NL1025896C2 - Vleugelpaneel en kanteldeur voorzien van een vleugelpaneel. - Google Patents

Vleugelpaneel en kanteldeur voorzien van een vleugelpaneel. Download PDF

Info

Publication number
NL1025896C2
NL1025896C2 NL1025896A NL1025896A NL1025896C2 NL 1025896 C2 NL1025896 C2 NL 1025896C2 NL 1025896 A NL1025896 A NL 1025896A NL 1025896 A NL1025896 A NL 1025896A NL 1025896 C2 NL1025896 C2 NL 1025896C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
door
post
wing panel
frame
panel
Prior art date
Application number
NL1025896A
Other languages
English (en)
Inventor
Jean Cesbron
Original Assignee
Novoferm France
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Novoferm France filed Critical Novoferm France
Application granted granted Critical
Publication of NL1025896C2 publication Critical patent/NL1025896C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B65/00Locks or fastenings for special use
    • E05B65/0021Locks or fastenings for special use for overhead or roll-up doors, e.g. garage doors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D15/00Suspension arrangements for wings
    • E05D15/40Suspension arrangements for wings supported on arms movable in vertical planes
    • E05D15/42Suspension arrangements for wings supported on arms movable in vertical planes with pivoted arms and horizontally-sliding guides
    • E05D15/425Suspension arrangements for wings supported on arms movable in vertical planes with pivoted arms and horizontally-sliding guides specially adapted for overhead wings
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES E05D AND E05F, RELATING TO CONSTRUCTION ELEMENTS, ELECTRIC CONTROL, POWER SUPPLY, POWER SIGNAL OR TRANSMISSION, USER INTERFACES, MOUNTING OR COUPLING, DETAILS, ACCESSORIES, AUXILIARY OPERATIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, APPLICATION THEREOF
    • E05Y2800/00Details, accessories and auxiliary operations not otherwise provided for
    • E05Y2800/71Secondary wings, e.g. pass doors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES E05D AND E05F, RELATING TO CONSTRUCTION ELEMENTS, ELECTRIC CONTROL, POWER SUPPLY, POWER SIGNAL OR TRANSMISSION, USER INTERFACES, MOUNTING OR COUPLING, DETAILS, ACCESSORIES, AUXILIARY OPERATIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, APPLICATION THEREOF
    • E05Y2900/00Application of doors, windows, wings or fittings thereof
    • E05Y2900/10Application of doors, windows, wings or fittings thereof for buildings or parts thereof
    • E05Y2900/106Application of doors, windows, wings or fittings thereof for buildings or parts thereof for garages
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B3/00Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
    • E06B3/70Door leaves
    • E06B2003/7044Garage doors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B3/00Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
    • E06B3/70Door leaves
    • E06B2003/7057Door leaves with little passing through doors

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Wing Frames And Configurations (AREA)
  • Hinges (AREA)
  • Gates (AREA)

Description

Vleugelpaneel en kanteldeur voorzien van een vleugelpaneel
De uitvinding betreft een vleugelpaneel en een kanteldeur, die een dergelijk vleugelpaneel omvat, in het bijzonder een garagedeur.
5 Het vleugelpaneel kan worden verplaatst tussen een gesloten positie, waarin het vleugelpaneel hoofdzakelijk verticaal is en een opening in een constructie afdicht, en een geopende positie, waarin het vleugelpaneel in hoofdzaak horizontaal is, waarbij een persoon door de opening kan lopen van de buitenkant naar de binnenkant van de constructie of andersom.
10 Een dergelijk vleugelpaneel omvat een of meer panelen gevormd door tot een lijst verbonden wanden en, gewoonlijk, een door middel van een scharnier in de lijst draaibare klapdeur, zodat een persoon door de opening kan lopen zonder de gehele vleugelpaneel te moeten verplaatsen.
Men kent reeds vleugelpanelen en deuren van dit type, waarbij een of meer vleu-15 gelpanelen en de klapdeur merendeels worden gevormd uit een enkelvoudige staalplaat.
Gewoonlijk is een vergrendelinrichting voor de gesloten klapdeur en een vergrendel-inrichting voor het gesloten vleugelpaneel voorzien.
Echter, deze vergrendelinrichtingen voldoen niet om een inbreker te belemmeren de deur te forceren en in de binnenkant van de constructie te treden.
20 Immers, de staalplaat die de panelen en de klapdeur vormt kan gemakkelijk wor den ingeduwd en/of gedeformeerd. Dientengevolge kan de inbreker toegang krijgen door middels van het manipuleren van de vergrendelinrichtingen. Bovendien, is het niet zo moeilijk om de klapdeur licht op te tillen om het vrouwelijk deel van het scharnier uit het mannelijk deel te bevrijden, zodat de klapdeur en de lijst loskoppelen, en zo een 25 doorgang door het vleugelpaneel wordt gecreëerd.
Ten einde dit probleem op te lossen is er in de stand van de techniek voorgesteld om dikkere en daardoor sterkere staalplaten te gebruiken. De vervaardiging van de bijbehorende deur is echter bewerkelijker. Daarnaast, ligt het gewicht en de kosten van een dergelijke deur aanzienlijk hoger, wat niet wenselijk is.
30 Overige oplossingen bestaan uit het gebruik van middelen die beogen de een of meer vergrendelinrichtingen gericht te versterken. Maar deze middelen zijn onvoldoende om de totale onschendbaarheid van het vleugelpaneel en de deur te verzekeren.
1025896 2
De stand van de techniek brengt derhalve niet een geschikte oplossing voor het inbraakprobleem. De kwestie van weerstand tegen inbraak wordt echter meer en meer belangrijk, en is onderworpen aan bijvoorbeeld Europese normen, maar evenzeer aan nationale kwaliteitskeurmerken.
5 De uitvinding voorziet in het verschaffen van een vleugelpaneel en een deur, die een volledig toereikende weerstand tegen inbraak bieden, en in het bijzonder beantwoorden aan bijbehorende nonnen.
Voor dit resultaat, en volgens een eerste aspect, betreft de uitvinding een vleugelpaneel voor een deur, omvattende: 10 een paneel voorzien van een opening; een klapdeur aangebracht in die opening door middel van een draai-inrichting, om de klapdeur om een draaias ten opzichte van het paneel te kunnen draaien tussen een gesloten positie, waarin de klapdeur de opening afsluit en met het paneel 15 een in hoofdzaak continu oppervlak vormt, en een geopende positie; een vergrendelinrichting voor de gesloten klapdeur, omvattende een bedieningsinrichting van de vergrendeling en ten minste een vergrendelorgaan, dat geschikt is om dooT de bedieningsinrichting in een vergrendelgebied in werking te worden gesteld om de klapdeur te vergrendelen.
20
Volgens een algemene definitie van de uitvinding, omvat het vleugelpaneel een systeem, dat totale onschendbaarheid geeft, waarbij dat systeem ten minste drie anti-inbraak inrichtingen omvat, respectievelijk een eerste anti-inbraak inrichting die in de buurt van de draaias van de klapdeur is geplaatst, een tweede anti-inbraak inrichting die 25 in de buurt van de bedieningsinrichting is geplaatst, en een derde anti-inbraak inrichting die in het vergrendelgebied is geplaatst.
Derhalve, zijn de anti-inbraak inrichtingen in de buurt van de zwakke punten van het vleugelpaneel geplaatst, waar de dieven gebruik van zullen maken, en zijn ingericht voor samenwerking om de totale onschendbaarheid van het vleugelpaneel te verzeke-30 ren.
Volgens een mogelijke uitvoering, omvat het paneel enerzijds een lijst, die geschikt is om samen te werken met een constructie, waarbij die lijst een eerste en een tweede post omvat, en anderzijds een in hoofdzaak vlakke wand, die is vastgezet aan 1025896 3 die lijst, waarbij die wand zich uitstrekt over in hoofdzaak de volledige hoogte van het vleugelpaneel en vanaf de tweede post naar de eerste post, zodanig dat het openen tot stand wordt gebracht tussen de eerste post en de wand, waarbij de klapdeur is samengevoegd bij de eerste post.
5 Volgens overige uitvoeringen, zou de klapdeur in het midden van het vleugelpa neel kunnen worden geplaatst, waarbij de klapdeur zich slechts voor een gedeelte langs de hoogte van de vleugelpaneel uitstrekt, bovendien draaibaar is bij de wand van het paneel en zich vergrendelt bij de eerste post van de lijst.
De klapdeur omvat (bijvoorbeeld) enerzijds een verbonden post, samengevoegd 10 aan de eerste post door de draai-inrichting, en een vrije post, naast de wand van het paneel wanneer de klapdeur gesloten is, en anderzijds een in hoofdzaak vlakke wand, die van de buitenkant aan die posten is vastgezet.
Dankzij de uitvinding is, voor het verkrijgen van een goede weerstand tegen inbraak van de vleugelpaneel en de deur, het niet noodzakelijk een dikke wand voor het 15 paneel en de klapdeur toe te passen.
De draai-inrichting omvat bijvoorbeeld ten minste een scharnier waarvan een mannelijk deel een haak omvat aangebracht aan de eerste post en een vrouwelijk deel een haak omvat aangebracht aan de klapdeur.
De eerste anti-inbraak inrichting kan omvatten: 20 - een opening voorzien in de wand van de eerste post, geplaatst tegenover de klapdeur zodat het mannelijk deel van de scharnier kan worden gehuisvest aan de binnenkant van de eerste post, en dat het vrouwelijk deel van de scharnier gedeeltelijk kan uitsteken voorbij die eerste post en kan draaien tijdens verplaat- 25 sing van de klapdeur tussen de gesloten positie en de geopende positie; - en/of ten minste een vestevigingswand die uitsteekt vanaf de haak van het vrouwelijke deel aan de andere kant van de klapdeur; - en/of een plaat ten minste gedeeltelijk voorzien tegenover de haak van het vrouwelijk deel, aan de kant van de klapdeur tegenover de haak, en ten minste een 30 bevestigingsorgaan, dat geschikt is om de haak, de klapdeur en de plaat samen te koppelen; - en/of een blokkeringsorgaan en een opening, waarbij de ene is voorzien op de eerste post van de lijst van het vleugelpaneel en de ander is voorzien op de 10 2 5 8 9 & 4 klapdeur, waarbij het blokkeringsorgaan is voorzien om samen te werken met de opening om het draaien van de klapdeur toe te staan en om ten minste het verticaal verplaatsen van de klapdeur in verhouding tot de lijst van het vleugel-paneel te belemmeren wanneer de klapdeur gesloten is.
5
Volgens een mogelijke uitvoering, omvat de bedieningsinrichting voor de vergrendeling een cilinder voorzien in een langwerpige ruimte, die is gevormd tussen de vrije post van de klapdeur en de wand van de klapdeur, waarbij de tweede anti-in-braakinrichting middelen omvat die zijn bestemd om die longitudinale ruimte in de 10 buurt van de cilinder op te vullen - bijvoorbeeld een deel dat in hoofdzaak bestaat uit een parallellepipedum, dat is voorzien in de ruimte, en dat een opening omvat waarin de cilinder is opgenomen.
Wat betreft de derde anti-inbraakinrichting, deze omvat volgens een mogelijke uitvoering , stabilisatie- en ondersteuningsmiddelen bestemd om samen te werken met 15 het vergrendelorgaan.
Volgens een tweede aspect betreft de uitvinding bovendien een kanteldeur, die aan het plafond wegklapt en verticaal uitslaat, omvattende een omlijsting bestemd om aan het metselwerk van een constructie te worden aangebracht, waarbij die omlijsting twee in hoofdzaak verticale posten en een in hoofdzaak horizontale bovenste dwarslig-20 ger omvat, en een opening begrenst, waarbij de deur bovendien een vleugelpaneel zoals hiervoor beschreven omvat, en waarbij de lijst van dat vleugelpaneel met die omlijsting verbonden is door een kantelinrichting, zodat het vleugelpaneel kan worden verplaatst tussen een gesloten positie, waarin het vleugelpaneel hoofdzakelijk verticaal is en de opening afdicht, en een geopende positie, waarin het vleugelpaneel in hoofdzaak hori-25 zontaai is.
De deur omvat een vergrendelinrichting voor het gesloten vleugelpaneel, omvattende enerzijds een bedieningsinrichting voor de vergrendeling, die een cilinder en een vergrendelstang omvat, die geschikt is om door de cilinder in werking te worden gezet en anderzijds ten minste een vergrendelorgaan, dat geschikt is om door de stang in 30 werking te worden gezet en om samen te werken met de omlijsting van de deur in een vergrendelgebied, waarbij die deur bovendien een onschendbaarheidssysteem omvat, dat ten minste drie anti-inbraakinrichtingen omvat, respectievelijk een vierde anti-inbraakinrichting die in de buurt van de cilinder is geplaatst, een vijfde anti-inbraak- 1025896 5 inrichting die in de buurt van het vergrendelgebied is geplaatst, en een zesde anti-inbraakinrichting die in de buurt van kantelinrichting is geplaatst, waarbij dat on-schendbaarheidssysteem is voorzien om samen te werken met het systeem voor de totale onschendbaarheid van het vleugelpaneel om de totale onschendbaarheid van de 5 deur te verzekeren.
De vierde anti-inbraakinrichting omvat bijvoorbeeld een deel dat in hoofdzaak bestaat uit een parallellepipedum, dat is aangebracht aan het paneel en dat is voorzien van een opening waarin de cilinder is opgenomen, en/of een verlengingsinrichting voorzien tussen de stang en het vergrendelorgaan, waarbij die verlengingsinrichting 10 geschikt is om, wanneer de stang een verplaatsing met een zekere omvang ondergaat, een verplaatsing van het vergrendelorgaan met een grotere omvang te veroorzaken.
De vijfde anti-inbraakinrichting kan omvatten; ten minste een eerste opening voorzien in een wand van de omlijsting geplaatst tegenover het vleugelpaneel en een tweede opening voorzien in een wand, die is voorzien aan de binnenkant van de om-15 lijsting, waarbij de eerste en tweede opening in hoofdzaak tegenover elkaar zijn voorzien zodat het vergrendelorgaan in de eerste en tweede opening kan worden opgenomen om het vleugelpaneel in gesloten positie te vergrendelen.
De zesde anti-inbraakinrichting tot slot omvat bijvoorbeeld ten minste een blok-keringsmiddel, dat is aangebracht aan een post van de omlijsting en zicht uitstrekt naar 20 het gesloten vleugelpaneel aan de binnenkant van de constructie, in hoofdzaak evenwijdig met het vleugelpaneel en op afstand hiervan, waarbij het vrije uiteinde van dat middel tegenover de post van de lijst van het vleugelpaneel is voorzien naast die post van de omlijsting.
De overige kenmerken van de uitvinding volgen uit de beschrijving van de uit-25 voeringsvormen, onder verwijzing naar de bijgevoegde figuren, waarin: fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een kanteldeur met een klapdeur volgens de uitvinding, waarbij het vleugelpaneel zich in een middenpositie bevindt tussen de gesloten en de geopende positie; 30 - fig. 2 is een gedeeltelijk aanzicht van de deur uit fig. 1, gezien vanaf de binnen kant; 1025896 6 fig. 3 is een gedeeltelijk aanzicht van de deur in dwarsdoorsnede, volgens de lijn III - III uit fig. 2, corresponderend met detail A, en volgens de eerste uitvoeringsvorm, waarbij de klapdeur is gesloten; fig. 4 is een vergroot aanzicht van het detail A uit fig. 2, volgens een eerste uit-5 voeringsvorm, wanneer de klapdeur zich in een tussenenpositie. Bij het openen bevindt; fig. 5 is een aanzicht analoog aan dat uit fig. 4, dat een tweede uitvoeringsvorm toont; fig. 6 is een perspectivisch aanzicht van de klapdeur van de deur uit fig. 1, van de 10 buitenkant, waarin de wand niet wordt getoond; fig. 7 is een vergroot aanzicht van detail B uit fig. 6; fig. 8 is een vergroot aanzicht van detail C uit fig. 2, dat het vergrendelorgaan van de eerste anti-inbraakinrichting toont; fig. 9 is een vergroot aanzicht van detail D uit fig. 2, dat de verlengingsinrichting 15 van de vierde anti-inbraakinrichting toont; fig. 10 is een vergroot ingeperkt aanzicht van detail E uit fig. 2, dat de vijfde anti-inbraakinrichting toont; fig. 11 is een gedeeltelijk aanzicht van detail F uit fig. 6, dat een vergrendelorgaan van de klapdeur toont; 20 - fig. 12 is een verticaal ingeperkt aanzicht van een vergrendelgebied van de klap deur bij de lijst, dat de derde anti-inbraakinrichting toont, waarbij de klapdeur gesloten is en bij de lijst is vergrendeld.
Eerst wordt verwezen naar fig. 1 en 2 die een kanteldeur tonen, die aan het pla-25 fond verdwijnt en verticaal uitslaat, bijvoorbeeld een garagedeur.
Er is een eerste richting Dl bepaald, in hoofdzaak verticaal, waarbij in verhouding tot de richting de termen « lengte », « hoogte », « onder », « boven » worden gebruikt.
De deur 1 omvat een omlijsting 2, bestemd om te worden aangebracht aan het 30 metselwerk van een constructie, waarbij die omlijsting 2 zelf twee verticale posten 3, 4 omvat en een bovenste in hoofdzaak horizontale dwarsligger 5 en een drempel 6, die is verbonden met de grond, tussen de onderste einden van de twee posten 3,4.
1025896 7
Een tweede richting D2 is bepaald, in hoofdzaak evenwijdig aan dwarsliggers 5, 6, waarbij in verhouding tot die richting de termen « zij- », « dwars », « afmeting », « links », « rechts » worden gebruikt, en een derde richting D3 zodat deze (Dl, D2, D3) een orthogonaal assenkruis vormen. Volgens de richting D3, strekt de deur 1 zich uit 5 tussen een binnenruimte I van de constructie en een buitenruimte E.
De deur 1 is eveneens voorzien van twee geleidingsrails 7, 8, die zich in de richting D3 uitstrekken vanaf de bovenste dwarsligger 5 en elk van de posten 3,4. De geleidingsrails 7,8 zijn bestemd om te worden aangebracht aan het plafond aan de binnenkant I van de constructie.
10 De deur 1 begrenst aldus een opening en omvat bovendien een vleugelpaneel 9, dat is verbonden met de deur 1 door een kantelinrichting, die twee zijarmen 10 omvat en een mechanische inrichting voorzien van rolletjes (niet getoond), die geschikt is om samen te werken met de geleidingsrails 7,8.
Het vleugelpaneel 9 is geschikt om door kanteling te worden verplaatst tussen een 15 gesloten positie, waarin het vleugelpaneel in hoofdzaak verticaal is en de opening 2 afdicht (fig. 2), en een geopende positie waarin het vleugelpaneel in hoofdzaak horizontaal is en evenwijdig met de geleidingsrails 7, 8, in de nabijheid van het plafond. De deur 1 omvat eveneens een niet getoonde stabilisatie-inrichting.
Gemakshalve is het vervolg van de beschrijving gericht op de situatie waar het 20 vleugelpaneel 9 gesloten is.
Het vleugelpaneel 9 omvat een paneel 17, dat zelf enerzijds een lijst 12 omvat, die geschikt is om samen te werken met de omlijsting 2, die is aangebracht aan de deur 1, en anderzijds een in hoofdzaak vlakke wand, die op de lijst 12 is aangebracht.
De lijst 12 omvat twee verticale posten, respectievelijk linker post 13 en rechter 25 post 14, en twee horizontale dwarsliggers, respectievelijk bovenste dwarsligger 15 en onderste dwarsligger 16. De lijst 12 is gevormd uit metalen holle profielen met een in hoofdzaak rechthoekige gesloten doorsnede.
Bovendien strekt zich een middenstijl 11 verticaal uit tussen de bovenste dwarsligger 15 en de onderste dwarsligger 16 op afstand van de eerste post 13, rond eenderde 30 van de afmetingen van het vleugelpaneel 9.
De wand van het paneel 17 strekt zich verticaal uit tussen de bovenste dwarsligger 15 en de onderste dwarsligger 16 van de lijst 12, en vanaf de tweede post 14 naar de eerste post 13, tot aan de middenstijl 11.
1025896 8
Volgens overige niet getoonde uitvoeringsvormen, zou de wand van het paneel 17 kunnen worden vervangen door meerdere wanden, die elkaar grenzen langs de lengte- en/of zijranden.
De wand is gevormd uit een staalplaat, die in lengterichting verstevigingsgebie-5 den kan omvatten, die worden gevormd door het vouwen of het profileren van de staalplaat. De staalplaat heeft een gebruikelijke dikte voor dit soort uitvoeringen, te weten in de orde van 0.5 tot 0.6 mm. De staalplaat is aangebracht op versterkingselementen 18, die zijwaartse richting verlopen, en aan de binnenkant I, tussen de post 14 en de middenstijl 11 zijn voorzien.
10 Het vleugelpaneel 9 omvat eveneens een klapdeur 19, die is verbonden met de lijst 12 en voorzien van een handgreep. De klapdeur 19 strekt zich verticaal uit tussen de bovenste dwarsligger 15m en de onderste dwarsligger 16 van de lijst 12, en in de opening die is aangebracht tussen de eerste post 13 en de wand van het paneel 17.
De klapdeur 19 omvat zelf een lijst 20, die bovenste en onderste dwarsliggers 15 omvat en een verbonden post 20a naast de eerste post 13 van de lijst 12, en een vrije post 20b, naast de wand van het paneel 17 wanneer de klapdeur 19 gesloten is (fig. 1 en 2). De posten 20a, 20b worden gevormd uit een profiel, waarvan de doorsnede een U-vorm heeft, die is geopend naar de buitenkant E van de constructie.
De klapdeur omvat bovendien een in hoofdzaak vlakke wand, die vanaf de bui-20 tenkant is aangebracht op de lijst 20. Deze wand is gevormd uit een staalplaat met een dikte gelijkend op de dikte van de staalplaat van het paneel 17, en kan in de lengterichting verstevigingsgebieden en versterkingselementen 18 omvatten, die van de binnenkant 1 zijn aangebracht op de klapdeur 19.
De met de klapdeur 19 verbonden post 20a is samengevoegd bij de linker post 13 25 door middel van twee scharnieren 21, zodat de klapdeur kan draaien ten opzichte van de lijst 12 rond een in hoofdzaak verticale as 22, tussen een gesloten positie, waarin de klapdeur 19 zich in hoofdzaak in hetzelfde vlak bevindt als het paneel 17, en een geopende positie, waarin de klapdeur zich naar de buitenkant van de constructie uitstrekt en in hoofdzaak loodrecht staat op het paneel 17.
30 Een scharnier 21 omvat enerzijds een mannelijk deel 23, dat een in hoofdzaak vlakke haak 24 en een hengsel 25 omvat. Het mannelijk deel 23 is gehuisvest aan de binnenkant van de post 13, waarbij de haak 24 is aangebracht aan de wand 26 van de 1025896 9 post 13, geplaatst tegenover de constructie, dat wil zeggen tegenover de buitenste zijwand.
De scharnier 21 omvat anderzijds een vTouwelijk deel 27, dat een bevestigings-deel 28 en een hol cilindrisch gedeelte 29 omvat, dat geschikt is om samen te werken 5 met het hengsel 25. Het bevestigingsdeel 28 heeft globaal een L-vorm, waarvan het vrije uiteinde een haak 28a vormt, die is aangebracht aan de klapdeur 19, op het vlak van de gekoppelde post 20a gericht naar de binnenkant I.
Een opening 30 is voorzien in de wand 31 van de post 13, geplaatst tegenover de klapdeur 19, en aan de andere kant van de wand 26, in het gebied van de scharnier 21. 10 Deze opening 30 maakt het mogelijk dat het bevestigingsdeel 28 van het vrouwelijk deel 27 buiten de post 13 uitsteekt, naar de klapdeur 19, en dat de klapdeur 19 draait rond de as 22 tussen de gesloten positie en de geopende positie.
De scharnieren 21 zijn gehuisvest aan de binnenkant van post 13, waarbij de scharnieren niet toegankelijk zijn voor een dief, wat de weerstand van de deur tegen 15 inbraak versterkt. Met name is het bijzonder moeilijk de klapdeur uit zijn hengsels te lichten.
De post 13 kan een vleugel 32 omvatten, die zich in hoofdzaak evenwijdig met het vlak van het vleugelpaneel 9 uitstrekt vanaf de wand 31 van de post 13 naar de klapdeur 19, over in hoofdzaak de volledige hoogte van de klapdeur 19. De vleugel 32 20 is voorzien enerzijds om samen te werken met de klapdeur 19 wanneer de klapdeur gesloten is (fig. 3) en anderzijds om een aanslag te vormen met het vlakke gedeelte 28 van het vrouwelijk deel 27 van de scharnier 21 wanneer de klapdeur geopend is, op een wijze zodat het metselwerk wordt beschermd. De vleugel 32 bepaalt aldus de uiterste geopende stand van de klapdeur 19.
25 Volgens een eerste uitvoeringsvorm (fig. 4), zijn twee schroefstangen 33 aan een van de eindes gelast op het vlak van de wand 26, dat zich aan de binnenkant van de post 13 bevindt. De schroefstangen 33 steken dus uit naar de binnenkant van de post 13, in hoofdzaak evenwijdig aan D2, maar steken niet voorbij aan de buitenkant van de post 13, tussen de lijst 12 en de constructie. Eventueel kan de schroefstang 33 een kop 30 omvatten en door een opening, die is voorzien in de wand 26, heen steken, waarbij de kop aan de buitenkant van de post 13 is geplaatst. In deze variant is de stang eveneens gelast aan de post 13 en kan de kop, die in hoofdzaak vlak is en heel weinig is verdikt, 1025896 10 niet een vastgrijpmiddel vormen, die het mogelijk maakt de schroefstang van de post 13 los te maken.
De deur 1 vertoont derhalve een verbeterde weerstand tegen inbraak ten opzichte van deuren uit de stand van de techniek, waarin de schroefkop, die is geplaatst aan de 5 buitenkant van de post naast de constructie, toegankelijk is voor een dief die, met behulp van een geschikt werktuig, die kop kan bewerken en de schroef wegnemen, en aldus het openen van de klapdeur kan forceren.
De haak 24 van het mannelijk deel 23 omvat twee in de verticale richting langwerpige openingen 34, met een hoogte groter dan de diameter van de schroefstang 33 10 en met een afmeting in richting D3, die in hoofdzaak gelijk of weinig groter is dan de diameter van de schroefstang 33. Elk van deze openingen 34 staat in verbinding met een in de richting D3 langwerpige opening 35 om twee T-vormige gaten te vormen, die in die haak 24 liggen. De openingen 35 maken het mogelijk om het mannelijk deel 23 in de post 13 te brengen, en het opnemen van de stangen 33 in de openingen 34 wan-15 neer eenmaal de instelling van de positie van de klapdeur 19 met betrekking tot de lijst 2 tot stand gebracht (door verplaatsing in Dl in het door de langwerpige openingen 34 toegestane gebied, wordt de haak 24 verbonden met de post 13 door middel van ringen 36 en moeren 37 (of flensmoeren).
De haak 28a van het vrouwelijk deel 27 omvat vier in de richting D2 langwerpige 20 openingen 38. Deze zijn bestemd om tegenover gaten 39 te worden geplaatst, die van tevoren zijn gerealiseerd in de verbonden post 20a van de klapdeur 19. De openingen 38 hebben een breedte, die groter is dan, en een hoogte die in hoofdzaak gelijk is of weinig groter is dan de diameter van de graten om een instelling van de klapdeur ten opzichte van de lijst in de richting D2 mogelijk te maken. De haak 28a wordt vervol-25 gens aangebracht aan de verbonden post 20a door middel van schroeven 40.
Volgens een tweede uitvoeringsvorm (fig. 5) is de haak 24 van het vrouwelijke deel 23 gelast aan het vlak van de wand 26, dat zich aan de binnenkant van de post 13 bevindt. Derhalve kan geen enkel element uitsteken tot de buitenkant van de post 13 tussen de constructie en de lijst 12.
30 De instelling van de positie van de klapdeur 19 met betrekking tot de lijst 12, in de richtingen Dl en D2, is volledig overgedragen over het vrouwelijke deel 27 van de scharnieren 21, waartoe de haak 28 via openingen 41 omvat, waarvan de omtrek in hoofdzaak ellipsvormig is met assen evenwijdig aan Dl en D2. De lengtes van de assen 1025896 11 van de ellips zijn groter dan de diameter van de gaten 39, die zijn aangebracht in de klapdeur 19 om de gewenste instelling mogelijk te maken. Voor de bevestiging van het vrouwelijk deel 27 van de scharnier 21 aan de klapdeur 19, zijn de openingen 41 tegenover de gaten 39 van de klapdeur geplaatst, vervolgens wordt de haak 28a aangebracht 5 aan de klapdeur 19 door middel van schroeven 40.
Teneinde de scharnier 21 te versterken zijn twee verstevigingswanden 42 voorzien. Deze wanden 42 steken in hoofdzaak loodrecht van de haak 28a van het vrouwelijke deel 27, tegenover de klapdeur 19. De uitsteeksels 42 zijn in de buurt van de bovenste en onderste randen van de haak 28a geplaatst en strekken zich uit vanaf het vrije 10 uiteinde van de haak 28 en over ongeveer driekwart van de lengte van het bevesti-gingsdeel 28.
Bovendien zijn twee platen 43 voorzien om een betere verbinding van het vrouwelijke deel 27 van elk van de scharnieren 21 met de klapdeur 19 mogelijk te maken (zie fig. 3, 6 en 7).
15 Elke plaat 43 heeft een L-vorm en is gehuisvest achter het U-profiel en vormt de verbonden post 20a van de lijst 20 van de klapdeur 19 tegenover de haak 28 van een scharnier 21. De schroeven 40 voeren derhalve door drie lagen staalplaat (gelijksoortige lagen), waarbij de post 20a "in sandwich wordt genomen" tussen de haak 28a en de plaats 43, vandaar een meer efficiënte verbinding. De wand van de klapdeur 19 wordt 20 vervolgens verbonden met de lijst 20, waarbij de platen 43 zich dientengevolge in een langwerpige ruimte 44 bevinden, die is gevormd tussen de lijst 20 en de wand van de klapdeur 19.
Tot slot wordt het vleugelpaneel 9 eveneens versterkt in de buurt van de as 22 door middel van twee inrichtingen, die het uit de hengsels lichten tegengaan (fig. 8), die 25 elk zijn voorzien nabij een scharnier 21 bijvoorbeeld onder een scharnier 21.
Elke inrichting omvat een U-deel 45 omvattende een in hoofdzaak verticaal vlak 46 en twee in hoofdzaak horizontale vleugels 47a, 47b, waarbij elke vleugel wordt voortgezet door een in hoofdzaak verticale haak 48a, 48b. De haken 48a, 48b zijn verbonden, bijvoorbeeld door schroeven, met de wand 31 van de post 13. Een in hoofd-30 zaak cilindrisch orgaan 49 steekt uit vanaf het vlak 46 naar de post 20a van de klapdeur 19. Bovendien is een in de richting D3 langwerpige opening 50 voorzien op de post 20a van de klapdeur 19, tegenover het deel 45.
1025896 12
Wanneer de klapdeur 19 gesloten is, werkt het orgaan 49 samen met de opening 50. Dientengevolge is het niet mogelijk de klapdeur 19 op te tillen om deze uit de hengsels te lichten. Bovendien is de verplaatsing van de klapdeur 19 in de richting D3 begrensd. Bovendien belemmeren de geometrie en de afmetingen van het deel 45 de ver-5 plaatsing van de klapdeur 19 in de richting D2, bijvoorbeeld door middel van een gereedschap, dat tussen de middenstijl 11 en de post 20b wordt gevoerd. Daarentegen zijn het orgaan 49 en de opening 50 ingericht om de draaiing van de klapdeur tijdens het openen mogelijk te maken, waarbij het orgaan 49 zich boven een zekere draaihoek van de klapdeur losmaakt uit de opening 50.
10 Thans wordt het vergrendelsysteem van de gesloten klapdeur 19 beschreven.
Dit vergrendelsysteem omvat een driepunts-slot, dat wordt bediend door een cilinder 51 door middel van een sleutel. De cilinder 51 is voorzien in het vlak van het U-profiel, dat de vrije post 20b 20a van de lijst 20 van de klapdeur 19 vormt, op in hoofdzaak de halve hoogte van het vleugelpaneel 9. Wanneer de wand van de klapdeur 19 15 aangebracht is aan de lijst 20, bevindt de cilinder 51 zich dus in een langwerpige ruimte 52, die tussen de lijst 20 en de wand van de klapdeur 19 is gevormd.
Om te vermijden dat een dief de cilinder 51 kan grijpen, bijvoorbeeld met een tang, na plaatselijk de wand van de klapdeur 19 te hebben gebroken, is een deel 53 voorzien, dat in hoofdzaak een parallellepipedum is. Het deel 53, vervaardigd uit kunst-20 stof of uit metaal, is voorzien in de ruimte 52, en omvat een opening 54 waarin de cilinder 51 is opgenomen. De cilinder is dus plaatselijk omringd en derhalve moeilijker toegankelijk. De plaat 53 bezet in hoofdzaak de volledige breedte en de diepte van de ruimte 52 en strekt zich uit over een hoogte, die geschikt is om de toegang tot de cilinder 51 te belemmeren.
25 De cilinder 51 bedient een schieter 55, die zich op in hoofdzaak de halve hoogte van het vleugelpaneel 9 bevindt, en twee draaiende haakjes 56, waarvan één zich in een hoger gedeelte en de ander zich in een lager gedeelte van de klapdeur 19 bevindt en die naar de schieter 55 buigen.
Zoals getoond in de fig. 11 en 12, werkt een L-profiel 57 voorzien van een ope-30 ning 58 samen met de klapdeur 19 en neemt de met het haakje 56 samengevoegde kast 59 op om de kast te kunnen ondersteunen , en verzekert aldus een zeer goede vergrendeling van de klapdeur 19.
1025896 13
Bovendien is een blokje 60 voorzien, hier op het paneel 17, om de speling die bestaat tussen het haakje 56 en het gebied van het paneel 17, waarmee het haakje 56 in aangrijping komt, te reduceren. Het blokje heeft een dikte van ongeveer 5 mm. Aldus wordt het slingeren van de klapdeur 19 vermeden, en wordt het gebied van aangrijping 5 voor een eventueel gereedschap gericht op het ontkoppelen van het haakje gereduceerd.
De deur 1 beschikt evenzeer over een vergrendelsysteem voor het gesloten vleu-gelpaneel 9, getoond in de fig. 2,9 en 10.
Dit vergrendelsysteem omvat een bedieningsinrichting van de vergrendeling, die zelf een cilinder 61 en een vergrendel stang 62 omvat, die geschikt is om in werking te 10 worden gezet door de cilinder 61 en zich naar beneden uitstrekt.
De cilinder 61 is aangebracht aan de wand van het paneel 17, nabij de middenstijl 11, ongeveer op een derde van de hoogte van het vleugelpaneel 9. Op een manier die gelijk is aan datgene wat voor de klapdeur is voorzien, is een deel, dat in hoofdzaak uit een parallellepipedum 63 bestaat, van een kunststof of van metaal, verbonden met de 15 wand van het paneel 17. Het deel 63 omvat een opening waarin de cilinder 61 is opgenomen. De cilinder 61 wordt aldus plaatselijk ingesloten en moeilijker toegankelijk. Het deel 63 strekt zich in hoofdzaak uit tot aan de onderste dwarsligger 16 zodat het samenstel van de bedieningsinrichting van de vergrendeling is beschermd.
Een in hoofdzaak vlak en driehoekig deel 64 is evenwijdig met het paneel 17 20 voorzien en hiermee samengevoegd, zodat het deel kan draaien ten opzichte van het paneel 17 rond een as 65 loodrecht op het paneel 17.
Het deel 64 is eveneens verbonden met het onderste einde van de stang 62, via een draaias 66 loodrecht op het paneel 17, waarbij de as 66 in hoofdzaak op dezelfde hoogte als de as 65 is geplaatst, maar in dwarsrichting verschoven.
25 Een eerste en een tweede vergrendelorgaan 67, 68, in de vorm van stangen, strek ken zich in hoofdzaak horizontaal langs de onderste dwarsligger 16 uit vanaf het deel 64 naar en tot aan post 3, respectievelijk 4, van de omlijsting 2 van de deur 1.
De eerste en tweede vergrendelorganen 67, 68 zijn met één van hun einden verbonden aan het deel 64, rond draai assen 69, 70 loodrecht op het paneel 17. De assen 69, 30 70 zijn in verticaal vlak geplaatst, dat de as 65 aan beide kanten van de as 65 omvat.
Dankzij de plaatsing van de verschillende assen, geeft het deel 64 de verlengings-slag; wanneer de stang 62 een verplaatsing met een zekere omvang ondergaat, heeft de 1025896 14 verplaatsing tot gevolg dat de vergrendel organen 67, 68 een grotere verplaatsingsom-vang vertonen (2 tot 3 keer groter bijvoorbeeld).
De vrije uiteinden van de vergrendelorganen 67, 68, tegenover de aan het deel 64 verbonden einden, zijn bestemd om aan te grijpen in een opening 71 aangebracht in het 5 vlak van de post 3, 4, dat overeenkomt met de omlijsting 2 van de deur 1 en geplaatst tegenover het vleugelpaneel 9.
Vanwege de verlengingsslag die via het deel 64 is verkregen, kunnen de vergrendelorganen 67, 68 aangrijpen op de posten 3, 4 over een grotere lengte, bijvoorbeeld over 4 tot 5 cm. De kwaliteit van de vergrendeling wordt aldus aanzienlijk verbeterd 10 zonder dat de bedieningsinrichting van de vergrendeling complexer wordt gemaakt.
Om bovendien de vergrendeling nog meer zeker te stellen, is een wand 72 voorzien aan de binnenkant van elke post 3, 4 aan het onderste gedeelte. De wand 72 met een dikte van ongeveer 2 mm, is in hoofdzaak verticaal en loodrecht op het vlak van de deur 1, en toont in hoofdzaak tegenover de opening 71 een opening 73.
15 Aldus kunnen de vergrendelorganen 67, 68 aangrijpen in de twee openingen 71, 73, en is het veel moeilijker om uiteindelijk met een gereedschap het vrije uiteinde van een vergrendelorgaan te bereiken, na plaatselijk de posten 3, 4 te hebben gedeformeerd of gebroken, om dit vrije uiteinde uit de twee openingen 71, 73 te forceren.
Tenslotte is de deur 1 voorzien van een vergrendelwand 74, die is verbonden aan 20 elke post 3, 4 van de omlijsting 2, aan de binnenkant I van de constructie, bijvoorbeeld door middel van schroeven. De wand 74 is in hoofdzaak vlak en evenwijdig met het vlak van de deur 1. Het vrije deel van de wand 74, dat niet verbonden is met de post 3, 4, strekt zich uit naar het vleugelpaneel 9, in hoofdzaak evenwijdig en op afstand hiervan, op een afstand die voldoende is de wand tenminste gedeeltelijk tegenover de post 25 13,14 naast de lijst 12 van het paneel 17 te voorzien.
De wand 74 maakt het mogelijk om het vleugelpaneel 9 te blokkeren, en deze in positie te houden, wanneer het vleugelpaneel een duwkracht naar de buitenkant E ondergaat. Natuurlijk hindert de wand 74 niet de kantelbeweging van het vleugelpaneel 9 met betrekking tot de omlijsting 2. In een mogelijke uitvoering is de wand 74 op een 30 afstand vanaf de onderste dwarsligger 16 geplaatst van ongeveer 60% van de hoogte van het vleugelpaneel 9.
Aldus maakt de uitvinding het mogelijk de totale onschendbaarheid van het vleugelpaneel en de deur te verzekeren door de samenwerking van de hoge prestaties leve- 1 025896 15 rende en versterkte anti-inbraakinrichtingen, die in de zwakke gebieden van het vleu-gelpaneel/de deur zijn geplaatst.
10*5896

Claims (17)

1. Vleugelpaneel voor een deur (1), omvattende: 5. een paneel (17) voorzien van een opening; een klapdeur (19) aangebracht in die opening door middel van een draai-inrich-ting (21), om de klapdeur om een draaias (17) ten opzichte van het paneel (22) te kunnen draaien tussen een gesloten positie (19), waarin de klapdeur de opening afsluit en met het paneel (17) een in hoofdzaak continu oppervlak vormt, en een 10 geopende positie; een vergrendelinrichting (19) voor de gesloten klapdeur, omvattende een bedieningsinrichting van de vergrendeling (51) en ten minste een vergrendel orgaan (55, 56), dat geschikt is om door de bedieningsinrichting in een vergrendelgebied in werking te worden gesteld om de klapdeur (19) te vergrendelen; 15 met het kenmerk, dat het vleugelpaneel omvat een systeem, dat totale onschendbaarheid geeft, waarbij • dat systeem ten minste drie anti-inbraak inrichtingen (30, 42,43, 45, 50) omvat, 20 respectievelijk een eerste anti-inbraakinrichting die in de buurt van de draaias (22) van de klapdeur (19) is geplaatst, • een tweede anti-inbraak inrichting (53) die in de buurt van de bedieningsinrichting is geplaatst, en • een derde anti-inbraakinrichting (57, 60) die in het vergrendelgebied is ge- 25 plaatst.
2. Vleugelpaneel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het paneel (17) enerzijds een lijst (12), die geschikt is om samen te werken met een constructie, waarbij die lijst een eerste en een tweede post (13, 14) omvat, en anderzijds een in hoofdzaak vlakke 30 wand, die is vastgezet aan die lijst, waarbij die wand zich uitstrekt over in hoofdzaak de volledige hoogte van het vleugelpaneel (9) en vanaf de tweede post (14) naar de eerste post (13), zodanig dat het openen tot stand wordt gebracht tussen de eerste post (13) en de wand, waarbij de klapdeur (19) is samengevoegd aan de eerste post (13). 1025896
3. Vleugelpaneel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de klapdeur (19) omvat enerzijds een verbonden post (20a), samengevoegd aan de eerste post (13) door de draai-inrichting (21), en een vrije post (20b), naast de wand van het paneel (17) wan- 5 neer de klapdeur (19) gesloten is, en anderzijds een in hoofdzaak vlakke wand, die van de buitenkant aan die posten (23a, 20b) is vastgezet.
4. Vleugelpaneel volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de draai-inrichting ten minste een scharnier (21) omvat waarvan een mannelijk deel (23) een haak (24) omvat 10 aangebracht aan de eerste post (13) en een vrouwelijk deel (27) een haak (28a) omvat aangebracht aan de klapdeur (19) en waarbij de eerste anti-inbraakinrichting een ope-ning (30) omvat voorzien in de wand (31) van de eerste post (13), geplaatst tegenover de klapdeur (19) zodat het mannelijk deel (23) van de scharnier (21) kan worden gehuisvest aan de binnenkant van de eerste post (13), en dat het vrouwelijk deel (27) van 15 de scharnier (21) gedeeltelijk kan uitsteken voorbij die eerste post en kan draaien tijdens verplaatsing van de klapdeur (19) tussen de gesloten positie en de geopende positie.
5. Vleugelpaneel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de eerste anti-inbraakin-20 richting bovendien tenminste een verstevigingswand (42) omvat, die uitsteekt van de haak (28a) van het vrouwelijke deel (27) aan de andere kant van de klapdeur 19.
6. Vleugelpaneel volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de eerste anti-inbraakinrichting bovendien een plaat (43) omvat, die tenminste gedeeltelijk is voorzien 25 tegenover de haak (28a) van het vrouwelijke deel (27), aan de kant van de klapdeur (19) tegenover de haak en tenminste een bevestigingsorgaan (40), dat geschikt is om de haak (28a), de klapdeur (19) en de plaat (43) samen te koppelen.
7. Vleugelpaneel volgens conclusie 6, voor zo ver afhankelijk van conclusie 3, met het 30 kenmerk, dat de plaat (43) is voorzien in een langwerpige ruimte (44), die is gevormd tussen de verbonden post (20a) van de klapdeur (19) en de wand van de klapdeur (19), waarbij de plaat (43) is aangebracht aan de vrije post (20a). 1UZ5896
8. Vleugelpaneel volgens een der conclusies 2-7, met het kenmerk, dat de eerste anti-inbraakinrichting bovendien een blokkeringsorgaan (45) en een opening (50) omvat, waarbij de ene is voorzien op de eerste post (13) van de lijst (12) van het vleugelpaneel (9) en de andere is voorzien op de klapdeur (9), waarbij het blokkeringsorgaan is voor- 5 zien om samen te werken met de opening om het draaien van de klapdeur toe te staan en om ten minste het verticaal verplaatsen van de klapdeur in verhouding tot de lijst van het vleugelpaneel te belemmeren wanneer de klapdeur gesloten is.
9. Vleugelpaneel volgens een der conclusies 3-8, met het kenmerk, dat de bedienings-10 inrichting voor de vergrendeling een cilinder (51) omvat voorzien in een langwerpige ruimte (52) , die is gevormd tussen de vrije post (20a) van de klapdeur (19) en de wand van de klapdeur (19), waarbij de tweede anti-inbraakinrichting middelen (53) omvat die zijn bestemd om die longitudinale ruimte in de buurt van de cilinder (51) op te vullen.
10. Vleugelpaneel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de middelen bestemd om de langwerpige ruimte (52) op te vullen een deel (53) omvatten dat in hoofdzaak een parallellepipedum is, en dat is voorzien in de ruimte en dat een opening (54) omvat waarin de cilinder (51) is opgenomen.
11. Vleugelpaneel volgens een der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de derde anti- inbraakinrichting stabilisatie- en ondersteuningsmiddelen (57, 60) omvat, bestemd om samen te werken met het vergrendelorgaan (56).
12. Deur, die aan het plafond wegklapt en verticaal uitslaat, omvattende een omlijsting 25 (2) bestemd om aan het metselwerk van een constructie te worden aangebracht, waarbij die omlijsting twee in hoofdzaak verticale posten (3,4) en een in hoofdzaak horizontale bovenste dwarsligger (5) omvat, en een opening begrenst, met het kenmerk, dat de kanteldeur een vleugelpaneel (9) omvat volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de lijst (12) van dat vleugelpaneel met die omlijsting (2) verbonden is door een kantel-30 inrichting (10), zodat het vleugelpaneel (9) kan worden verplaatst tussen een gesloten positie, waarin het vleugelpaneel hoofdzakelijk verticaal is en de opening afdicht, en een geopende positie, waarin het vleugelpaneel in hoofdzaak horizontaal is. 1ÜZÖ896
13. Deur volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de kanteldeur • een vergrendelinrichting voor het gesloten vleugelpaneel (9) omvat, omvat-tendereen bedieningsinrichting voor de vergrendeling, die een cilinder en 5 een vergrendelstang (62) omvat, die geschikt is om door de cilinder (61) in werking te worden gezet en • ten minste een vergrendelorgaan (67, 68), dat geschikt is om door de stang (62) in werking te worden gezet en om samen te werken met de omlijsting (2) van de deur in een vergrendelgebied, waarbij die deur (1) bovendien een 10 onschendbaarheidssysteem omvat, dat ten minste drie anti-inbraakinrichtin- gen omvat, respectievelijk • een vierde anti-inbraakinrichting (63, 64)die in de buurt van de cilinder is geplaatst, • een vijfde anti-inbraakinrichting (71, 72, 73) die in de buurt van het ver- 15 grendelgebied is geplaatst, en • een zesde anti-inbraakinrichting (74) die in de buurt van kantelinrichting is geplaatst, waarbij dat onschendbaarheidssysteem is voorzien om samen te werken met het systeem voor de totale onschendbaarheid van het vleugelpaneel om de totale onschendbaarheid van de deur (1) te verzekeren. 20
14. Deur volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de vierde anti-inbraakinrichting een deel (63) omvat, dat in hoofdzaak een parallellepipedum is, dat is vastgezet aan het paneel (17) en dat is voorzien van een opening waarin de cilinder (61) is opgenomen.
15. Deur volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de vierde anti-inbraak inrichting bovendien een verlengingsinrichting (64) omvat, voorzien tussen de stangen (62) en het vergrendelorgaan (67, 68), waarbij die verlengingsinrichting (64) geschikt is om, wanneer de stang (62) een verplaatsing met een zekere omvang ondergaat, een verplaatsing van het vergrendelorgaan (67,68) met een grotere omvang te veroorzaken. 30
16. Deur volgens een der conclusies 13-15, met het kenmerk, dat de vijfde anti-inbraakinrichting tenminste een eerste opening (71) omvat voorzien in een wand van de omlijsting (2) geplaatst tegenover het vleugelpaneel en een tweede opening (73) voor- 1025896 _ _ _ zien in een wand (72), die is voorzien aan de binnenkant van de omlijsting (2), waarbij de eerste en tweede opening in hoofdzaak tegenover elkaar zijn voorzien zodat het ver- ! grendelorgaan (67, 68) in de eerste en tweede opening kan worden opgenomen om het vleugelpaneel (9) in gesloten positie te vergrendelen. 5
17. Deur volgens een der conclusies 13-16, met het kenmerk, dat de zesde anti-inbraak inrichting tenminste één blokkeringsmiddel (74) omvat, dat is aangebracht aan een post (34) van de omlijsting (2) en zicht uitstrekt naar het gesloten vleugelpaneel (9), aan de binnenkant van de constructie, in hoofdzaak evenwijdig met het vleugelpa-10 neel en op afstand hiervan, waarbij het vrije uiteinde van dat middel tegenover de post (3,4) van de lijst (12) is voorzien naast die post (3,4) van de omlijsting. 1025896
NL1025896A 2004-03-03 2004-04-07 Vleugelpaneel en kanteldeur voorzien van een vleugelpaneel. NL1025896C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR0450428 2004-03-03
FR0450428A FR2867219B1 (fr) 2004-03-03 2004-03-03 Vantail et porte anti-effraction

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1025896C2 true NL1025896C2 (nl) 2005-09-07

Family

ID=34855198

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025896A NL1025896C2 (nl) 2004-03-03 2004-04-07 Vleugelpaneel en kanteldeur voorzien van een vleugelpaneel.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE102004020352A1 (nl)
FR (1) FR2867219B1 (nl)
NL (1) NL1025896C2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102005055152A1 (de) * 2005-11-18 2007-05-31 Hörmann KG Amshausen Torblatt mit Schlupftür und Mehrfachverriegelung
ES2324080B1 (es) * 2007-02-28 2010-05-14 Pedro Jimenez Del Amo Dispositivo de cierre de las puertas peatonales incluidas en portones basculantes de garajes.

Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2250653A1 (de) * 1972-10-16 1974-04-25 Erich Doering Torfluegel, insbesondere fuer ein garagenschwingtor
GB1493920A (en) * 1973-10-18 1977-11-30 Westland Engineers Ltd Door assemblies
DE3121854A1 (de) * 1981-06-02 1982-12-30 Wilhelm 7129 Ilsfeld Wirth Schlupftuere fuer garagen
FR2682423A1 (fr) * 1991-10-09 1993-04-16 Picard Dispositif de paumelle pour porte a recouvrement d'epaisseur variable, et son procede de montage.
DE29509325U1 (de) * 1995-06-07 1996-10-10 Hörmann KG Brockhagen, 33803 Steinhagen Schließ- und Verriegelungseinrichtung
DE19526207A1 (de) * 1995-07-18 1997-01-30 Saelzer Sicherheitstechnik Stahltürblatt
EP0849426A1 (fr) * 1996-12-17 1998-06-24 Tubauto S.A. Porte basculante à portillon à deux points de fermeture
EP0982465A2 (de) * 1998-08-28 2000-03-01 Hörmann Kg Amshausen Schutzvorrichtung für ein insbesondere über Kopf bewegliches Kipp- oder Schwenktor
DE20112528U1 (de) * 2001-07-28 2001-10-25 Novoferm GmbH, 46459 Rees Schwingtor mit Nebentür
EP1391577A2 (de) * 2002-08-21 2004-02-25 Günter Müller Sektionaltor

Patent Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2250653A1 (de) * 1972-10-16 1974-04-25 Erich Doering Torfluegel, insbesondere fuer ein garagenschwingtor
GB1493920A (en) * 1973-10-18 1977-11-30 Westland Engineers Ltd Door assemblies
DE3121854A1 (de) * 1981-06-02 1982-12-30 Wilhelm 7129 Ilsfeld Wirth Schlupftuere fuer garagen
FR2682423A1 (fr) * 1991-10-09 1993-04-16 Picard Dispositif de paumelle pour porte a recouvrement d'epaisseur variable, et son procede de montage.
DE29509325U1 (de) * 1995-06-07 1996-10-10 Hörmann KG Brockhagen, 33803 Steinhagen Schließ- und Verriegelungseinrichtung
DE19526207A1 (de) * 1995-07-18 1997-01-30 Saelzer Sicherheitstechnik Stahltürblatt
EP0849426A1 (fr) * 1996-12-17 1998-06-24 Tubauto S.A. Porte basculante à portillon à deux points de fermeture
EP0982465A2 (de) * 1998-08-28 2000-03-01 Hörmann Kg Amshausen Schutzvorrichtung für ein insbesondere über Kopf bewegliches Kipp- oder Schwenktor
DE20112528U1 (de) * 2001-07-28 2001-10-25 Novoferm GmbH, 46459 Rees Schwingtor mit Nebentür
EP1391577A2 (de) * 2002-08-21 2004-02-25 Günter Müller Sektionaltor

Also Published As

Publication number Publication date
FR2867219B1 (fr) 2006-06-23
DE102004020352A1 (de) 2005-09-22
FR2867219A1 (fr) 2005-09-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2832599C (en) Sliding door
US8756864B2 (en) Slide door
US20100031857A1 (en) Sequential safe door opening
US5289655A (en) Safety release security grille
US20060207182A1 (en) Interlocking mechanism for a window or the like
US4615142A (en) Burglar bars
NL1025896C2 (nl) Vleugelpaneel en kanteldeur voorzien van een vleugelpaneel.
AU2017204553B2 (en) Security door lock
US7793463B1 (en) Plantation style security shutters
US4799528A (en) Closure device
JP7254087B2 (ja) セキュリティドア取付け装置
US12077982B2 (en) Secure closure
US4694669A (en) Door lock structure
AU639305B2 (en) Improved safety release security grille
DE4127314C2 (de) Motorbetätigter Drehkippflügel
JP4086678B2 (ja) 引戸門扉
JP7186611B2 (ja) 避難扉
CA1296033C (en) Door lock structure
AU725241B2 (en) Improvements in devices for securing slidable doors or shutters
GB2279984A (en) Window securement arrangement
ITPA980008U1 (it) Porta corazzata a protezione globale.
CZ8364U1 (cs) Parkovací zábrana

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: NOVOFERM FRANCE SAS

Effective date: 20070711

MK Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20240406