NL1022898C2 - Verbeterde plantentray. - Google Patents

Description

* *

VERBETERDE PLANTENTRAY

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 plantentray, omvattende een hoofdzakelijk vlakke plaat met daarin aangebrachte verdiepingen die holten omsluiten voor het in de holten telen van planten.

Dergelijke plantentrays zijn algemeen bekend.

Sommige planten zijn richtingsgevoelig. Dit wil 10 zeggen dat zij een voorkeursrichting hebben voor het produceren van bloemen en vruchten in de richting waarin zij bijvoorbeeld tijdens het opkweken licht ontvingen.

Dit blijkt het geval te zijn bij bijvoorbeeld aardbeien. Specifiek hierbij is het probleem dat deze 15 voorkeursrichting niet zichtbaar is aan de planten op het moment wanneer zij vanuit de opkweekhouder, zoals een tray verplant worden naar een volgende houder of naar de volle grond.

Het doel van de onderhavige uitvinding is dan ook het 20 verschaffen van middelen waarmee aan de combinatie van plant en kluit zichtbaar is in welke richting de plant in de tray is opgekweekt.

Dit doel wordt bereikt doordat de holten een zodanige vorm hebben dat de in de holten geteelde kluiten van een een 25 horizontale richting aangevende markering zijn voorzien.

Met behulp van deze markering is het mogelijk na te gaan onder welke richting de planten in de tray hebben gestaan, en aldus van welke zijde de planten licht hebben ontvangen. Hiermede is het mogelijk de planten in een 30 volgende houder of in de volle grond zodanig te plaatsen dat zij met hun voorkeursrichting geplaatst zijn in de richting van het meeste licht komt. Aldus kan hiermee de opbrengst van bloemen en/of vruchten worden vergroot.

1 022 898 I · 2

Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm zijn de holten van een vlakke zijde voorzien.

Dit vormt een gemakkelijk zichtbare markering die het nuttige deel van de kluit niet al te zeer beperkt.

5 Dit is in bijzonder het geval wanneer de vlakke zijde aan beide randen aansluit op een korte vlakke zijde, waarvan elk overgaan tot eenzelfde gebogen zijde.

Om te voorkomen dat vloeistof en in het vloeistof aanwezige voedingsmiddelen in het onderste van de holte 10 terechtkomen en daar via de afwateringsopening verdwijnen, is bij voorkeur in elk van de holten een zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekkende trede aangebracht. Hiermee wordt het wegstromen van water sterk verminderd. Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de trede van een opstaande rand 15 voorzien. Hiermee wordt het effect van het vasthouden van water en de daarbij behorende voedingsstoffen vergroot.

Andere aantrekkelijke voorkeursuitvoeringsvormen blijken uit de overige onderconclusies.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden 20 toegelicht aan de hand van bijgaande figuren, waarin voorstellen:

Figuur 1: een schematisch perspectivisch aanzicht van een van tien holten voorziene tray volgens de onderhavige uitvinding; 25 Figuur 2 : een met figuur 1 overeenkomend aanzicht van de onderzijde van de in figuur 1 afgebeelde tray;

Figuur 3: een perspectivisch detailaanzicht volgens de pijl III in figuur 1; en

Figuur 4: een perspectivisch aanzicht volgens de pijl 30 IV in figuur 2.

De in figuur 1 afgebeelde, in zijn geheel met 1 aangeduide tray wordt gevormd door een vlakke plaat 2, die 3 aan zijn randen verstevigd is met een zich naar beneden uitstrekkende rok 3. De rok 3 kan zich trouwens ook iets boven de eigenlijke plaat uitstrekken zodat een rand 4 ontstaat voor het bijvoorbeeld vasthouden van water. In de 5 plaat 2 zijn tien holten 5 aangebracht. De holten worden onderling gescheiden door een aantal richels 6 respectievelijk 7. Aldus is aan elke holte 6 een deel van de vlakke plaat 2 toegekend, welke van de overige delen van de vlakke plaat worden gescheiden door de richels 6,7 en welke 10 aan zijn buitenrand wordt begrensd door de rok 3 en de opstaande rand 4.

Zoals duidelijk zichtbaar is in figuur 2, hebben de holten 6 elk aan een zijde de vorm van een afgeknotte piramide, en voor de andere helft de vorm van een afgeknotte 15 tegel.

Het deel met de vorm van een afgeknotte piramide heeft een hoofdzakelijk recht vlak dat een goede markering vormt. Hiermede wordt het mogelijk in de holten getilde plantkluiten in een gedefinieerde richting in een volgend 20 teeltmedium te plaatsen.

Het zal duidelijk zijn dat in plaats van de combinatie van een helft van een afgeknotte kegel en een helft van een afgeknotte piramide het mogelijk is andere vormen toe te passen, zoals ruimtelijke vormen met een 25 horizontale doorsnede van een onregelmatig veelvlak. Ook is het bijvoorbeeld mogelijk wel de vorm van een onregelmatig veelvlak toe te passen en een van de vlakken van het veelvlak van een markering te voorzien, zoals een hol of een bol vlak.

De tray moet op afstand van de grond, welke in veel 30 gevallen door een betonnen vloer of door een betonnen rabat wordt gevormd worden gesteund op enige afstand van deze betonnen ondergrond. Een aantal van de holten is dan ook voorzien van poten welke zich vanaf de onderzijde van de 1 022 898 4 holten uitstrekken. Hierbij wordt erop gewezen, dat het uit de stand van de techniek bekend is poten toe te passen, die zich vanaf de vlakke plaat naar beneden toe uitstrekken. Het is uiteraard uit oogpunt van materiaalbesparing 5 aantrekkelijker gebruik te maken van poten welke zich vanaf de onderzijde van de holten uitstrekken.

Vervolgens zal de vorm van de holten nader worden toegelicht, aan de hand van figuur 3.

In figuur 3 is een op een hoek geplaatste holte 5 10 afgeheeld die aan zijn onderzijde wordt begrensd door een bodem 9 die aan een zijde wordt begrensd door een vlakke wand 10 die als markering dient, die aan twee korte zijden wordt begrensd door twee zijvlakken 11, 12 en die aan zijn resterende zijde wordt begrensd door een halfrond gebogen 15 vlak 13. De beide vlakke wanden 11,12 sluiten aan op halfronde vlak 13.

Het vlak 13 vormt de uitwendige begrenzing van een afgeknotte kegel, terwijl de vlakken 10, 11 en 12 de uitwendige begrenzing van een afgeknotte piramide vormen.

20 Hierbij is in de twee vlakke wanden 11, 12 en in het halfronde vlak 13 een trede 14 aangebracht. De trede 14 dient als reservoir voor het vasthouden van water met voedingstoffen in het bovenste, gemakkelijk door de wortels van de plant te bereiken deel van de kluit.

25 Om dit vasthoudeffect verder te verbeteren zijn de treden voorzien van opstaande randen 15.

In deze treden zijn doorgangen 16 aangebracht voor het afvoeren van overtollig water. In de holtebodem 9 zijn openingen 17 aangebracht welke eveneens dienen voor het 30 afvoeren van overtollig water. Deze openingen worden aan hun weerszijden begrensd door opstaande randen 18, deze opstaande randen 18 dienen voor het voorkomen dat niet alleen water, maar ook teeltmateriaal, zoals aarde door de openingen 17 5 heengaat. Aan de binnenzijde van de holte zijn verder zich hoofdzakelijk verticaal uitstrekkende ribben 20 aangebracht.

Ter versteviging is aan de onderzijde van de vlakke plaat 2 nog een aantal verstevigingsribben 21 aangebracht, 5 welke dienen ter versteviging van de tot nu toe beschreven structuur.

Het zal duidelijk zijn, dat diverse wijzigingen kunnen worden aangebracht aan de hier beschreven uitvoeringsvorm zonder van de omvang van de uitvinding af te 10 wijken.

1022898

Claims (10)

1. Plantentray, omvattende een hoofdzakelijk vlakke plaat met daarin aangebrachte verdiepingen die holten 5 omsluiten voor het in de holten telen van planten, met het kenmerk, dat de holten een zodanige vorm hebben dat de in de holten geteelde kluiten van een een horizontale richting aangevende markering zijn voorzien.

2. Plantentray volgens conclusie 1, met het kénmerk, 10 dat de holten van een vlakke zijde zijn voorzien.

3. Plantentray volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de vlakke zijde aan beide randen aansluit op een korte vlakke zijde, en dat elk van de vlakke zijden overgaat tot eenzelfde gebogen zijde.

4. Plantentray volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de holten van een punt zijn voorzien.

5. Plantentray volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de holten een zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekkende trede is aangebracht.

6. Plantentray volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de trede van een opstaande rand is voorzien.

7. Plantentray volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de opstaande rand van doorbrekingen is voorzien.

8. Plantentray volgens een van de voorafgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat de tray van poten is voorzien die zich elk vanaf het bodemvlak van de holten naar beneden toe uitstrekken.

9. Plantentray volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tray van kunststof is 3. vervaardigd.

10. Plantentray volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tray gedimensioneerd is voor het telen van aardbeiplanten.