NL1031938C2 - Plantenbak, werkwijze voor het gebruik daarvan en werkwijze voor het vormen van een kunststoffen bak. - Google Patents

Description

Titel: Plantenbak, werkwijze voor het gebruik daarvan en werkwijze voor het vormen van een kunststoffen bak

De uitvinding heeft betrekking op een plantenbak, in het bijzonder voor epifyten.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het gebruik van een plantenbak.

5 De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vormen van een kunststoffen plantenbak.

Epifyten zijn planten die op andere planten groeien zonder hieraan voedsel te onttrekken (in tegenstelling tot parasieten). In bredere zin wordt de term ook wel gebruikt voor alle planten die op een ander oppervlak dan 10 aarde groeien. Bekende epifytische planten zijn bepaalde soorten mos, korstmos, algen, bromelia's en orchideeën. Bepaalde wilde orchideeën komen veelal in het tropische regenwoud voor en groeien bijvoorbeeld in bomen. Epifytische condities kunnen tevens worden nagebootst, bijvoorbeeld door de planten in een pot met een grof medium, zoals bijvoorbeeld stukjes 15 boomschors, houtskool of dicksonia (een soort varen), op te potten, waarmee deze tevens binnenshuis kunnen groeien.

De opkweek van orchideeën geschiedt veelal in bakken met genoemd medium, waarin zich bij voorkeur meerdere orchideeën bevinden. Echter blijken deze bakken slechts geschikt voor het gedurende relatief 20 korte tijd houden van de planten, in het bijzonder orchideeën.

Een van de doelen van de uitvinding is het verbeteren van de condities in een houder voor epifyten middels een verbeterde plantenhouder.

Dit doel en andere doelen worden bereikt met een plantenbak volgens de uitvinding, in het bijzonder voor epifyten zoals orchideeën, 25 voorzien van tenminste een wand, een bodem en een ruimte voor een medium voor epifyten, welke ruimte tenminste gedeeltelijk wordt begrensd 1 0 3 1 9 3 8 2 door de wand en de bodem, waarbij de bodem is voorzien van openingen op tenminste twee ten opzichte van de bodem verschillende niveaus.

Dit doel en andere doelen worden tevens bereikt met een werkwijze voor het gebruik van een plantenbak volgens de uitvinding, waarbij de 5 plantenbak tenminste deels wordt gevuld met epifytengroeimedium en epifyten in het groeimedium worden geplaatst, in het bijzonder voor ondermeer de opkweek en het transport van de epifyten.

Dit doel en andere doelen worden voorts bereikt met een werkwijze voor het vormen van een kunststoffen bak volgens de uitvinding, waarbij 10 een bak wordt gevacuümvormd, voorzien van tenminste een wand, een bodem en een ruimte voor een medium voor epifyten, waarbij in de bodem tenminste een uitstekend deel wordt gevormd, waarbij in de bak op tenminste twee ten opzichte van de bodem verschillende niveaus wordt geperforeerd.

15 Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoerings voor beelden van een orchideeënbak en werkwijze volgens de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont: figuur 1 een orchideeënbak in perspectivisch aanzicht; 20 figuur 2 een zijaanzicht in doorsnede van een orchideeënbak in gebruik; figuur 3 een bovenaanzicht van een orchideeënbak; figuur 4 een doorsnede van deel van de bodem van een orchideeënbak met een opening met opstaande rand; 25 figuur 5A een orchideeënbak in perspectivisch aanzicht; figuur 5B een orchideeënbak in perspectivisch aanzicht; figuur 6 een orchideeënbak in perspectivisch aanzicht.

In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In de tekening zijn slechts als 30 voorbeeld uitvoeringsvormen getoond. De daarbij gebruikte elementen van 3 de plantenbak zijn slechts als voorbeeld genoemd en dienen geenszins beperkend te worden uitgelegd. Ook andere elementen van de plantenbak kunnen worden toegepast binnen het raam van de onderhavige uitvinding. Tevens dienen de figuren slechts ter uitleg, waarbij de verhoudingen in de 5 figuren slechts ter uitleg en geenszins beperkend dienen te worden opgevat.

Een uitvoeringsvorm van de plantenbak 1, zoals getoond in figuur 1, is voorzien van een wand 2 en een bodem 3. De bodem 3 is voorzien van openingen 4A, 4B en opstaande randen 5 van twee verschillende hoogtes hA, hB. De randen 5 strekken zich vanaf de bodem 3, tussen de wanden 2 10 uit. De hoogte h van de randen 5 strekt zich ongeveer loodrecht op de bodem 3 uit, vanaf de bodem 3 tot het uiteinde 14 van de randen 5. De wanden 2 omgeven een ruimte 6 voor een medium 7 voor de planten 8, zie ook figuur 2.

In de uitvoeringsvorm die is getoond in figuur 2 zijn orchideeën 8 15 geplaatst in het medium 7, waarbij het medium 7 bijvoorbeeld stukjes boomschors 7 omvat. Uiteraard zijn tevens andere types planten 8 en/of medium 7 toepasbaar binnen het raam van de uitvinding. Bij voorkeur zijn genoemde planten 8 epifyten 8 en is het medium 7 geschikt voor het cultiveren van dit type planten 8. Dit medium 7 kan bijvoorbeeld als 20 groeimedium dienen maar bijvoorbeeld ook als een soort steun voor de planten 8, bijvoorbeeld zodat de planten 8 niet te eenvoudig in/uit de bak 1 vallen.

De openingen 4 laten bijvoorbeeld ondermeer lucht, vocht, dampen, gassen, etc. 9 door, aangegeven met pijlen 9. In deze beschrijving zal ter 25 illustratie over lucht 9 worden gesproken, hetgeen niet beperkend dient te worden uitgelegd. De openingen 4 zijn bevorderlijk voor de toevoer van de lucht 9 in het medium 7, althans nabij de betreffende opening 4, naar tenminste een orchidee 8, in het bijzonder het deel van de tenminste ene orchidee 8 dat zich nabij de betreffende opening 4 bevindt, bijvoorbeeld de 30 wortels 10. Door de opstaande randen 5 wordt het lucht 9 tot in het medium 4 7 gevoerd en van binnenuit verspreid. Hiervoor kan een gunstige hoogte h van de randen 5 worden gekozen, bij voorkeur enige substantiële hoogte h zoals bijvoorbeeld tenminste ongeveer één vijfde van de hoogte van de wanden 2. Om de lucht 9 te verspreiden in het medium 7 heeft een gunstige 5 uitvoeringsvorm randen 5 van verschillende hoogtes h. De toevoer van lucht 9 door openingen 4 in het medium 7, in het bijzonder naar de orchideeën 8 bijvoorbeeld voor betere condities voor de orchideeën 8 en/of het medium 7. De lucht 9 kan zowel plaatselijk als verdeeld over het medium 7 worden aangevoerd en zorgt bijvoorbeeld voor het tegengaan van uitdroging, het 10 droog houden, het tegengaan van te veel bevochtiging, het vochtig houden, etc. van tenminste een deel van de orchideeën 8 en/of het medium 7. Daarnaast zorgt een verhoogde rand 5 in bepaalde uitvoeringsvormen voor extra steun voor de orchideeën 8 en houdt het medium 7 plaatselijk bij elkaar, waardoor indirect tevens extra steun voor de orchideeën wordt 15 geleverd.

De getoonde uitvoeringsvorm van figuur 2 heeft randen 5 met drie verschillende hoogtes h. Hoogste randen 5A strekken zich bijvoorbeeld uit tot relatief nabij een rand 11 van de wanden 2. Laagste opstaande randen 5C strekken zich bijvoorbeeld relatief niet ver van de bodem 3 uit.

20 Middelhoge randen hebben een hoogte hB die tussen de hoogtes hA, hB van de laagste en hoogste opstaande randen 5C, 5A ligt. Door deze onderling verschillende hoogtes hA, hB, hC treedt lucht 9 op verschillende dieptes door respectievelijk openingen 4A, 4B en 4C in het medium 7 binnen. Lucht 9 kan zich daarmee bijvoorbeeld relatief gemakkelijker over het gehele 25 medium 7 verspreiden, zowel in diep in het medium 7 gelegen delen 13 als rond minder diep gelegen delen 12 van de orchidee 8 en/of de wortels 10. Meerdere uitvoeringsvormen zijn denkbaar. Zo zijn meer dan genoemde twee of drie verschillende hoogtes h van de randen 5 mogelijk. In de uitvoeringsvorm van figuur 1 zijn tevens openingen 4D zonder opstaande 5 randen 5 in de bodem 3 voorzien. In nog een mogelijke uitvoeringsvorm zijn openingen 17 voorzien in de wanden 2.

In een uitvoeringsvorm steken bepaalde randen 5, bij voorbeeld de hoogste randen 5A, tot zodanige hoogte h uit, dat bij vulling van de bak 1 5 met medium 7 het uiteinde 14 van deze uitstekende randen 5 tenminste deels zichtbaar is. Op deze manier is zichtbaar waar de uitstekende randen 5 zich bevinden en kan een orchidee 8 bijvoorbeeld naast een uitstekende rand 5 in het medium 7 worden geplaatst met relatief weinig hinder van de andere randen 5.

10 Bij een uitvoeringsvorm zijn de openingen 4 in een bepaald regelmatig patroon aangebracht zodat de positionering van de openingen 4 kan worden ingeschat, ook wanneer de meeste openingen 4 of zelfs alle openingen 4 zijn bedekt door medium 7. Figuur 3 toont een bak 1 in bovenaanzicht met een in bovenaanzicht regelmatig patroon. In een 15 uitvoeringsvorm zijn bij een vulling van de ruimte 6 met het medium 7 tot iets onder de rand 11 tenminste één, bij voorkeur tenminste twee uitstekende randen 5 te zien, zodat de positie van de overige randen 5 is te bepalen ten opzichte van deze randen 5. Zoals bijvoorbeeld is te zien in figuur 2 zullen de uiteinden 14 van de hoogste randen 5A zijn te zien zodat 20 de positie van de overige randen 5B, 5C ongeveer is in te schatten. De orchideeën 8 kunnen vervolgens relatief eenvoudig naast de openingen 4 worden geplaatst.

Bij voorkeur zijn de uiteinden 14 van de randen 5 tevens in zijaanzicht volgens een relatief regelmatig patroon geplaatst, althans in 25 hoogte h, zoals is getoond in figuur 2, zodat een driedimensionaal regelmatig patroon van uiteinden 14 ontstaat. Dit is in perspectivisch aanzicht te zien in figuur 1. Zo is tevens in te schatten waar bepaalde randen 5 van bepaalde hoogtes h zich ongeveer bevinden en waar de lucht 9 ongeveer wordt aangevoerd, ook indien het merendeel van de randen 5 met het medium 7 is 30 bedekt.

6

In een uitvoeringsvorm lopen de randen 5 vanaf de bodem 3 enigszins taps toe, zoals schematisch is getoond in figuur 4. Dit wil zeggen dat de rand 5 onder een hoek a staat met vlak V, waarbij het vlak V een denkbeeldig vlak is dat loodrecht door de bodem 3 loopt. Hoek α is in 5 principe redelijk klein, bijvoorbeeld ongeveer 1° tot 15°, in het bijzonder 5° tot 10°, echter dient de uitvinding hier uiteraard niet toe te worden beperkt. In nog een uitvoeringsvorm is in een afgeronde overgang 15 voorzien tussen de bodem 3 en de rand 5. Door het taps toelopen en/of de afgeronde overgang is een bak 1 relatief eenvoudig uit/van een matrijs/mal te lossen en is deze 10 eveneens relatief makkelijker stapelbaar. Tevens kan een stijvere constructie worden bereikt en de invoer van lucht 9 worden vergemakkelijkt.

Om de invoer van lucht 9 door de openingen 4 te stimuleren zijn in een uitvoeringsvorm verhogingen en/of verlagingen 16A, 16B voorzien. In de 15 uitvoeringsvorm van figuur 1 zijn verhogingen 16A weergegeven, die zich als een soort ribben vanaf de wand 2 langs de openingen 4 uitstrekken. Indien de bak 1 op een tafel of iets dergelijks is geplaatst, zal lucht 9 alsnog relatief eenvoudig onder de bodem 3 en door de openingen 4 kunnen komen. Uiteraard zijn velerlei uitvoeringsvormen denkbaar voor het onder de 20 bodem 3 geleiden van lucht 9, zo toont figuur 2 verlagingen 16b in de bodem 3 die als een soort pootjes voor de bak 1 dienen. De verhogingen en/of verlagingen 16 kunnen tevens dienen als geleiding voor het in rekken schuiven van de bakken 1. Tevens kunnen de wandranden 11 hiertoe worden ingericht, zoals is weergegeven in figuur 1. De verlagingen zijn bij 25 voorkeur zodanig ingericht dat een orchideeënbak 1 bij vervaardiging relatief makkelijk uit/van de matrijs/mal kan worden gelost.

Bij voorkeur wordt de bak 1 gevacuümvormd uit kunststof. Dit is een relatief goedkope wijze van produceren waarbij een bak 1 integraal en zonder assemblagestappen kan worden geproduceerd. Tevens kunnen 30 bakken 1 bijvoorbeeld als wegwerpartikel worden vervaardigd.

7

Een vervaardigingsmethode van een bak 1 volgens de uitvinding zou bijvoorbeeld als volgt kunnen verlopen. Het kunststof wordt in de vorm van een soort plaat over een mal in de vorm van de bak 1 geplaatst. Deze mal is bijvoorbeeld voorzien van een blokvorm voor de vorming van ruimte 6 5 en verdiepingen voor de vorming van de opstaande randen 5. De plaatvorm wordt vervolgens middels vacuüm zuigen tegen de blokvorm en in de verdiepingen gezogen. Vervolgens dienen de openingen 4 te worden gevormd door een gat te vormen in het midden en/of aan het uiteinde van de opstaande randen 5. Dit kan bijvoorbeeld geschieden door openingen 4 te 10 stansen terwijl het product 1 nog in/om de mal is gepositioneerd of openingen 4 te snijden, bijvoorbeeld als het product reeds van de mal is genomen. Uiteraard kunnen de openingen tevens worden geperforeerd en/of geponst. Uiteraard is de mal bij bepaalde uitvoeringsvormen voorzien van verhogingen en/of verlagingen en verdiepingen van verschillende hoogtes h 15 voor respectievelijk de corresponderende verhogingen 16A, verdiepingen 16B en opstaande randen 5 van de plantenbak 1.

Naast vacuüm vormen zijn voor bepaalde uitvoeringsvormen tevens andere productiewijzen mogelijk, zoals bijvoorbeeld spuitgieten en/of compressie gieten. Naast kunststof kan de bak 1 in bepaalde 20 uitvoeringsvormen bijvoorbeeld op zetmeelbasis geproduceerd (wegwerp)materiaal omvatten, bijvoorbeeld enigszins geschuimd materiaal, of piepschuim.

Een voordelige uitvoeringsvorm van een orchideeënbak 1 is bijvoorbeeld getoond in een ondersteboven en een rechtop positie in figuren 25 5A en 5B. Hierbij is de bodem 3 voorzien van openingen 4A, 4B, 4C, 4D en randen 5A, 5B van verschillende hoogten voor het in en uitvoeren van lucht 9. Verdiepingen 16C zijn voorzien zodat het lucht 9 relatief eenvoudig onder de bodem 3 door kan stromen door de openingen 4A, 4B, 4C, 4D. Tevens dragen de verdiepingen 16C bij aan de stijfheid van de constructie van de 30 orchideeënbak. Bij de rand 11 kan de orchideeënbak 1 met de hand worden 8 aangegrepen en tevens wordt hiermee bijvoorbeeld de nestbaarheid van de bak 1 verbeterd. Ribben 18 verbinden bepaalde opstaande randen 5B met de wand waarmee extra stijfheid van de orchideeënbak 1 wordt verkregen. De in figuren 5A en 5B getoonde orchideeënbak 1 is uitgevoerd met zes 5 opstaande randen 5 in een lengterichting bij vijf opstaande randen 5 in een breedterichting tussen welke opstaande randen 5 en de wanden 2 bijvoorbeeld respectievelijk zeven bij zes orchideeën (in het totaal dus tweeënveertig) geplaatst kunnen worden..

In plaats van opstaande randen 5 kunnen tevens uitstekende 10 elementen in de vorm van doorlopende ruggen zijn 5D voorzien, zoals getoond in figuur 6. Hiermee worden bijvoorbeeld tevens verhogingen 16A gevormd. De openingen 4 zijn bijvoorbeeld gevormd middels relatief kleine perforaties.

Openingen 4 kunnen bijvoorbeeld gaten, uitsnedes, gleuven, etc.

15 omvatten. Tevens kan het materiaal van de plantenbak 1 ten minste gedeeltelijk enigszins luchtdoorlatend zijn.

De getoonde plantenbak 1 uit de figuren is vierkant/langwerpig gevormd, in bovenaanzicht. Uiteraard kan een plantenbak 1 volgens de uitvinding verschillende vormen aannemen, bijvoorbeeld rond, driehoekig, 20 meerhoekig, etc.

Het is bijvoorbeeld mogelijk bepaalde planten 8 in de bak 1 te houden zonder medium 7, hetgeen bijvoorbeeld bij bepaalde epifyten 8 en/of omstandigheden gunstig kan zijn. Hierbij worden de randen 5 van de openingen 4 bijvoorbeeld gebruikt als steun voor de epifyten 8.

25 Deze en vele vergelijkbare variaties, evenals combinaties daarvan, worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen. Uiteraard kunnen verschillende aspecten van verschillende uitvoeringsvormen en/of combinaties daarvan met elkaar worden gecombineerd en uitgewisseld binnen het raam van de uitvinding.

1031938 30

Claims (15)

1. Plantenbak, in het bijzonder voor epifyten zoals orchideeën, voorzien van tenminste een wand, een bodem en een ruimte voor een medium voor epifyten, welke ruimte tenminste gedeeltelijk wordt begrensd door de wand en de bodem, waarbij de bodem is voorzien van openingen op 5 tenminste twee ten opzichte van de bodem verschillende niveaus.

2. Plantenbak volgens conclusie 1, waarbij de bodem tenminste een opstaand uitstekend element omvat die een opening bepaalt.

3. Plantenbak volgens conclusie 2, waarbij tenminste twee sets uitstekende elementen zijn voorzien, met verschillende lengten boven een 10 grondvlak van de bodem.

4. Plantenbak volgens conclusie 2 of 3, waarbij tenminste een aantal openingen is voorzien ongeveer op het niveau van het grondvlak van de bodem.

5. Plantenbak volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 15 tenminste een aantal openingen hoger is dan ongeveer één vijfde deel van de hoogte van genoemde tenminste ene wand.

6. Plantenbak volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde openingen volgens een ongeveer regelmatig patroon zijn gepositioneerd.

7. Plantenbak volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de openingen volgens een ongeveer regelmatig driedimensionaal patroon zijn gepositioneerd.

8. Plantenbak volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tenminste twee hoogste openingen van ongeveer gelijke hoogte zijn voorzien. 25

9. Plantenbak volgens een der voorgaande conclusies 2-8, waarbij genoemde uitstekende elementen taps toelopen en/of een overgang tussen de bodem en de uitstekende elementen is afgerond. 1031938

10. Plantenbak volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in de wanden tweede openingen zijn voorzien.

11. Plantenbak volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bodem is voorzien van tenminste een verhoging en/of verlaging.

12. Plantenbak volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de plantenbak uit kunststof is vervaardigd.

13. Plantenbak volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de plantenbak integraal is gevacuümvormd..

14. Werkwijze voor het gebruik van een plantenbak volgens een der 10 conclusies 1 — 13, waarbij de plantenbak tenminste deels wordt gevuld met epifytengroeimedium en epifyten in het groeimedium worden geplaatst, in het bijzonder voor ondermeer de opkweek en het transport van de epifyten.

15. Werkwijze voor het vormen van een kunststoffen plantenbak, waarbij een bak wordt gevacuümvormd, voorzien van tenminste een wand, 15 een bodem en een ruimte, waarbij in de bodem tenminste een uitstekend deel wordt gevormd, waarbij in de bak op tenminste twee ten opzichte van de bodem verschillende niveaus openingen wordt geperforeerd. 20 1031938