NL1023326C2 - Printsysteem en werkwijze voor gebruik van dit systeem. - Google Patents

Printsysteem en werkwijze voor gebruik van dit systeem. Download PDF

Info

Publication number
NL1023326C2
NL1023326C2 NL1023326A NL1023326A NL1023326C2 NL 1023326 C2 NL1023326 C2 NL 1023326C2 NL 1023326 A NL1023326 A NL 1023326A NL 1023326 A NL1023326 A NL 1023326A NL 1023326 C2 NL1023326 C2 NL 1023326C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
receiving material
jobs
job
type
printing system
Prior art date
Application number
NL1023326A
Other languages
English (en)
Inventor
Edward Constantijn Bosma
Eduardus Josephus Vliembergen
Original Assignee
Oce Tech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oce Tech Bv filed Critical Oce Tech Bv
Priority to NL1023326A priority Critical patent/NL1023326C2/nl
Priority to JP2004121117A priority patent/JP4599084B2/ja
Priority to EP04076233.8A priority patent/EP1473661B1/en
Priority to EP10196138.1A priority patent/EP2333698B1/en
Priority to US10/834,035 priority patent/US8953997B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1023326C2 publication Critical patent/NL1023326C2/nl
Priority to US13/004,944 priority patent/US20110123214A1/en

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/23Reproducing arrangements
    • H04N1/2307Circuits or arrangements for the control thereof, e.g. using a programmed control device, according to a measured quantity
    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03GELECTROGRAPHY; ELECTROPHOTOGRAPHY; MAGNETOGRAPHY
    • G03G15/00Apparatus for electrographic processes using a charge pattern
    • G03G15/50Machine control of apparatus for electrographic processes using a charge pattern, e.g. regulating differents parts of the machine, multimode copiers, microprocessor control
    • G03G15/5016User-machine interface; Display panels; Control console
    • G03G15/502User-machine interface; Display panels; Control console relating to the structure of the control menu, e.g. pop-up menus, help screens
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06KGRAPHICAL DATA READING; PRESENTATION OF DATA; RECORD CARRIERS; HANDLING RECORD CARRIERS
    • G06K15/00Arrangements for producing a permanent visual presentation of the output data, e.g. computer output printers
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/00912Arrangements for controlling a still picture apparatus or components thereof not otherwise provided for
    • H04N1/00954Scheduling operations or managing resources
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/23Reproducing arrangements
    • H04N1/2307Circuits or arrangements for the control thereof, e.g. using a programmed control device, according to a measured quantity
    • H04N1/2346Circuits or arrangements for the control thereof, e.g. using a programmed control device, according to a measured quantity according to a detected condition or state of the reproducing device, e.g. temperature or ink quantity
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/23Reproducing arrangements
    • H04N1/2307Circuits or arrangements for the control thereof, e.g. using a programmed control device, according to a measured quantity
    • H04N1/2392Circuits or arrangements for the control thereof, e.g. using a programmed control device, according to a measured quantity for displaying or indicating, e.g. a condition or state
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06KGRAPHICAL DATA READING; PRESENTATION OF DATA; RECORD CARRIERS; HANDLING RECORD CARRIERS
    • G06K2215/00Arrangements for producing a permanent visual presentation of the output data
    • G06K2215/0082Architecture adapted for a particular function

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Human Computer Interaction (AREA)
  • Microelectronics & Electronic Packaging (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Accessory Devices And Overall Control Thereof (AREA)
  • Control Or Security For Electrophotography (AREA)

Description

I 1 I Printsysteem en werkwijze voor gebruik van dit systeem I 5 De uitvinding betreft een printsysteem omvattend een print-engine voor het bedrukken I van een ontvangstmateriaal, een veelvoud houders, elk voor het houden van een type I ontvangstmateriaal en het afstaan van dit materiaal aan het print-engine, een ontvanger I voor het ontvangen van jobs, waarbij een job een opdracht is omvattend het drukken I van informatie op een of meer bij deze opdracht gespecificeerde types I 10 ontvangstmateriaal, en een besturing voor het plannen van de jobs omvattend het I plaatsen van de jobs in een printrij in een volgorde van afwerking.
I Uit US 5,081,595 is een dergelijk printsysteem bekend. Een job wordt geprogrammeerd I in een zogenaamde "Job Program mode” waarbij er op een beeldscherm een jobticket I 15 wordt afgebeeld. Na het programmeren van de job wordt deze vanuit een geheugen I verplaatst naar de printrij. De volgorde van de jobs in deze rij wordt bepaald door I prioriteit die aan elk van de jobs is gegeven en de tijd van aankomst van de job in de rij.
I De printrij zelf, althans de naam van de jobs en het bijbehorende nummer alsmede I enkele variabelen zoals aantal benodigde documenten en benodigd type 20 ontvangstmateriaal, wordt op het scherm weergegeven indien de bedienaar van het I printsysteem hierom vraagt.
I Het printsysteem weet op ieder moment welk type ontvangstmateriaal er in elk van de I houders ligt en kent ook de verschillende types ontvangstmateriaal die nodig zijn om I een job die in de printrij staat af te werken. Op deze wijze kan het systeem altijd nagaan 25 of het juiste ontvangstmateriaal is geladen om het printen te kunnen starten. Als het I juiste ontvangstmateriaal geladen is in de houders, zal deze job geprint gaan worden.
I Zo niet, dan zal het systeem aan de bedienaar aangeven welke type ontvangstmateriaal I hij in een of meer van de houders dient in te leggen. Als het ontvangstmateriaal dat I nodig is voor de huidige job in voldoende hoeveelheid aanwezig is en er zijn nog een of I 30 meer houders over om ander ontvangstmateriaal te laden, dan kan de bedienaar alvast H gaan onderzoeken of het ontvangstmateriaal voor de volgende job die in de printrij staat aanwezig is in de houders. Aldus kan hij nog voordat deze volgende job daadwerkelijk gestart is het eventueel niet aanwezige ontvangstmateriaal voor deze job inleggen zodat deze job meteen kan starten als de huidige job geheel is afgewerkt 35 Nadeel van dit bekend systeem is dat de bedienaar pas informatie kan krijgen over een H volgende job als al het benodigde ontvangstmateriaal voor de huidige job geladen is in H de houders. Dit limiteert het overzicht dat de bedienaar heeft zeer sterk waardoor hij het H gevoel heeft weinig tot geen controle te hebben over het printsysteem.
H Een volgend nadeel is dat een ontvangstmateriaal dat geladen is te allen tijde H 5 gespecificeerd moet worden door de bedienaar, ook al heeft het systeem aangegeven dat een bepaald type ontvangstmateriaal geladen dient te worden. Geeft het systeem bijvoorbeeld aan dat een ontvangstmateriaal van het type ”A3, wit, 160 grams, reliëf1 geladen moet worden, dan zal de bedienaar nadat hij dit gedaan heeft, deze vier instellingen moeten kiezen om aan te geven dat hij het ontvangstmateriaal van het 10 gevraagde type heeft geladen. Dit kost relatief veel tijd en het telkens opnieuw moeten selecteren van alle materiaaleigenschappen is gevoelig voor het maken van vergissingen.
I Uit EP 1 152 591 is ook een dergelijk printsysteem bekend. Ook dit systeem heeft het I 15 nadeel dat de bedienaar slechts informatie ontvangt over het benodigde ontvangstmateriaal van één job. Hij zal een eventueel gevraagd type I ontvangstmateriaal moeten inleggen voordat het systeem informatie over een volgende I job zal geven.
I Ten opzichte van het eerder beschreven printsysteem heeft dit systeem het voordeel I 20 dat de bedienaar een ingelegd type ontvangstmateriaal niet meer hoeft te specificeren, I dat wil zeggen al zijn kenmerkende eigenschappen stuk voor stuk ingeven, wanneer het systeem om een bepaald type ontvangstmateriaal heeft gevraagd en de bedienaar als reactie hierop dit type materiaal heeft ingelegd. Een bevestiging van het feit dat hij het I gevraagde type ontvangstmateriaal heeft Ingelegd is voldoende. Deze bevestiging kan I 25 bijvoorbeeld het indrukken van de "Start" toets zijn of het sluiten van de houder nadat I het ontvangstmateriaal is ingelegd. Nadeel van dit bekende systeem is dat een volledige specificatie van een ingetegd type ontvangstmateriaal nog steeds nodig is als I de bedienaar besluit om een ontvangstmateriaal in een van de houders te leggen, zonder dat het systeem heeft gemeld behoefte te hebben aan dit type I 30 ontvangstmateriaal.
Uit US 5,923,942 is een printsysteem bekend dat aan laatstgenoemde probleem I tegemoet komt. Een ontvangstmaterialenhouder van dit systeem heeft een instelmiddel I waarop een aantal veel gekozen types ontvangstmaterialen zijn voorgeprogrammeerd.
I 35 Als een bedienaar van het systeem een van deze types ontvangstmateriaal in de 3 houder legt hoeft deze alleen het instelmiddel op het ingelegde type ontvangstmateriaal te zetten. Het systeem weet dan als vanzelf welke type ontvangstmateriaal is ingelegd en de bedienaar hoeft dit niet in al zijn eigenschappen te specificeren. Naast de veel gebruikte types ontvangstmateriaal kan er bij het bekende instelmiddel ook gekozen 5 worden voor een niet-voorgedefinieerd type door het instelmiddel op "Other” te zetten. Deze mogelijkheid is aanwezig omdat het kan voorkomen dat een ander type ontvangstmateriaal geladen wordt dan een van de standaard types. Wordt het instelmiddel op "Other” gezet dan volgt een dialoog met de bedienaar zodat deze het ingelegde papiertype kan definiëren.
10 Nadeel van dit bekende systeem is dat in een omgeving waar zeer veel verschillende papiertypes gebruikt worden, bijvoorbeeld een centrale reproductie afdeling van een groot bedrijf of een zogenaamde "job-printer”, relatief vaak de keuze voor ”Other* gemaakt zal moeten worden. Hierdoor zal het voordeel van vooraf gedefinieerde types ontvangstmaterialen relatief gering zijn. Een andere oplossing zou kunnen zijn om veel 15 meer van dergelijke vooraf gedefinieerde types ontvangstmaterialen aan te bieden op het instelmiddel, maar dit heeft weer als nadeel dat het middel onoverzichtelijk wordt.
Uit US 6,504,556 is een printsysteem bekend waarbij een bedienaar uitgaande van een lijst vooraf gedefinieerde ontvangstmaterialen middels een zogenaamde "drag-and-20 drop" actie een ingelegd type ontvangstmateriaal kan definiëren. De lijst omvat een serie iconen waarbij elk icoon een type ontvangstmateriaal vertegenwoordigt. Deze lijst is in feite een bibliotheek waarin een grote opsomming aan ontvangstmaterialen is opgenomen. Mocht het voorkomen dat de bedienaar een type ontvangstmateriaal wil inleggen dat nog niet in de bibliotheek is opgenomen dan kan hij een nieuw icoon 25 aanmaken en het bijbehorende type ontvangstmateriaal definiëren.
Nadeel van dit bekende printsysteem is dat de lijst onoverzichtelijk zal zijn in omgevingen waar zeer veel types ontvangstmateriaal gebruikt worden. Het zoeken van het juiste icoon in de lijst kan dan zoveel tijd gaan kosten dat de tijdwinst die gehaald wordt door het niet meer in hoeven te geven van de afzonderlijke eigenschappen van 30 het ontvangstmateriaal volledig tenietgaat.
Doel van de uitvinding is om een printsysteem te verkrijgen dat efficiënt gebruikt kan worden, waarbij een bedienaar van dit systeem een minimum hoeveelheid aan bedieningstijd nodig heeft om het systeem zijn jobs te laten afwerken. Een volgend doel 35 is een werkwijze te verschaffen om dit systeem te gebruiken.
^ λ o o α O R 1 H Hiertoe is een printsysteem volgens de aanhef uitgevonden waarbij de besturing verder I is aangepast voor het vaststellen van a) de types ontvangstmateriaal die nodig zijn om I een verzameling omvattend verscheidene jobs die in de printrij staan af te werken, b) I 5 een tekort aan een type ontvangstmateriaal indien er in het veelvoud aan houders I onvoldoende van dit ontvangstmateriaal aanwezig is om de jobs uit genoemde I verzameling af te werken, en c) een indicatie van een moment waarop dit type I ontvangstmateriaal niet meer aanwezig is in het veelvoud aan houders, waarbij het I printsysteem verder een eenheid omvat voor het tonen van een beeld dat is aangepast I 10 om een bedienaar van het printsysteem het door de besturing onder b) en c) I vastgestelde te tonen.
I Bij het printsysteem volgens de uitvinding kijkt de besturing van het systeem een aantal I jobs vooruit, bijvoorbeeld een eerste aantal jobs dat in de printrij staat, een stelt vast I 15 welke types ontvangstmateriaal er nodig zijn om al deze jobs af te werken. Vervolgens wordt vastgesteld of er van elk van deze types ontvangstmateriaal een voldoende grote I hoeveelheid aanwezig is in het totaal aan houders. Is een bepaald benodigd type I ontvangstmateriaal helemaal niet geladen in een van de houders of is het wel geladen I maar is er te weinig aanwezig om de jobs volledig af te werken dan stelt de besturing I 20 vast dat er een tekort is aan dit type ontvangstmateriaal. Tevens stelt de besturing een indicatie vast van een moment waarop dit type ontvangstmateriaal niet meer aanwezig I zal zijn. Is het ontvangstmateriaal in het geheel niet aanwezig in een van de houders dan Is dit moment bijvoorbeeld gelijk aan het moment van vaststellen van het tekort (= I "onmiddellijk" of "nu" voor de bedienaar van het systeem). Ook zou het moment I 25 aangegeven kunnen worden waarop het materiaal voor het eerst nodig zal zijn bij het I afwerken van een job. Pas dan is het niet meer aanwezig zijn van dit materiaal namelijk daadwerkelijk merkbaar en dus relevant voor het printsysteem zelf.
I Is het materiaal wel aanwezig in een of meer van de houders maar onvoldoende om de I jobs helemaal af te werken dan kan de besturing uitrekenen wanneer het laatste vel I 30 verbruikt zal worden. Onmiddellijk daarna zal dit type materiaal niet meer aanwezig zijn in het veelvoud aan houders. Het vastleggen van dit moment is belangrijk omdat eerst I dan het printsysteem zal stilvallen. Voorafgaand aan het opraken van het I ontvangstmateriaal is een tekort hieraan in feite niet relevant omdat het printsysteem I zijn jobs ongestoord kan voortzetten. Door aan de bedienaar een beeld te tonen, I 35 bijvoorbeeld onder toepassing van een beeldscherm, waaruit blijkt dat er een tekort is 5 aan een of meer ontvangstmaterialen voor een dergelijke verzameling aan jobs en ook wanneer dit tekort merkbaar zal zijn, ziet deze in één oogopslag voor een langere tijd vooruit wanneer hij welke knelpunten moet oplossen om het systeem ongestoord zijn jobs af te laten werken. Hierdoor kan de bedienaar zijn werk aan het printsysteem, 5 bijvoorbeeld het vullen van de houders, beter plannen zodat hij minder tijd nodig heeft om het systeem te bedienen en bovendien heeft hij zo een betere controle over het printsysteem. Stel bijvoorbeeld dat de bedienaar de volgende informatie krijgt van het systeem: de huidige job, die nog 10 minuten duurt, de daarop volgende job, waarvoor 2 minuten nodig zijn, en de daarop volgende job die 45 minuten duurt kunnen ongestoord 1 o afgewerkt worden. Voor job nummer 4 in de printrij echter zal groen kaftmateriaal geladen moeten worden als deze job 15 minuten bezig is (over 72 minuten dus). De bedienaar kan dus nu het systeem verlaten om ander werk te doen en weet dat het eerstvolgende probleem pas over 72 minuten merkbaar zal zijn.
Bij het systeem zoals bijvoorbeeld bekend uit US 5,081,595 weet de bedienaar op dit 15 moment ten hoogste dat jobsl en 2 ongestoord afgewerkt kunnen worden en hiervoor dient hij al twee schermen te doorlopen in het beeldscherm van het user interface. Deze bedienaar zal dus op zijn laatst na 12 minuten terug aan het printsysteem verschijnen als hij met zekerheid wil voorkomen dat het printsysteem het drukken moet onderbreken. Na deze 12 minuten kan hij onderzoeken of job nummer 3 afgewerkt kan 20 worden. Dit bezoek aan het systeem kan worden voorkomen door toepassing van het print systeem volgens de uitvinding.
De uitvindingsgedachte is gebaseerd op de erkenning van de behoefte van een bedienaar van een printsysteem, in het bijzonder een systeem dat centraal geplaatst is 25 en in beginsel bedoeld is om door een toegewijd persoon bedient te worden, om in één oogopslag te kunnen zien welke behoefte er is aan materialen, of meer in het algemeen aan voorwaarden, om de jobs die voor een langere tijd gepland zijn af te werken, zodat hij weet welke beperking wanneer opgeheven moet worden, zodat het systeem, althans voor genoemde tijd, het printen ongestoord kan voortzetten. Hierbij zal het met name 30 voorkomen dat de bedienaar wil weten of aan de voorwaarden (bijvoorbeeld papier, nietjes, afwerkmaterialen, aflegruimte etc.) voor de huidige job en een aantal hierop volgende jobs is voldaan zodat hij weet hoelang hij het printsysteem kan verlaten zonder dat dit systeem het afwerken van deze jobs moet onderbreken. Het is echter ook denkbaar dat een bedienaar juist in een andere verzameling jobs geïnteresseerd is. De 35 uitvinding is derhalve niet beperkt tot vaststellingen die betrekking hebben op een I verzameling van jobs die vooraan in de printrij staan.
I Het moge overigens duidelijk zijn dat de besturing van het printsysteem volgens de I huidige uitvinding niet beperkt is tot één aanwijsbare processor maar dat deze 5 gedistribueerd over het systeem aanwezig kan zijn. Het printsysteem zelf hoeft eveneens geen fysiek samenhangende verzameling onderdelen te zien maar kan I bijvoorbeeld bestaan uit een terminal voor het genereren van een job, een server die op I een andere locatie staat voor het ontvangen van de job, een controller die de besturing I omvat en geplaatst is in de nabijheid van het printengine, welk engine in een separate 1 o ruimte staat, bijvoorbeeld vanwege geluids- of andere milieueisen. Belangrijk is dat de I besturing in ieder geval over gegevens kan beschikken die het type ontvangstmateriaal I en de hoeveelheid in elk van de houders aangeven, althans die houders die in staat zijn I deze ontvangstmaterialen, indien aanwezig, af te geven aan het printengine. Houders waarvan de besturing niet kan vaststellen welke type ontvangstmateriaal erin ligt mogen I 15 in het printsysteem aanwezig zijn maar horen niet tot de houders die bruikbaar zijn I volgens de uitvinding.
In een uitvoeringsvorm is het beeld aangepast om tevens het door de besturing onder I a) vastgestelde te tonen, dat wil zeggen de types ontvangstmateriaal die nodig zijn om I 20 de verzameling jobs geheel af te werken. In deze uitvoeringsvorm kan de bedienaar in I het beeld niet alleen zien welke knelpunten hij op welk moment dient op te heffen, hij kan tevens zien welke in de jobs gespecificeerde materialen wèl in voldoende mate I aanwezig zijn. Verrassenderwijs blijkt door deze informatie, welke in beginsel overbodig I lijkt, in combinatie met de reeds getoonde informatie het gevoel van controle dat de 25 bedienaar heeft over het printsysteem sterk toe te nemen. Blijkbaar is een compleet I overzicht van alle bij de jobs gespecificeerde materialen, en het in hetzelfde overzicht I aangeven van welke materialen er een tekort is en wanneer dat merkbaar zal zijn, een I belangrijke verbetering ten opzichte van de bekende printsystemen. Blijkbaar ontstaat I een gevoel van goede controle niet alleen bij het krijgen van negatieve informatie over I 30 het printsysteem (wanneer gaat er wat fout) maar pas wanneer ook positieve informatie I (wat gaat er wel goed) over dit systeem wordt gegeven.
In een verdere uitvoeringsvorm, waarbij het beeld een matrix omvat welke in een eerste I dimensie de verzameling jobs weergeeft en in een tweede dimensie de I 35 overeenkomstige types ontvangstmateriaal, wordt in de matrix aangegeven welke types 7 ontvangstmateriaal gespecificeerd zijn voor elk van de jobs in de verzameling en voor elk van deze ontvangstmaterialen of er een tekort is. Boven de matrix wordt bijvoorbeeld in een rij van links naar rechts de verzameling jobs weergegeven waarbij elke job overeenkomt met één kolom van de matrix. Links van de matrix kan in een 5 kolom van boven naar beneden elk van de types ontvangstmateriaal weergegeven worden zoals voor het afwerken van de verzameling jobs nodig is. Elk type ontvangstmateriaal komt in deze bijzondere uitvoeringsvorm overeen met één rij van de matrix.
In de aldus gevormd matrix kan eenvoudig worden aangegeven, bijvoorbeeld onder 10 toepassing van kleuren, grijswaardes, arceringen, codes etc. welk type ontvangstmateriaal nodig is voor welke job, of er een tekort is en zo ja wanneer dit ontvangstmateriaal op raakt. Op deze wijze is een zeer overzichtelijk beeld gecreëerd waarin de bedienaar snel een overzicht kan krijgen wat er wel en niet goed gaat in de komende jobs zodat hij de bedieningstijd efficiënt kan indelen.
15
In een verdere uitvoeringsvorm komt een afstand in de eerste dimensie overeen met een tijdspanne, in deze uitvoeringsvorm wordt tijd weergegeven door een afstand. Dit biedt het voordeel dat er indicatie van de tijd gegeven wordt die overeenkomt met het natuurlijke gevoel dat tijd en afstand gekoppeld zijn. Door een tijdsindicatie volgens 20 deze uitvoeringsvorm blijkt een bedienaar sneller de informatie uit het beeld tot zich te kunnen nemen. Zo zal een job waarvoor meer tijd nodig is om deze af te werken een langer deel van de overeenkomstige rij innemen. Op deze wijze krijgt een bedienaar een zeer goed overzicht over de geplande jobs.
25 In een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, omvat de verzameling de jobs welke gepland zijn om door het printsysteem afgewerkt te worden binnen een vooraf bepaalde tijd. In deze uitvoeringsvorm wordt bijvoorbeeld voor de jobs die gepland staan voor het eerstvolgende uur onderzocht welke ontvangstmaterialen er nodig zijn voor deze jobs en of er een tekort is aan deze ontvangstmaterialen. Deze uitvoeringsvorm blijkt 30 bijzonder geschikt te zijn voor een bedienaar om het printsysteem draaiend te houden. De lengte van de tijd vormt geen onderdeel van de uitvinding en kan in beginsel vrij gekozen worden in afhankelijkheid van de wensen van de bedienaar. Een langere tijd zal veelal aantrekkelijk zijn wanneer het printsysteem een grote hoeveelheid houders heeft en zeer betrouwbaar is, dat wil zeggen nauwelijks tot geen storingen vertoont. Dit 35 geeft de bedienaar de mogelijkheid om het systeem op voorhand voor een lange tijd te I voorzien van het benodigde ontvangstmateriaal zodat hij daarna ongestoord andere I werkzaamheden kan gaan verrichten.
In een andere uitvoeringsvorm is het beeld zodanig dat voor een getoond type I 5 ontvangstmateriaal een indicatie gegeven wordt welke overeenkomt met een I hoeveelheid van dit ontvangstmateriaal die nodig is om althans een deel van de job af I te werken. In deze uitvoeringsvorm krijgt de bedienaar niet alleen informatie over het al I dan niet in voldoende mate aanwezig zijn van een type ontvangstmateriaal maar krijgt I hij tevens een indicatie welke hoeveelheid ontvangstmateriaal er nodig is om althans I 10 een deel van een job af te werken. In een uitvoeringsvorm wordt bijvoorbeeld van een ontvangstmateriaal waarvoor er een tekort is aangegeven hoeveel ontvangstmateriaal I er nog nodig zal zijn om na het opraken van dit ontvangstmateriaal de job af te werken.
I De bedienaar weet op deze wijze niet alleen welk ontvangstmateriaal hij voor welk I tijdstip moet inleggen om een job ongestoord voort te kunnen zetten, maar hij weet ook I 15 hoeveel hij van dit materiaal moet inleggen zodat de job ook volledig afgewerkt kan worden.
In een andere uitvoeringsvorm is het beeld zodanig dat als aanvulling op de types I ontvangstmateriaal die gespecificeerd zijn voor de verzameling jobs, elk type I 20 ontvangstmateriaal is weergegeven dat gedefinieerd is voor een of meer van de I houders maar welk type niet gespecificeerd is voor de verzameling jobs.
I In deze uitvoeringsvorm worden naast de benodigde types ontvangstmaterialen ook die I types getoond die wel aanwezig zijn in het veelvoud aan houders maar welke niet I gespecificeerd zijn om gebruikt te worden voor een of meer van de jobs. In beginsel lijkt 25 het niet relevant om deze types ontvangstmateriaal te laten zien maar op deze manier I krijgt de bedienaar een goed overzicht van de materialen die geladen zijn in de houders en in beginsel te gebruiken zijn om bedrukt te worden. Dit verbetert het gevoel van I controle dat de bedienaar heeft.
I 30 In een andere uitvoeringsvorm is het beeld zodanig dat naast types ontvangstmateriaal, I andere voorwaarden die nodig zijn om jobs af te werken zijn weergegeven. Naast een I of meer ontvangstmaterialen zijn er veelal andere voorwaarden nodig die verbruikt I worden bij het afwerken van jobs. Te denken valt aan inbindmiddelen zoals nietjes of I lijmranden maar ook aflegruimte in een finisher van het printsysteem. Zodra er I 35 bijvoorbeeld geen aflegruimte meer is dan zal het drukken van documenten 9 onderbroken moeten worden.
De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van onderstaande voorbeelden.
5
Figuur 1 toont de algemene opzet van een printsysteem.
Figuur 2 geeft belangrijke delen van dit printsysteem weer.
Figuur 3 geeft een beeld weer dat op het beeldscherm van een vertooneenheid van het printsysteem getoond kan worden.
10 Figuur 4 geeft hetzelfde beeld als dat van figuur 3 weer maar nu met een hier boven liggend dialoogvenster.
Figuur 5 geeft een volgende mode van het printsysteem via de vertooneenheid weer. Figuur 6 geeft het dialoogvenster weer waarmee een bedienaar een papierdefinitie kan wijzigen.
15 Figuur 7 geeft een volgende mode op de vertooneenheid weer.
Figuur 1
Figuur 1 toont de algemene opzet van een printsysteem. Deze inrichting omvat een I20 scanner 1 voor het opto elektrisch aftasten van een document en het leveren van daarmee corresponderende digitale beeldinformatie, een toevoerinrichting 2 om beeldinformatie vanuit een externe bron naar het systeem te geleiden en een print-engine 3 voor het afdrukken van digitale beeldinformatie op een ontvangstmateriaal. Zowel de scanner 1 als de toevoereenheid 2 zijn verbonden met een inrichting 15 voor 25 bewerking en tussenopslag van beeldinformatie, welke op zijn beurt is verbonden met het print-engine 3. Scanner 1, toevoereenheid 2, inrichting 15 en print-engine 3 zijn verbonden met een centrale besturing 18, welke verder nog verbonden is met een bedieningseenheid 19 voorzien van een bedieningspaneel 19A met bedieningselementen en een vertooneenheid, in dit geval een LCD beeldscherm dat is 30 uitgevoerd als touch-screen, voor gebruik door een bedienaar aan het printsysteem. In figuur 3 is deze vertooneenheid verder uitgewerkt.
Figuur 2
Belangrijke delen van het print systeem zijn weergegeven in figuur 2. Afgebeeld zijn 35 belangrijke delen van het print-engine 3, een aantal houders 37 voor het houden van H vellen ontvangstmateriaal en het afstaan van deze velen aan het print-engine, en een aflegbak 39 voor het verzamelen van bedrukte vellen. De verschillende onderdelen worden door de centrale besturingeenheid 18, direct of door tussenkomst van deelbesturingsmodules, bestuurd.
5 Het print-engine 3 is voorzien van een eindloze fotogeleidende band 20, die met behulp van aandrijf-, respectievelijk geleiderollen 21,22 en 23 met een gelijkmatige snelheid wordt voortbewogen in de richting van pijl 24. Met behulp van de bewerkte beelddata, die vanuit inrichting 15 worden aangeboden, wordt een LED array 25 zo aangestuurd dat de fotogeleidende band 20, nadat deze door een corona inrichting 30 elektrostatisch 10 is opgeladen, lijnsgewijs beeldmatig wordt belicht.
Het door de belichting op de band 20 ontstane, latente iadingsbeeid wordt met een magneetborstelinrichting 31 met tonerpoeder ontwikkeld tot een tonerbeeld, dat vervolgens in een eerste overdraagzone onder druk in contact wordt gebracht met een eindloze tussenmediumband 32 die vervaardigd is uit of bedekt is met een elastisch en I 15 hittebestendig materiaal, zoals bijvoorbeeld siliconenrubber. Hierbij wordt het tonerbeeld I door adhesiekrachten overgedragen van de band 20 naar de band 32. Na deze beeldoverdracht worden eventueel achtergebleven tonerpoederresten met behulp van I een reinigingsinrichting 33 van de fotogeleidende band 20 verwijderd, waarna deze I band 20 voor hernieuwd gebruik gereedjs.
20 De tussenmediumband 32 is gespannen over aandrijf en geleiderollen 34,35, waarbij de tussenmediumband 32 wordt verwarmd tot een temperatuur boven de verwekingstemperatuur van het tonerpoeder, bijvoorbeeld met een binnen rol 35 opgestelde infraroodstraler. Terwijl de band 32 met daarop het tonerbeeld wordt voortbewogen, wordt door de verwarming dit tonerbeeld kleverig. In een tweede 25 overdraagzone tussen de band 32 en een drukrol 36 wordt het kleverige tonerbeeld onder invloed van druk overgedragen en gelijktijdig gefixeerd op een vel ontvangstmateriaal dat vanuit een van de houders 37-1,37-2 of 37-3 is aangevoerd.
Het aldus verkregen bedrukte vel wordt tenslotte afgelegd in een aflegbak 39. Deze aflegbak maakt onderdeel uit van een finisher (verder niet aangegeven) welke ook een 30 of meer volgende aflegbakken bezit en eenheden voor het nabewerken van bedrukte sets ontvangstmaterialen, bijvoorbeeld door deze te nieten of te voorzien van een kaft. Een andere mogelijkheid is dat een bedrukt vel door een afbuigelement 40 (in de met onderbroken lijnen aangegeven stand geplaatst) wordt toegevoerd aan een omkeerinrichting 41. In deze omkeerinrichting 41 wordt het vel omgekeerd, waarna het 35 opnieuw wordt gevoerd naar de tweede overdraagzone tussen de band 32 en de 11 drukrol 36 om in die overdraagzone aan de andere zijde te worden bedrukt met een poederbeeld en vervolgens te worden afgelegd in de aflegbak 39.
In de figuur zijn drie houders 37-1,37-2 en 37-3 geïllustreerd, waarbij de eerste twee 5 ingericht zijn voor kopievellen van formaat A4 en de laatste voor kopievellen van formaat A3. Wanneer vellen worden geladen in een van de houders, bijvoorbeeld A4, wit, plain paper in 37-1, wordt aan de besturingseenheid doorgegeven welk type ontvangstmateriaal zich in deze houder bevindt. Op deze wijze is voor deze houder een type ontvangstmateriaal gedefinieerd. De besturing kan dan een houder aanspreken als 10 het type materiaal in deze houder, althans volgens de definitie, overeenkomt met het materiaal zoals dat nodig is om een job af te werken. Mocht dit type materiaal ook voor I een van de andere houders zijn gedefinieerd dan zou ook een van deze houders I aangesproken kunnen worden, bijvoorbeeld als dit materiaal is uitgeput in houder 37-1.
I In deze uitvoeringsvorm houdt een houder zijn definitie, ook als het materiaal in de I 15 houder op is geraakt.
I Is er nog geen type materiaal gedefinieerd voor een houder, of is de definitie verwijderd, I dan zal deze houder niet aangesproken kunnen worden om vellen ontvangstmateriaal I af te staan aan het print-engine. Uiteraard kan het aantel houders ook anders zijn dan I drie, en er kunnen houders voor andere formaten of oriëntaties van kopievellen gebruikt 20 worden.
I Figuur 3 I In figuur 3 is een beeld weergegeven dat op het beeldscherm van vertooneenheid 19 is I afgebeeld. Een dergelijke vertooneenheid wordt ookwel aangeduid als "User Interface".
I 25 Dit beeld is onderdeel van de zogenaamde "scheduler mode" zoals aangegeven met I verwijzingscijfer 100 van aangeefbalk 99.
I In deze mode is links een kolom 101 weergegeven waarin onder elkaar een reeks van I papiertypes staat. Het eerstgenoemde papiertype is "A4 standaard” (A4,80 g, wit, plain paper) hetgeen als zodanig, inclusief zijn belangrijkste eigenschappen in deze kolom is I 30 aangegeven. Laatstgenoemde papiertype is "inlegvel groen". Links van deze I ontvangstmaterialen types zijn toetsen 102,103,104,105 en 106 weergegeven. Van de I toetsen 102 tot en met 105 is aangegeven dat deze bedienbaar zijn door het papieriogo I te omkaderen. Binnen het kader is tevens aangegeven, met behulp van het kleine I dubbel uitgevoerde papieriogo in de rechter benedenhoek, dat deze papiertypes nodig I 35 zijn om geplande jobs uit te voeren. Het papiertype "inlegvel groen" is voorlopig niet H ingepland. De reden dat dit papiertype toch is weergegeven is dat dit type voor een van H de houders van het printsysteem gedefinieerd is.
Rechts van kolom 101 staat kolom 110. Per papiertype staat er een schematische H weergave van de houder-module van het printsysteem, in dit geval een module met vier 5 boven elkaar gelegen houders. In elke module is aangegeven in welke houder zich het overeenkomstige papiertype bevindt. Het type "A4 standaard11 bevindt zich in de onderste twee houders. De types "kaft oranje" (komt overeen met toets 103) en "inlegvel geel" (komt overeen met toets 104) zijn in geen van de houders aanwezig. Het type "kaft rood" is aanwezig in de bovenste houder en het type “inlegvel groen" is 10 aanwezig in de tweede houder van boven.
In weergeefbalk 112 is aangegeven welke jobs voor de komende 55 minuten zijn ingepland. Op deze wijze vormen jobs (112) en papiertypes (101) tezamen een matrix 107. In sub-balk 113 staan de jobnamen, in dit geval "Brochure Varioprint 209", "Operator manual DocWorks" en "reader". In sub-balk 114 zijn de jobgrenzen 15 weergegeven en de momenten waarop er een beperking optreedt in het systeem I waardoor dit systeem het drukken zal moeten onderbreken. De overeenkomstige tijd I kan afgelezen worden in tijdbalken 116 en 117.
I De job welke op dit moment verwerkt wordt, te weten "Brochure Varioprint 209" is ook I weergegeven in element 115. Hier staat tevens additionele informatie over de job zoals I 20 het aantal pagina's per document (6), het aantal nog te drukken documenten (18), het totaal aantal te drukken documenten (138) en de tijd die nog nodig is om de job af te I werken (6 minuten). Deze tijd kan ook afgelezen worden door de informatie uit sub- I balken 113 en 114 met die van 116 te combineren.
In het beeld is aangegeven dat het systeem aan het drukken is (eenheid 118, status 25 "Printing”). Eenheden 119 en 120 geven aan in welke mate de overeenkomstige tonervoorraadsystemen, een voor zwarte toner en een voor kleurentoner, nog gevuld I zijn met toner (tweederde respectievelijk een derde). Eenheid 121 geeft aan dat er nog I een voorraad van ongeveer tweederde van het maximaal te laden aantal nietes in het I systeem aanwezig is. Eenheid 122 geeft aan dat er over 8000 prints een 30 onderhoudsactie nodig is.
Matrix 107 vormt het hart van het beeld. In dit deelbeeld is aangegeven welke types I ontvangstmateriaal gedefinieerd zijn voor de jobs van rij 112 en ook, of er voldoende I ontvangstmateriaal aanwezig is om de job geheel af te werken. Zo is van de huidige job I ("Brochure Varioprint 209°) aangegeven dat hiervoor papier van het type "A4 standaard" I 35 nodig is. Dit is aangegeven door beeldeenheid 130 welke op het kruispunt staat van dit 13 type ontvangstmateriaal en de genoemde job. Door de kleur van deze beeldeenheid, bijvoorbeeld groen, in deze figuur aangegeven als volledige zwarting, wordt aangegeven dat er voldoende van dit papier aanwezig is om de job af te maken. Om de volgende job (Operator manual DocWorks) af te werken is eveneens papier nodig van 5 het type "A4 standaard" hetgeen is aangegeven door beeldeenheid 140. Deze eenheid begint gelijk met het begin van de job (over ongeveer 6 minuten) en eindigt bij het einde I van de job (over ongeveer 17 minuten). De gehele eenheid is groen, dus er is I voldoende van dit papiertype aanwezig in de houders om ook deze job af te werken.
I Voor deze job is er ook papier van het type “Kaft oranje" nodig, aangegeven door I 10 beeldeenheid 141. Ook deze eenheid begint en eindigt op de jobgrenzen. Omdat dit I papier niet aanwezig is in de houders is er een tekort aan dit materiaal. Dit wordt I aangegeven met een kleur, te weten oranje (in deze figuur als arcering weergegeven).
I Deze kleur staat symbool voor een tekort dat pas over enige tijd daadwerkelijk I merkbaar zai zijn als "het niet aanwezig zijn" van dit materiaal waardoor de job I 15 onderbroken moet worden. Om dit te voorkomen zal de bedienaar ("operator") van het I systeem dit papier dus voor het begin van de job moeten laden, hetgeen met een dikke I oranje streep is aangegeven in sub-balk 114. Omdat dit het eerste type I ontvangstmateriaal is waarvan een tekort merkbaar zal zijn, is het van belang dat dit I type papier het eerste wordt geladen door de bedienaar. Om dit voor de bedienaar I 20 duidelijk te maken is in beeldeenheid 142 aangegeven dat de bedienaar dit papier moet I laden. Om dit papier te laden drukt de bedienaar op toets 103 waarna een I dialoogvenster zoals aangegeven in figuur 4 verschijnt Hier wordt bij dit voorbeeld niet I nader op ingegaan.
I Ook papier van het type "inlegvel geel" is nodig voor deze job maar is niet geladen in I 25 een of meer van de houders. Beeldeenheid 143 geeft dit aan door middel van een I oranje kleur. In sub-balk 114 is het moment van het merkbaar worden van het tekort aan dit papier ook aangegeven.
De derde job "Reader", vraagt ook om papier van het type "A4 standaard". Dit papier zal er aan het begin van de job nog zijn, hetgeen is aangegeven door de groene I 30 beeldeenheid 150. Edoch, onder toepassing van beeldeenheid 151 wordt duidelijk I gemaakt dat al na ongeveer een minuut druktijd van deze job dit papier opraakt. Dit I moment is ook aangegeven in sub-baik 114 door dikke oranje streep 152. De bedienaar van het systeem krijgt zo een duidelijk overzicht waaruit dat hij papier van het type "A4 I standaard" moet laden voordat er ongeveer 17 minuten verstreken zijn om te I 35 voorkomen dat job nummer 3 onderbroken gaat worden. Voor deze derde job is ook 114 papier van het type "kaft rood" nodig. Dit is aangegeven met behulp van beeldeenheid 153. De kleur groen geeft aan dat er voldoende van dit papier geladen is om deze job af te werken.
Zou er een acuut probleem zijn, bijvoorbeeld het niet meer aanwezig zijn van "A4 5 standaard" op dit moment waardoor het drukken door het printsysteem op ditzelfde moment onderbroken dient te worden, dan wordt dit bij voorkeur aangegeven door het rood Ideuren van de overeenkomstige beeldeenheid. Deze kleur is opvallend en wordt algemeen geassocieerd met een acute onderbreking van een lopend proces.
10 Balk 160 heeft betrekking op de aflegbakken van het printsysteem, welk systeem in dit geval twee bakken omvat, te weten Output tray 1 en Output tray 2. Deze zijn door middel van icoontjes 161 en 162 aangegeven. Beeldeenheid 163, welke op het kruispunt van aflegbak 1 staat en job 1, geeft aan dat de documenten van job 1 afgelegd worden in de eerste bak. De groene kleur geeft aan dat er voldoende ruimte is 15 in deze bak om alle te vormen documenten te verzamelen. Beeldeenheid 164 geeft aan dat de documenten van job 2 afgelegd worden in aflegbak 2. Ook hier is voldoende ruimte aanwezig. Beeldeenheid 3 geeft aan dat de documenten van job 3 gepland zijn om afgelegd te worden in aflegbak 1. De oranje kleur van deze beeldeenheid geeft aan dat er bij het begin van deze job geen ruimte meer is in deze bak. De bedienaar ziet dus 20 dat hij aflegbak 1 zal moeten legen (althans gedeeltelijk) om te voorkomen dat de derde job niet gestart kan worden wegens ruimtegebrek in de geplande aflegbak. In een uitvoeringsvorm wordt een aflegbak gebruikt om de documenten behorende bij ten hoogste één job af te leggen. Nadat de eerste job is afgewerkt dient aldus de overeenkomstige aflegbak geleegd te worden voordat documenten van een volgende 25 job in deze bak afgelegd kunnen worden, ook al zou er nog voldoende ruimte zijn om documenten van deze volgende job in dezelfde bak af te leggen. Voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat documenten van verschillende jobs niet gemengd zullen worden.
In een variant op de hierboven beschreven uitvoeringsvorm wordt in de beeldeenheden 30 130,140,141,143,150,151 en 153 een indicatie gegeven met welke hoeveelheden ontvangstmateriaal elk van de eenheden overeenkomt Dit zou bijvoorbeeld aangegevén kunnen worden onder toepassing van verticale lijntjes in de eenheden waarbij de ruimte tussen twee lijntjes overeenkomt met een bepaald aantal vellen ontvangstmateriaal. Typisch wordt een hoeveelheid van 500 vellen aangegeven omdat 35 dit overeenkomt met de inhoud van gangbare papierverpakkingen. Dit is met name 9 15 handig voor de beeldeenheden 141,143 en 151. De bedienaar ziet zo in een oogopslag hoeveel pakken papier hij moet inleggen om het tekort op te heffen. Zo komt eenheid 141 in dit voorbeeld overeen met minder dan 50 vellen (één tussenruimte, dus één pak bijvullen), eenheid 143 met bijna 100 vellen (één tussenruimte, dus één pak bijvullen) 5 en eenheid 151 met bijna 2000 vellen (vier tussenruimtes, dus vier pakken bijvullen).
Uiteraard kunnen ook andere hoeveelheden gekozen worden voor de ruimte tussen de lijntjes, en kunnen ook andere manieren worden gekozen om de hoeveelheid ontvangstmateriaal aan te geven die met een beeldeenheid in de matrix gepaard gaan.
10 Figuur 4
In figuur 4 is hetzelfde beeld als in figuur 3 weergegeven maar nu met het hier boven liggende dialoogvenster 200. Dit venster wordt getoond als reactie op het aangeven van de bedienaar dat hij de gevraagde actie "Load Cover orange" wil gaan uitvoeren zoals aangegeven onder figuur 3.
15 In beeldeenheid 201 is nogmaals aangegeven wat het benodigde papiertype is.
Daaronder is schematisch aangegeven welke houders het printsysteem omvat, te weten houders 1,2,3 en 4 aangegeven onder toepassing van de icoontjes 202,206,207 en 210. De icoontjes geven tevens schematisch een indicatie van de grootte van de houder aan. Houders 1 en 2 zijn klein, houders 3 en 4 zijn groot. Ook is een indicatie van de 20 vulgraad van de houders in de icoontjes gegeven: houders 1,2 en 3 zijn ongeveer vol, houder 4 is nagenoeg leeg (zie element 212). Rechts van de icoontjes is aangegeven welk type ontvangstmateriaal gedefinieerd is voor elk van de houders (waarbij het systeem ervan uitgaat dat het gedefinieerde materiaal overeenkomt met het daadwerkelijk aanwezige materiaal). Zo geeft beeldeenheid 203 in tekst aan dat voor 25 houder 1 papier van het type "Kaft rood" (A4,160 grams, rood, plain paper) gedefinieerd is. Uit icoon 202 is af te leiden dat deze houder nagenoeg gevuld is. Beeldeenheid 204 geeft aan dat dit papier is ingepland voor een of meer van de jobs welke het komende uur afgewerkt dienen te worden (zie balk 112 in figuur 3).
Beeldeenheid 205 geeft aan welk type ontvangstmateriaal is gedefinieerd voor houder 30 2, te weten "inlegvel groen". Omdat er geen deelbeeld is overeenkomstig aan eenheid 204 voor dit papiertype ziet de bedienaar dat dit papier niet nodig is om een van de ingeplande jobs af te werken.
Beeldeenheid 208 geeft aan dat voor houder 3 papier van het type "A4 standaard" gedefinieerd is. Icoon 207 geeft aan dat houder 3 nagenoeg vol is en beeldeenheid 209 35 geeft aan dat dit papiertype nodig is om een of meer van de ingeplande jobs af te H werken.
H Beeldeenheid 211 geeft aan welk type ontvangstmateriaal voor houder 4, die nagenoeg leeg is (zie 212), gedefinieerd is. Eenheid 213 geeft aan dat dit type paper nodig is om een of meer van de jobs die gepland zijn voor het komend uur af te werken.
De bedienaar kan een houder kiezen om het gevraagde papier in te leggen. Omdat houder 2 een materiaal bevat dat niet nodig is voor een van de ingeplande jobs zou de bedienaar deze houder kunnen kiezen. Echter, houder 4 is waarschijnlijk ook niet nodig om een van de jobs af te werken omdat houder 3 geheel gevuld is met hetzelfde 10 papiertype. Ook houder 1 zou gekozen kunnen worden. Weliswaar is het papier dat zich I in deze houder bevindt nodig voor een van de ingeplande jobs, maar omdat dit papier pas voor job 3 nodig is, zal het legen van deze houder niet leiden tot onderbrekingen I van jobs 1 en 2. In dit geval heeft de bedienaar houder 1 gekozen door op icoon 202 te drukken. Het gekozen zijn van deze houder wordt aangegeven door middel van I 15 verdikking 215 en de tekst in beeldeenheid 216. Indien de bedienaar nu op toets 217 I drukt wordt de keuze voor houder 1 bevestigd. Bevestiging van de keuze door toets 217 I te gebruiken leidt tot het open gaan van houder 1 zodat de bedienaar het gevraagde I papier, oranje kaften, kan inleggen. Nadat het papier is ingelegd wordt de houder I gesloten. Het sluiten van deze houder dient als bevestiging dat het gevraagde 20 papiertype is ingelegd. Het dialoog venster 200 verdwijnt van het scherm en beeldeenheid 141 zal veranderen in een groen vlak. Op deze wijze kunnen alle beperkingen die leiden tot het onderbreken van een job opgeheven worden. Het dialoogvenster kan ook gesloten worden zonder een definitie voor een houder te wijzigen. Hiertoe kan de bedienaar toets 218 ("Cancel") indrukken.
25
Figuur 5
In figuur 5 is een andere mode van het printsysteem via de vertooneenheid weergegeven. Dit is de Paper trays mode, hetgeen is aangegeven door beeldeenheid 30 230. Deze mode wordt bijvoorbeeld gebruikt door een bedienaar om papier in te leggen in een van de houders zonder dat er hiervoor in de Scheduler mode een aanleiding wordt gegeven. Dit zou bijvoorbeeld het geval kunnen zijn wanneer de bedienaar papier wil inleggen van een type dat gemiddeld veel gevraagd wordt of bijvoorbeeld om fouten te corrigeren zoals een definitie van een houder die niet overeenkomt met het type 35 ontvangstmateriaal dat in deze houder ligt.
17 I De bedienaar kiest de Paper trays mode door beeldeenheid 230 te selecteren. Op het I scherm verschijnt een schematische weergave 231 van het printengine, de I af legbakken, het beeldscherm 19A en de houders 1 tot en met 4. Voor eik van de I 5 houders is dezelfde informatie weergegeven als in het dialoogvenster 200 van figuur 4.
I Aangegeven is dat houder 1 in dit geval gekozen is. Hiertoe is verdikking 235 bij het I icoon van houder 1 aangebracht. De bedienaar kan aangeven, door op beeldeenheid I 241 te drukken, dat hij de definitie van het papiertype voor deze houder wil wijzigen. Dit I heeft tot gevolg dat de definitie van deze houder zoals aangegeven in de figuur I 10 verandert in "Undefined". Daarnaast zal een dialoogvenster 245 op het beeldscherm I verschijnen dat hem in staat stelt een nieuwe definitie in te stellen. Dit venster is I afgebeeld in figuur 6. Hierna zal hij de houder openen, bijvoorbeeld door een "open" I knop op de houder zelf te bedienen, en het papier volgens de nieuwe definitie in de I houder leggen. Hiertoe zal hij eerst het oude papier ("kaft rood") verwijderen en daarna I 15 het papier volgens de nieuwe definitie ("kaft oranje") inleggen.
I Een andere mogelijkheid is dat hij voordat hij de keuze maakt om de papierdefinitie te I wijzigen, op beeldeenheid 240 drukt waardoor houder 1 wordt geopend. De bedienaar, I die in deze houder papier van het type "kaft oranje" wil inleggen zal nu het papier dat I nog in de houder ligt ("kaft rood”) verwijderen en het door hem gewenste type papier I 20 inleggen. Hierna zal hij bij de houder aangeven, bijvoorbeeld door het indrukken van I een toets (niet afgebeeld), dat het ingelegde papiertype ("kaft oranje") niet overeenkomt I met de definitie van deze houder ("kaft rood"). Nadat de houder gesloten is verschijnt I dan een dialoog 245 op het scherm waarmee de bedienaar de definitie kan wijzigen. Dit I dialoogvenster is weergegeven in figuur 6. In een uitvoeringsvorm verschijnt dit venster 25 automatisch als reactie op het sluiten van de houder. In een andere uitvoeringsvorm I heeft het aangeven dat het ingelegde papiertype niet overeenkomt met de definitie van deze houder slechts tot gevolg dat de status van deze houder in "Undefined" gewijzigd I wordt. Deze houder kan dan niet meer door het systeem worden aangesproken op het I leveren van vellen ontvangstmateriaal totdat de bedienaar een nieuwe definitie toekent 30 aan de houder.
I Figuur 6 I In figuur 6 is het dialoogvenster 245 aangegeven waarmee een bedienaar een I 35 papierdefinitie kan wijzigen of instellen. Het oproepen van dit venster is gekoppeld aan H een bepaalde houder, in dit gevat houder 1, aangegeven door beeldeenheid 246.
Omdat de bedienaar eerder heeft aangegeven dat het ingelegde papier (oranje kaften) niet overeenkomt met de papierdefinitie (was: "Kaft Rood") is de status van deze houder "Undefined”. Dit is aangegeven in beeldeenheid 247.
5 In het venster 245 krijgt de bedienaar een lijst met types ontvangstmaterialen te zien.
H Deze lijst omvat de ontvangstmaterialen die nodig zijn om de geplande jobs zoals weergegeven in balk 112 (figuur 3) af te werken, te weten A4 standaard (251), oranje kaften (252), gele inlegvellen (253) en rode kaften (254). Daarnaast bevat de lijst de types ontvangstmaterialen zoals die gedefinieerd zijn voor een of meer van de houders 10 maar welke types niet nodig zijn om een van de geplande jobs af te werken. In dit voorbeeld valt alleen papier van het type groen inlegvel (255) daar onder. De lijst omvat verder nog een aantal vooraf bepaalde materialen welke veel gevraagd zijn om bedrukt te worden, te weten papier voorzien van een voorgedrukt logo (256) en groene kaften I (257). Laatstgenoemde vooraf bepaalde materialen zijn instelbaar door de bedienaar 15 van het systeem om aangepast te kunnen worden aan de omstandigheden. Types kunnen gewijzigd worden of afgevoerd en er kunnen nieuwe types worden toegevoegd I aan de lijst.
I De bedienaar kan nu een type materiaal kiezen als definitie voor de getoonde houder 1.
Dit zal normaliter het door hem ingelegde type zijn. Door het indrukken van toets 260 20 wordt de keuze bevestigd en als definitie aan de houder toegevoegd.
I Doordat de bedienaar een lijst met types ontvangstmaterialen krijgt gepresenteerd hoeft hij een ingelegd type ontvangstmateriaal niet geheel zelf te definiëren in al zijn eigenschappen maar kan hij eenvoudigweg het ingeiegde type kiezen. Omdat de lijst I rekening houdt met de benodigde papiertypes voor de ingeplande jobs is deze lijst I 25 relatief kort en overzichtelijk. Een keuze kan dan snel en foutloos worden gemaakt.
Figuur 7 I In figuur 7 is een volgende mode op de vertooneenheid weergegeven. In deze 30 zogenaamde Jobs mode wordt een overzicht gegeven van de jobs die in de printrij I staan en ingepland zijn om afgewerkt te worden.
In deze mode worden de beeldeenheden 118 en 142 ook getoond. Onderaan is met beeldeenheid 270 weergegeven dat de jobs mode gekozen is. In deze mode wordt onder 271 een lijst met de jobs weergegeven die ingepland zijn om afgewerkt te 35 worden. Omdat alle jobs in het komende uur afgewerkt dienen te worden zijn dit 19 dezelfde jobs als weergegeven in balk 112 in figuur 3. Voor elk van de jobnamen is een icoon weergegeven waaruit een bedienaar van het printsysteem een status van deze job kan afleiden, zoals bijvoorbeeld "wordt nu geprint", “is omgezet in printertaal" etc.
Zo geeft icoon 295 aan dat deze job op dit moment geprint wordt. Achter elk van de 5 jobnamen is additionele informatie gegeven over de herkomst van de job ("User"), wanneer de job naar het systeem gestuurd is ("Submitted"), hoeveel pagina's elk document uit de job bevat ("Pages"), hoeveel documenten er binnen de job gedrukt moeten worden ("Sets") en wat de verwachtte resterende verwerkingstijd is ("Time"). Onder 280 is een wachtruimte weergegeven waarin jobs, in dit geval één job 281, staan 10 die wel aan het printsysteem zijn gemeld maar welke nog niet zij ingepland om afgewerkt te worden. Het verhuizen van deze job naar de printrij vindt plaats onder toepassing van toets 286. Het verhuizen van een job van de printrij naar de wachtruimte kan ook, hiervoor is toets 285 nodig.
Met toets 287 kan een job in de printrij vooraan in deze rij gezet worden zodat deze als 15 eerstvolgende job wordt afgewerkt. Bediening van toets 288 heeft tot gevolg dat het printsysteem stopt met het verwerken van jobs als de geselecteerde job gereed is. Onder toepassing van toets 289 kunnen de instellingen van jobs in de printrij veranderd worden. Toets 290 maakt het mogelijk dat van een job die in de wachtkamer staat een proefafdruk wordt gemaakt zodat een bedienaar kan beoordelen of de instellingen goed 20 zijn om de job af te laten werken of dat deze veranderd moeten worden. Toets 291 wordt gebruikt om jobs te verwijderen. Het bedienen van toets 292 zorgt ervoor dat het printsysteem stopt met het verwerken van zijn jobs als het document waar hij nu mee bezig is afgewerkt . Λ Λ Λ Λ Λ i?

Claims (7)

  1. 2. Printsysteem volgens conclusie 1, waarbij het beeld is aangepast om tevens het door I de besturing onder a) vastgestelde te tonen. I 25
  2. 3. Printsysteem volgens conclusie 2, waarbij het beeld een matrix omvat welke in een I eerste dimensie de verzameling jobs weergeeft en in een tweede dimensie de overeenkomstige types ontvangstmateriaal, zodanig dat in de matrix aangegeven wordt welke types ontvangstmateriaal gespecificeerd zijn voor elk van de jobs in de 30 verzameling en voor elk van deze ontvangstmaterialen of er een tekort is.
  3. 4. Printsysteem volgens conclusie 3, waarbij een afstand in de eerste dimensie I overeenkomt met een tijdspanne. I 35 5. Printsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verzameling jobs I de jobs omvat welke gepland zijn om door het printsysteem afgewerkt te worden binnen I _ _ AL Λ een vooraf bepaalde tijd.
  4. 6. Printsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het beeld zodanig is dat voor een getoond type ontvangstmateriaal een indicatie gegeven wordt welke 5 overeenkomt met een hoeveelheid van dit ontvangstmateriaal die nodig is om althans een deel van de job af te werken.
  5. 7. Printsysteem volgens een der conclusies 2 tot en met 7, waarbij het beeld zodanig is dat als aanvulling op de types ontvangstmateriaal die gespecificeerd zijn voor de 1. verzameling jobs, elk type ontvangstmateriaal is weergegeven dat gedefinieerd is voor een of meer van de houders maar welk type niet gespecificeerd is voor de verzameling jobs.
  6. 8. Printsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het beeld zodanig is 15 dat naast types ontvangstmateriaal, andere voorwaarden die nodig zijn om jobs af te werken zijn weergegeven.
  7. 9. Werkwijze voor het gebruik van een printsysteem omvattend een print engine voor het bedrukken van een ontvangstmateriaal en een veelvoud houders, elk voor het 20 houden van een type ontvangstmateriaal en het afstaan van dit materiaal aan het print engine, de werkwijze omvattend: • het ontvangen van jobs door het systeem, waarbij een job een opdracht is omvattend het met het print engine drukken van informatie op een of meer bij deze opdracht 25 gespecificeerde types ontvangstmateriaal, - het plaatsen van de jobs in een printrij in een volgorde van afwerking, - en het vaststellen van a) een of meer types ontvangstmateriaal die nodig zijn om een verzameling omvattend 30 verscheidene jobs die in de printrij staan af te werken, b) een tekort aan een type ontvangstmateriaal indien er in het veelvoud aan houders onvoldoende van dit ontvangstmateriaal aanwezig is om de jobs uit genoemde verzameling af te werken, c) een indicatie van het moment waarop dit type ontvangstmateriaal niet meer 35 aanwezig is in het veelvoud aan houders ΛnOOQOR - het tonen van een beeld aan een bedienaar van het printsysteem waarin deze het I onder b) en c) vastgestelde kan zien.
NL1023326A 2003-05-02 2003-05-02 Printsysteem en werkwijze voor gebruik van dit systeem. NL1023326C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023326A NL1023326C2 (nl) 2003-05-02 2003-05-02 Printsysteem en werkwijze voor gebruik van dit systeem.
JP2004121117A JP4599084B2 (ja) 2003-05-02 2004-04-16 印刷システムおよび前記システムの使用方法
EP04076233.8A EP1473661B1 (en) 2003-05-02 2004-04-26 A print system and a method of using said system
EP10196138.1A EP2333698B1 (en) 2003-05-02 2004-04-26 A print system and a method of using said system
US10/834,035 US8953997B2 (en) 2003-05-02 2004-04-29 Print system and method for monitoring print jobs
US13/004,944 US20110123214A1 (en) 2003-05-02 2011-01-12 Print system for monitoring print jobs

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023326 2003-05-02
NL1023326A NL1023326C2 (nl) 2003-05-02 2003-05-02 Printsysteem en werkwijze voor gebruik van dit systeem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1023326C2 true NL1023326C2 (nl) 2004-11-03

Family

ID=32986059

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1023326A NL1023326C2 (nl) 2003-05-02 2003-05-02 Printsysteem en werkwijze voor gebruik van dit systeem.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US8953997B2 (nl)
EP (2) EP2333698B1 (nl)
JP (1) JP4599084B2 (nl)
NL (1) NL1023326C2 (nl)

Families Citing this family (29)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2005215976A (ja) * 2004-01-29 2005-08-11 Konica Minolta Holdings Inc 画像処理装置、画像記録装置及び画像記録システム
US8270865B2 (en) 2008-08-11 2012-09-18 Konica Minolta Business Technologies, Inc. Image forming apparatus for specifying a paper feeding tray
EP2157775A1 (en) 2008-08-20 2010-02-24 Konica Minolta Business Technologies, INC. Image forming apparatus with two-dimensional display of job scheduling screen
JP5247527B2 (ja) * 2009-02-23 2013-07-24 キヤノン株式会社 情報処理装置、情報処理装置の制御方法、及びプログラム
JP5293401B2 (ja) * 2009-05-22 2013-09-18 コニカミノルタ株式会社 画像形成装置
JP5246084B2 (ja) * 2009-07-16 2013-07-24 コニカミノルタビジネステクノロジーズ株式会社 画像形成装置
JP5798288B2 (ja) 2009-08-27 2015-10-21 コニカミノルタ株式会社 画像形成装置
JP5359693B2 (ja) 2009-08-28 2013-12-04 コニカミノルタ株式会社 画像形成装置および画像形成方法
JP5359699B2 (ja) * 2009-08-31 2013-12-04 コニカミノルタ株式会社 画像形成装置
JP5540606B2 (ja) * 2009-08-31 2014-07-02 コニカミノルタ株式会社 画像形成装置、プログラム及び方法
JP5692485B2 (ja) 2009-10-06 2015-04-01 コニカミノルタ株式会社 表示方法、画像形成装置の表示方法、表示装置、画像形成装置およびプログラム
JP5407828B2 (ja) * 2009-12-15 2014-02-05 コニカミノルタ株式会社 画像形成装置
JP5533263B2 (ja) * 2010-05-26 2014-06-25 コニカミノルタ株式会社 画像形成装置
JP2012063951A (ja) * 2010-09-15 2012-03-29 Ricoh Co Ltd 印刷制御装置、印刷制御方法およびそのプログラム
US8860565B2 (en) 2011-01-06 2014-10-14 Ford Global Technlogies, Llc Information display system and method
US9696176B2 (en) 2011-01-06 2017-07-04 Ford Global Technologies, Llc Information display system and method
US20120179395A1 (en) * 2011-01-06 2012-07-12 Ford Global Technologies, Llc Information Display System And Method
JP5370550B2 (ja) * 2012-07-26 2013-12-18 コニカミノルタ株式会社 画像形成装置、プログラム及び画像形成装置において実行される方法
JP6295549B2 (ja) * 2013-08-30 2018-03-20 セイコーエプソン株式会社 印刷システム
JP5747965B2 (ja) * 2013-09-19 2015-07-15 コニカミノルタ株式会社 画像形成装置、プログラム及び画像形成装置において実行される方法
US9858020B2 (en) * 2015-10-12 2018-01-02 Océ-Technologies B.V. Printing system supporting unattended printing and a method of unattended printing by a printing system
JP2017120511A (ja) * 2015-12-28 2017-07-06 セイコーエプソン株式会社 印刷処理システム、印刷処理方法、印刷管理装置および印刷管理プログラム
US9753678B1 (en) * 2016-09-29 2017-09-05 Konica Minolta Laboratory U.S.A., Inc. System and method for displaying color reproduction status on a job scheduling screen
US10225430B2 (en) 2016-10-11 2019-03-05 Océ Holding B.V. Method of estimating a usage of printing materials for print jobs
US10549636B2 (en) 2017-03-03 2020-02-04 Ford Global Technologies, Llc Information display systems and method for display an efficiency gauge and target
US20180267747A1 (en) * 2017-03-15 2018-09-20 Océ Holding B.V. Printing system with multiple physical configurations and a method therefor
JP7057073B2 (ja) * 2017-07-11 2022-04-19 キヤノン株式会社 用紙情報設定システム、用紙情報設定方法及びプログラム
JP6526122B2 (ja) * 2017-08-02 2019-06-05 キヤノン株式会社 印刷制御装置及びその制御方法、プログラム、記憶媒体
JP7102714B2 (ja) * 2017-12-08 2022-07-20 コニカミノルタ株式会社 画像形成装置、画像形成装置の制御方法および制御プログラム

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5081595A (en) * 1990-09-28 1992-01-14 Xerox Corporation Paper supply tray status in electronic printers
US20020135792A1 (en) * 2001-03-20 2002-09-26 Sommer Monique Gerardine Miranda Print queue managing method and printer
US6504556B1 (en) * 1999-06-29 2003-01-07 Xerox Corporation Operator notation tool tip

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5036361A (en) * 1990-03-21 1991-07-30 Xerox Corporation Job requirements calculation and display
US5357329A (en) * 1991-08-26 1994-10-18 Minolta Camera Kabushiki Kaisha Image forming apparatus having two image forming units
JP3193424B2 (ja) * 1991-11-11 2001-07-30 キヤノン株式会社 画像処理システム
NL1006470C2 (nl) * 1997-07-04 1999-01-05 Oce Tech Bv Printsysteem voor het printen van beelden op vellen overeenkomstig elektrische beeldsignalen alsmede besturingsmiddelen geschikt voor toepassing in een dergelijk printsysteem.
US5923942A (en) * 1997-11-14 1999-07-13 Ricoh Company, Ltd. Printer and paper tray having a user programmable paper size
JP3775026B2 (ja) * 1997-11-27 2006-05-17 富士ゼロックス株式会社 印刷装置及びその印刷管理方法
JP4245755B2 (ja) * 1999-11-26 2009-04-02 シャープ株式会社 複合型画像形成装置の情報表示システム
EP1152591B1 (en) 2000-05-04 2010-09-08 Océ-Technologies B.V. Recording material management in a copier or printer
JP4838944B2 (ja) * 2000-05-04 2011-12-14 オセ−テクノロジーズ・ベー・ヴエー デジタルイメージプロダクション装置
JP4092068B2 (ja) * 2000-11-10 2008-05-28 株式会社リコー 印刷制御装置、印刷装置、印刷システムおよび印刷制御用記録媒体
EP1244054B1 (en) * 2001-03-20 2010-05-26 Océ-Technologies B.V. Print queue managing method and printer
JP2003191579A (ja) * 2001-12-27 2003-07-09 Sharp Corp 電子制御装置
JP4484489B2 (ja) * 2003-10-16 2010-06-16 キヤノン株式会社 画像形成システム

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5081595A (en) * 1990-09-28 1992-01-14 Xerox Corporation Paper supply tray status in electronic printers
US6504556B1 (en) * 1999-06-29 2003-01-07 Xerox Corporation Operator notation tool tip
US20020135792A1 (en) * 2001-03-20 2002-09-26 Sommer Monique Gerardine Miranda Print queue managing method and printer

Also Published As

Publication number Publication date
US8953997B2 (en) 2015-02-10
EP1473661B1 (en) 2018-07-04
EP2333698B1 (en) 2019-10-23
US20040218197A1 (en) 2004-11-04
JP4599084B2 (ja) 2010-12-15
JP2004348713A (ja) 2004-12-09
EP1473661A1 (en) 2004-11-03
EP2333698A1 (en) 2011-06-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1023326C2 (nl) Printsysteem en werkwijze voor gebruik van dit systeem.
DE60217012T2 (de) Bilderzeugungsgerät, welches zwecks Vermeidung eines Blattstaus zur Feststellung der Art des Druckblattes fähig ist
NL9400918A (nl) Inrichting voor het afdrukken van digitale beeldgegevens.
CN1326710C (zh) 纸张供给装置及图像形成系统
CN100378644C (zh) 打印系统和作业处理方法
NL1023324C2 (nl) Werkwijze voor het gebruik van een printsysteem.
US7826760B2 (en) Document processing system with configurable graphic display of print consumable level
EP1150233A1 (en) Apparatus and method for collecting used office supplies
US20110123214A1 (en) Print system for monitoring print jobs
EP3156847B1 (en) A printing system supporting unattended printing and a method of unattended printing by means of said printing system
US10225430B2 (en) Method of estimating a usage of printing materials for print jobs
EP1056030A2 (en) Vending systems for a network printing environment
CN103379246A (zh) 图像处理设备及其控制方法
NL1014715C2 (nl) Vaststelling van de beeldoriÙntatie in een digitale kopieerinrichting.
CN103303009A (zh) 图像形成装置
JP3255056B2 (ja) 分散処理型冊子作成システム
US7253912B2 (en) Programming a print order
US20060263104A1 (en) Printing system method and apparatus for comparing calculated sheets needed against sheets available
JP6839895B2 (ja) 原稿読取装置、画像処理装置及び複合機並びに原稿読取方法
EP0482311A1 (en) Exception memory feature
JPH01236155A (ja) 複写機
JPH01150175A (ja) スキャン長可変機能付き記録装置
JPH0398929A (ja) 画像形成装置
MXPA00005581A (es) Interfaz de usuario para navegacion y control de un sistema de impresion
JP2005035707A (ja) 画像形成装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
HC Change of name(s) of proprietor(s)

Owner name: CANON PRODUCTION PRINTING NETHERLANDS B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF OWNER(S) NAME; FORMER OWNER NAME: OCE-TECHNOLOGIES B.V.

Effective date: 20200123

MK Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20230501