NL2011119C2 - Kweekinrichting. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: kweekinrichting Beschrijving

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kweekinrichting ingericht voor het opkweken van gewassen en omvattende een althans in hoofdzaak niet vormvaste hoeveelheid substraat omhuld door een flexibele substraatomhulling die het substraat tijdens het opkweken, inclusief de daarbij behorende handling van een gewas althans ten minste in hoofdzaak vormvast in een voor kweekdoeleinden geschikte vorm bijeenhoudt. Met een voor kweekdoeleinden geschikte vorm wordt in dit document de vorm van een kubus, balk of cilinder bedoeld. De handling omvat onder andere het handmatig en/of met mechanische hulpmiddelen oppakken en verplaatsen van één of meer kweekinrichtingen.

Het is algemeen bekend in de groententeelt om gewassen, in het bijzonder jonge planten op te kweken in een blok steenwol, met bijvoorbeeld afmetingen 10x10x6,5 cm, in de bovenzijde waarvan een zaadje of zaailing wordt geplaatst. De verticale wanden van het blok zijn omringd door een plastic film om het mechanisch verhandelen van de blokken bij de plantenkweker toe te laten en om het uitdrogen van de steenwol te vermijden, of althans te voorkomen. De onderkant van het blok is open om bevochtiging van het blok via capillaire opstijging toe te laten en om het doorwortelen van de jonge plant in het substraat bij de teler toe te laten.

Het is bekend niet vormvaste substraten als opkweekmateriaal te gebruiken ter vervanging van steenwol. Een nadeel van niet vormvaste substraten is echter dat het lastig is om die in een juiste vorm bijeen te houden. Dat is lastig, omdat de kweekinrichting bij de opkweker ter verplaatsing meestal met behulp van mechanische hulpmiddelen wordt vastgepakt. Daarom is voorgesteld om niet vormvaste substraten te verpakken in aan de onderzijde van drainage-openingen voorziene houders van kunststof, die een hoeveelheid niet vormvast substraat een juiste vorm geven en in die vorm handhaven. Een nadeel is echter dat deze houders van kunststof uiteindelijk bij het planten van de jonge planten op het substraat bij de teler problemen kunnen veroorzaken bij het inwortelen van de jonge planten in het substraat en/of dat deze houders uiteindelijk een afvalprobleem met zich meebrengen. Indien de houders bij het planten van de jonge planten worden verwijderd om her te gebruiken kunnen dergelijke houders bij hergebruik een bron zijn van ziektes en infecties voor de jonge planten op de plantenkwekerij en voor de teelt bij de tuinder.

De onderhavige uitvinding beoogt daarom een kweekinrichting volgens de inleiding te verschaffen, waarbij de substraatomhulling van de kweekinrichting bij het planten van de jonge planten niet hoeft te worden verwijderd, waarbij de inworteling van de planten in het substraat zonder problemen kan verlopen en/of waarbij het afvalprobleem wordt opgelost of althans ten minste verminderd. Dit doel wordt door de uitvinding bereikt, doordat de substraatomhulling is vervaardigd van een voor water permeabele laag materiaal, bijvoorbeeld een materiaal waardoorheen wortels kunnen groeien. De voor water permeabele laag materiaal, ofwel in hoofdzaak aaneengesloten of vlakvullende laag materiaal is in hoofdzaak ononderbroken teneinde het substraat stevig te kunnen omhullen. Het materiaal van de voor water permeabele laag, waarvan de omhulling is vervaardigd, zorgt er echter voor dat vocht de houder ook door de zijkanten en/of de bovenkant van de houder kan verlaten, bijvoorbeeld wanneer de vochtconcentratie in een kweekinrichting relatief hoog is.

In dit document wordt met een laag materiaal niet zozeer de grondstof bedoeld, waarvan de substraatomhulling is vervaardigd, maar het in hoofdzaak vlakvullend product waarvan de omhulling is vervaardigd. Dat kan een weefsel zijn, of een vel dat in principe niet voor water permeabel is, maar waarin perforaties zijn voorzien teneinde het vel voor water permeabele eigenschappen te geven en toe te laten dat er wortels doorheen kunnen groeien. Dat kan bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding ook een net zijn, maar in dat geval mogen de mazen niet groter zijn dan 10 mm om verlies van substraat op de opkweekvloer te vermijden.

Het is weliswaar bekend om bij een substraat dat uit zichzelf niet vormvast is, dat wil zeggen, het materiaal kan uit vormvaste elementen bestaan, maar is niet in staat om zonder ondersteuning in blokvorm bijeen te blijven, een papieren omhulling te gebruiken. Vochtig papier is inherent onderhevig aan een groter risico van scheuren. Vooral het risico van scheuren bij het handmatig en/of met mechanische hulpmiddelen oppakken en verplaatsen van de papieren omhulling voor het substraat is aanzienlijk. Daarom is een papieren omhulling niet of althans onvoldoende voldoende vormvast in de zin van dit document.

Het heeft de voorkeur, dat de substraatomhulling is ingericht voor het doorlaten van water in vloeibare vorm, maar reeds het doorlaten van water in de vorm van waterdamp is een gunstige eigenschap voor de voor water permeabele laag van de substraatomhulling, die ongewenste opeenhoping van water in het substraat helpt voorkomen of althans verminderen.

Het heeft de voorkeur dat het substraat althans ten minste in hoofdzaak geheel door het voor water permeabel materiaal van de substraatomhulling wordt ingesloten. Dat wil zeggen, dat het materiaal het substraat in hoofdzaak dicht omsluit. Overigens kunnen in een dergelijke substraatomhulling wel functionele openingen zijn voorzien, zoals aan de bovenzijde een opening waardoorheen een zaadje of zaailing in het substraat kan worden geplaatst of drainage-openingen in de bodem waardoorheen eventueel overtollig vocht eenvoudig uit de kweekinrichting kan wegstromen.

Het is volgens de onderhavige uitvinding mogelijk dat het substraat zich voor gebruik in samengeperste toestand bevindt, en bij een eerste bevochtiging zwelt en daarbij pas diens in conclusie 1 genoemde vormvastheid krijgt. Omdat de substraatomhulling is vervaardigd van flexibel materiaal dient de substraatomhulling zodanig te zijn vervaardigd, dat die bij het zwellen van het substraat de juiste vorm aanneemt, voor zover de kweekinrichting voorafgaand aan bevochtiging nog niet de gewenste vorm heeft. Verder wordt de vormvastheid verschaft doordat het substraat de neiging heeft de substraatomhulling van binnenuit uiteen te drukken. De trekspanning van de substraatomhulling draagt dan bij aan het verkrijgen en/of handhaven van de gewenste vorm en de gewenste stevigheid van het substraat. Ook in dit geval zou een papieren substraatomhulling na bevochtiging en/of tijdens het zwellen van het substraat een groot risico van scheuren met zich meebrengen. Het substraat zwelt relatief ongecontroleerd. De mate van zwelling en ook de richting ervan zijn niet helemaal te voorspellen. De omhulling dient het substraat tijdens en na het zwellen in de juiste vorm te brengen, respectievelijk te houden. Dus ook in dit opzicht is papier niet vormvast in de zin van dit document.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat het voor water permeabel materiaal in hoofdzaak vezels. Een omhulling die is vervaardigd, bijvoorbeeld geweven of gevlochten, van vezels verschaft de mogelijkheid van permeabiliteit voor water tussen de in hoofdzaak aansluitende vezels door.

Wanneer het voor water permeabel materiaal een biologisch afbreekbaar materiaal omvat verschaft dat de mogelijkheid een kweekinrichting te vervaardigen die in hoofdzaak geheel biologisch afbreekbaar is. Dat voorkomt dat het substraat en de substraatomhulling van de kweekinrichting na gebruik van elkaar dienen te worden gescheiden.

Hoewel het mogelijk is de substraatomhulling te vervaardigen van biologisch afbreekbaar kunststof, bijvoorbeeld een kunststof vel dat door middel van perforaties tot een voor water permeabel materiaal is gevormd, heeft het daarbij uit het oogpunt van milieuvriendelijkheid de voorkeur dat het voor water permeabel materiaal een organisch materiaal omvat.

Bij voorkeur omvat het voor water permeabel materiaal jute. In jute zijn de voorkeurseigenschappen van de substraatomhulling, zoals waterpermeabiliteit, treksterkte en afbreekbaarheid gecombineerd. Bovendien is jute eenvoudig en tegen relatief lage kosten verkrijgbaar in de vorm van doeken van onderling vervlochten jute-vezels en/of -draden.

Het heeft de voorkeur dat het substraat een organisch materiaal als kweekmateriaal omvat. Het organisch materiaal is afbreekbaar en draagt aldus bij aan de milieuvriendelijkheid van de kweekinrichting.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat het substraat kokosmateriaal, bij voorkeur kokosgruis of andere kokossubstraten. Kokos is een uitstekend kweekmateriaal gebleken, dat voor opkweken zeer geschikte vocht vasthoudende eigenschappen heeft. Bovendien is het een organisch materiaal. 10 Het is mogelijk dat het substraat voorafgaand aan gebruik is samengeperst teneinde bij bevochtiging ten minste 100% in volume toe te nemen. Aldus wordt bereikt dat een kweekinrichting voorafgaand aan gebruik slechts een beperkt deel van het volume heeft ten opzichte van het volume tijdens het opkweken. Dit bespaart opslag- en transportkosten van de kweekinrichting voorafgaand aan gebruik.

De onderhavige uitvinding zal hiernavolgend nader worden toegelicht onder verwijzing naar een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding en de bijgevoegde figuren, waarin:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van een voorkeursuitvoeringsvorm van een kweekinrichting volgens de onderhavige uitvinding; en

Figuur 2 een verticaal middelendoorsnede-aanzicht toont van de kweekinrichting uit figuur 1.

Nu kijkend naar de figuren wordt een perspectivisch aanzicht, respectievelijk een verticaal middendoorsnede-aanzicht getoond van een voorbeelduitvoeringsvorm van een kweekinrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding. De kweekinrichting omvat een omhulling 2 van jute doek in de vorm van een kubus. In een bovenvlak 3 van de kubus is een opening 4 voorzien waardoorheen zich de stam 5 van een niet verder getoonde plant uitstrekt. De plant heeft wortels 6 die groeien in een substraat 7 van kokosgruis. De jute omhulling 2 houdt het losse gruis van het substraat 7 in de vorm van een kubus bijeen.

Bij toepassing wordt de kweekinrichting 1 periodiek van bovenaf bevochtigd of van onderuit waarbij het water door het jute doek heen het substraat bevochtigt dank zij de capillaire werking van het substraat. Bij andere, minder voor water permeabele omhullingen volgens de uitvinding kan het gewenst zijn het substraat via de opening 4 te bevochtigen. Het toegevoerde vocht trekt in het kokos substraat 7. Het kokos substraat 7 houdt vocht in enige mate vast, maar bij voldoende verzadiging kan het vocht naar beneden doorsijpelen. Aldus is gebleken dat de wortels 6 van de plant in een voldoende vochtige omgeving kunnen groeien.

Een mogelijk gevolg van het toevoeren van vocht aan het substraat 7 kan tot gevolg hebben dat het kokos substraat 7 enigszins uitzet. Met name wanneer, zoals bij een voorkeursuitvoeringsvorm, de omhulling 2 vooraf slechts voor een deel met relatief droog substraat 7 is gevuld, om door toevoeging van vocht te laten wellen tot de omhulling 2 volledig is gevuld, dient de omhulling 2 het substraat 7 in de gewenste kubusvorm bijeen te houden. Met andere woorden, het risico dat het substraat 7 de omhulling 2 uiteen drukt dient te worden vermeden, of althans in hoofdzaak te worden geminimaliseerd. De jute is ruimschoots voldoende sterk om weerstand te bieden tegen een ongewenste uitzetting van het substraat.

Wanneer zich door omstandigheden veel vocht in het substraat 7 opeenhoopt kan overtollig vocht het substraat 7 via de jute omhulling 2 verlaten. Dit in tegenstelling tot een niet voor water permeabele omhulling, waarbij het water tussen de zijwanden en de bodem opgesloten zit. In een bodem van een omhulling volgens de stand van de techniek worden weliswaar insnijdingen gemaakt, maar die verschaffen slechts zeer lokale ontsnappingsmogelijkheden, die bovendien eenvoudig verstopt kunnen raken, waardoor overtollig water niet of onvoldoende kan weglopen. Doordat volgens de uitvinding de omhulling als geheel van een voor water permeabele omhullingslaag 2 is voorzien, kan overtollig vocht door alle wanden ontsnappen, zelfs door middel van verdamping door het bovenvlak 3.

Na toepassing van de kweekinrichting is het niet nodig de jute 2 en het substraat 7 van elkaar te scheiden. De kweekinrichtingen 1 kunnen als geheel worden afgevoerd, bijvoorbeeld om te composteren.

In de bijgevoegde figuren en in de hierboven staande tekst is de uitvinding toegelicht aan de hand van slechts één voorbeelduitvoeringsvorm. Het moge echter duidelijk zijn dat vele, al dan niet voor de vakman voor de hand liggende, varianten mogelijk zijn, binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding die wordt gedefinieerd door de hiernavolgende conclusies. Zo kan het substraat een ander, al dan niet organisch, substraat van niet vormvast materiaal omvatten. In de plaats van jute kan ook een ander weefsel of een vlies van in elkaar verstrengelde vezels worden toegepast. Het is ook mogelijk een laag materiaal toe te passen die op zichzelf niet voor water permeabel is, maar die, bijvoorbeeld door middel van het aanbrengen van kleine perforaties daarin voor water permeabel is gemaakt met behoud van de eigenschap van vormvastheid.

Claims (9)

1. Kweekinrichting ingericht voor het opkweken van gewassen en omvattende een althans in hoofdzaak niet vormvaste hoeveelheid substraat omhuld door een flexibele substraatomhulling die het substraat tijdens het opkweken, inclusief de daarbij behorende handling van een gewas althans ten minste in hoofdzaak vormvast in een voor kweekdoeleinden geschikte vorm bijeenhoudt, met het kenmerk, dat de substraatomhulling is vervaardigd van een voor water permeabele laag materiaal.

2. Kweekinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het substraat althans ten minste in hoofdzaak geheel door het voor water permeabel materiaal van de substraatomhulling wordt ingesloten.

3. Kweekinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voor water permeabel materiaal in hoofdzaak vezels omvat.

4. Kweekinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voor water permeabel materiaal een biologisch afbreekbaar materiaal omvat.

5. Kweekinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voor water permeabel materiaal een organisch materiaal omvat.

6. Kweekinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voor water permeabel materiaal jute omvat.

7. Kweekinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het substraat een organisch materiaal als kweekmateriaal omvat.

8. Kweekinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het organisch materiaal van het substraat kokosmateriaal omvat.

9. Kweekinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het substraat voorafgaand aan gebruik is samengeperst teneinde bij bevochtiging ten minste 100% in volume toe te nemen.