NL1026437C2 - Een systeem voor het bereiden van porties van een voor consumptie geschikte drank. - Google Patents

Een systeem voor het bereiden van porties van een voor consumptie geschikte drank. Download PDF

Info

Publication number
NL1026437C2
NL1026437C2 NL1026437A NL1026437A NL1026437C2 NL 1026437 C2 NL1026437 C2 NL 1026437C2 NL 1026437 A NL1026437 A NL 1026437A NL 1026437 A NL1026437 A NL 1026437A NL 1026437 C2 NL1026437 C2 NL 1026437C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
holder
probe
control means
container
fluid
Prior art date
Application number
NL1026437A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrik Cornelis Koeling
Gustaaf Frans Brouwer
Original Assignee
Sara Lee De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sara Lee De Nv filed Critical Sara Lee De Nv
Priority to NL1026437A priority Critical patent/NL1026437C2/nl
Priority to US11/629,838 priority patent/US9585511B2/en
Priority to DK05753401.8T priority patent/DK1781151T3/da
Priority to AT05753401T priority patent/ATE541490T1/de
Priority to ES05753401T priority patent/ES2380629T3/es
Priority to EP05753401A priority patent/EP1781151B1/en
Priority to PCT/NL2005/000444 priority patent/WO2005122851A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1026437C2 publication Critical patent/NL1026437C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/40Beverage-making apparatus with dispensing means for adding a measured quantity of ingredients, e.g. coffee, water, sugar, cocoa, milk, tea
    • A47J31/407Beverage-making apparatus with dispensing means for adding a measured quantity of ingredients, e.g. coffee, water, sugar, cocoa, milk, tea with ingredient-containing cartridges; Cartridge-perforating means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/40Beverage-making apparatus with dispensing means for adding a measured quantity of ingredients, e.g. coffee, water, sugar, cocoa, milk, tea
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/44Parts or details or accessories of beverage-making apparatus
    • A47J31/4492Means to read code provided on ingredient pod or cartridge
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/0015Apparatus or devices for dispensing beverages on draught the beverage being prepared by mixing at least two liquid components
    • B67D1/0021Apparatus or devices for dispensing beverages on draught the beverage being prepared by mixing at least two liquid components the components being mixed at the time of dispensing, i.e. post-mix dispensers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/0042Details of specific parts of the dispensers
    • B67D1/0043Mixing devices for liquids
    • B67D1/0044Mixing devices for liquids for mixing inside the dispensing nozzle
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/0042Details of specific parts of the dispensers
    • B67D1/0078Ingredient cartridges
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/08Details
    • B67D1/12Flow or pressure control devices or systems, e.g. valves, gas pressure control, level control in storage containers
    • B67D1/127Froth control
    • B67D1/1272Froth control preventing froth
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/08Details
    • B67D1/0801Details of beverage containers, e.g. casks, kegs
    • B67D2001/0812Bottles, cartridges or similar containers

Description

Titel: Een systeem voor het bereiden van porties van een voor ' ; consumptie geschikte drank.
1 i i , i ! ' De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het bereiden van porties van een voor consumptie geschikte drank, voorzien van een apparaat voor het bereiden van de drank en een in het apparaat verwijderbaar opgenomen gesloten en vormvaste houder die tenminste is 5 gevuld mét een op te lossen en/of te verdunnen product zoals een concentraat, waarbij het apparaat is voorzien van een vloeistofinrichting voor het onder druk afgeven van een fluïdum omvattende tenminste een vloeistof zoals water en eventueel een gas zoals stoom of lucht, een opneemruimte waarin de houder is opgenomen en tenminste een probe 10 voorzien van tenminste een kanaal dat enerzijds in fluïdumverbinding staat met de vloeistofinrichting en die anderzijds uitmondt in tenminste een uitstroomopening van de probe, waarbij een wand van de houder is vervaardigd van een fluïdumdicht materiaal zoals een plastic en/of een metaal en waarbij de wand aan een eerste zijde van de houder dusdanig is 15 vervaardigd dat deze kan worden doorgeprikt, waarbij het apparaat is ingericht om de wand aan de eerste zijde door te prikken en om de probe en de houder ten opzichte van elkaar te bewegen zodat de probe, in gebruik, door de eerste zijde van de houder kan worden gestoken waarna de tenminste ene uitstroomopening tot in de houder reikt en waarbij het 20 systeem verder is voorzien van openingsmiddelen voor het verkrijgen van, in gebruik, een uitlaatopening bij de houder voor het afgeven van de gerede drank waarbij, in gebruik, het fluïdum met de vloeistoflnrichting aan het tenminste ene kanaal wordt toegevoerd voor het genereren van tenminste een straal van het fluïdum uit de tenminste ene uitstroomopening van de 25 probe in de houder voor het oplossen en/of verdunnen van het product waarna de gerede drank uit de tenminste ene uitlaatopening stroomt.
Een dergelijk systeem is op zich bekend uit US 6,079,315.
1028437 2
Het op te lossen en/of te verdunnen product kan hierbij bestaan uit een koffieconcentraat voor het bereiden van koffie. Een belangrijk voordeel van een dergelijk systeem is dat de houders zijn vervaardigd van een fluïdumdicht en vormvast materiaal. Fluïdumdicht houdt in dit voorbeeld in 5 dat vloeistof en lucht niet door een wand van de houder kunnen stromen of diffunderen. Dit heeft als belangrijk voordeel dat de inhoud van de houder vers blijft totdat de houder in het apparaat wordt geplaatst en enerzijds wordt geopend voor het opnemen van de probe en anderzijds wordt geopend voor het via de uitlaatopening afgeven van de gerede drank. De gerede 10 drank zal hiermee zelf ook volkomen vers zijn. De vormvastheid van de houder heeft als voordeel dat deze voor een gebruiker gemakkelijk hanteerbaar is. Een nadeel van het bekende systeem is dat de karakteristieke eigenschappen van de gerede drank alleen kunnen worden aangepast door het aanpassen van het op te lossen product zelf. Hierdoor ie 15 het systeem beperkt in zijn gebruik en kan bovendien niet altijd gerede drank worden verkregen die afhankelijk van het type drank geheel kan worden geoptimaliseerd conform de wensen van een gebruiker. Indien bijvoorbeeld het concentraat een limonadeconcentraat betreft heeft het de voorkeur wanneer de gerede limonadedrank weinig of geen schuim bezit.
20 Indien het concentraat echter koffieconcentraat betreft kan het afhankelijk van de wens van de gebruiker de voorkeur hebben dat de gerede koffiedrank is voorzien van een laagje schuim.
De uitvinding beoogt onder meer aan bovengenoemde beperking tegemoet te komen.
25 Dienovereenkomstig wordt de uitvinding gekenmerkt in dat het apparaat verder is voorzien van besturingsmiddelen waarbij het apparaat verder is ingericht om onder besturing van de besturingsmiddelen de richting van de tenminste ene straal, de positie van de tenminste ene straal, het debiet van de tenminste ene straal, de stroomsnelheid van de tenminste 30 ene straal en/of het aantal stralen op vooraf bepaalde wijze in te stellen voor 1026437 3 het vooraf bepalen van karakteristieke eigenschappen van de gerede drank zoals bijvoorbeeld de hoeveelheid schuim die wordt verkregen bij de gerede drank door inslag van de straal op een binnenzijde van de houder en/of op het product en/of op het reeds eerder aan de houder toegevoerde fluïdum.
5 Doordat het apparaat onder de besturingsmiddelen de genoemde instellingen kan uitvoeren is het thans mogelijk om op vooraf bepaalde wijze bepaalde karakteristieke eigenschappen van de drank te bepalen waarbij het dan met name ook gaat om eigenschappen van de drank die niet alleen afhankelijk zijn van het op te lossen en/of te verdunnen product als zodanig. 10 In geval dat het product een limonade betreft kan één en ander dus zodanig worden geregeld dat de straal inslaat op een zijwand van de houder onder een hoek die sterk afwijkt van een normaal van de zijwand ter plaatse waar de straal inslaat. Hierdoor zal weinig of geen schuim worden gevormd in de gerede drank. Indien het daarentegen de bedoeling is om wel schuim te 15 vormen kan de straal bijvoorbeeld althans nagenoeg loodrecht inslaan op een zijwand van de houder of kan worden bewerkstelligd dat de straal inslaat op een hoeveelheid gerede drank die zich reeds in de houder bevindt en die de houder nog niet via de uitlaatopening heeft verlaten. Ook is het denkbaar dat de hoeveelheid schuim kan worden gevarieerd door de 20 stroomsnelheid van de tenminste ene straal en/of het debiet van de tenminste ene straal te variëren. Ook kan het aantal stralen worden gevarieerd voor het variëren van de karakteristieke eigenschappen van de drank. Doordat de vormvaste houder na gebruik kan worden vervangen door een nieuwe houder kan contaminatie worden voorkomen. Dit geldt in 25 het bijzonder wanneer, in gebruik, de tenminste ene probe niet in direct contact komt met het product, dat wil zeggen niet tot in het product reikt.Meer in het bijzonder geldt dat het apparaat is ingericht om onder besturing van de besturingsmiddelen de positie van de probe binnen de houder in te stellen voor het op de vooraf bepaalde wijze instellen van de 30 richting van de tenminste ene straal. Ook is het mogelijk dat de probe is 1026437 4 voorzien van tenminste een tweede uitstroomopening waarbij het apparaat > is ingericht om onder besturing van de besturingsmiddelen op instelbare ' t 1 1 ! wijze met behulp van de eerste uitstroomopening in de houder een eerste t straal van het fluïdum te genereren en/of met behulp van de tweede 5 uitstroomopening een tweede straal van het fluïdum te genereren. Meer in het bijzonder geldt hierbij dat de probe is ingericht voor het onder besturing van de besturingsmiddelen op instelbare wijze afsluiten of vrijgeven van de eerste uitstroomopening en het op instelbare wijze afsluiten of vrijgeven van de tweede uitstroomopening. Ook kan echter gelden dat de probe is voorzien 10 van een eerste kanaal dat enerzijds is verbonden met de vloeistofinrichting en anderzijds uitmondt in de eerste uitstroomopening en een tweede kanaal dat enerzijds is verbonden met de vloeistofinrichting en anderzijds uitmondt in de tweede uitstroomopening waarbij het apparaat is ingericht om onder besturing van de besturingsmiddelen op instelbare wijze met behulp van de 15 vloeistofinrichting het fluïdum aan het eerste kanaal en/of aan het tweede kanaal toe te voeren. Bij voorkeur geldt dat het systeem is ingericht voor het onder besturing van de besturingsmiddelen instellen van de temperatuur van het fluïdum. Op deze wijze kan enerzijds bijvoorbeeld een koude limonade worden bereid, bij voorkeur zonder schuim en kan anderzijds een 20 warm kop koffie worden bereid eventueel met schuim.
Voorts geldt dat het systeem is ingericht voor het onder besturing van de besturingsmiddelen instellen van de hoeveelheid fluïdum die wordt afgegeven voor het bereiden van een portie van de gerede drank. Hiermee kan bijvoorbeeld worden bereikt dat de limonade een vooraf bepaalde sterke 25 of minder sterke smaak heeft. Eén en ander geldt geheel analoog voor bijvoorbeeld koffie.
In het bijzonder geldt voorts dat de houder is voorzien van een code en het apparaat van een met de besturingsmiddelen verbonden codelezer voor het lezen van de code van de houder waarbij de besturingsmiddelen 30 zijn ingericht om op basis van de uitgelezen code tenminste een van de 1026437 5 genoemde instellingen aan te brengen. Op deze wijze kunnen, op vooraf • i bepaalde wijze, genoemde karakteristieke eigenschappen van de drank I , ! worden ingesteld. Indien de houder bijvoorbeeld is gevuld met een ' koffieconcentraat dat optimaal geschikt is voor het bereiden van café crema 5 kan de code van de houder informatie omvatten ten behoeve van het apparaat zodat het apparaat de genoemde instellingen optimaal kan afstellen voor het bereiden van de café crema. Is de houder echter bijvoorbeeld gevuld met een concentraat voor limonade waarbij het niet gewenst is om schuim te verkrijgen en waarbij het de bedoeling is dat de 10 drank koud is, kan de code informatie omvatten die wordt gelezen door het apparaat zodat het apparaat dusdanig wordt ingesteld dat een limonade wordt bereid zonder schuim en die bovendien koud is. Ook kan de code bepalend zijn voor het instellen van de hoeveelheid fluïdum die wordt afgegeven voor het bereiden van een portie van de gerede drank. Hiermee 15 wordt dan weer de sterkte van de smaak van de drank ingesteld. Het voordeel is dat de gebruiker die een bepaalde houder in het apparaat stopt zich niet behoeft te bekommeren om verdere instellingen van het apparaat. Het apparaat wordt dusdanig ingesteld dat de gerede drank voor de gebruiker karakteristieke eigenschappen heeft.
20 In het bijzonder geldt dat de houder met behulp van de probe wordt opengeprikt. Noodzakelijk is dit echter niet. Het is immers ook denkbaar dat het apparaat verder is voorzien van een beweegbaar orgaan voor het onder besturing van de besturingsmiddelen open prikken van de houder alvorens de probe door de eerste zijde van de houder kan worden gestoken. 25 Volgens een zeer geavanceerde uitvoeringsvorm geldt dat de opneemruimte en de houder dusdanig op elkaar zijn afgestemd dat de houder op tenminste een vooraf bepaalde positie in de opneemruimte kan worden opgenomen.
Het voordeel hiervan is dat een gebruiker geen fouten kan maken bij het positioneren van de houder in het apparaat. De samenwerking tussen het 30 apparaat en de houder is hierdoor altijd optimaal. Meer in het bijzonder 1026437 ! 6 geldt hierbij dat de wand van de houder is voorzien van een houderinkeping en/of een houderuitsteeksel en een wand van de opneemruimte is voorzien van een opneemruimte-uitsteeksel dat tot in de houderinkeping reikt en/of een opneemruimte-inkeping waarbij de houderinkeping tot in de 5 opneemruimte-inkeping reikt. Voorts geldt in het bijzonder dat een bovenzijde van de opneemruimte althans nagenoeg tegen de eerste zijde van de houder aanligt. Bij voorkeur geldt hierbij dat het apparaat is voorzien van een schakelaar die wordt bekrachtigd door de eerste zijde van de houder. Hierbij geldt dan weer bij voorkeur dat de besturingsmiddelen met 10 de schakelaar zijn verbonden waarbij de besturingsmiddelen bewerkstelligen dat de vloeistofinrichting niet wordt geactiveerd wanneer de schakelaar niet is bekrachtigd. Dit brengt met zich dat een houder of een verkeerde houder die niet tot het systeem behoort, onjuist in het apparaat wordt geplaatst waarbij de schakelaar niet wordt bekrachtigd er geen drank 15 kan worden bereid. Zou dit wel het geval zijn dan zou bijvoorbeeld het apparaat kunnen worden beschadigd wanneer de houder door middel van de probe of het beweegbare orgaan wordt opengeprikt.
De code van de houder kan op diverse wijzen bij de houder zijn aangebracht. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een barcode, een 20 elektromagnetisch identificatielabel of ook wel een specifieke uiterlijk vorm i van de houder.
De uitvinding heeft bovendien betrekking op een apparaat van het bovengenoemde systeem en een houder van het bovengenoemde systeem.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van 25 mogelijke uitvoeringsvormen in de tekening.
Hierin toont:
Fig. la een zijaanzicht van een houder volgens de uitvinding;
Fig. lb een bovenaanzicht van de houder van Fig. la in de richting van de pijl R van Fig. la; 1026437 7
Fig. lc een mogelijk onderaanzicht van de houder van Fig. la in de richting van de pijl T van Fig. la;
Fig. ld een alternatief mogelijk onderaanzicht van de houder van Fig. la in de richting van de pijl T van Fig. la; 5 Fig. 2a een dwarsdoorsnede van een houder die geplaatst is in een opneemruimte van een apparaat volgens de uitvinding;
Fig. 2b een zijaanzicht van de opneemruimte en de houder volgens Fig. 2a in de richting van de pijl Z van Fig. 2a;
Fig. 2c een dwarsdoorsnede van de houder en de opneemruimte van 10 het systeem volgens de uitvinding;
Fig. 2d een onderaanzicht van de houder en de opneemruimte van Fig. 2a in een richting van de pijl O van Fig. 2a;
Fig. 3a een mogelijke uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding dat is voorzien van een opneemruimte en een houder volgens de 15 Fig. 1 en 2;
Fig. 3b het systeem volgens Fig. 3a in gebruik;
Fig. 3c het systeem volgens Fig. 3a in gebruik;
Fig. 3d een alternatieve uitvoeringsvorm van het systeem volgens Fig. 3a in gebruik; 20 Fig. 3e een alternatieve uitvoeringsvorm van het figuur van het systeem volgens Fig. 3a in gebruik;
Fig. 3f een alternatieve uitvoeringsvorm van het systeem volgens Fig. 3a in gebruik.
Fig. 3g een alternatieve uitvoeringsvorm van het systeem volgens 25 Fig. 3a.
In Fig. 3a is met referentienummer 1 een mogelijke uitvoeringsvorm van het systeem voor het bereiden van porties van een voor consumptiegeschikte drank volgens de uitvinding aangeduid. Het systeem is voorzien van een apparaat 2 voor het bereiden van de drank en een in het 30 apparaat verwijderbaar opgenomen gesloten houder 4 die tenminste is 1026437 8 gevuld met een op te lossen en/of te verdunnen product 6 zoals een / concentraat. Het apparaat 2 is voorzien van een vloeistofmrichting 8 voor 1 ‘ ] het onder druk afgeven van een fluïdum. In dit voorbeeld betreft het fluïdum water. De vloeistofmrichting kan hierbij bestaan uit een op zich 5 bekende inrichting die bijvoorbeeld een boiler en een pomp omvat voor het onder druk afgeven van heet water. Ook kan de boiler bijvoorbeeld dusdanig zijn uitgevoerd dat het ook mogelijk is om de temperatuur van de boiler te variëren voor het afgeven van heet water, lauw water, etcetera.
Het apparaat is verder voorzien van een opneemruimte 10 waarin 10 de houder verwijderbaar kan worden opgenomen. De houder 4 is in het voorbeeld voorzien van een van plastic vervaardigde vormvaste bodem 12 en een van hetzelfde vormvaste materiaal vervaardigde opstaande zijwand 14 (zie Fig. la.) Een bovenwand 16 van de houder is in dit voorbeeld vervaardigd van een dunwandig plastic materiaal waarin nog nader toe te 15 lichten verzwakkingzones 18A en 18B zijn aangebracht (zie Fig. lb). Voorts is in dit voorbeeld in de bodem 12 een verdieping 20 aangebracht. Voorts is in dit voorbeeld de houder 4 aan zijn bovenzijde voorzien van een rondlopende flens 22 (zie Fig. la). Voorts is in dit voorbeeld de houder voorzien van een zich van boven naar beneden toe uitstrekkende groef of 20 inkeping 24.
Zoals te zien is in Fig. 2a is de opneemruimte 10 voorzien van een bodem 26 waarop de houder 4 rust. Voorts is de opneemruimte 10 voorzien van een bovenwand 28 die zich juist boven de bovenwand 16 van de houder 4 bevindt. In de bodem 26 van de opneemruimte 10 is een sleuf 30 25 aangebracht die het mogelijk maakt de houder in en uit de opneemruimte 10 te schuiven. De opneemruimte is voorts voorzien van een ópstaande zijwand 32 die in dit voorbeeld de vorm heeft van een halve cilinder die zich over een hoek van 180° gemeten in het vlak van de bodem 26 van de houder uitstrekt. De zijwand 32 is voorzien van een zich in verticale richting 30 uitstrekkende uitstulping 34 die zich uitstrekt tot in de groef 24 van de 1026437 9 houder. Voorts is de zijwand voorzien van een horizontale groef 36 die zich over een hoek van 180° in tangentiële richting van de opstaande zijwand 32 uitstrekt en waarin de flens 22 van de houder is opgenomen. Doordat opstaande zijwand 32 zich in tangentiële richting over een hoek van 180° 5 uitstrekt kan de cilindervormige houder 4 in en uit de opneemruimte 10 worden verschoven. Hierbij verschaft de sleuf 30 ruimte voor de verdieping 20 van de houder. Doordat de flens 22, met uitzondering van ter plaatse van de groef 36, breder is dan de binnendiameter van de opstaande zijwand 32 kan de houder 10 niet op zijn kop in de opneemruimte worden 10 opgenomen. Voorts zorgt de samenwerking tussen de uitstulping 34 en de groef 36 ervoor dat de houder gezien in tangentiële richting van de houder maar op één manier in de opneemruimte 10 kan worden geschoven. Eén en ander brengt met zich dat de houder 4 slechts op één manier in de opneemruimte 10 kan worden opgenomen. De positie van de houder 4 15 binnen de opneemruimte 10 staat hiermee vast.
Het apparaat volgens Fig. 3a is voorts voorzien van een eerste probe 38.1 en een tweede probe 38.2. Alvorens het apparaat wordt gebruikt bevinden de eerste en tweede probe 38.1 en 38.2 zich juist boven de bovenwand 16 van de houder 4. Het apparaat 2 is voorts voorzien van een 20 eerste aandrijving 40.1 voor het op en neer bewegen van de eerste probe 38.1 alsmede een tweede aandrijving 40.2 voor het op en neer bewegen van de tweede probe 38.2. In dit voorbeeld zijn zowel de eerste probe 38.1 als ook de tweede probe 38.2 naaldvormig uitgevoerd. De eerste probe is voorzien van een kanaal 42.1 dat enerzijds middels een eerste slang 44.1 in 25 fluïdumverbinding staat met de vloeistofinrichting 8 en dat anderzijds uitmondt in een uitstroomopening 46.1 die zich nabij de onderzijde van de probe 38.1 verbindt. De tweede probe 38.2 is eveneens voorzien van een tweede kanaal 42.2 dat enerzijds middels een tweede slang 44.2 in fluïdumverbinding staat met de vloeistofinrichting 8 en dat anderzijds 30 uitmondt in een uitstroomopening 46.2.
1026437 10
Het systeem is tevens verder voorzien van openingsmiddelen voor het verkrijgen van, in gebruik, een uitlaatopening bij de houder voor het 1 i' afgeven van een gerede drank. Er geldt dus in dit voorbeeld dat de gevormde uitlaatopening een vrije doorgang verschaft zodat de drank uit de 5 houder kan stromen onder invloed van de zwaartekracht wanneer de uitlaatopening is aangebracht. In dit voorbeeld zijn de openingsmiddelen voorzien van een tot het apparaat behorend beweegbaar mes 48 dat middels een aandrijving 50 van het apparaat in de richting van de pijl 52 in horizontale richting heen en weer kan worden bewogen. De inrichting is 10 verder nog voorzien van besturingsmiddelen 54 die in dit voorbeeld een microprocessor 56 omvatten voor het besturen van de vloeistofinrichting 8, de aandrijvingen 40.1 en 40.2 alsmede de aandrijving 50.
De werking van het tot op dit punt omschreven systeem volgens Fig. 3a is als volgt.
15 Ten behoeve van het bereiden van bijvoorbeeld koffie wordt een houder 4 op één eenduidige wijze in de opneemruimte 10 geschoven zoals aan de hand van Fig. 1, 2 en 3a hiervoor uiteen is gezet. Hierna bekrachtigt een gebruiker bijvoorbeeld een schakelaar 58 van de besturingsmiddelen 54 voor het activeren van apparaat 2. De besturingsmiddelen bewerkstelligen
A
20 via een besturingssignaal S dat de eerste aandrijving 40.1 de eerste probe 38.1 naar beneden toe zal bewegen. Een in dit voorbeeld scherp uitgevoerde punt 60.1 van de eerste probe raakt hierbij de bovenwand 16 op een plaats die door de verzwakkingszone 18A wordt omsloten. Ten gevolge van de kracht die door de probe 38.1 op dit gebied van bovenwand 16 wordt 25 uitgeoefend in neerwaartse richting zal de bovenwand 16 ter plaatse van de verzwakkingszone 18A scheuren waarna dit gedeelte naar binnen toe wordt gevouwen en de probe althans voor een deel wordt opgenomen in een binnenruimte 62 van de houder 4. In dit voorbeeld zijn de besturingsmiddelen 54 voorts voorzien van schematisch aangeduide 30 invoermiddelen 61 waarmee een gebruiker kan aangeven dat hij een drank 1026437 11 wil bereiden met schuim. Het gevolg hiervan is dat de besturingsmiddelen ! 54 via het besturingssignaal S tevens de tweede aandrijving 40.2 activeert 1 i | l voor het naar beneden toe bewegen van de tweede probe 38.2. De tweede probe zal de bovenwand 16 raken met zijn punt 60.2 op een positie die 5 wordt omsloten door de tweede verzwakkingszone 18B die vervolgens zal openscheuren waarna ook de tweede probe 38.2 tot in de binnenruimte 62 van de houder 4 zal reiken.
Vervolgens zullen de besturingsmiddelen vloeistofinrichting 8 activeren middels het besturingssignaal S opdat de vloeistofinrichting 8 10 onder druk heet water gaat toevoeren aan de slang 44.1 en de slang 44.2. Deze situatie is getoond in Fig. 3b. In het voorbeeld is de uitstroomopening 46.1 aan een zijkant van de probe 38.1 aangebracht. Het gevolg is dat via de uitstroomopening 46.1 een waterstraal 64.1 wordt afgegeven in een schuin omhoog gerichte richting Deze waterstraal zal de binnenzijde van de 15 opstaande zijwand van de houder raken om vervolgens afhankelijk van de kracht van de waterstraal door de binnenzijde van de opstaande zijwand te worden gereflecteerd en vervolgens naar beneden stromen in de houder waardoor het hete water zal gaan mengen met het concentraat 6. Bij de tweede probe 38.2 is daarentegen de uitstroomopening 46.2 dusdanig 20 aangebracht dat een waterstraal 64.2 wordt gegenereerd die neerwaarts is gericht. Het gevolg is dat deze straal 64.2 zal inslaan op het concentraat en het eventuele water waarin het concentraat reeds (deels) is opgelost en dat zich op de bodem 12 van de houder bevindt. Hierdoor zal lucht worden ingeslagen in de te bereiden drank. Deze lucht kan bijvoorbeeld de lucht zijn 25 die reeds aanwezig was in de houder of lucht die via de door de probes in de bovenwand aangebrachte openingen in de houder stroomt. Ook is het mogelijk dat het fluïdum dat door de eerste en/of tweede probe wordt toegevoerd tevens een gas zoals lucht omvat voor het verkrijgen van schuim. Bijvoorbeeld even later nadat de sturingsmiddelen 54 de vloeistofinrichting 30 8 zal hebben geactiveerd zullen de besturingsmiddelen 54 middels het 1026437 12 besturingssignaal S de aandrijving 50 activeren met als gevolg dat het mesje 48 vanuit de positie zoals getoond in Fig. 3a in de richting van de pijl 52 naar rechts wordt bewogen. Hierdoor zal een gedeelte van de verdieping 22 worden weggesneden. Vervolgens wordt om de besturing van de 5 besturingsmiddelen 52 de aandrijving 50 dusdanig aangedreven dat het mesje terugbeweegt naar zijn oorspronkelijke positie. De situatie die dan geldt is getoond in Fig. 3b. Thans vormt het resterende gedeelte van de verdieping 20 een uitlaatopening 66 van de houder. Het gevolg is dat de gerede drank wordt afgegeven uit de houder onder invloed van de 10 zwaartekracht en kan worden opgevangen in een daaronder geplaatst kopje.
Wanneer het aanbrengen van de uitlaatopening 66 geschiedt op een moment dat in dit voorbeeld een relatief groot gedeelte van de te bereiden drank reeds is bereid en zich in de houder 4 bevindt, zal al een geschikte hoeveelheid schuim zijn gevormd en zal het merendeel van het concentraat 15 reeds homogeen zijn verdund. Indien het aanbrengen van de uitlaatopening , eerder geschiedt, zal het uitstromen van de houder eerder aanvangen waardoor de straal van de tweede probe inslaat op een lager niveau van de drank waardoor minder schuim kan worden ingeslagen. Enige tijd later nadat de uitlaatopening 66 is gevormd zullen de besturingsmiddelen 54 de 20 vloeistofinrichting 8 deactiveren zodat geen heet water meer aan de eerste en tweede probe wordt toegevoerd. De houder 4 kan vervolgens geheel leegstromen waarna het proces is beëindigd. Hierna zullen de besturingsmiddelen 54 de aandrijvingen 40.1 en 40.2 activeren opdat de eerste en tweede probes weer terug worden bewogen omhoog in hun 25 oorspronkelijke positie zoals getoond in Fig. 3a. Hierna kan de houder uit de opneemruimte van het apparaat worden genomen en worden weggegooid.
Het apparaat is thans gereed voor het ontvangen van een nieuwe houder die bijvoorbeeld is gevuld met een concentraat voor het bereiden van limonade.
Indien limonade moet worden bereid kunnen de besturingsmiddelen 54 30 bijvoorbeeld alleen de eerste probe 38.1 gebruiken voor het toevoeren van 1026437 13 water aan de houder. In dat geval zullen de besturingsmiddelen 54 bovendien bewerkstelligen dat met behulp van de vloeistofmrichting 8 onverwarmd water wordt afgegeven en wel in dit voorbeeld slechte aan de slang 44.1. Waar het op neerkomt is dat voor het bereiden van limonade in 5 dit voorbeeld de eerste probe 38.1 naar beneden toe wordt bewogen tot deze in de houder reikt terwijl de tweede probe 38.2 op een positie blijft zoals getoond in Fig. 3a. De tweede probe bevindt zich dan in een positie zoals getoond in Fig. 3b. Vervolgens wordt met behulp van de vloeistofmrichting 8 koud water aan de leiding 44.1 toegevoerd voor het bereiden van de 10 limonade. Het aanbrengen van de uitlaatopening 66 gaat echter geheel analoog zoals hiervoor voor koffie is omschreven. Dat er limonade moet worden bereid kan wederom door een gebruiker middels de invoermiddelen 61 worden ingevoerd bij de besturingsmiddelen 54. Indien het de bedoeling is dat juist heel veel schuim wordt gevormd kan dit eveneens bij de 15 besturingsmiddelen 54 worden ingevoerd. De besturingsmiddelen 54 kunnen dan bijvoorbeeld bewerkstelligen dat voor het bereiden van bijvoorbeeld koffie juist alleen de tweede probe 38.2 wordt gebruikt. De eerste probe 38.1 blijft dan in de Fig. 3a getoonde positie terwijl de tweede probe 38.2 naar de in Fig. 3b getoonde positie wordt gemanipuleerd en 20 waarbij thans onder besturing van de besturingsmiddelen 54 thans met behulp van de vloeistofmrichting alleen heet water aan de slang 44.2 wordt toegevoerd. Dit heeft tot gevolg dat al het water dat aan de houder wordt toegevoerd in neerwaartse richting spuit. Al dit water zal derhalve worden gebruikt voor het verkrijgen van schuim waardoor relatief veel schuim 25 wordt gegenereerd, althans meer schuim dan wanneer de totale hoeveelheid voor het bereiden van een portie gerede drank verspreidt over beide probes 38.1 en 38.2 aan de houder wordt toegevoerd. Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen. De eerste straal is in dit voorbeeld schuin omhoog gericht. De eerste straal kan echter 30 eveneens schuin omlaag zijn gericht. In beide gevallen is dan in dit 1026437 14 voorbeeld de eerste straal naar een zijwand van de houder gericht waarbij ' ; de eerste straal de zijwand raakt. De eerste straal kan ook dusdanig schuin I omhoog zijn gericht dat deze de bovenwand 16 raakt. De tweede straal is in dit voorbeeld naar de bodem gericht zodat deze in gebruik het product raakt.
5 Bij voorkeur geldt dat de tweede straal althans nagenoeg in een verticale richting naar beneden toe is gericht en de eerste straal een snelheidscomponent in horizontale richting naar de zijwand en een snelheidscomponent in verticale richting naar de bodem omvat. De richting van een dergelijke eerste straal ie in figuur 2b gestippeld getoond en met 10 referentie nummer 64.1’aangeduid.
Doordat de vormvaste houder na gebruik kan worden vervangen door een nieuwe houder kan contaminatie worden voorkomen. Dit geldt in het bijzonder wanneer, in gebruik, de tenminste ene probe niet in direct contact komt met het product, dat wil zeggen niet tot in het product reikt.
15 Het is daarentegen voorts mogêlijk zoals aangegeven in Fig. 3c dat bijvoorbeeld de tweede probe 38.2 in gebruik niet over zijn volledige lengte naar beneden toe wordt geschoven. Bij de in Fig. 3b getoonde situatie is dit juist wel het geval. Bij de in Fig. 3b getoonde situatie brengt dit met zich dat wanneer de houder langzaam wordt gevuld met de gerede drank op een 20 gegeven moment de gerede drank het niveau van de uitstroomopening 46.2 zal hebben bereikt. Hierdoor zal de straal niet langer inslaan op een fluïdumoppervlak van de gerede drank waardoor geen lucht meer wordt ingeslagen. Bevindt de tweede probe 38.2 zich in gebruik echter op een hoger niveau, dat wil zeggen op een andere positie dan getoond in Fig. 3b, 25 dan zal meer lucht worden ingeslagen omdat het langer duurt voordat het vloeistofniveau in de houder de tweede uitstroomopening 46.2 bereikt. Bovendien kan het zo zijn dat het vloeistofniveau dit in het geheel niet bereikt wanneer de uitlaatopening 66 relatief vroegtijdig wordt gevormd en de houder begint leeg te stromen. Ook is het mogelijk om behalve de hoogte 30 van de tweede probe 38.2 ook de oriëntatie van de tweede probe 38.2 in te 1026437 15 stellen. In dit voorbeeld, zoals getoond in Fig. 3c, wordt de probe 38.2 aan > weerszijden ingeklemd door twee wielen 68.1 en 68.2. Elk wiel kan separaat I i | ! worden bewogen middels een tweede aandrijving 44.2 en een derde aandrijving 44.3. Voor het naar beneden toe bewegen worden de wielen 68.1 5 en 68.2 in tegengestelde richting aangedreven. Heeft de probe bijvoorbeeld de positie bereikt zoals getoond in Fig. 3c kan door de wielen in dezelfde richting te bewegen danwel één van de wielen stil te zetten en het andere wiel te bewegen de probe worden gekanteld volgens de richting van de pijl 70 in Fig. 3c. Een en ander wordt uiteraard wederom door de 10 besturingsmiddelen 54 middels het besturingssignaal S uitgevoerd. Door de richting van de probe alsmede de hoogte aldus te variëren kunnen wederom karakteristieke eigenschappen van de drank, zoals de hoeveelheid schuim, die wordt ingeslagen, worden aangepast.
In Fig. 3d is een uitvoeringsvorm van een systeem getoond die in 15 grote mate overeenkomt met het systeem volgens Fig. 3a. Een verschil met het systeem volgens Fig. 3a is dat bij het systeem volgens Fig. 3d de tweede probe 38.2 relatief kort is uitgevoerd. Omdat, zoals dit eveneens bij Fig. 1 het geval is, de bovenzijde van de opneemruimte, in dit voorbeeld de bovenwand 28, althans nagenoeg tegen een eerste zijde van de houder 20 aanligt, welke eerste zijde dusdanig is vervaardigd dat deze kan worden doorgeprikt, in dit voorbeeld gaat het dan om de bovenwand 16 van de houder 4 met de genoemde verzwakkingzones 18A en 18B geldt dat, in gebruik, de uitstroomopening 46.2 van de tweede probe 38.2 zich naar beide eerste zijden (de bovenwand 28) van de houder 4 bevindt. Op deze wijze kan 25 in dit voorbeeld in neerwaartse richting de straal 64.2 worden gevormd vanaf een positie die op een maximale afstand van een bodem 12 van de houder 4 ligt.
In Fig. 3e is een uitvoeringsvorm getoond van een apparaat 2 dat is voorzien van een houder 4 zoals besproken aan de hand van Fig. 3a tot 3c.
30 Thans is in tegenstelling tot het apparaat van Fig. 3a het apparaat 2 slechts 1026437 16 voorzien van één probe 38.1 die met behulp van de aandrijving 40.1 op en neer kan worden bewogen zoals dit is besproken in relatie met de probe 38.1 van Fig. 3a. In dit voorbeeld is de probe 38.1 voorzien van een eerste kanaal 42.1.1 dat enerzijds is verbonden met de vloeistofinrichting 8 middels een 5 slang 44.1.1 en dat anderzijds uitmondt in een eerste uitstroomopening 46.1.1 van de probe 38.1. De probe 38.1 is voorts voorzien van een tweede kanaal 42.1.2 dat middels een slang 44.1.2 in fluïdumverbinding staat met de vloeistofmrichting 8 en die anderzijds uitmondt in een tweede uitstroomopening 46.1.2.
10 Het apparaat is ingericht om onder besturing van de besturingsmiddelen 54 op instelbare wijze met behulp van de vloeistofinrichting 8 het fluïdum aan het eerste kanaal en/of aan het tweede kanaal toe te voeren. Wanneer het fluïdum middels de slang 44.1.1 aan het eerste kanaal 42.1.1 wordt toegevoerd wordt een straal 64.1.1 gegenereerd 15 die wederom schuin omhoog is gericht. Wanneer water onder druk aan de tweede slang 44.1.2 wordt toegevoerd, wordt vanuit de uitstroomopening 46.1.2 een tweede straal 64.1.2 gegenereerd die neerwaarts is gericht. Aldus kan naar keuze een opwaarts gerichte straal of een neerwaarts gerichte straal worden gegenereerd voor het instellen van karakteristieke 20 eigenschappen van de drank. Uiteraard kan hierbij eveneens nog de hoogte van de probe 38.1 worden ingesteld zoals dit in relatie met Fig. 3c voor de tweede probe 38.2 is besproken en kan bovendien de oriëntatie van de probe worden ingesteld volgens de richting van de pijl 70 zoals dit eveneens voor de probe 38.2 is besproken aan de hand van Fig. 3c.
25 Voor elk van de hier geschetste uitvoeringsvormen geldt dat de houder nog kan zijn voorzien van een code en het apparaat van een met de besturingsinrichting verbonden codelezer 72 voor het lezen van de code van de houder. In dit voorbeeld is de houder 4 bijvoorbeeld voorzien van een op zich bekende elektromagnetische responder waarin een uitleesbare code is 30 opgeslagen. De codelezer 72 genereert een elektromagnetisch 1026437 17 ondervraagveld waarbij de elektromagnetische responder 74 van de houder i· reageert wanneer deze in het ondervraagveld wordt gebracht door het I ! • uitzenden van de in de responder 74 opgeslagen code. De aldus uitgelezen
' I I
code wordt middels een signaal Q aan de besturingsmiddelen 54 toegevoerd. 5 De besturingsmiddelen kunnen aan de hand van deze code de hiervoor besproken instellingen automatisch bepalen en toepassen. Zo kan bijvoorbeeld aan de hand van de code de temperatuur van het water dat door de vloeistofmrichting 8 wordt afgegeven, worden bepaald en ingesteld. Ook kan worden bepaald welke van de probes 38.1 en 38.2 zal worden 10 gebruikt voor hét afgeven van water aan de houder. De code kan dus bepalen dat hetzij de probe 38.1 hetzij de probe 38.2 danwel beide probes 38.1 en 38.2 naar beneden toe bewegen. Daarnaast kan de code bepalen of aan de slang 44.1 danwel aan de slang 44.2 danwel aan beide slangen 44.1 en 44.2 water wordt toegevoerd. Dit geldt dan voor de uitvoeringsvormen die 15 zijn besproken aan de hand van de Fig. 3a tot 3d. Ook kan de code bepalen hoeveel water voor het bereiden van een portie van de drank aan de houder wordt toegevoerd. Bovendien kan worden bepaald hoeveel water per probe 38.1 en 38.2 aan de houder wordt toegevoerd op basis van de genoemde code. Ook kan op basis van de genoemde code de oriëntatie van de probe 38.2 in 20 de richting van de pijl 70 worden bepaald.
Ook kan het debiet van de straal 64.1 danwel van de straal 64.2 worden bepaald door de code. Ditzelfde geldt voor de stromingssnelheid van de straal 64.1 en 64.2. Dit alles kan middels de code worden ingesteld. Uiteraard is het niet uitgesloten dat een en ander ook handmatig bij de 25 bedieningsmiddelen 54 wordt ingevoerd. Het apparaat is dus voorzien van besturingsmiddelen waarbij het apparaat verder is ingericht om onder besturing van de besturingsmiddelen de richting van de ten minste ene straal, de positie van de ten minste ene straal, het debiet van de ten minste ene straal, de stroomsnelheid van de ten minste ene straal en/of het aantal 1026437 18 stralen op vooraf bepaalde wijze in te stellen voor het vooraf instellen van karakteristieke eigenschappen van de gerede drank, zoals bijvoorbeeld de hoeveelheid schuim die wordt verkregen bij de gerede drank door inslag van de straal op een binnenzijde van de houder en/of op het product en/of op het 5 reeds eerder aan de houder toegevoerde fluïdum.
Geheel analoog kan bij het systeem volgens Fig. 3e een code worden uitgelezen die de aldaar genoemde mogelijke instellingen bepaalt zoals of de straal 64.1.1, of de straal 64.1.2 of beide stralen 64.1.1 en 64.1.2 wordt c.q. worden gegenereerd. De code kan ook de richting van de straal 10 bepalen. Ook kan de code bepalen op welke hoogte de probe 38.1 zich moet bevinden en welke oriëntatie de probe hierbij moet innemen (de richting van de probe 38.1 kan worden ingesteld zoals besproken voor de probe 38.2 bij figuur 3c). Kortom, de positie van de probe 38.1 binnen de houder kan door de code worden bepaald. Dit geldt evéneens voor het debiet en de 15 stroomsnelheid van de betreffende stralen zoals hiervoor besproken. |
De code kan dus bepalend zijn voor het instellen van de hoeveelheid schuim van de gerede drank. Ook kan de code bepalend zijn voor het instellen van de hoeveelheid fluïdum die wordt afgegeven voor het bereiden van een portie van de gerede drank. De code kan voorts bepalend 20 zijn voor het instellen van de temperatuur van het fluïdum. Dergelijke mogelijkheden vallen elk binnen het kader van de uitvinding. In elk van de hiervoor geschetste uitvoeringsvormen geldt bovendien nog dat de code bepalend kan zijn voor het moment waarop de vloeistofinrichting 8 onder druk water gaat afgeven en het moment waarop de aandrijving 50 wordt 25 geactiveerd voor het met behulp van het mes 48 aanbrengen van de uitlaatopening 66.
Voorts geldt in elk van de hiervoor geschetste uitvoeringsvormen dat het apparaat verder is voorzien van een schakelaar 76 die wordt bekrachtigd wanneer een houder 4 in de opneemruimte 10 wordt geschoven.
30 In dit voorbeeld wordt de houder bekrachtigd door de genoemde eerste zijde, 1026437 19 dat wil zeggen door de bovenwand 16 van de houder. Wanneer de schakelaar is bekrachtigd wordt dit middels het schakelsignaal P aan de besturingsmiddelen 54 doorgegeven. De besturingemiddelen 54 detecteren dus een bekrachtiging van de schakelaar 76. Is de schakelaar 76 niet 5 bekrachtigd, dan zullen de besturingsmiddelen 54 er in dit voorbeeld voor zorgen dat de vloeistofinrichting 8 alsmede de aandrijvingen 40.1, 40.2 en 50 niet worden geactiveerd. Immers, in dat geval is er geen houder in de opneemruimte opgenomèn danwel een niet-passende houder. De houder kan dan immers te smal zijn danwel niet hoog genoeg.
10 Thans wordt aan de hand van Fig. 3f een systeem besproken dat in hoge mate overeenkomt met het systeem volgens Fig. 3a. Alleen de verschillen zullen nader worden aangeduid. Bij de inrichting volgens Fig. 3f is de probe 38.1 gekromd uitgevoerd. Bij het aandrijven van de aandrijving 40.1 zal de probe dan ook een baan doorlopen langs een cirkelsegment. Dit 15 cirkelsegment is in Fig. 3f gestippeld aangeduid met referentienummer 78. Het gevolg is dat wanneer de probe 38.1 is ingebracht in de houder, zoals getoond in Fig. 3f waarbij de uitstroomopening 46,1 bij het vrije uiteinde van de probe 38.1 is aangebracht, een straal 64.1 wordt gegenereerd in horizontale richting. In dit voorbeeld is de probe 38.2 dusdanig ingericht dat 20 middels een aan het vrije uiteinde van de probe 38.2 aangebrachte uitstroomopening 46.2 een straal in neerwaartse verticale richting wordt gegenereerd.
De houder van Fig. 3f is voorts voorzien van een licht gewijzigde verdieping 20. De houder is voorzien van een klep 80 waarbij het apparaat 25 verder is voorzien van bekrachtigingsmiddelen 50.1, 50.2, 82, 84 voor het onder besturing van de besturingsmiddelen 54 openen van de klep voor het verkrijgen van de uitlaatopening in de houder. In dit voorbeeld is de klep uitgevoerd als een normaal gesloten klep die zich weer sluit wanneer de bekrachtigingsmiddelen worden gedeactiveerd. Hiermee wordt nadruppelen 1026437
< ' I
20 voorkomen wanneer de drank is bereid en de houder althans nagenoeg is leeggestroomd. In dit voorbeeld is de verdieping 20 voorzien van een op zich l bekende duck-klep 80. Een onderaanzicht van een dergelijke houder met een dergelijke duck-klep 80 is getoond in Fig. ld. De duck-klep bestaat uit 5 een snede 82 die in een bodem 84 van de verdieping is aangebracht. Deze snede strekt zich in Fig. 3f uit in het vlak van de tekening. Het apparaat van Fig. 3f is verder voorzien van een eerste orgaan 82 dat met behulp van een aandrijving 50.1 in de richting van de pijl 52 heen en weer kan worden bewogen. Voorts omvat het apparaat een tweede orgaan 84 dat met behulp 10 van een aandrijving 50.2 in de richting van de pijl 52 heen en weer kan worden bewogen. Wanneer de houder 4 in de opneemruimte is geplaatst zoals aan de hand van een der voorgaande figuren is besproken en wanneer de uitlaatopening 66 dient te worden gevormd bewerkstelligen de besturingsmiddelen 54 dat de organen 82 en 84 met behulp van de 15 aandrijvingen 50.1 en 50.2 naar elkaar toe worden bewogen. Hierdoor zal de verdieping 20 die van een elastisch materiaal is vervaardigd gaan vervormen, een en ander dusdanig dat de snede 82 open begint te staan. Het materiaal aan de weerszijden van de snede wordt immers - althans in het midden van de snede - van elkaar af bewogen. Hierdoor is de uitlaatopening 20 66 gevormd en kan de houder 4 leegstromen zoals is besproken aan de hand van de Fig. 3a tot 3e. Vervolgens bewerkstelligen de besturingsmiddelen 54 dat met behulp van de aandrijvingen 50.1, 50.2 de organen 82, 84 van elkaar af worden bewogen zodat de duck-klep 80 zich weer zal sluiten. Hierdoor wordt nadruppelen voorkomen.
25 Voorts geldt dat in plaats van, of in aanvulling op, een elektromagnetische responder 74 de code ook op een andere wijze in de houder kan worden aangebracht. Zo kan de code van de houder worden gevormd door een specifieke uiterlijke vorm van de houder waarbij een codelezer 86 van het apparaat is ingericht voor het herkennen van deze 30 uiterlijke vorm. Een mogelijk voorbeeld hiervan wordt geschetst aan de 1026437 21 hand van Fig. lb. Zoals te zien is in Fig. lb is de rand 22 mogelijk voorzien > van een aantal inkepingen 90 die wél of niet zijn aangebracht. In dit lil i voorbeeld kunnen er tien inkepingen wel of niet zijn aangebracht. Hiermee is het dus mogelijk om 210, dat wil zeggen 1.096, verschillende codes aan te 5 brengen. Hierbij kan het apparaat zoals als voorbeeld in Fig. 2c is getoond, zijn voorzien van een veelvoud van tien nabijheidschakelaars 92, waarbij elke nabijheidschakelaar wordt gebruikt om vast te stellen of op de betreffende positie waar een inkeping 90 kan zijn gevormd daadwerkelijk een inkeping is gevormd. Doordat de uitstulping 34 in de groef 36 ie 10 op genomen, is gewaarborgd dat de nabijheidschakelaars 92 en de eventuele inkepingen 90 diametraal tegenover elkaar liggen. Elk van de nabijheidschakelaars is met de besturingsmiddelen 54 verbonden zodat de besturingsmiddelen 54 aan de hand van de door de nabijheidschakelaars 92 wel of niet gedetecteerde inkepingen 90 de betreffende code kan vaststellen. 15 Aan dë hand van de code kunnen de genoemde instellingen zoals hiervoor besproken bij het apparaat worden toegepast.
Al deze varianten worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen. Bij de systemen volgens figuur 3a-3f kan bijvoorbeeld gelden dat de eerste straal 64.1 en de tweede straal 64.2 een van elkaar verschillende 20 richting hebben. In het bijzonder geldt dat de eerste straal naar de zijwand 14 van de houder is gericht en de zijwand raakt en dat de tweede straal naar de bodem 12 van de houder is gericht en in gebruik het product 6 direct raakt. Tevens geldt in het bijzonder dat de tweede straal althans nagenoeg in een verticale richting naar beneden toe is gericht en de eerste 25 straal een snelheidscomponent in horizontale richting naar de zijwand en een snelheidscomponent in verticale richting naar de bodem omvat.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor geschetste uitvoeringsvormen. Zo kan de houder en/of de opneemwand eveneens andere vormen aannemen. Tevens is het mogelijk dat de bovenwand 16 van 30 de houder niet van plastic/kunststof wordt gevormd, maar bijvoorbeeld van 1026437 22 een dunwandig metaalfolie is vervaardigd. De genoemde verzwakkingzones 18A en 18B kunnen in dat voorbeeld bijvoorbeeld achterwege worden gelaten omdat de probes dan gemakkelijk door het betreffende materiaal kunnen heen prikken. Overigens kunnen de verzwakkingzones 18A en 18B 5 ook bij de hiervoor geschetste inrichtingen achterwege worden gelaten wanneer de bovenwand 16 van een plastic/kunststof is vervaardigd. Belangrijk is dan dat de punt van de probes voldoende scherp is uitgevoerd en dat de bovenwand 16 voldoende dunwandig is. In de hiervoor geschetste uitvoeringsvormen wordt met behulp van de probes zelf door de bovenwand 10 16 geprikt. Het is uiteraard ook mogelijk dat met behulp van een ander orgaan dan de probes 38.1 en 38.2 door de bovenwand 16 wordt geprikt. Zo kan de inrichting bijvoorbeeld zijn voorzien van een beweegbaar orgaan, in het voorbeeld van figuur 3g een buitenbuis 100, voor het onder besturing van de bësturingsmiddelen 54 openprikken van de houder alvorens de probe 15 38.1 door de eerste zijde van de houder kan worden gestoken. De buitenbuis 100 wordt in dit voorbeeld met behulp van een aandrijving 102 aangestuurd. De probe 38.1 wordt middels de eerste aandrijving 40.1 op en neer bewogen wanneer de buitenbuis 100 daarvoor een opening in de bovenwand 16 heeft aangebracht. De probe kan van een type zijn zoals in 20 figuur 3e besproken. Ook kunnen twee probes 38.1, 38.2 worden toegepast die elk zijn opgenomen in een buitenbuis 100 voor het op twee van elkaar verschillende posities openprikken van de houder. In het hiervoor geschetste uitvoeringsvoorbeeld zijn de besturingsmiddelen 54 elektronisch uitgevoerd en voorzien van een microprocessor 56. Het is echter eveneens denkbaar dat 25 de genoemde besturingsmiddelen mechanisch zijn uitgevoerd. Voorts geldt bij de inrichting volgens Fig. 3a tot 3d en bij de inrichting volgens Fig. 3f dat het apparaat is voorzien van snijmiddelen voor het onder besturing van de besturingsmiddelen 54 aanbrengen van de uitlaatopening in de houder. Het is echter eveneens denkbaar dat de openingsmiddelen in de vorm van 30 doorboringsmiddelen worden toegepast voor het aanbrengen van de opening.
1026437 23
Deze doorboringsmiddelen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een pen 110 die met behulp van een aandrijving 112 in verticale richting wordt bewogen voor het prikken van een opening in de verdieping 20 om vervolgens weer naar beneden te worden bewogen om de aldus gevormde uitlaatopening vrij 5 te geven en dit alles onder besturing van de besturingsmiddelen 64 (zie figuur 3g). Ook is het in elk van de hiervoor geschetste varianten denkbaar dat in plaats van water een andere vloeistof zoals melk door de vloeistofinrichting 8 wordt afgegeven. Ook kan de vloeistofinrichting tevens een gas afgeven zoals lucht, zuurstof, stikstof, koolzuur en dergelijke.
10 Ook is het denkbaar dat de uitstroomopeningen van de gewenste probe zijn voorzien van kleppen die bijvoorbeeld onder besturing van de besturingsmiddelen (geheel of gedeeltelijk) kunnen worden geopend en gesloten. Ook kunnen deze kleppen zijn aangebracht in bijvoorbeeld een of meer van de kanalen van de probe of in een of meer van de slangen die met 15 dé probe zijn verbonden. Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
1026437

Claims (37)

1. Systeem voor het bereiden van porties van een voor consumptie geschikte drank, voorzien van een apparaat voor het bereiden van de drank en een in het apparaat verwijderbaar opgenomen gesloten en vormvaste houder die tenminste is gevuld met een op te lossen en/of te verdunnen 5 product zoals een concentraat, waarbij het apparaat is voorzien van een vloeistoflnrichting voor het onder druk afgeven van een fluïdum omvattende tenminste een vloeistof zoals water en eventueel een gas zoals stoom of lucht, een opneemruimte waarin de houder is opgenomen en tenminste een probe voorzien van tenminste een kanaal dat enerzijds in fluïdumverbinding 10 staat met de vloeistoflnrichting en die anderzijds uitmondt in tenminste een uitstroomopening van de probe, waarbij een wand van de houder is J vervaardigd van een fluïdumdicht materiaal zoals een plastic en/of een metaal en waarbij de wand aan een eerste zijde van de houder dusdanig is vervaardigd dat deze kan worden doorgeprikt, waarbij het apparaat is 15 ingericht om de wand aan de eerste zijde door te prikken en om de probe en de houder ten opzichte van elkaar te bewegen zodat de probe, in gebruik, door de eerste zijde van de houder kan worden gestoken waarna de tenminste ene uitstroomopening tot in de houder reikt en waarbij het systeem verder is voorzien van openingsmiddelen voor het verkrijgen van, 20 in gebruik, een uitlaatopening bij de houder voor het afgeven van de gerede drank waarbij, in gebruik, het fluïdum met de vloeistoflnrichting aan het tenminste ene kanaal wordt toegevoerd voor het genereren van tenminste een straal van het fluïdum uit de tenminste ene uitstroomopening van de probe in de houder voor het oplossen en/of verdunnen van het product 25 waarna de gerede drank uit de tenminste ene uitlaatopening stroomt, met het kenmerk, dat het apparaat verder is voorzien van besturingsmiddelen waarbij het apparaat verder is ingericht om onder besturing van de 1026437 besturingsmiddelen de richting van de tenminste ene straal, de positie van de tenminste ene straal, het debiet van de tenminste ene straal, de stroomsnelheid van de tenminste ene straal en/of het aantal stralen op vooraf bepaalde wijze in te stellen voor het vooraf bepalen van 5 karakteristieke eigenschappen van de gerede drank zoals bijvoorbeeld de hoeveelheid schuim die wordt verkregen bij de gerede drank door inslag van de straal op een binnenzijde van de houder en/of op het product en/of op het reeds eerder aan de houder toegevoerde fluïdum.
2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het apparaat is 10 ingericht om onder besturing van de beeturingsmiddelen de positie van de probe binnen de houder in te stellen voor het op de vooraf bepaalde wijze instellen van de richting van de tenminste ene straal.
3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de probe is voorzien van tenminste een tweede uitstroomopening waarbij het apparaat 15 is ingericht om onder besturing van de besturingsmiddelen op instelbare wijze met behulp van de eerste uitstroomopening in de houder een eerste straal van het fluïdum te genereren en/of met behulp van de tweede uitstroomopening een tweede straal van het fluïdum te genereren.
4. Systeem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de probe is 20 ingericht voor het onder besturing van de besturingsmiddelen op instelbare wijze afsluiten of vrijgeven van de eerste uitstroomopening en het op instelbare wijze afsluiten of vrijgeven van de tweede uitstroomopening.
5. Systeem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de probe is voorzien van een eerste kanaal dat enerzijds is verbonden met de 25 vloeistofinrichting en anderzijds uitmondt in de eerste uitstroomopening en een tweede kanaal dat enerzijds is verbonden met de vloeistofinrichting en anderzijds uitmondt in de tweede uitstroomopening waarbij het apparaat is ingericht om onder besturing van de besturingsmiddelen op instelbare wijze met behulp van de vloeistofinrichting het fluïdum aan het eerste kanaal 30 en/of aan het tweede kanaal toe te voeren. 1026437
6. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het systeem is ingericht voor het onder besturing van de 1 ' ! besturingsmiddelen instellen van de temperatuur van het fluïdum. i
7. Systeem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het systeem is 5 ingericht voor het onder besturing van de besturingsmiddelen instellen van de temperatuur van het fluïdum zodat een warme, lauwe of koude drank wordt verkregen.
8. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het systeem is ingericht voor het onder besturing van de 10 besturingsmiddelen instellen van de hoeveelheid fluïdum die wordt afgegeven voor het bereiden van een portie van de gerede drank.
9. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de houder is voorzien van een code en het apparaat van een met de besturingsmiddelen verbonden codelezer voor het lezen van de code van de 15 houder waarbij de besturingsmiddelen zijn ingericht om op basis van de uitgelezen code tenminste een van de genoemde instellingen aan te brengen.
10. Systeem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de code bepalend is voor het instellen van de richting van de tenminste ene straal, de positie van de tenminste ene straal, het debiet van de tenminste ene 20 straal, de stroomsnelheid van de tenminste ene straal en/of het aantal stralen.
11. Systeem volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de code bepalend is voor het instellen van de hoeveelheid schuim bij de gerede drank.
12. Systeem volgens conclusies 8 en 9, met het kenmerk, dat de code bepalend is voor het instellen van de hoeveelheid fluïdum die wordt afgegeven voor het bereiden van een portie van de gerede drank.
13. Systeem volgens conclusies 6 en 9, met het kenmerk, dat de code bepalend is voor het instellen van de temperatuur van het fluïdum. 1026437
14. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, ! ' dat, in gebruik, de houder met behulp van de probe wordt open geprikt. ! i l
15. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het apparaat verder is voorzien van een beweegbaar orgaan voor het 5 onder besturing van de besturingsmiddelen open prikken van de houder alvorens de probe door de eerste zijde van de houder kan worden gestoken.
16. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het apparaat is voorzien van openingsmiddelen zoals snij- of doorboringsmiddelen voor het onder besturing van de besturingsmiddelen 10 wegsnijden of doorboren van een deel van de houder voor het aanbrengen van de uitlaatopening in de houder wanneer de houder zich in de opneemruimte bevindt.
17. Systeem volgens conclusies 9 en 16, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen de openingsmiddelen activeren voor het verkrijgen van 15 dé uitlaatopening wanneer de besturingsmiddelen met behulp van de code-leesmiddelen een code leest die overeenkomt met een in de besturingseenheid opgeslagen code.
18. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de opneemruimte en de houder dusdanig op elkaar zijn afgestemd dat de 20 houder op tenminste een vooraf bepaalde positie en bij voorkeur één vooraf bepaalde positie in de opneemruimte kan worden opgenomen.
19. Systeem volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de wand van de houder is voorzien van een houderinkeping en/of een houderuitsteeksel en een wand van de opneemruimte is voorzien van een opneemruimte- 25 uitsteeksel dat tot in de houderinkeping reikt en/of een opneemruimte- inkeping waarbij de houderinkeping tot in de opneemruimte-inkeping reikt.
20. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een bovenzijde van de opneemruimte althans nagenoeg tegen de eerste zijde van de houder aanligt. 1026437
21. Systeem volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat het apparaat is voorzien van een schakelaar die wordt bekrachtigd door de eerste zijde van de houder.
22. Systeem volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de 5 besturingsmiddelen met de schakelaar zijn verbonden waarbij de besturingsmiddelen bewerkstelligen dat de vloeistofinrichting niet wordt geactiveerd wanneer de schakelaar niet is bekrachtigd.
23. Systeem volgens een der conclusies 20-22, met het kenmerk, dat, in gebruik, de uitstroomopening van de probe zich nabij de eerste zijde in de 10 houder bevindt.
24. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uitlaatopening zich aan een tegenover de eerste zijde gelegen tweede zijde van de houder bevindt.
25. Systeem volgens een der conclusies 9-13 of 17, met het kenmerk, 15 dat de code van de houder wordt gevormd door een specifieke uiterlijke vorm van de houder waarbij de codelezer is ingericht voor het herkennen van deze uiterlijke vorm.
26. Systeem volgens een der conclusies 9-13 of 17, met het kenmerk, dat de code van de houder wordt gevormd door een elektromagnetische 20 responder, waarbij de codelezer is ingericht voor het uitlezen van de elektromagnetische responder
27. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de houder is voorzien van een klep waarbij het apparaat is voorzien van bekrachtigingsmiddelen voor het, in gebruik, en bij voorkeur onder 25 besturing van de besturingsmiddelen openen van de klep voor het verkrijgen van de uitlaatopening in de houder.
28. Systeem volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de klep een normaal gesloten klep is die weer dicht gaat wanneer de bekrachtigingsmiddelen worden gedeactiveerd. 1026437
29. Systeem volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat de klep een ' ,, duck-klep omvat waarbij de bekrachtigingsmiddelen zijn voorzien van 1 i drukmiddelen voor het, in gebruik, samenknijpen van de duck-klep ter verkrijging van de uitlaatopening.
30. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen zijn voorzien van een microprocessor.
31. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gevormde uitlaatopening een vrije doorgang verschaft zodat de drank uit de houder kan stromen onder invloed van de zwaartekracht wanneer de 10 uitlaatopening is aangebracht.
32. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tenminste ene straal onder besturing van de besturingsmiddelen naar een bodem van de houder is gericht of naar een zijwand van de houder is gericht.
33. Systeem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de eerste straal 15 en de tweede straal een van elkaar verschillende richting hebben.
34. Systeem volgens conclusie 33, met het kenmerk, dat de eerste straal naar een zijwand van de houder is gericht en de zijwand raakt en dat tweede straal naar een bodem van de houder is gericht en in gebruik het product direct raakt.
35. Systeem volgens conclusie 33 of 34, met het kenmerk, dat de tweede straal althans nagenoeg in een verticale richting naar beneden toe is gericht en de eerste straal een snelheidscomponent in horizontale richting naar de zijwand en een snelheidscomponent in verticale richting naar de bodem omvat.
36. Apparaat van het systeem volgens een der voorgaande conclusies.
37. Houder van het systeem volgens een der voorgaande conclusies 1-34. 102643?
NL1026437A 2004-06-17 2004-06-17 Een systeem voor het bereiden van porties van een voor consumptie geschikte drank. NL1026437C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026437A NL1026437C2 (nl) 2004-06-17 2004-06-17 Een systeem voor het bereiden van porties van een voor consumptie geschikte drank.
US11/629,838 US9585511B2 (en) 2004-06-17 2005-06-17 System for preparing portions of a beverage suitable for consumption
DK05753401.8T DK1781151T3 (da) 2004-06-17 2005-06-17 System til tilberedning af til indtagelse egnede drikkevareportioner
AT05753401T ATE541490T1 (de) 2004-06-17 2005-06-17 System zur zubereitung von verzehrbereiten portionen eines getränks
ES05753401T ES2380629T3 (es) 2004-06-17 2005-06-17 Sistema para preparar porciones de bebida adecuadas para el consumo
EP05753401A EP1781151B1 (en) 2004-06-17 2005-06-17 System for preparing portions of a beverage suitable for consumption
PCT/NL2005/000444 WO2005122851A1 (en) 2004-06-17 2005-06-17 System for preparing portions of a beverage suitable for consumption

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026437 2004-06-17
NL1026437A NL1026437C2 (nl) 2004-06-17 2004-06-17 Een systeem voor het bereiden van porties van een voor consumptie geschikte drank.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1026437C2 true NL1026437C2 (nl) 2005-12-20

Family

ID=34974092

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1026437A NL1026437C2 (nl) 2004-06-17 2004-06-17 Een systeem voor het bereiden van porties van een voor consumptie geschikte drank.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US9585511B2 (nl)
EP (1) EP1781151B1 (nl)
AT (1) ATE541490T1 (nl)
DK (1) DK1781151T3 (nl)
ES (1) ES2380629T3 (nl)
NL (1) NL1026437C2 (nl)
WO (1) WO2005122851A1 (nl)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1966065A2 (en) 2005-12-21 2008-09-10 Koninklijke Philips Electronics N.V. A cartridge for preparing beverages, a beverage preparation machine and a beverage preparation system
US9783361B2 (en) 2013-03-14 2017-10-10 Starbucks Corporation Stretchable beverage cartridges and methods
US9877495B2 (en) 2015-01-09 2018-01-30 Starbucks Corporation Method of making a sweetened soluble beverage product
US10442610B2 (en) 2014-03-11 2019-10-15 Starbucks Corporation Pod-based restrictors and methods

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1026068C2 (nl) * 2004-04-28 2005-10-31 Sara Lee De Nv Pad van het eventueel soepele type en samenstel van een houder en een dergelijke pad.
NL1026437C2 (nl) 2004-06-17 2005-12-20 Sara Lee De Nv Een systeem voor het bereiden van porties van een voor consumptie geschikte drank.
NL1029155C2 (nl) * 2004-10-19 2006-04-20 Sara Lee De Nv Systeem en werkwijze voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank.
NL1028133C2 (nl) 2005-01-27 2006-07-31 Sara Lee De Nv Werkwijze en inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank.
EP1772081A1 (en) 2005-10-07 2007-04-11 Cense d'Almez S.A. Device for preparing an infused liquid
GB2468047B (en) * 2006-04-27 2010-12-08 Kraft Foods R & D Inc System, pod and method for preparing a beverage
EP1950150B1 (en) 2007-01-24 2010-03-03 Nestec S.A. Identification of beverage ingredient containing capsules
EP2227119A1 (en) * 2008-01-03 2010-09-15 Essence-SBT SA System for delivering infusion beverages and infusion capsule
WO2009153815A1 (en) * 2008-06-19 2009-12-23 Essence-Sbt Sa Delivering element for hot and cold beverages, capsules for cold beverages adapted to be used with such element, and related process for delivering hot and cold beverages
WO2010003878A1 (en) * 2008-07-08 2010-01-14 Nestec S.A. Portion-controlled nutrition system and method using capsules
BR112012000038A2 (pt) 2009-07-03 2016-03-15 Nestec Sa cápsula para preparação de uma bebida compreendendo um elemento de identificação
AU2010268196A1 (en) * 2009-07-03 2012-02-02 Nestec S.A. Method for identifying capsules in a beverage producing device with magnetically-responsive identifier
SG176942A1 (en) 2009-07-03 2012-01-30 Nestec Sa Capsule for the preparation of a beverage embedding an identification element
RU2568082C2 (ru) 2010-05-12 2015-11-10 Нестек С.А. Капсула, система и способ для приготовления напитка центрифугированием
MY166048A (en) * 2010-11-11 2018-05-22 Nestec Sa Capsule, beverage production machine and system for the preparation of a nutritional product
CN104394740B (zh) 2012-07-06 2016-11-16 荷兰联合利华有限公司 囊盒识别系统
EP2759235A1 (en) * 2013-01-25 2014-07-30 Friesland Brands B.V. Bag-in-box connector for use in vehicle for beverage preparation
JP6386529B2 (ja) 2013-03-21 2018-09-05 ユニリーバー・ナームローゼ・ベンノートシヤープ 飲料を抽出するための方法、装置、及びカプセル
CN105813519B (zh) * 2013-12-20 2019-12-20 皇家飞利浦有限公司 消耗品集合和饮料分配器
US20150257586A1 (en) * 2014-03-11 2015-09-17 Starbucks Corporation Dba Starbucks Coffee Company Single-serve beverage production machine
CN109922668B (zh) 2016-11-09 2023-03-31 百事可乐公司 碳酸饮料制备机、方法和系统
US10532866B2 (en) * 2017-03-30 2020-01-14 Braxton Teague Container cap assembly

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3425339A (en) * 1965-03-01 1969-02-04 Reynolds Metals Co Vending apparatus for dispensing reconstituted food in containers
JPH05151449A (ja) * 1991-11-26 1993-06-18 Matsushita Refrig Co Ltd カツプ式飲料自動販売機
US5242702A (en) * 1990-07-27 1993-09-07 Nestec S.A. Extraction of coffee contained in sealed cartridges
JPH10222748A (ja) * 1997-02-07 1998-08-21 Fuji Electric Co Ltd 自動販売機
US6079315A (en) 1999-01-19 2000-06-27 Keurig, Inc. Beverage filter cartridge holder
WO2002028241A1 (en) * 2000-10-06 2002-04-11 Boyd Coffee Company Encoded coffee packet
FR2842092A1 (fr) * 2002-07-12 2004-01-16 Seb Sa Machine a cafe fonctionnant avec des doses

Family Cites Families (64)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2968560A (en) 1959-02-06 1961-01-17 Sealpak Corp Infusion package for producing a coffee beverage
US3587444A (en) 1969-11-26 1971-06-28 Sperry Rand Corp Drip type coffee maker
US3971088A (en) * 1974-12-09 1976-07-27 Baxter Laboratories, Inc. Automated meat tenderization system
US3952641A (en) * 1975-01-27 1976-04-27 Cory Food Services, Inc. Beverage brewer apparatus
GB1583344A (en) 1976-09-18 1981-01-28 Dej Int Research Co Bv Process and apparatus for the preparation of extracts from ground roasted coffee or a mixture thereof with ground roasted chicory
US4147097A (en) 1976-09-23 1979-04-03 The Procter & Gamble Company Method of and apparatus for making drip-type coffee
IT1131540B (it) * 1980-06-10 1986-06-25 Illycaffe Spa Macchina da caffe' espresso che estrae il caffe' da cialde di caffe
ZA821274B (en) 1981-03-26 1983-01-26 Dagma Gmbh & Co Method of and device for dispensing viscous concentrates of variable viscosity in accurately metered quantities of variable volume
ES8700918A1 (es) 1985-01-31 1986-11-16 Spidem Srl Perfeccionamientos en los dispositivos emulsionadores
NL8501927A (nl) 1985-07-05 1987-02-02 Douwe Egberts Tabaksfab Werkwijze en inrichting voor het bereiden van een koude drank.
NL8601122A (nl) 1986-05-01 1987-12-01 Verheijen Bv Inrichting voor het leveren van heet water.
JPS62268513A (ja) 1986-05-15 1987-11-21 片岡物産株式会社 ドリツプ式コ−ヒ−濾過器のコ−ヒ−バツグ
US4718579A (en) 1986-05-27 1988-01-12 General Foods Corporation Beverage dispensing machine
GB8806666D0 (en) * 1988-03-21 1988-04-20 Gen Foods Ltd Method for preparing beverages & beverage preparing machines
JPH024696A (ja) 1988-06-21 1990-01-09 Sanyo Electric Co Ltd 飲料供給装置
IT1235261B (it) 1989-01-30 1992-06-26 Illycaffe Spa Macchina da caffe'.
US5615801A (en) 1990-06-06 1997-04-01 The Coca-Cola Company Juice concentrate package for postmix dispenser
US5842603A (en) 1990-06-06 1998-12-01 The Coca-Cola Company Postmix juice dispenser
ES2078276T3 (es) * 1990-07-27 1995-12-16 Nestle Sa Dispositivo de extraccion de cartuchos cerrados.
AT400291B (de) * 1990-10-31 1995-11-27 Coffea Sa Verfahren zur herstellung eines flüssigen produktes und vorrichtung zur durchführung desselben
TW199884B (nl) * 1991-05-08 1993-02-11 Sociere Des Produits Nestle S A
ATE171352T1 (de) * 1992-07-20 1998-10-15 Nestle Sa Verfahren und vorrichtung zur extraktion undurchlässiger, verformbarer portionspackungen
IT1279511B1 (it) * 1994-07-18 1997-12-16 Marzocco Srl Perfezionamento di una macchina per caffe' espresso per la applicazione differenziata della pressione dell'acqua e per la
JP3029960U (ja) 1995-01-24 1996-10-18 伊藤工機株式会社 バッグ・イン・ボックス及び流動性内容物供給装置
US5638740A (en) * 1995-02-24 1997-06-17 Cai; Zhihua Apparatus for brewing espresso and cappuccino
CA2180419A1 (en) 1995-08-02 1997-02-03 Simon M. Gotham Cappuccino brewing kit
GB2301015B (en) 1996-03-12 1997-04-23 Nestle Sa Soluble coffee beverage product
US5724883A (en) 1996-05-28 1998-03-10 Franklin Industries, L.L.C. Hot/cold beverage brewing device
PT887036E (pt) * 1997-06-27 2001-03-30 Eldom Rothrist Ag Maquina-expresso de funcionamento com capsula de filtro
NL1007171C2 (nl) 1997-09-30 1999-03-31 Sara Lee De Nv Samenstel voor gebruik in een koffiemachine voor het bereiden van koffie, houder en pouch van dat samenstel.
US5895672A (en) 1998-01-13 1999-04-20 Cooper; Barry Patrick Wesley Product and process for preparing a tea extract
EP0980222B1 (en) 1998-02-09 2002-09-18 Koninklijke Philips Electronics N.V. Apparatus for preparing beverages with end of brew phase detection
US6148717A (en) * 1998-08-11 2000-11-21 Food Equipmet Technologies Company, Inc. Beverage maker with intermittent beverage liquid dispenser and apparatus and method for uniform contact of brew ingredient with brew
US6662955B1 (en) 1998-08-11 2003-12-16 Food Equipment Technologies Company Inc. Beverage ingredient filter and assembly
DE29817116U1 (de) 1998-09-24 1998-12-17 Jura Elektroapparate Ag Vorrichtung zur Erzeugung von Milchschaum für Cappuccino
US6019032A (en) 1998-10-30 2000-02-01 Acorto, Inc. Automated espresso and milk aeration apparatus and method
US6142063A (en) * 1999-01-19 2000-11-07 Keurig, Inc. Automated beverage brewing system
CA2325978A1 (en) 1999-11-16 2001-05-16 Robert Hale Beverage filter cartridge system
NL1016106C2 (nl) * 2000-09-05 2002-03-07 Sara Lee De Nv Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag.
IL138418A (en) 2000-09-12 2005-08-31 Arie Schub Whipping device
US6777007B2 (en) 2002-07-06 2004-08-17 Edward Z. Cai Pod and method for making fluid comestible
DE20100166U1 (de) 2001-01-05 2001-03-29 Melitta Haushaltsprodukte Portionspackung zur Herstellung eines Brühgetränkes
US6460735B1 (en) 2001-01-24 2002-10-08 Shlomo Greenwald Beverage dispenser having selectable temperature
US6526872B2 (en) * 2001-05-22 2003-03-04 Raymond Electric (China) Limited Coffee making machine
NL1018248C2 (nl) 2001-06-08 2002-12-10 Sara Lee De Nv Inrichting en werkwijze voor het bereiden van een voor consumptie geschikte, geschuimde drank.
ITTO20010902A1 (it) * 2001-09-21 2003-03-21 Sgl Italia Srl Macchina da caffe'.
JP2005514023A (ja) * 2002-01-03 2005-05-19 スピン・マスター・リミテッド スラッシュ飲料製造装置
US6786134B2 (en) * 2002-02-07 2004-09-07 The Coca-Cola Company Coffee and tea dispenser
JP2004009171A (ja) 2002-06-04 2004-01-15 Aisin Aw Co Ltd マシンニングセンタ,クランプ装置及びマシニングセンタにおけるクランプ方法
NL1020833C2 (nl) * 2002-06-12 2003-12-15 Sara Lee De Nv Inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank met een fijnbellige schuimlaag.
FR2842090B1 (fr) 2002-07-12 2004-12-24 Seb Sa Machine a cafe fonctionnant avec des doses
FR2842091B1 (fr) * 2002-07-12 2004-11-19 Seb Sa Machine a cafe comportant un dispositif de verrouillage perfectionne
US6915732B2 (en) * 2003-04-01 2005-07-12 Pepsico, Inc. Brewed iced tea or non-carbonated drink dispenser
JP4509108B2 (ja) * 2003-06-25 2010-07-21 コーニンクレッカ フィリップス エレクトロニクス エヌ ヴィ 調整可能なブリューチャンバを備えた飲料メーカー
PT1510160E (pt) * 2003-08-25 2011-11-02 Nestec Sa Método e dispositivo para preparar uma bebida a partir de cápsulas contendo uma substância
US7093533B2 (en) 2003-10-10 2006-08-22 Applica Consumer Products, Inc. Brewing apparatus hot water discharge head
US20050076784A1 (en) 2003-10-10 2005-04-14 Hp Intellectual Corp. Brewing apparatus pod carrier and frothing attachment
NL1026068C2 (nl) 2004-04-28 2005-10-31 Sara Lee De Nv Pad van het eventueel soepele type en samenstel van een houder en een dergelijke pad.
NL1026437C2 (nl) 2004-06-17 2005-12-20 Sara Lee De Nv Een systeem voor het bereiden van porties van een voor consumptie geschikte drank.
CN100522023C (zh) 2004-06-29 2009-08-05 皇家飞利浦电子股份有限公司 制做预定份量的饮料的方法和设备
NL1029155C2 (nl) * 2004-10-19 2006-04-20 Sara Lee De Nv Systeem en werkwijze voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank.
NL1028133C2 (nl) 2005-01-27 2006-07-31 Sara Lee De Nv Werkwijze en inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank.
US7798053B2 (en) * 2005-12-21 2010-09-21 Bunn-O-Matic Corporation System for producing beverages
JP5151449B2 (ja) 2007-12-17 2013-02-27 富士ゼロックス株式会社 文書解析装置、および文書解析方法、並びにコンピュータ・プログラム

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3425339A (en) * 1965-03-01 1969-02-04 Reynolds Metals Co Vending apparatus for dispensing reconstituted food in containers
US5242702A (en) * 1990-07-27 1993-09-07 Nestec S.A. Extraction of coffee contained in sealed cartridges
JPH05151449A (ja) * 1991-11-26 1993-06-18 Matsushita Refrig Co Ltd カツプ式飲料自動販売機
JPH10222748A (ja) * 1997-02-07 1998-08-21 Fuji Electric Co Ltd 自動販売機
US6079315A (en) 1999-01-19 2000-06-27 Keurig, Inc. Beverage filter cartridge holder
WO2002028241A1 (en) * 2000-10-06 2002-04-11 Boyd Coffee Company Encoded coffee packet
FR2842092A1 (fr) * 2002-07-12 2004-01-16 Seb Sa Machine a cafe fonctionnant avec des doses

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 017, no. 546 (P - 1623) 30 September 1993 (1993-09-30) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1998, no. 13 30 November 1998 (1998-11-30) *

Cited By (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1966065A2 (en) 2005-12-21 2008-09-10 Koninklijke Philips Electronics N.V. A cartridge for preparing beverages, a beverage preparation machine and a beverage preparation system
EP1966065B2 (en) 2005-12-21 2012-11-28 Koninklijke Philips Electronics N.V. A cartridge for preparing beverages and a beverage preparation system
US9783361B2 (en) 2013-03-14 2017-10-10 Starbucks Corporation Stretchable beverage cartridges and methods
US10442610B2 (en) 2014-03-11 2019-10-15 Starbucks Corporation Pod-based restrictors and methods
US9877495B2 (en) 2015-01-09 2018-01-30 Starbucks Corporation Method of making a sweetened soluble beverage product
US10820607B2 (en) 2015-01-09 2020-11-03 Starbucks Corporation Soluble beverages with enhanced flavors and aromas

Also Published As

Publication number Publication date
US20080105130A1 (en) 2008-05-08
EP1781151B1 (en) 2012-01-18
EP1781151A1 (en) 2007-05-09
US9585511B2 (en) 2017-03-07
ES2380629T3 (es) 2012-05-16
WO2005122851A1 (en) 2005-12-29
ATE541490T1 (de) 2012-02-15
DK1781151T3 (da) 2012-04-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1026437C2 (nl) Een systeem voor het bereiden van porties van een voor consumptie geschikte drank.
NL1032091C2 (nl) Systeem voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, alsmede verwisselbare houder voor een dergelijk systeem.
NL1031622C2 (nl) Systeem voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, alsmede verwisselbare houder voor een dergelijk systeem.
KR102592621B1 (ko) 카트리지 리시버, 카트리지 시스템, 음료 제조 기계, 및 음료 제조 방법
KR102462463B1 (ko) 투여 시스템
NL1029155C2 (nl) Systeem en werkwijze voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank.
JP7192000B2 (ja) 飲料調製システムおよび飲料調製方法
US8784915B2 (en) Dispensing of a substance
NL1028134C2 (nl) Werkwijze voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank uit ten minste twee op te lossen en/of te extraheren ingredienten en een hoeveelheid vloeistof.
NL1033923C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het activeren en ledigen van drankbereidingshouders.
NL1032080C2 (nl) Verwisselbare houder ten gebruike in een apparaat voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank.
US10806294B2 (en) Froth wand
KR20170100511A (ko) 액체 제품의 준비를 위한 시스템, 일회용 카트릿지, 및 방법
JP2004528143A (ja) 飲食用に適する泡立ち飲料を作る装置および方法
NL1032090C2 (nl) Systeem voor het bereiden van een vooraf bepaalde hoeveelheid voor consumptie geschikte drank, verwisselbare houder alsmede een apparaat voor gebruik in een dergelijk systeem.
IL304987A (en) A machine for making drinks with locking means and a coupling element, and a system for making drinks
JP2009526599A (ja) 飲料のような食品の作製のためのパッケージ及び装置
MX2014012532A (es) Un soporte de capsula para una maquina de preparacion de bebidas.
NL2015068B1 (en) A system for heating and frothing a beverage, a device for heating and frothing a beverage suitable for being used in such a system, a froth wand suitable for being used in such a system and a method of preparing a beverage using such a system.
NL2015067B1 (en) A container for containing a beverage base material, a beverage preparation system including an automatic beverage preparation apparatus and such a container, an automatic beverage preparation apparatus for use in such a beverage preparation system and a method of preparing a beverage using such a beverage preparation system.
NL1031389C2 (nl) Drank-inrichting.
NL1033412C2 (nl) Verpakking en systeem voor het bereiden van een voedingsproduct, zoals een drank.
KR102655518B1 (ko) 음료 제공 시스템과 방법

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090101