NL1027488C2 - Houder voor het bevatten van een aantal gewassen alsmede werkwijze voor het daarin aanbrengen van gewassen. - Google Patents

Description

Houder voor het bevatten van een aantal gewassen alsmede werkwijze voor het daarin aanhrengen van gewassen.

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een houder voor het bevatten van een aantal gewassen, omvattende een in hoofdzaak rechthoekige bak met opstaande wanden en bodem. Een dergelijke houder is in de stand van de techniek algemeen bekend. Deze wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het planten van een aantal stekken. In het onderstaande wordt onder een stek onder andere een jonge plant verstaan die 10 voorzien is van tenminste een (deel van een) blad dat zich vanaf de verticaal gepositioneerde steel schuin naar boven of in hoofdzaak horizontaal uitsteekt

Gewassen worden als stek in dergelijke bakken geplaatst om zich verder te ontwikkelen. Daarbij wordt ernaar gestreefd de ruimte in de bak zo optimaal mogelijk te benutten.

15 In de praktijk worden bakken tegen elkaar geplaatst tijdens het transport en in de betreffende kweekruimte. Om beschadiging van de gewassen te voorkomen is het belangrijk dat het gewas zich niet voorbij de houder uitstrekt waarin het betreffende gewas opgenomen is.

Bij stekken met bladeren wordt dit probleem opgelost door deze stekken vanaf 20 een zijde van de houder beginnend met het blad naar binnen te plaatsen. Echter kan deze wijze van plaatsen niet doorgezet worden omdat anders de tegenoverliggende zijde een groot aantal uitstekende bladeren zou hebben, aangenomen dat de stelen zo dicht mogelijk bij de rand van de houder geplaatst worden. Daarom worden de gewassen in de laatste rij omgedraaid dat wil zeggen met de bladeren weg van de rand. 25 In de bak wordt een soort overgangsgebied gecreëerd waarbij de bladeren zich in twee richtingen uitsteken.

Een en ander vereist behendigheid van degene die de stekken plaatst en bemoeilijkt het eventueel geautomatiseerd stekken. Bovendien ontstaat hetzij niet volledige benutting van de houder hetzij schaduwwerking door bladeren die elkaar 30 overlappen. Bij het overlappend aanbrengen van bladeren zal de groei van de betreffende stek, onder andere door een grotere vatbaarheid voor ziekten, en verminderde toetreding van licht, beperkt zijn.

1027488 2

Het doel van de onderhavige uitvinding is in een houder te voorzien waarin het mogelijk is op eenvoudige wijze stekken te plaatsen.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven houder verwezenlijkt doordat van af 5 een wand van die bak zich een draagsteun uitstrekt, welke draagsteun onder een hoek van 5-90°, in het bijzonder 35-90° met dat bodemvlak uit die houder stekend aangebracht is. Volgens de onderhavige uitvinding is een draagsteun aanwezig waarop het betreffende gewasdeel zoals een blad(deel) kan liggen of waarboven het betreffende gewasdeel zoals een blad(deel) ligt. Deze draagsteun bevindt zich boven de bovenzijde 10 van de eigenlijke bak zodat bij daartegen plaatsen van een volgende bak de draagsteun altijd boven de rand van die volgende bak blijft. Daardoor biedt deze draagsteun een beveiliging voor bladeren, dat wil zeggen voorkomt dat bladeren naar beneden hangen en tussen twee aangrenzende bakken ingeklemd worden. Bovendien vormt deze draagsteun een bescherming tegen zijdelings stoten en dergelijke waardoor de bladeren 15 beschadigd zouden kunnen worden.

Met de constructie volgens de uitvinding is het mogelijk bij stekken alle gewasdelen zoals bladeren in eenzelfde richting te plaatsen waardoor een meer optimaal gebruik van de in een bak aanwezige ruimte verwezenlijkt kan worden.

De houder kan uit elk in stand van de techniek bekend materiaal bestaan. Bij 20 voorkeur bestaat deze uit kunststof materiaal en is herbruikbaar. De draagsteun is bij voorkeur als een deel aan de houder gevormd met een enigszins scharnierende verbinding.

Volgens een verder van voordeel zijnde uitvoering van dé uitvinding is de draagsteun van openingen zoals spleten voorzien. Daardoor kan het onder de 25 draagsteun liggende gewas van een volgende bak zoveel mogelijk van licht en lucht voorzien worden. Bij verhoudingsgewijs grote openingen zal de draagsteun van verstevigingsribben voorzien zijn.

Eveneens kan de bak van verstevigingsribben voorzien zijn. Dit is met name van belang voor bakken met wat grotere afmeting. Dergelijke verstevigingsribben strekken 30 zich bij voorkeur vanaf de bodem in het inwendige van de bak uit. Bovendien strekken deze zich vanaf de wanden in het inwendige van de bak uit.

Daardoor kan bovendien in compartimentering van de bak voorzien worden.

1027488 3

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding zijn de ribben hol uitgevoeid met een toegangsopening van de holte die zich aan de buitenzijde van de bak bevindt Behalve dat daardoor aanzienlijke stijfheid van de ribben verkregen wordt, 5 zal daardoor eveneens de mogelijkheid gecreëerd worden om met behulp van vorken, haken en dergelijke de bak aan te grijpen en te transporteren.

Bovendien is het mogelijk de draagsteun van een of meer hoekuitsparingen te voorzien. Daardoor kan een zo groot mogelijk oppervlak van de bakken opgenomen worden op een transportmiddel zoals een wagen en meer in het bijzonder een Deense 10 kar.

Volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding zijn de houders zo bemeten dat zes bakken op een laag van een Deense kar geplaatst kunnen worden.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het stekken van een gewas, omvattende het voorzien in stekken, elk voorzien van tenminste een in 15 aangebrachte positie daar horizontaal vanaf uitstekend gewasdeel, het voorzien in een met kweeksubstraat gevulde houder, waarbij die houder een houder volgens een van de voorgaande conclusies omvat, en het plaatsen van die stekken in die houder, waarbij het plaatsen van die stekken omvat het in tenminste twee rijen aanbrengen van die stekken met die gewasdelen, waarbij die gewasdelen naar die draagsteun gericht zijn 20 aangebracht.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij toont:

Fig. 1 schematisch in perspectivisch aanzicht een houder volgens de uitvinding;

Fig. 2 in zijaanzicht drie aan elkaar grenzende houders volgens de uitvinding; en 25 Fig. 3 een aantal aan elkaar grenzende houders in bovenaanzicht aangebracht op een niet verder in detail getoonde wagen.

De stekkenbak volgens de onderhavige uitvinding is in de tekeningen in het geheel met 1 aangegeven. Deze bestaat uit een bakvormige houder 2 met bodem 3, twee tegenoverliggende korte wanden 4 en twee tegenoverliggende lange wanden 5. De 30 bodem 3 kan eventueel van openingen zoals spleten voorzien zijn.

Voor de stevigheid van de bakvormige houder zijn holle ribben 6 aangebracht die zich vanaf de bodem 3 en de lange wanden 5 uitstrekken. De holte van de ribben is met 1027488 ______ 4 7 aangegeven. Deze holte is naar buiten open zodat in de richting van pijl 8 . aangebrachte vorken, haken en dergelijke in deze holte gestoken kunnen worden voor het hanteren van de bakvormige houder 2. Een draagsteun 9 is verbonden met een van 5 de lange wanden 5 van de stekkenbak 1. Deze draagsteun 9 is voorzien van spleetvormige openingen 10 en verstevigingsribben 11.

In fig. 2 is in doorsnede aangegeven hoe een groot aantal gewassen of stekken 13 geplaatst is in het substraatmateriaal 15 dat in de bak gebracht is. Elke stek 13 heeft een verhoudingsgewijs groot blad 14. Zoals uit fig. 2 blijkt worden alle bladeren in dezelfde 10 richting uitstrekkend aangebracht. Bij de meest linker stekkenbak in fig. 2 zal de laatste rij stekken (de meest rechtse) zich uitstrekken liggend boven draagsteun 9. In fig. 2 is aangegeven dat draagsteun 9 een hoek α met de horizontaal maakt. Deze hoek ligt tussen 5-90° in het bijzonder 35-90°. Bij het tegen elkaar plaatsen van de houders 1 getoond in fig. 2 zal de draagsteun 9 van de meest linkse houder voorkomen dat 15 eventueel hangende bladeren van een meest rechtse rij stekken van de meest linkse houder 1 ingeklemd raken tussen de twee aangrenzende houders 1.

Zoals in fig. 1 en 3 afgebeeld is elke houder voorzien van uitsparingen 12. De uitsparing 12 is aangebracht in de draagsteun. In fig. 3 zijn de verticale kolommen 16 van een wagen zoals een Deense kar getoond. Het blijkt dat met de hier gebruikte 20 opstelling en afmetingen zes houders naast elkaar geplaatst op een laag van een Deense kar geplaatst kunnen worden. Deze afmetingen kunnen vanzelfsprekend variëren.

Begrepen zal worden dat de hierboven beschreven houder enige in de stand van de techniek bekende uitvoering kan hebben. Behalve compartimentering kunnen de afmetingen daarvan wisselen en kan deze geschikt zijn voor allerlei soorten substraat 25 Bovendien kan deze geschikt zijn voor stekpluggen. Tevens kunnen voorzieningen aangebracht zijn voor het op de houder aanbrengen van een etiket met informatie. Dit kan bijvoorbeeld omvatten het aanbrengen van een sleuf in de omgeslagen rand van de houder. Een dergelijke omgeslagen rand is van voordeel om het afvoeren van grondresten te bevorderen.

30 Houders kunnen ook op enige in de stand van de techniek bekende wijze vervaardigd worden. Bij gebruik van kunststof zal thermovormen of spuitgieten toegepast worden. Echter is het ook mogelijk een en ander van papierachtige materialen zoals moulded fibre te maken.

1 0274 88 5

Verdere varianten zullen dadelijk opkomen bij degene bekwaam in de stand van de techniek na het lezen van de bovenstaande beschrijving en liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies.

5 1027488

Claims (11)

1. Houder (2) voor het bevatten van een aantal gewassen (13), omvattende een in hoofdzaak rechthoekige bak met opstaande wanden (4, 5) en een bodem 3, met 5 het kenmerk, dat van af een wand (5) van die bak zich een draagsteun (9) uitstrekt, welke draagsteun onder een hoek (a) van 5-90° met dat bodemvlak uit die houder stekend met die wand aangebracht is.

2. Houder (2) volgens conclusie 1, waarbij die draagsteun (9) meegevend aan die 10 wand (5) bevestigd is.

3. Houder (2) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die bak langwerpig is en die draagsteun aan een lange zijde daarvan is aangebracht.

4. Houder (2) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die draagsteun van openingen (10) voorzien is.

5. Houder (2) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in die bak zich van de bodem (3) daarvan omhoog uitstrekkende verstijvingsribben (6) zijn 20 aangebracht.

6. Houder (2) volgens conclusie 5, waarbij die ribben hol uitgevoerd zijn, met de holte (7) naar de bodem openend aangebracht.

7. Houder (2) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in die bak een compartimentering is aangebracht.

8. Houder (2) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die bak in bovenaanzicht gezien bij een hoek van een uitsparing (12) is voorzien. 30

9. Werkwijze voor het stekken van een gewas (13), omvattende het voorzien in stekken, elk voorzien van ten minste een in aangebrachte positie daar horizontaal j 1027488 vanaf uitstekend gewasdeel (14), het voorzien in een met kweeksubstraat (15) gevulde houder, waarbij die houder (2) een houder volgens een van de voorgaande conclusies omvat, en het plaatsen van die stekken in die houder, met 5 het kenmerk, dat het plaatsen van die stekken omvat het in tenminste twee rijen aanbrengen van die stekken met die gewasdelen, waarbij die gewasdelen naar die draagsteun (9) gericht zijn aangebracht.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij van een van die rijen gewassen de 10 gewasdelen boven de draagsteun liggend zijn aangebracht

11. Samenstel omvattende een aantal tegen elkaar geplaatste houders volgens en van de conclusies 1-8, waarbij de houders met die wanden tegen elkaar geplaatst zijn welke voorzien zijn van die draagsteun en waarbij de draagsteun van een houder 15 zich uitstrekt over de wand van de aangrenzende daartegen geplaatste verdere houder. 1027488