NL1042300B1 - Aardbeienopkweektray - Google Patents
Aardbeienopkweektray Download PDFInfo
- Publication number
- NL1042300B1 NL1042300B1 NL1042300A NL1042300A NL1042300B1 NL 1042300 B1 NL1042300 B1 NL 1042300B1 NL 1042300 A NL1042300 A NL 1042300A NL 1042300 A NL1042300 A NL 1042300A NL 1042300 B1 NL1042300 B1 NL 1042300B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- row
- growing tray
- tray according
- strawberry
- cup
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/02—Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
- A01G9/028—Multi-compartmented pots
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G22/00—Cultivation of specific crops or plants not otherwise provided for
- A01G22/05—Fruit crops, e.g. strawberries, tomatoes or cucumbers
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/02—Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
- A01G9/029—Receptacles for seedlings
- A01G9/0295—Units comprising two or more connected receptacles
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/04—Flower-pot saucers
- A01G9/045—Trays for receiving multiple pots
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Botany (AREA)
- Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
Abstract
Beschreven is een aardbeienopkweektray (100) omvattende een bovenvlak (101) en ten minste één rij (120) van bekervormige verdiepingen (110), alsmede een zich langs de rij uitstrekkende, ten opzichte van dat bovenvlak omhoog reikende rug (130). De tray heeft bij voorkeur drie of vier of meer van dergelijke rijen, met steeds voor elke rij een zich langs die rij uitstrekkende rug (130), waarbij alle ruggen (130) dezelfde oriëntatie hebben. Elke rug heeft een naar de bijbehorende rij toe gericht schuin zijvlak (131) en een van de bijbehorende rij af gericht tweede zijvlak (132) dat vrijwel haaks staat op het bovenvlak, en is op afstand (B) gelegen van de naastgelegen rij.
Description
GEBIED VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op de teelt van aardbeien.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Het is bekend dat aardbeienplanten zich vermeerderen door middel van uitlopers. Aan het einde van de uitloper, op enige afstand van de moederplant, groeit er een nieuw plantje. De uitloper kan verder groeien, en steeds zal er op enige afstand van de vorige een nieuw plantje ontstaan.
In de natuur zal de moederplant in de grond staan, zullen de uitlopers op de 10 grond liggen, en zullen de nieuwe plantjes wortelen waar zij ontstaan. Indien de moederplant op hoogte wordt gekweekt, zullen de uitlopers vrij in de lucht hangen.
Indien de kweker geïnteresseerd is in aardbeien-opbrengst, zal hij de uitlopers wegknippen, om te bereiken dat de energie van de moederplant gaat zitten in het aanmaken van vruchten. Indien de kweker geïnteresseerd is het vermeerderen van 15 het aantal planten, zal hij de nieuwe plantjes op enig moment afknippen en in een met substraat gevulde pot plaatsen. De bestaande bladeren vormen daarbij een voedselreserve voor de jonge plant. Na verloop van tijd, al dan niet na eerst een rustperiode bij lage temperatuur, gaat het jonge plantje wortels vormen en nieuw blad maken. Het oude blad sterft af, en moet worden verwijderd, omdat het anders een 20 bron van ziekte en rotting kan vormen.
In de professionele teelt is het gebruikelijk om gebruik te maken van trays met twee rijen potjes. De kweker legt de jonge plantjes in de potjes, met de wortels naar binnen en het loof naar buiten. Het loof hangt dan over de rand van de tray. Wanneer het tijd is om het loof te verwijderen, kan men gemakkelijk machinaal al het loof 25 verwijderen in een enkele gang door het voeren van een snij-apparaat of knipapparaat langs de langsranden van de tray.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Het is hierbij bezwaarlijk dat de jonge plantjes als het ware gespiegeld liggen op de trays. Vanuit de kweker bezien is het handiger als alle plantjes in dezelfde richting liggen. Bij bestaande trays is het dan niet mogelijk om het loof in een enkele gang machinaal te verwijderen, althans niet gemakkelijk.
Voorts is het bezwaarlijk dat een tray maar twee rijen heeft. Het is efficiënter als een tray meerdere rijen heeft. Bij het systeem van de bestaande trays is dat niet mogelijk.
Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een aardbeienopkweektray die de bovengenoemde bezwaren opheft, en waarbij het toch eenvoudig mogelijk is om het loof in een enkele procesgang machinaal te verwijderen.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de volgende beschrijving van één of meerdere uitvoeringsvoorbeelden onder verwijzing naar de tekeningen, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, waarin aanduidingen onder/boven, hoger/lager, ünks/rechts etc uitsluitend betrekking hebben op de in de figuren weergegeven oriëntatie, en waarin:
de figuren 1A en 1B perspectiefaanzicht tonen van een gedeelte van een aardbeienopkweektray volgens de onderhavige uitvinding;
figuur 2 een schematisch bovenaanzicht is van de aardbeienopkweektray; figuur 3 een schematische dwarsdoorsnede is volgens de lijn lll-lll in figuur 2.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
De figuren 1A en 1B tonen elk een perspectiefaanzicht van een gedeelte van een aardbeienopkweektray 100. Figuur 2 is een schematisch bovenaanzicht van de tray 100. Figuur 3 is een schematische dwarsdoorsnede volgens de lijn lll-lll. Verwijzingscijfer 101 duidt een horizontaal bovenvlak aan. Ten opzichte van dat bovenvlak 101 heeft de tray 100 een veelvoud van bekervormige verdiepingen 110. Elke bekervormige verdieping 110 heeft een van één of meerdere openingen voorziene bodem 111 en een zijwand 112 met een op het bovenvlak 101 aansluitende bovenrand 113. De bekervormige verdieping 110 is in zijn algemeenheid taps, dat wil zeggen dat zijn bij de bodem 111 gemeten diameter kleiner is dan zijn bij de bovenrand 113 gemeten diameter.
In het weergegeven voorbeeld heeft de tray 100 vier rijen 120 van steeds zes bekervormige verdiepingen 110, die in het vervolg simpelweg zullen worden aangeduid als beker. De richting van de rijen zal worden aangeduid als lengterichting, en is in figuur 2 horizontaal. Het aantal bekers 110 in de lengterichting mag meer of minder zijn dan zes. In elke rij kunnen tussen de bekers 110 in het bovenvlak 101 beluchtingsopeningen 102 zijn aangebracht.
De richting dwars op de rijen zal worden aangeduid als breedterichting, en is in figuur 2 verticaal. Het aantal rijen van bekers 110 mag meer of minder zijn dan vier; de onderhavige uitvinding komt reeds tot expressie bij een tray met slechts een enkele rij. Tijdens gebruik kunnen er meerdere trays naast elkaar worden geplaatst, 5 tegen elkaar aan, zowel in lengterichting als in breedterichting; wanneer men vier één-rij trays naast elkaar plaatst, gedraagt het geheel zich hetzelfde als een enkele vier-rij tray.
Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding heeft de tray 100 naast elke rij 120 een in de lengterichting gerichte en vanaf het bovenvlak 101 opstaande rug 130. Hoewel de precieze dwarscontour van de opstaande rug 130 niet essentieel is, heeft de dwarscontour van het uitvoeringsvoorbeeld een uitgesproken voorkeur. In deze voorkeursuitvoeringsvorm heeft de opstaande rug 130 een zaagtandvormige dwarscontour, met een naar de rij 120 toe gericht schuin zijvlak 131 en een van de rij 120 afgericht tweede zijvlak 132.
Het schuine zijvlak 131 maakt een hoek met het horizontale bovenvlak 101 die gekozen kan worden in het gebied van 20° tot 70° en doelmatigerwijs ongeveer 45° kan zijn. Daar waar het schuine zijvlak 131 het horizontale bovenvlak 101 bereikt, raakt het schuine zijvlak 131 bij voorkeur de bovenrand 113 van de bekers 110. In het weergegeven voorkeursuitvoeringsvoorbeeld hebben de bekers 110 een 20 afgeplatte cirkelcontour, met een vlak zijwanddeel 114 en een recht bovenranddeel 115 dat een gedeelte is van de onderrand van het schuine zijvlak 131.
Het tweede zijvlak 132 maakt een grote hoek met het horizontale bovenvlak 101, welke hoek bij voorkeur gelijk is aan 90°. Met het oog op een vervaardigingsproces in een mal zal die hoek enkele graden kunnen afwijken van 90°.
Het tweede zijvlak 132 ontmoet het schuine zijvlak 131 bij een top 133, en gaat bij zijn onderrand 134 over in het horizontale bovenvlak 101. De horizontale afstand tussen die onderrand 134 en de bovenrand 113 van de bekers 110 uit de naastgelegen rij 120 is in figuur 3 aangeduid met B. Deze afstand B wordt bij voorkeur gekozen in het gebied van 1-3 cm, en bedraagt met meer voorkeur ongeveer 2 cm. Het gedeelte van het horizontale bovenvlak 101 over deze breedte wordt aangeduid als steunvlak 103.
Opgemerkt wordt dat alle ruggen 130 dezelfde oriëntatie hebben.
Voorts wordt opgemerkt dat het aantal ruggen gelijk is aan het aantal rijen. De tray is derhalve bij één zijrand voorzien van een rug 130 en is bij de tegenover35 gelegen zijrand vrij van een dergelijke rug.
Het gebruik van de tray 100 volgens de onderhavige uitvinding is als volgt. De jonge plantjes worden in de bekers 110 geplaatst, waarbij de bladstengels van een plant steeds op het aangrenzende schuine zijvlak 131 van de naastgelegen rug 130 worden gelegd en over de top 133 daarvan reiken. Wanneer het moment daar is dat het oude blad moet worden verwijderd, kan men met een enkele beweging alle bladstengels van de plantjes in dezelfde rij doorknippen. Dit kan machinaal. Een ter wille van de eenvoud niet weergegeven knipmachine heeft daartoe een schaar met een onderbek en een bovenbek, welke schaar langs een rug 130 wordt verplaatst. De onderbek rust daarbij op het steunvlak 103, en steekt in de ruimte tussen dat steunvlak 103 en de over de top 133 van de rug 130 reikende stengels. De bovenbek, die een knippende beweging maakt, reikt boven de over de top 133 van de rug 130 reikende stengels. Het tweede zijvlak 132 kan daarbij dienen als een in zijdelingse richting steun biedend geleidevlak voor de schaar.
Om te voorkomen dat de schaar bij het bereiken van een nieuwe tray botst tegen de zijkant van de tray, is de tray bij voorkeur en zoals getoond voorzien van een schuin oploopvlak voor het steunvlak 103 en/of voorzien van een schuin oploopvlak voor het tweede zijvlak 132.
In een mogelijke uitvoeringsvorm is de knipmachine voorzien van meerdere scharen naast elkaar, op een onderlinge afstand corresponderend met de onderlinge afstand tussen de ruggen 130.
In een mogelijke uitvoeringsvorm is de knipmachine ingericht om in twee richtingen werkzaam te kunnen zijn. Aldus kan de knipmachine bij een eerste gang in 20 een eerste richting alle stengels doorknippen van een eerste rij, en bij een volgende gang in tegengestelde richting alle stengels doorknippen van een naastgelegen rij.
In plaats van een knipmachine kan men ook gebruik maken van een snijmachine met een zich langs het tweede zijvlak 132 verplaatsend mes. Dat mes kan dan glijden of rollen op het steunvlak 103. Het mes kan ook glijden langs het tweede 25 zijvlak 132, waarbij dat tweede zijvlak 132 als snijvlak fungeert.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken uitvoeringsvoorbeelden, maar dat diverse varianten 30 en modificaties mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies. Bij voorbeeld is het mogelijk dat de ruggen 130 onderbroken zijn, omdat hun functie alleen ter hoogte van de bekers 110 tot uitdrukking komt, maar het heeft de voorkeur dat de ruggen 130 ononderbroken zijn en zich met constante contour uitstrekken over de gehele lengte van de tray.
Zelfs indien bepaalde kenmerken zijn vermeld in verschillende afhankelijke conclusies, heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een uitvoeringsvorm die deze kenmerken gezamenlijk heeft. Zelfs indien bepaalde kenmerken in combinatie met elkaar zijn beschreven, heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een uitvoeringsvorm waarin één of meerdere van die kenmerken zijn weggelaten. Kenmerken die niet uitdrukkelijk zijn beschreven als zijnde essentieel, mogen ook worden weggelaten. Eventuele in een conclusie gebruikte verwijzingscijfers dienen niet te worden uitgelegd als beperkend voor de omvang van die conclusie.
Claims (3)
- CONCLUSIES1. Aardbeienopkweektray (100) omvattende een bovenvlak (101) en ten minste één rij (120) van bekervormige verdiepingen (110), alsmede een zich langs de rij uitstrekkende, ten opzichte van dat bovenvlak omhoog reikende rug (130).5 2. Aardbeienopkweektray volgens conclusie 1, waarbij de rug (130) een driehoekige contour heeft.3. Aardbeienopkweektray volgens conclusie 1, waarbij de rug (130) een zaagtandvormige contour heeft.4. Aardbeienopkweektray volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de rug (130) aan zijn naar de bekervormige verdiepingen (110) toe gerichte zijde een schuin zijvlak (131) heeft.15 5. Aardbeienopkweektray volgens conclusie 4, waarbij de bekervormige verdiepingen een bovenrand (113) hebben in het bovenvlak (101) van de tray, en waarbij het schuine zijvlak (131) van de rug (130) een onderrand heeft die raakt aan de bovenrand (113) van de bekervormige verdiepingen (110).20 6. Aardbeienopkweektray volgens conclusie 5, waarbij de bovenrand (113) van de bekervormige verdiepingen (110) een recht bovenranddeel (115) omvat dat samenvalt met een deel van de onderrand van het schuine zijvlak (131) van de rug (130).25 7. Aardbeienopkweektray volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de rug (130) aan zijn van de bekervormige verdiepingen (110) af gerichte zijde een tweede zijvlak (132) heeft dat een grote hoek maakt met het bovenvlak (101).30 8. Aardbeienopkweektray volgens conclusie 7, waarbij genoemde hoek althans bij benadering gelijk is aan 90°.9. Aardbeienopkweektray volgens conclusie 7 of 8, waarbij het tweede zijvlak (132) een onderrand (134) heeft die op afstand (B) ligt van de eerstvolgende35 naastgelegen rij (120) van bekervormige verdiepingen (110).10. Aardbeienopkweektray volgens een willekeurige der voorgaande conclusies 7-9, waarbij het tweede zijvlak (132) een onderrand (134) heeft die grenst aan een steunvlak (103) dat een deel is van het bovenvlak (101).11. Aardbeienopkweektray volgens conclusie 10, waarbij het steunvlak (103) bij zijn longitudinale uiteinden is voorzien van schuine oploopvlakken.12. Aardbeienopkweektray volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, 10 waarbij de tray twee of meer rijen (120) van bekervormige verdiepingen (110) heeft, met steeds voor elke rij een zich langs die rij uitstrekkende, ten opzichte van dat bovenvlak omhoog reikende rug (130).13. Aardbeienopkweektray volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, 15 waarbij de tray drie of vier of meer rijen (120) van bekervormige verdiepingen (110) heeft, met steeds voor elke rij een zich langs die rij uitstrekkende, ten opzichte van dat bovenvlak omhoog reikende rug (130).14. Aardbeienopkweektray volgens conclusie 12 of 13, waarbij alle ruggen (130) 20 dezelfde oriëntatie hebben.1/3FIG. 1A
- 2/3FIG. 1B
- 3/3
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1042300A NL1042300B1 (nl) | 2017-03-13 | 2017-03-13 | Aardbeienopkweektray |
EP18000241.2A EP3375277B1 (en) | 2017-03-13 | 2018-03-12 | Tray for growing strawberries |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1042300A NL1042300B1 (nl) | 2017-03-13 | 2017-03-13 | Aardbeienopkweektray |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1042300B1 true NL1042300B1 (nl) | 2018-09-21 |
Family
ID=62116162
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1042300A NL1042300B1 (nl) | 2017-03-13 | 2017-03-13 | Aardbeienopkweektray |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP3375277B1 (nl) |
NL (1) | NL1042300B1 (nl) |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1022898C2 (nl) | 2003-03-12 | 2004-09-14 | Bato Trading B V | Verbeterde plantentray. |
NL1027488C2 (nl) * | 2004-11-11 | 2006-05-12 | Boomkwekerij Van Der Starre B | Houder voor het bevatten van een aantal gewassen alsmede werkwijze voor het daarin aanbrengen van gewassen. |
US9010022B2 (en) * | 2010-09-09 | 2015-04-21 | Terrasphere Systems Llc | Vertical method and apparatus for growing plants |
DE202012010529U1 (de) * | 2012-11-02 | 2012-12-07 | Pöppelmann Holding GmbH & Co. KG | Pflanzenpalette |
DE202016103080U1 (de) * | 2016-06-09 | 2016-09-14 | Optigrün international AG | Tiefgezogene Dual-Retentionsplatte |
-
2017
- 2017-03-13 NL NL1042300A patent/NL1042300B1/nl active
-
2018
- 2018-03-12 EP EP18000241.2A patent/EP3375277B1/en active Active
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3375277B1 (en) | 2022-06-08 |
EP3375277A1 (en) | 2018-09-19 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1025829B1 (nl) | Plantenkweekinrichting | |
ES2689697T3 (es) | Sistema para el cultivo y la recolección de setas | |
ES2674666T3 (es) | Sistema para cosechar setas | |
BE1023219B1 (nl) | Teelsysteem | |
WO2019168665A1 (en) | Hydroponic tower compatible plant container | |
JP6458246B2 (ja) | 蔓性植物栽培装置および蔓性植物栽培方法 | |
CA2864600C (en) | Horticultural grow gutter | |
NL1042300B1 (nl) | Aardbeienopkweektray | |
Dorigoni et al. | The fruit wall: are tall trees really necessary | |
EP3821702A1 (en) | Tray for sprouter | |
AU2018202143B1 (en) | Apparatus for cultivating plants and method of cultivating plants using the apparatus | |
NL2022482B1 (nl) | Oogstinrichting en werkwijze voor het oogsten van aan een plant hangend fruit | |
NL2024214B1 (en) | Device for growing mushrooms | |
WO2015181278A1 (en) | Systems for cultivating plants with aerial roots | |
NL7811357A (nl) | Inrichting voor het kweken en overplanten van planten. | |
KR102589520B1 (ko) | 버섯 자동 소분기 | |
US20180332785A1 (en) | Strip channel growing apparatus and method | |
NL1031938C2 (nl) | Plantenbak, werkwijze voor het gebruik daarvan en werkwijze voor het vormen van een kunststoffen bak. | |
NL1027566C2 (nl) | Kweekwand. | |
NL1014343C2 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het broeien van bloembollen. | |
NL2031568B1 (nl) | Teeltsysteem en werkwijze voor het produceren van gewassen | |
NL2007616C2 (nl) | Werkwijze en samenstelling voor het kweken van een als één geheel verplaatsbaar haagdeel, verplaatsbaar haagdeel en haag. | |
BE1028258B1 (nl) | Hydrocultuursysteem en werkwijze voor het telen van een gewas en set van een drager en meerdere goten | |
PL25265S2 (pl) | Chwytak do przestawiania doniczek | |
EP0475583B1 (en) | Trimming apparatus |