betere regelbaarheid. Bovendien is het rendement van een 30 gelijkstroommotor vele malen hoger dan van een wisselstroommotor. Ook voor deze eigenschap geldt dat deze onafhankelijk van de hierboven beschreven maatregelen van het aanbrengen van een verder deel en een bijzondere uitvoering van de luchtinlaat uitgevoerd kan worden.

« 3

Door combinatie van de hierboven beschreven mogelijkheden en verdere mogelijkheden die direct duidelijk zijn voor de degene bekwaam in de stand der techniek kan, afhankelijk van de wens van de gebruiker, het samenstel uitgevoerd worden uitgaande van standaardmodules.

5 De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij toont: fig. 1 schematisch het stelsel volgens de onderhavige uitvinding aangebracht tegen een wand met een luchtfilter als verder deel; fig. 2 een variant van de constructie getoond in fig. 1, waarbij het verdere deel 10 een luchtomleidkanaal omvat; en fig. 3 een detail van de luchtinlaat.

In fig. 1 is het stelsel volgens de onderhavige uitvinding in het geheel met 1 aangegeven. Dit is bedoeld om aangebracht te worden in combinatie met een wand 2 met wandvlakken 10 en 11. Tegen binnenwandvlak 10 wordt een ventilator 3 geplaatst 15 die bestaat uit een behuizing 4 met daarin opgenomen een gelijkstroommotor 5 en daaraan bevestigd de waaier 6. Behuizing 3 is voorzien van een aanzuigopening 7 en een afgeefopening 8. Afgeefopening 8 wordt begrensd door een rand 14. Een verbindingsbuis 20 strekt zich uit door de als (spouw)muur uitgevoerd wand 2. Op wand 11 sluit een luchtinlaat 24 aan. Deze is voorzien van een verbindingsopening 26 20 (zie fig. 3). Verbindingsopening 26 staat via verbindingsbuis 20 in verbinding met aanzuigopening 7. Zoals blijkt uit fig. 1 is het verbindingsdeel 22 van openingen 21 voorzien die kunnen uitmonden in de spouw van de muur 2 waardoor verdere geluiddemping verkregen kan worden. Verdere varianten van deze verbindingsbuis 20 zijn mogelijk en daartoe wordt verwezen naar het Nederlands octrooi 1025831.

25 In fig. 1 is met 12 een verder deel aangegeven. Dit is met niet nader getoonde bevestigingsmiddelen, die samenwerken met niet nader getoonde bevestigingsmiddelen van de behuizing, op het huis bevestigd. Deze bevestiging kan bijvoorbeeld snappen omvatten. Bovendien kan deze volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding gemakkelijk ongedaan gemaakt worden. Na bevestiging van het verdere deel 12 op de 30 behuizing 4 sluit de rand 14 het verdere deel naadloos aan op de rand 13 van de behuizing.

In het verdere deel 12 is een filter aanwezig tussen de inlaat 15 daarvan en de uitlaat 16 daarvan. Inlaat 15 sluit precies aan op afgeefopening 8 van de behuizing 4.

4

Met deze constructie is het mogelijk naar wens al dan niet het verdere deel 12 aan te brengen, dat wil zeggen naar wens al dan niet een filter toe te passen. Bovendien is het mogelijk een bestaand filter op eenvoudige wijze te vervangen door een nieuw filter of filter met andere eigenschappen.

5 De behuizing 4 zoals hier getoond kan in principe in elke rotatiepositie ten opzichte van wandvlak 10 aangebracht worden. Dit is aangegeven met pijl 30.

In fig. 2 is een dergelijke gewijzigde positie getoond. Daarin is eenvoudigheidshalve alleen behuizing 4 getoond en niet de verbindingsbuis 20 en luchtinlaat 24. Uit fig. 2 blijkt dat de afgeefopening 8 van de behuizing 4 naar beneden 10 gericht is. Daarop wordt een luchtomleidkanaal 22 aangesloten. De uitlaat 23 daarvan strekt zich naar boven uit. Eveneens is in fig. 2 een radiator 18 getoond. Daaruit blijkt dat behuizing 4 onopvallend achter de radiator aangebracht kan worden, terwijl de luchtuitlaat van de ventilator onder de radiator 18 uitmondt waardoor de binnentredende verse lucht dadelijk verwarmd wordt en onaangename tocht zo veel 15 mogelijk vermeden wordt.

Na het bovenstaande zal begrepen worden dat ook andere verdere delen gekoppeld kunnen worden met de behuizing 4. Eventueel kan het verdere deel 22 volgens fig. 2 voorzien van een filter.

Op bovenstaande wijze ontstaat een modulair ventilatiesysteem.

20 In fig. 3 zijn details van de luchtinlaat 24 getoond. Zoals al aangegeven dient deze luchtinlaat 24 tegen buitenwandvlak 11 van wand 2 bevestigd te worden.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt voorgesteld deze luchtinlaat zodanig uit te voeren dat deze geruisdempende eigenschappen heeft. Immers, het volgens de uitvinding getoonde samenstel zal vaak daar gebruikt worden waar veel 25 omgevingsgeluid aanwezig is. Door dit geluid al bij het binnentreden zoveel mogelijk te dempen kan hetzij de totale demping van het samenstel aanzienlijk vergroot worden of demping in de behuizing 4 of in het verdere deel 12 respectievelijk 22 beperkt worden waardoor deze delen kleiner en eenvoudiger uitgevoerd kunnen worden.

Zoals blijkt uit fig. 3 bestaat de luchtinlaat 24 uit een huis 25 waarin een aantal 30 kanalen 28 aangebracht is. Deze kanalen 28 verbinden de verbindingsopening 26 die gekoppeld is met het inwendige van de verbindingsbuis 20, met de luchtinlaatopeningen 27. Deze kanalen zijn gekromd en de begrenzing van deze kanalen wordt door geluiddempend materiaal 29 gevormd.

* 5

Begrepen zal worden dat verschillende van de hierboven beschreven maatregelen onafhankelijk of in enige andere combinatie gebruik kunnen worden. Zo is het mogelijk het modulaire ventilatiesysteem bestaande uit de ventilator 3 met bijzondere behuizing 4 in combinatie met verschillende verdere delen onafhankelijk te gebruiken van de 5 hierboven beschreven luchtinlaat. Hetzelfde geldt voor toepassing van een gelijkstroommotor.

Bovendien zullen na het lezen van bovenstaande beschrijving verdere varianten bij degene bekwaam in de stand der techniek opkomen en dergelijke varianten liggen binnen bereik van de bijgaande conclusies.

10 1 0 28 190

Claims (9)

1. Samenstel (1) omvattende een ventilator (3) met een behuizing (4) voorzien van een eerste wand met een aanzuigopening (7), welke eerste wand uitgevoerd is om 5 aangebracht te worden tegen een wandvlak 10 van een gebouw, welke behuizing omvat een tweede wand voorzien van een afgeefopening (8) voor het in een ruimte afgeven van lucht en een in die behuizing aangebrachte van waaier voorziene motor (5) en een verder deel (12; 22) dat op die behuizing aangebracht is, met het kenmerk, dat de behuizing (4) nabij die afgeefopening voorzien is van eerste bevestigingsmiddelen, 10 waarbij dat verdere deel (12, 22) voorzien is van tweede bevestigingsmiddelen die met die eerste bevestigingsmiddelen samenwerken en waarbij dat verdere deel vóórzien is van een inlaat (15) en een met die inlaat verbonden uitlaat (16), een en ander zodanig dat dat verdere deel die afgeefopening bedekt en die inlaat (14) aansluit op die afgeefopening (8).

2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij in dat verdere deel tussen inlaat (15) en uitlaat (16) een luchtfilter (17) is aangebracht.

3. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de uitlaat (23) van dat verdere deel (22) 180° veiplaatst is ten opzichte van die inlaat.

4. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een op de 20 aanzuigopening (7) aan te brengen luchtinlaat (24), welke luchtinlaat uitgevoerd is om aangebracht te worden aan een verder wandvlak van dat gebouw dat tegenover dat wandvlak ligt, waarbij die luchtinlaat een huis (25) omvat met verbindingsopening (26) naar die aanzuigopening (7) alsmede een luchtinlaatopening (27), waarbij geluiddempende middelen aangebracht zijn tussen die verbindingsopening (26) en die 25 luchtinlaatopening.

5. Samenstel volgens conclusie 4, waarbij die geluiddempende middelen omvatten zich radiaal van die verbindingsopening (26) naar die luchtinlaatopening uitstrekkende kanalen (28) begrensd door geluiddempend materiaal.

6. Samenstel volgens conclusie 5, waarbij die kanalen gekromd zijn.

7. Samenstel volgens een van de conclusies 4-6, waarbij tussen die luchtinlaat en die ventilator een verbindingsbuis (20) aanwezig is voorzien van geluiddempende middelen (21). 1 0 28 190 *

8. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die motor (5) een gelijkstroommotor is.

9. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij tussen die luchtinlaatopening (27) van dat huis en de motor (5) een die verbinding bij 5 onvoldoende onderdruk blokkerende afsluiter is aangebracht. ! ! i j i 1 0 28 190