NL1025575C2

NL1025575C2 - Samengesteld textiel met een polymeer steunlaminaat.

Info

Publication number: NL1025575C2
Application number: NL1025575A
Authority: NL
Inventors: Mr Chun-Wei Lin
Original assignee: Mr Chun Wei Lin
Priority date: 2004-02-26
Filing date: 2004-02-26
Publication date: 2005-11-15
Also published as: NL1025575A1

Description

b

Samengesteld textiel met een polymeer steunlaminaat

Deze uitvinding heeft betrekking op laminaten, meer in het bijzonder op een 5 samengesteld textiel omvattende een textiele laag met een steunlaminaat bevattende styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer en polyurethaan.

Het is in de techniek bekend om een samengesteld textiel te verschaffen dat een of meer polymere lagen op een basistextiel omvat. Een dergelijk samengesteld textiel is bruikbaar voor het maken bagage, zakken, tenten, gordijnen, kleding of dergelijke.

10 Samengesteld textiel omvattende PVC-lagen wordt gefabriceerd door een basislaag van textielmateriaal te lamineren met een PVC-film via een proces. Een dergelijk samengesteld textiel is goedkoop en vertoont goede fysische en mechanische eigenschappen. De filmlaag van PVC is niet alleen waterbestendig maar versterkt en stabiliseert ook de textuur van het basis textielmateriaal terwijl het goed “voor de IS hand aanvoelt”. Echter, over zijn levenscyclus genomen, is PVC het voor het milieu meest schadelijke materiaal van alle kunststoffen vanwege de stahilisators en weekmaker van PVC, die dioxine tezamen met zware metalen vrijmaken. Anderzijds bij het bekleden van een textiel met PVC door een kalandeerproces is een kleine productie onmogelijk aangezien de minimum hoeveelheden van het textiel en te 20 verwerken PVC begrensd zijn door het bij het kalandeerproces gebruikte apparaat Dit kan resulteren in een overschot aan voorraad en een toename van kosten.

Samengesteld textiel bevattende polyurethaan (PU) wordt gemaakt door direct een PU-bekleding aan te brengen op een basis textiellaag. Ten gevolge van de directe aanbrenging van de PU-bekleding wordt de hoeveelheid afval gereduceerd. Wanneer 25 een polyurethaan van het één componenttype wordt gebruikt, kan het afval worden gerecycled. FU-bekledingen bezitten voornamelijk niet de functie van het bijstellen van het “aanvoelen voor de hand” tengevolge van de kleine hoeveelheid materiaal bevat in de PU-bekleding, of ten gevolge van de discontinuïteit van de film van de PU-bekleding.

30 Styreenblok-copolymeren zijn in de techniek gesuggereerd als een substituut voor PVC bij het vormen van een samenstelling omdat de styreenblok-copolymereir milieuvriendelijker zijn dan PVC. Net als PVC kan styreenhlok-copolymeer de structuur van het textiel versterken en stabiliseren. Echter, alhoewel styreen blok co- 1025575 _ _ _i * 2 polymeren een goed “aanvoelen voor de hand” vertonen, aangezien styreen blok copolymeren typisch worden gelamineerd via een proces m aangezien de fihnvormende eigenschap van de styreenblok-copolymeren in gesmolten toestand niet zo goed is als PVC, is de styreenblok-copolymeerlaag in het algemeen dik en kan de 5 dikte daarvan nauwelijks worden verlaagd tot onder de 0,15 mm. Vorder geldt bij het verwerken dat des te dunner de film is des te groter het verlies aan styreenblok-copolymeer is. Verder kan het proces afVal voortbrengen dat niet gemakkelijk recyclebaar is. Ten gevolge van het gemakkelijk verouderen van styreenblok-copolymeren is bovendien de hoeveelheid van afval dat kan worden gerecycled 10 minder, waardoor de productiekosten toenemen.

US octrooi nummer Re. 28,682 openbaart een laminaat met een textiele steunlaag, een vermalen, thennohardende kunststof, daaraan gebonden schuim, en een transparante polymeerfilm, gelegen over het schuim gelegen film, welke bij voorkeur thermohardend is. Dit octrooi openbaart verder dat de transparante 15 polymeer film kan worden bereid uit een geschikte latex, zoals een carboxyl SBR bevattende anti-oxidanten of UV-stabilisatoren, en dat voorbeelden van andere kruisverknoopbare roosters onbewerkt rubber zijn, waarin drie procent van de polymeer in de vorm is van gecombineerd maleïne anhydride, butadieen styreen-copolymeren en butadieen-acryïonitriel polymeren bevattende 3 procent tot 5 procent 20 carboxyl groepen.

Een doel van de uitvinding is te verschaffen een samengesteld textiel met een A.

steunlaminaat dat gemakkelijk kan worden geproduceerd door een bekledingsproces terwijl nog een dikte wordt verschaft die voldoende is om een goed, “aanvoelen voor de hand” te verschaffen aan het samengesteld textiel. .

25 Een ander doe! van de onderhavige uitvinding is te verschaffen een samengesteld textiel met een steunlaminaat dat is vervaardigd door een bekledingsproces en dat een dikte verschaft groter dan die van conventioneel met PU bekleed textiel

Nog een ander doel van de onderhavige uitvinding is te verschaffen een 30 samengesteld textiel dat veilig is voor het milieu en gemakkelijk te recyclen is.

Volgens een aspect van de onderhavige uitvinding omvat een samengesteld textiel een textiellaag, en een steunlaminaat, waarbij het steunlaminaat omvat een bindlaag aangebracht op de textiellaag, een tussenlaag aangebracht op de bindlaag, en 1025575 • t 3 een oppervlak-modificerende laag aangebracht óp de tussenlaag, waarbij de bindlaag een bindsamenstelling heelt die bevat een styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer geënt met een acryl aat monomeer, en polyurethaan vermengd met de geënte styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer, waarbij de tussenlaag een samenstelling heeft die 3 bevat een styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer en een oplosmiddel.

Volgens nog een ander aspect van de onderhavige uitvinding omvat een werkwijze voor het vervaardigen van een samengesteld textiel de stappen van: het voorzien van een textiellaag met een bindlaag welke geprepareerd wordt door het enten van een styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer met een acrylaat-monomeer 10 en door polyurethaan te vermengen met het styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer die geënt is; het aanbrengen van een tussenlaag op de bindlaag, waarbij de tussenlaag wordt gevormd uit een samenstelling die bevat een styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer en een oplosmiddel; en het aanbrengen van een oppervlak-modificerende laag op de tussenlaag.

13 De voor het vormen van de bindlaag gebruikte samenstelling wordt bereid uit polyurethaan en styreen-butadieen-styreen (SBS) blok-copolymeer welke geënt wordt met een acrylaat-monomeer. Polyurethaan wordt toegevoegd aan het SBS-blok copolymeer teneinde de kleving aan de textiele laag te verbeteren en de treksterkte van het steunlaminaat te verbeteren. Het gebruik van polyurethaan in de oppervlak-20 modificerende laag kan krasbestendigheid en droogheid verbeteren. Het primaire doel van de tussenlaag is om dikte te verschaffen aan het steunlaminaat tengevolge van A’ zijn ten opzichte van de bindlaag en de oppervlak-modificerende laag geringere kosten. Het SBS blok-copolymeer wordt geënt met een acrylaat monomeer teneinde compatibiliteit van het SBS-copolymeer met polyurethaan te verbeteren.

23 Andere eigenschappen en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden in de navolgende gedetailleerd beschrijving van de voorkeur hebbende uitvoeringsvormen van de uitvinding, onder verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:

Figuur 1 een samengesteld textiel toont dat de onderhavige uitvinding 30 belichaamd;

Figuur 2 een schematisch aanzicht is van een apparaat dat bruikbaar is bij het vervaardigen van het samengestelde textiel volgens de uitvinding;

Figuur 3 een schematisch aanzicht is van een ander apparaat dat bruikbaar is bij

1025575 I

4 het vervaardigen van het samengestelde textiel volgens de onderhavige uitvinding;

Figuur 4 een schematisch aanzicht is van nog een ander apparaat bruikbaar voor het maken van het samengesteld textiel volgens de onderhavige uitvinding; en

Figuur 5 een vervaardigingproces toont dat de onderhavige uitvinding 5 belichaamd.

Zoals getoond in hg. 1, omvat een samengesteld textiel dat de onderhavige uitvinding belichaamd een textiel laag 10, en een steunlaminaat 20 dat is samengesteld uit een bindlaag 21, een tussenlaag 22, en een oppervïak-modificerende laag 23. Het samengestelde textiel 1 kan worden gebruikt voor het maken van bagage, 10 zakken, tenten, gordijnen, kleding en andere geschikte producten. De textiellaag 10 kan zijn van elk textielmateriaal dat een geschikte geweven textuur en kleur heeft om te passen bij de gewenste functie en het gewenste voorkomen van het uiteindelijke product

Wanneer het samengestelde textiel 1 is gevormd tot een product, kan de textiele 15 laag 10 zijn blootgesteld aan de buitenzijde van het product om te dienen als een zichtlaag, en kan het steunlaminaat 20 zijn aangebracht aan de binnenzijde van het product om de textuur van de textiele laag 10 te versterken en te stabiliseren, om het “aanvoelen voor de hand” van het samengestelde textiel 1 te reguleren en om een waterbestendig effect te verschaffen. Alternatief, kan het steunlaminaat 20 zijn 20 aangebracht aan de buitenzijde van het product om te dienen als een zichtlaag en kan deze zijn voorzien van verschillende kleuren en/of geëmbosseerde patronen om te passen bij het ontwerp van het uiteindelijke product.

De bindlaag 21 dient primair om een goede binding te verschaffen tussen de textiele laag 10 en de tussenlaag 22 en is gevormd uit een hindsamenstelling die 25 omvat een styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer geënt met een acrylaat monomeer en vermengd met polyurethaan. Het styreen-butadieen-styreenbiok-copolymeer is geënt met een acryknonomeer alvorens te worden gemengd met polyurethaan om de compatibiliteit van het styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer en polyurethaan te verbeteren.

30 Voorbeelden van acrylaat monomeren geschikt voor enting van het styreen- butadieen-styreenblok-copolymeer omvatten 2-ethylhexylacrylaat (2-EHA), 2-hydroxylethylacrylaat (2-HEA), acrylzuur (AA), butylacrylaat (BA), ethylacrylaat (EA), methylacrylaat (MA), 2-ethylhexylmethacrylaat (2-EHMA), 2- 1025575 ' . ' 5 hydroxyethylmethacrylaat (2-HEMA), 2-hydroxypropylmethacrylaat (2-HPMA), dimethylaminoethyl methacrylaat (DMAEMA), ethylmethacrylaat (EMA), glycidylmethacrylaat (GMA), isobutylmethacrylaat (IBMA), laurylmethacrylaat (LMA), methacrylaatzuur (MAA), methylmethacrylaat (MMA), n-butylmethacrylaal 5 (NBMA), stearylmethacrylaat (SMA), een combinatie van twee of meer van voomoemde monomeren en andere geschikte acrylaatmonomeren.

Voorbeelden van oplosmiddelen geschikt voor het oplossen van styreen-butadieen-styreenblok-copolymeren zijn tolueen, n-butylacetaat en cyclohexaan. Het reactieproduct van een styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer en een acrylaat 10 monomeer bij de onderhavige uitvinding kan een viscositeit hebben uiteenlopend van 8.000 cps tot 10.000 cps. De viscositeit kan worden ingesteld volgens de specificatie van de textiele laag. Door styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer toe te voegen direct aan een reactiemengsel tijdens de entpolymerisatie van het styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer en het acrylaatmonomeer, kan het gehalte aan vaste deeltjes 15 en de viscositeit worden verhoogd. Volgens de specificatie van de conventioneel gebruikte samengestelde textiel wordt de viscositeit in het algemeen bijgesteld tot 15.000 cps-30.000 cps.

Polyurethaan wordt toegevoegd aan en vermengd met het reactieproduct van de entpolymerisatie tezamen met een geschikt oplosmiddel, zoals methylethylketon 20 (MEK). Tengevolge van het enten van het styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer met acrylaatmonomeer, kan polyurethaan worden vermengd met het geënte styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer om een nagenoeg homogene fase te vormen.

De tussenlaag 22 dient om een dikte te verschaffen aan het samengestelde textiel 1 en is gevormd uit een samenstelling bevattende een styreen-butadieen-25 styreenblok-copolymeer. De samenstelling kan worden bereikt door een oplosmiddel en een weekmaker in te leiden in een mengsel waar ze worden verhit tot een temperatuur van ongeveer 80° C, en dan daaraan een styreen-butadieen-styreehblok-copolymeer toe te voegen om een styreen-butadiem-styreenblok-copolymeer oplossing te vormen.

30 Het type styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer voor de tussenlaag 22 wordt gekozen op basis van de gewenste fysische eigenschappen van het samengestelde textiel 1, zoals treksterkte, hardheid, elasticiteit of teragvermgseigenschappen, etc. De treksterkte wordt bepaald door het 1 0255.75 ; 6 moleamlgewicht van hei styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer m dg hoeveelheid weekmaker die is toegevoegd aan hei styreenblok-copolymeer. De hardheid wordt bepaald door de verhouding styreen-butadieen in het styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer en de hoeveelheid weekmaker, terwijl de 5 terugveereigenschappen afhankelijk zijn van de verhouding styreen en bufadieen in het styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer. De treksterkte van de tussenlaag 22 zal de scheursterkte en de hechtsterkte van het samengestelde textiel 1 beïnvloeden.

De hardheid en de terugveer eigenschappen zullen het “aanvoelen voor de hand” van het samengesteld textiel 1 bepalen.

10 De voor de styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer bruikbare weekmakers kunnen zijn een paraffine-olie, een nafteen-olie of elke andere geschikte weekmaker.

De hoeveelheid weekmakers toegevoegd aan het styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer kan worden ingesteld op basis van de door het uiteindelijke product vereiste hardheid. Opgemerkt moet worden dat de hoeveelheid weekmaker moet 15 worden geregeld zodanig dat het onder een niveau is dat zo overmatig zou zijn dat het kan resulteren in een migratieprobleem.

In het algemeen zullen de kosten voor het produceren van het samengestelde textiel 1 laag zijn wanneer het vaste-deeltj esgehalte van de tussenlaag 22 hoog is omdat de hoeveelheid door een oven te verdampen oplosmiddel dan laag is. Echter, 20 het is nodig om andere procesparameters van de tussenlaag 22 te beschouwen, zoals de snelheid, de vlakheid van het steunlaminaat 20 en de verdampingssnelheid van het ·«.· oplosmiddel. De viscositeit van de samenstelling van de tussenlaag 22 wordt in het algemeen geregeld volgens de specificatie van de textiele laag 10 en wordt bij voorkeur gehouden op 18.000 cps-20.000 cps.

25 De styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer voor de tussenlaag 22 kan geschuimd of ongeschuimd zijn. Wanneer de styreen-butadieen-styreenblok» copolymeer geschuimd is door een blaasmiddel te gebruiken, zal de tussenlaag 22 een grotere dikte en zachtheid hebben en zal deze een gevoel van dikheid en zachtheid verschaffen. Aangezien het verwekingspunt en de hittebestendigheid van de styreen-30 butadieen-styreenblok-copolymeer laag zijn, moet die van het blaasmiddel voor het schuimen van het styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer laag zijn. De temperatuur waarbij het blaasmiddel een blaasgas vrijgeeft is bij voorkeur 120° ΟΙ 30° C. De hoeveelheid blaasmiddel wordt bepaald door de gewenste dichtheid van 1025575 7 het uit het styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer resulterende schuim. Een de voorkeur hebbende hoeveelheid blaasmiddel is 3phr-5phr.

Het styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer kan zijn geschuimd in een oven met een tweetrapstemperatuur regelsysteem. Bij de eerste trap moet de temperatuur 5 worden verhoogd tot een niveau voldoende om het oplosmiddel te verdampen voorafgaand aan de ontleding van het blaasmiddel. In de tweede trap moet de tussenlaag 22 gedurende een bepaalde periode worden gehouden op een ontledingstemperatuur. Om te voorkomen dat het blaasmiddel onregelmatig dispergeerd, kan het blaasmiddel worden gemengd met een oplosmiddel voorafgaand 10 aan toevoeging aan het styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer.

De functie van de oppervlak-modificerende laag 23 is het verschaffen van een goed contactgevoel voor het steunlaminaat 20 en om de krasbestendigheid en het kleuringsvermogen van het steunlaminaat 20 te verbeteren. De oppervlak modificerende laag 23 is gevormd uit een samenstelling die omvat een styreen-15 butadieen-styreenblok-copolymeer geënt met een acrylaat monomeer en polyurethaan gemengd met de geënte styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer, een smeermiddel en een matteringsagens. Een mengsel van methylethylaceton en tolueen kan worden gebruikt om het styreen op te lossen.

Het smeermiddel wordt gebruikt met doel de gladheid en de krasbestendigheid 20 van het oppervlak van de oppervlak-modificerende laag 23 verhogen. Voorbeelden van het smeermiddel omvatten een materiaal gebaseerd op siliconen, gebaseerd op polyethyleen of gebaseerd op Teflon. Het matteringsagens wordt gebruikt om glans te elimineren en droogheid te verschaffen. Het matteringsagens kan zijn een gemodificeerde siliciumdioxide of nanodeeltjes van calciumcaibonaaL 25 Bij het bereiden van de samenstelling van de oppervlak-modificerende laag 23, wordt het smeermiddel eerst gemengd met een oplosmiddel om een pasta te vormen en daarna worden de geënte styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer, polyurethaan en het matteringsagens aan de pasta toegevoegd. De viscositeit van het resulterende mengsel wordt ingesteld door het toevoegen van de oplosmiddel De viscositeit is bij 30 voorkeur 4.000 cps-8.000 cps. Polyurethaan gebruikt voor de oppervlak-modificerende laag 23 wordt gekozen uit die polyurethanen met een hoog deeltjes gehalte en lage viscositeit. Moleculair gewicht en krasbestendigheid zijn ook parameters die in beschouwing moeten worden genomen bij het kiezen van een 1025575 8 geschikte polyurethaan.

Voorbeelden van de samenstellingen gebruikt bij het vormen van samengesteld textiel.

5

Een bindsamenstelling voor de bindlaag 21' werd bereid door het laten reageren van 15 gewichtsdelen styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer met 15 gewichtsdelen methylacrylaat in de aanwezigheid van 69,4 gewichtsdelen oplosmiddel, 0,2 gewichtsdelen benzoylperoxide (katalysator), en 0,2 gewichtsdelen antioxidanl. Een 10 ent-poïymerisatie reactie werd uitgevoerd bij een temperatuur van ongeveer 85° C

gedurende 3,5 tot 4 uur. Het reactie product heeft een vaste stof gehalte van 28% en een viscositeit van 8.000-10.000 cps. Nadat de reactie voltooid is, werden 20 gewichtsdelen polyurethaan toegevoegd aan het reactieproduct tezamen met een geschikte hoeveelheid oplosmiddel (methylethylketon). Na menging werd de 15 bindsamenstelling verkregen.

Bij het prepareren van de samenstelling van de tussenlaag 22 werden 0-50 gewichtsdelen van een weekmaker (paraffine-olie of nafteen-olie) en 100-150 gewichtsdelen van een oplosmiddel (tolueen, n-butylacetaat of cyclohexaan) eerst ingeleid in een menger. Vervolgens werden 100 gewichtsdelen styreen-butadieen-20 styreenblok-copolymeer toegevoegd aan en gemengd met de inhoud in de menger bij een temperatuur van 80° C. Na gedurende een uur te hebben gemengd, was de styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer volledig opgelost om een oplossing te vormen.

Bij het bereiden van de samenstelling van de oppervlak-modificerende laag 23, 25 werden 10 gewichtsdelen styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer ent- gepolymeriseerd met 20 gewichtsdelen methylacrylaat in de aanwezigheid van een solventmengsel (methylethylketon en tolueen in een verhouding van 3:1). 2 gewichtsdelen smeermiddel werden toen toegevoegd aan het oplosmiddelmengsel om een pasta te vormen. Aan de pasta werden toegevoegd 50 gewichtsdelen geënte 30 colpolymeer verkregen uit de entpolymerisatie, 100 gewichtsdelen polyurethaan, en 4 gewichtsdelen matteringsagens (gemodificeerd siliciumdioxide of nano-calcium carbonaat). De viscositeit van de resulterende samenstelling werd ingesteld om 4.000 cps-8.000 cps te zijn door de hoeveelheid toegevoegd oplosmiddel te regelen.

1025575 9 'Apparaten voor het vervaardigen van het samengestelde textiel

Het samengestelde textiel 1 kan zijn vervaardigd door mesbekledings- en 5 diepdrukbekledingsprocessen. Er zijn twee typen mesbekledingsprocessen, namelijk, spleetbekleding en suspensiebekleding. Bij het vervaardigen van het samengesteld textiel 1, kunnen diepdruk-, spleet- en suspensie-bekledingsprocessen gebruikt worden alleen, of in combinatie, afhankelijk van de gewenste kwaliteit van het product Bijvoorbeeld, wanneer het product een bestendigheid tegen hydraulische 10 druk vereist en geen “aanvoelen voor de hand” vereist, kan het suspensiebekledingsproces alleen worden toegepast zonder gébruik te maken van het spleetbekledingsproces. Als zodanig kan de gewenste kwaliteit worden bereikt zonder verlies aan productiekosten. De verschuillende apparaten die bruikbaar zijn voor de vervaardiging van het samengestelde textiel worden getoond in de figuren 2-4.

15 Als getoond in figuur 2 omvat een apparaat voor spleetbekleding een textieliol 31, een steunro! 32, een oven 33, een opneemrol 34, en een bekledingsmes 35. Nummer 36 representeert een bekledingsmateriaal.

Als getoond in figuur 3 omvat een apparaat voor suspensiebekleding een textielrol 41, een vlakke plaatsteun 42, een oven 43, een opneemrol 44, een 20 bekledingsmes 45. Nummer 46 geeft een bekledingsmateriaal aan.

Als getoond in figuur 4 omvat een apparaat voor diepdrakbekleding een textielrol 51, een geleidingsrol 52, een bekledingsrol 53 met een gegraveerd patroon, een rubberen rol 54, een oppervlak behandel agens §5, een oven 56, en een opneemrol 57.

25 Bij suspensiebekleding, wordt de hoeveelheid verbruikt bekledingsmateriaal bepaald door de dikte, vorm en hoek van het bekledingsmes 35 en de spanning van het vanaf de textielrol 41 toegevoerde textielvei Aangezien de bekledingsoplossing wordt bekleed met geforceerde toevoer, kan de bekledingsoplossing gemakkelijk inde structuur van het textiel penetreren, en kan effectieve versterking en stabilisatie 30 van het textiel daardoor worden bereikt De suspensiebekleding is geschikt voor het bekleden van de bindlaag 21 van het samengestelde textiel 1.

Spleetbekleding is geschikt voor het vormen van de tussenlaag 22 van het samengestelde textiel 1. De dikte van de tussenlaag 22 kan worden geregeld door het 1025575 10 instellen van de afstand tussen het bekledingsmes 45 en het oppervlak van het vanaf de textielrol 41 toegevoerde textiel.

Diepdrukbekleding kan het vormen van krassen op het oppervlak van een bekleding tijdens het bekledingsproces voorkomen en kan daarom worden gebruikt 5 voor decoratie- en versieringsdoeleinden. De hoeveelheid verbruikt bekledingsmateriaal is afhankelijk van het geëtste patroon van de bekledingsrot 53.

Vervaardiging van het samengestelde textiel 10 Verwijzend naar figuur 5 wordt een de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding voor het vervaardigen van het samengesteld textiel 1 getoond. Een geheel apparaat voor het vervaardigingsproces wordt verschaf! door het combineren van de in figuren 2 tot en met 4 getoond apparaten, en omvat drie secties, namelijk, een suspensie bekledingssectie 61, een spleet bekledingssectie 62 en een 15 diepdruk bekledingssectie 63. In de suspensie bekledingssectie 61, wordt een bekleding met de bmdmiddelsamenstelling volgens de onderhavige uitvinding aangebracht op een weefsel 71 via een suspensie bekledingsproces gebruik makend van een bekledingsmes 45 om de bindlaag 21 te verschaffen. In de spleet bekledingssectie 62, wordt een bekleding bevattende de samenstelling van de 20 tussenlaag 22 volgens de onderhavige uitvinding aangebracht pp de bindlaag 21 via het spleet-bekledingsproces gebruik makend van een bekledingsmes 35. Inde diepdruk-bekledingssectie, wordt een bekleding met de samenstelling van de oppervlak-modificerende laag 23 volgens de onderhavige uitvinding aangebracht pp de tussenlaag 22 via het diepdnik-bekledingsproces gebruik makend van een 25 bekledingsrol 53.

De hoeveelheid bmdmiddelsamenstelling van de bindlaag 21 varieert afhankelijk van het type en de specificatie van het in het proces gebruikte textiel. Hoe hoger het de denier getal van de textiellaag 10 is, des te hoger zal de hoeveelheid verbruikte bekledingssamenstelling zijn.

30 De tussenlaag 22 bepaalt primair de dikte van het samengestelde textiel 1. De temperaturen bij verschillende trappen van de oven 33 worden ingesteld afhankelijk van de dikte van de tussenlaag 22 teneinde vorming van luchtbellen en het probleem van resterend oplosmiddel te voorkomen.

1025575 11

De oppervlak-modificerende laag 23 vereist een geringe dikte en uniforme bekleding ten gevolge van de hoge kosten verbonden aan het vormen van de oppervlak-modificerende laag 23 en ten gevolge van eisen aan het uiterlijk voorkomen. In het algemeen wordt de droogsnelheid gehouden op 15 g/m2-20 g/m2.

5 Wanneer de oppervlak-modificerende laag 23 moet worden blootgesteld aan de buitenzijde van een uiteindelijk product, zal de hoeveelheid bekleding worden vergroot. Anderzijds, aan de samenstelling van de oppervlak-modificerende laag 23 kan maar hoeft niet een kleuragens te zijn toegevoegd. De toevoersnelheid van het textiel 71 moet worden afgestemd op de temperaturen en de lengtes van de ovens 43, 10 33,56 en het kookpunt van het oplosmiddel teneinde de droogtijd te bepalen en te berekenen en om de meest geschikte parameters voor het proces te verschaffen. Het steunlaminaat 20 van het samengesteld textiel vervaardigd volgens onderhavige uitvinding kan een dikte hebben van ongeveer 0,03 mm-0,13 mm, of een dikte overeenkomstig de door het product gevraagde kwaliteit 15 Zoals hierboven beschreven is het steunlaminaat 20 een drielaags laminaat.

Echter, de onderhavige uitvinding is daartoe niet beperkt Ingeval een steunlaminaat met een hoge krasbestendigheid gewenst is, kan in plaats van het aanbrengen van de oppervlak-modificerende laag 23 een polyurethaan bekleding worden verschaft op de tussenlaag 22 met een additionele bindlaag 21 aangebracht tussen de tussenlaag 22 en 20 de polyurethaan bekleding.

1025575

Claims

2. Samengesteld textiel volgens conclusie 1, waarbij die oppervlak-modificerende 15 laag omvat een styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer geënt met een acrylaatmonomeer, polyurethaan vermengd met dit geënte styreen-butadieen» styreenblok-copolymeer, een smeermiddel en een matteringsagens.
3. Samengesteld textiel volgens conclusie 1, waarbij de viscositeit van het styreen» 20 butadieea-styreenblok-copolymeer die geënt is met de acrylaatmonomeer 15.000 cps-30.000 cps bedraagt
4 Samengesteld textiel volgens conclusie 1, waarbij de viscositeit van de samenstelling van de tussenlaag ongeveer 18.000 cps-20.000 cps is. 25
5. Samengesteld textiel volgens conclusie 1, waarbij d@ samenstelling van de tussenlaag verder een weekmaker omvat
6. Samengesteld textiel volgens conclusie 1, waarbij het oplosmiddel van de 30 samenstelling van de tussenlaag is gekozen uit een groep bestaande uit tolueen, n-butylacetaat en cyclohexaan.
7. Samengesteld textiel volgens conclusie 5, waarbij de weekmaker is gekozen uit 1025575 een groep bestaande uit een paraffine-olie en een nafteen-olie.
8. Samengesteld textiel volgens conclusie 1, waarbij de oppervlak modificerende laag een polyurethaan bekleding is. 5
9. Werkwijze voor het vervaardigen van een samengesteld textiel omvattende: het verschaffen van een textiellaag met een bindlaag welke geprepareerd wordt door een styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer te enten met een acrylaatmonomeer en door polyurethaan te vermengen met dit geënte styreen- 10 butadieen-styreenblok-copolymeer, het aanbrengen van een tussenlaag op die bindlaag, waarbij die tussenlaag is gevormd uit een samenstelling die een styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer en een oplosmiddel bevat; en het aanbrengen van oppervlak-modificerende laag op die tussenlaag. 15
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij die oppervlak-modificerende laag wordt gevormd uit een samenstelling die wordt bereid door een styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer te enten met een acrylaat monomeer en door het geënte styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer te mengen met 20 polyurethaan, een smeermiddel en een matteringsagens.
11. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij die bindlaag wordt aangebracht door een suspensiebekledingsproces.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij die tussenlaag wordt aangebracht door een spleetbekledingsproces.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij die oppervlak-modificerende laag wordt aangebracht door een diepdruk-bekledingsproces. 30
14. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij de viscositeit van het styreen-butadieen-styreenblok-copolymeer die geënt is met het acryïaatmonomegr 15.000 cps-30.000 cps bedraagt 1025575 * o <s
15. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij de viscositeit van de samenstelling van de tussenlaag ongeveer 18.000 qps-20.000 cps is.
16. Werkwijze volgens conclusie 9» waarbij bet steunlaminaat een dikte beeft van ongeveer 0,03 mm-0,15 mm. 1025575