NL1021100C1 - Werkwijze en inrichting voor het bundelen van bloemen. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het bundelen van bloemen. Download PDF

Info

Publication number
NL1021100C1
NL1021100C1 NL1021100A NL1021100A NL1021100C1 NL 1021100 C1 NL1021100 C1 NL 1021100C1 NL 1021100 A NL1021100 A NL 1021100A NL 1021100 A NL1021100 A NL 1021100A NL 1021100 C1 NL1021100 C1 NL 1021100C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
flowers
flower
collecting
holder
stems
Prior art date
Application number
NL1021100A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Valk
Original Assignee
Havatec B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Havatec B V filed Critical Havatec B V
Priority to NL1021100A priority Critical patent/NL1021100C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1021100C1 publication Critical patent/NL1021100C1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G5/00Floral handling
    • A01G5/02Apparatus for binding bouquets or wreaths

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Basic Packing Technique (AREA)

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor het bundelen van bloemen
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het bundelen van bloemen, in het bijzonder tulpenbloemen.
Het is reeds zeer lang gebruikelijk om bloemen nadat deze zijn geoogst te bossen, hetgeen inhoudt dat de individuele bloemen groepsgewijs worden 5 verzameld tot bundeltjes bloemen waarna de bundel bijeen wordt gebonden door bijvoorbeeld elastiek of een tape. Een bundel bloemen bijeen gebonden door een elastiek of tape noemen we een bos. Zo worden tulpenbloemen bijvoorbeeld meestal gebost tot bossen van tien bloemen.
Voor het verzamelen van bloemen tot bundels zijn in het verleden reeds 10 meerdere werkwijzen en inrichtingen bekend. Zo is het in de praktijk reeds lang gebruikelijk bloemen en/of takken groepsgewijs te verzamelen tot bundels door de bloemen met de hand in vakken of bakken op een transportband te leggen, waarbij de steeleinden steeds naar één kant zijn gericht. Vervolgens worden de bundels gebonden middels een bindapparaat dat langs de vakkenband staat _ _ l_5 opgesteld, en waarmee automatisch één of meer bindingen worden aangebracht om de steeleinden. Het verzamelen van de bloemen kan hierbij op verschillende wijzen plaats vinden. Soms worden de bloemen eerst tot een bundel op aantal geteld in de hand waarna de bundel in z’n geheel in een vak van de band wordt gelegd. Het komt ook voor dat de bloemen één voor één in 20 het vak worden gelegd en zodoende bijeen gebracht tot een bundel. Deze werkwijze voor het bundelen van de bloemen brengt hoge arbeidskosten met zich mee.
Voor een aantal soorten bloemen zijn er machines ontwikkeld voor het althans ten dele automatiseren van het bundelen van de bloemen. Zo zijn er al jaren 25 machines te verkrijgen waarmee rozen automatisch kunnen worden gebundeld en vervolgens gebonden tot bos. Uit de Europese octrooiaanvragen EP-A-0449386 en EP-A-0672341 is bekend dat bloemen kunnen worden gebost door de bloemen in verticale oriëntatie te verzamelen tot bundels, waarna deze bundels automatisch worden gebonden. Een kenmerk van de in deze 30 octrooiaanvragen beschreven werkwijzen en inrichtingen, welke in de praktijk succesvol worden gebruikt voor het bundelen van rozen, is dat de bloemen aan 1 0 P 1 1 0 0 2 de bloemknop opgehangen worden verzameld in rijen op vorkvormige stangen waarna de bloemen vervolgens in bundels bijeen van de vorkvormige stangen worden geschoven en vervolgens worden samengebonden tot bos. Deze methode is goed toepasbaar voor rozen, waarvan de knop robuust is en waarbij 5 geen bladeren in de buurt van de knop voorkomen. Voor het bundelen van tulpenbloemen is deze methode ongeschikt omdat bij tulpenbloemen de knoppen zeer kwetsbaar zijn en geheel of gedeeltelijk verstopt kunnen zitten tussen bladeren.
Tulpenbloemen hebben bovendien de eigenschap dat er vaak grote bladeren 10 aan de steel zitten die tamelijk slap kunnen zijn, hetgeen betekent dat bij een individuele tulpenbloem in verticale oriëntatie met de bloemknop naar boven gericht, de bladeren vaak geheel of gedeeltelijk omlaag hangen. Het in deze oriëntatie bundelen van meerdere tulpenbloemen leidt er dan ook toe dat de tulpenbloemen elkaar beschadigen onder andere omdat de omlaag hangende 15 bladeren kunnen knikken of zelfs breken. Het is dan ook reeds geruime tijd bekend dat het automatisch verzamelen van tulpenbloemen tot bundels dient te gebeuren door de bloemen bijeen te brengen op een zodanige wijze dat de bladeren zo goed mogelijk gestrekt zijn en blijven in de richting van de bloemknop. Er zijn dan ook in het verleden al een aantal inrichtingen bedacht 20 en beproefd waarbij de afzonderlijke tulpenbloemen in in hoofdzaak verticale oriëntatie met de bloemknop naar beneden gericht middels een transportorgaan worden aangevoerd naar een bundelinrichting. Deze wijze van aanvoeren heeft het grote voordeel dat de bladeren door de invloed van de zwaartekracht overwegend in de richting van de bloemknop worden gestrekt hetgeen nog 25 versterkt kan worden door de bladeren bijvoorbeeld met een gerichte luchtstroom verder te strekken in de richting van de bloemknop.
Voor het automatisch bundelen van tulpenbloemen die afzonderlijk in verticale oriëntatie met de bloemknop naar beneden gericht worden aangevoerd zijn er in het verleden diverse werkwijzen en inrichtingen bedacht en beproefd.
30 In de Nederlandse octrooiaanvrage nr. 1009091 wordt een inrichting beschreven waarbij de bloemen worden gebundeld door de bloemen te verzamelen in een lus waarbij door middel van veerkracht de bloemen met de ΐΩ?.:κ,ϋ 3 steeleinden tegen elkaar aan worden gedrukt. Het is mogelijk om tulpenbloemen die afzonderlijk in verticale oriëntatie met de bloemknop naar beneden gericht worden aangevoerd te verzamelen tot een bundel gebruikmakend van een dergelijke beschreven inrichting. Deze werkwijze heeft 5 echter enkele nadelen. Doordat de tulpenbloemstelen onregelmatig van vorm en krom kunnen zijn is de overname van een tulpenbloem naar de lusinrichting niet erg betrouwbaar, waardoor de tulpenbloemen tijdens de overname kunnen vallen. Ook nadat de bloemen in de lus zitten kunnen deze, doordat er nieuwe tulpen worden toegevoegd aan de bundel in de lus, langs elkaar heen schuiven 10 en kan het ook voorkomen dat hierdoor de bloemen in de lengterichting ten opzichte van elkaar verschuiven of uit de bundel vallen.
In de Internationale octrooiaanvrage PCT/NL00/00625 wordt een werkwijze en inrichting beschreven waarbij de tulpenbloemen afzonderlijk in verticale oriëntatie met de bloemknop naar beneden gericht worden aangevoerd en 15 waarbij de bloemen in verticale oriëntatie worden verzameld in een carrousel en hiermede dicht bij elkaar gebracht, waarna vervolgens de bloemen uit de cairöüsêl"wörden genomen en worden gëbündeldTÖök deze inrichting heeft als probleem de betrouwbaarheid van de overname van de bloemen naar de carrousel en het regelmatig vallen van bloemen gedurende het verdere 20 bundelingsproces. Bovendien is deze bundelinrichting zeer complex en kostbaar.
In de Nederlandse octrooiaanvraag nr. 1018970 wordt een werkwijze en inrichting beschreven waarbij bloemen afzonderlijk en verticaal georiënteerd worden aangevoerd en vervolgens in liggende positie worden verzameld tot 25 bundel. Het is mogelijk deze methode te gebruiken voor tulpenbloemen waarbij deze met de bloemknop naar beneden worden aangevoerd. Bij deze methode wordt de oriëntatie van de bloemen automatisch gewijzigd van verticaal naar een oriëntatie waarin de bloemen liggend kunnen worden verzameld, zijnde in hoofdzaak horizontaal.
30 De voordelen van deze werkwijze zijn ten eerste dat de overname van de bloemen vanaf het transportorgaan waarmee de bloemen achter elkaar worden aangevoerd naar de beschreven bundelinrichting gelijkmatig en betrouwbaar 1 non nn 4 kan geschieden. Een tweede voordeel van deze werkwijze is dat de bloemen in liggende oriëntatie worden gebundeld zodat er tijdens het bundelingsproces geen bloemen kunnen vallen. Deze werkwijze heeft echter ook een nadeel. Tijdens de oriëntatie wijziging van de bloemen van verticaal naar horizontaal, 5 kunnen de bladeren van de tulpen naar beneden gaan hangen en kunnen de stelen gaan buigen. Dit kan weliswaar opgelost worden door de bloemen gedurende de oriëntatie wijziging te ondersteunen totdat deze zijn toegevoegd aan de reeds liggende bundel, echter dit vereist een tamelijk complexe constructie, en het gestrekt houden van het blad lukt toch niet voldoende.
10
Het doel van de uitvinding is een werkwijze en een inrichting voor het bundelen van bloemen, in het bijzonder tulpenbloemen te verschaffen, waarbij de bovengenoemde nadelen worden vermeden, althans in aanzienlijke mate worden beperkt. Overeenkomstig de uitvinding heeft daartoe de werkwijze voor 15 het bundelen van bloemen, waarbij de bloemen afzonderlijk middels een transportorgaan in verticale oriëntatie met de bloemknoppen naar beneden gericht worden aangevoerd, de volgende kenmerken : - Het verzamelen van bloemen in een verzamelorgaan waarbij iedere in dit verzamelorgaan te verzamelen bloem in in hoofdzaak verticale oriëntatie 20 met de bloemknop naar beneden gericht in betreffend verzamelorgaan wordt geplaatst waarbij het einde van de steel in betreffend verzamelorgaan wordt vastgeklemd.
- Het verplaatsen van een met bloemen gevuld verzamelorgaan naar een opvangorgaan waarbij de oriëntatie van alle bloemen die opgenomen zijn 25 in betreffend verzamelorgaan gewijzigd wordt van verticaal naar horizontaal zodat de bloemen in liggende positie op genoemd opvangorgaan kunnen worden geplaatst, en waarbij de stelen van de bloemen in een begrenzingsorgaan worden geplaatst.
- Het opheffen van de klemwerking op de steeleinden van de bloemen en 30 het laten vrijkomen en onder invloed van het begrenzingsorgaan laten samenkomen van de stelen van de bloemen waarbij de bloemen in een liggende positie op het opvangorgaan worden neergelegd.
, - '··· ·: O O
5
Als er hier gesproken wordt over een horizontale oriëntatie van de bloemen moet dit begrepen worden als zijnde in hoofdzaak horizontaal. Bloemen kunnen uiteraard ook worden neergelegd op een vlak dat onder een kleine hoek staat t.o.v. een horizontaal vlak. Belangrijk is uiteraard dat niet significant wordt 5 afgeweken van het horizontale vlak omdat de bloemen dan onder invloed van de zwaartekracht kunnen gaan verschuiven.
Het voordeel van deze werkwijze is dat hiermee èen verzameling bloemen wordt samengesteld waarbij iedere bloem in de verzameling wordt geklemd en waarbij de klemwerking op alle bloemen behorend tot de verzameling pas wordt 10 opgeheven nadat de groep bloemen is neergelegd. Hiermee wordt bereikt dat er tijdens het bundelen geen bloemen kunnen vallen.
Het samenbrengen van de bloemen in een verzamelorgaan kan op verschillende manieren plaats vinden. Het is voordelig indien de bloemen in een verzamelorgaan met de steeleinden dicht tegen elkaar aan worden geplaatst.
15 Er ontstaat op deze manier een compacte verzameling bloemen die door onderlinge steun eikaars bladeren gestrekt houden. Eventueel kan gedurende het verzamelenvande bloemen in het verzamelorgaan gebruik worden gemaakt van een gerichte luchtstroom om de bladeren gestrekt te krijgen ofte houden. Deze luchtstroom dient gericht te zijn van boven naar beneden langs 20 de bloemen. Indien er een grotere bundel bloemen dient te worden samengesteld kan gebruik gemaakt worden van meerdere verzamelorganen. Het is dan voordelig om de verzamelorganen waarvan de bloemen gezamenlijk tot één te vormen bundel behoren samen te voegen alvorens deze verzamelorganen gezamenlijk te verplaatsen. Ook gedurende het 25 samenvoegen van verzamelorganen kan gebruik worden gemaakt van een gerichte luchtstroom. Tulpenbloemen worden dikwijls gebundeld tot bundels van tien bloemen. In dat geval kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van twee verzamelorganen waarbij ieder verzamelorgaan vijf tulpenbloemen bevat.
In een meer specifieke uitvoeringsvorm van deze werkwijze worden de 30 tulpenbloemen in een verzamelorgaan verzameld in een rij achter elkaar waarbij de steeleinden van de bloemen nagenoeg tegen elkaar worden geplaatst. Hiermee wordt het voordeel verkregen dat de tulpen die aangevoerd l! ί ' i 6 worden door het transportorgaan eenvoudig achter elkaar in een rij in het verzamelorgaan kunnen worden geplaatst. Door nu de bloemen, opgenomen in het transportorgaan, te verplaatsen in een richting loodrecht op de transportrichting kunnen de bloemen naar keuze in verschillende 5 verzamelorganen worden geplaatst. Ook is het zodoende mogelijk de tulpenbloemen langs een verzamelplaats met één of meerdere verzamelorganen te voeren en te transporteren naar een volgende verzamelplaats waardoor gesorteerd bossen van bloemen mogelijk wordt. Hierbij moet gedacht worden aan het sorteren op lengte, rijpheid, gewicht, 10 diverse afwijkingen, enz.
Zoals reeds vermeld heeft de uitvinding niet alleen betrekking op een werkwijze voor het bundelen van bloemen, maar ook op een inrichting waarin deze werkwijze kan worden uitgevoerd. Overeenkomstig de uitvinding is deze 15 inrichting, waarin de afzonderlijke bloemen in verticale oriëntatie met de bloemknoppen naar beneden gericht middels een transportorgaan worden aangevoerd voorzien van : - Eén of meerdere bloemhouders elk voorzien van een klemorgaan waarin de bloemen op een rij in verticale oriëntatie met de bloemknop naar beneden 20 gericht kunnen worden geplaatst, en waarbij iedere bloem met het steeleinde in de bloemhouder kan worden geklemd - Een opvangorgaan waarop bloemen liggend, in horizontale oriëntatie kunnen worden geplaatst - Verplaatsingsmiddelen waarmee een met bloemen gevulde bloemhouder 25 verplaatst kan worden naar genoemd opvangorgaan waarbij tevens de oriëntatie van de in de bloemhouder opgenomen bloemen veranderd wordt van verticaal naar horizontaal.
- Begrenzingsorgaan waar de bloemen met hun stelen in kunnen worden geplaatst waardoor de stelen van de bloemen bij elkaar kunnen worden 30 gevoegd nadat de klemwerking op de steeleinden van de bloemen in betreffende bloemhouder is opgeheven en de stelen vanuit de betreffende steelhouder(s) vrij gekomen zijn.
1 r\911 00 7
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een bloemhouder bevat deze een geleidingsorgaan waarlangs de bloemen op een rij achter elkaar worden geplaatst en waartegen de bloemen worden aan geklemd. Dit klemmen geschiedt bij voorkeur door een indrukbare band die uitstrekbaar is langs het 5 geleidingsorgaan in een richting parallel aan het geleidingsorgaan. De indrukbaarheid van de band is noodzakelijk omdat de steeleinden van bloemen in dikte kunnen verschillen. Door toepassing van een voldoende indrukbare band, bijvoorbeeld door deze te bekleden met schuimrubber, kan met dezelfde band iedere individuele bloem in de houder worden aangedrukt tegen het 10 geleidingsorgaan. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is dat gedurende het vullen van een houder met bloemen, de band steeds op het juiste moment en tot de juiste positie langs het geleidingsorgaan dient te worden uitgestrekt. Immers als de band niet ver genoeg wordt uitgestrekt wordt de aankomende bloem niet goed geklemd. Anderzijds is het zo dat indien de band te ver wordt 15 uitgestrekt, de volgende aankomende bloem niet meer dicht tegen de voorgaande bloem kan worden geplaatst. Door gebruik te maken van een — detector kan dë positie van dë blöëmen iri“dë bloemhouder wórden waargenomen. Dit biedt de mogelijkheid om in afhankelijkheid van het waargenomen detectorsignaal de band uit te strekken. Hierbij is het voordelig 20 om de sensor qua positie te koppelen aan de positie van de band langs het geleidingsorgaan. Dit kan bijvoorbeeld geschieden door de sensor te bevestigen op een slede waarmee de uitgestrektheid van de band wordt ingesteld.
Het betrouwbaar vullen van een bloemhouder met bloemen is mogelijk als elke 25 aangevoerde bloem, welke middels een grijper opgenomen in het transportorgaan wordt aangevoerd, pas door deze grijper wordt losgelaten nadat de klemkracht op de betreffende bloem in de bloemhouder is aangebracht. Middels nauwkeurige timing van enerzijds het openen van een grijper die hiertoe stuurbaar geopend dient te kunnen worden waardoor de 30 bloem wordt losgelaten, en anderzijds het uitstrekken van de band waarmee de bloem geklemd wordt in de bloemhouder kan een tamelijk betrouwbare overname van de bloem worden gerealiseerd. Toch blijft deze werkwijze kritisch 1 (' '· ; ' -i I t Jl . * \ j 8 : indien de grijper de bloem te laat loslaat kan steelbreuk ontstaan, indien de grijper de bloem te vroeg loslaat kan de bloem vallen. Het is daarom zeer voordelig gebleken om iedere bloemhouder te voorzien van een blokkeerorgaan waartegen het uiteinde van de steel van de eerste in de betreffende houder 5 geplaatste bloem wordt geplaatst. Hierdoor kan de steel niet breken indien de grijper de bloem later loslaat dan het moment waarop de klemkracht in de bloemhouder is aangebracht. Het steeleinde van de eerste geplaatste bloem dient vervolgens als blokkeermiddel voor de volgende geplaatste bloem, enzovoorts. Het is mogelijk gebleken om de grijpers waarin de bloemen worden 10 aangevoerd zo uit te voeren dat de bloemen met het steeleinde hierin worden geklemd, waarbij de bekken van de klem, nadat de bloem met het steeleinde tegen het blokkeerorgaan is geplaatst, langs de steel schuiven en onder invloed van een in de grijper aangebrachte veerconstructie vanzelf dichtklappen op het moment dat de bekken van de steel af glijden.
15
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van bijgevoegde tekeningen. Hierin tonen :
Fig.1 Een eerste overzichtstekening van de inrichting vanuit een eerste richting gezien.
20 Fig.2 Een tweede overzichtstekening van de inrichting vanuit een tweede, richting gezien.
Fig.3 Een overzichtstekening van een tweetal met bloemen gevulde en tegen elkaar geplaatste bloemhouders.
Fig.4. Een bovenaanzicht van een tweetal met bloemen gevulde en tegen 25 elkaar geplaatste bloemhouders.
Fig.5. Een bovenaanzicht van twee nog niet tegen elkaar aan geplaatste bloemhouders waarbij één bloemhouder geheel en de andere bloemhouder gedeeltelijk is gevuld met bloemen.
Fig.6. Een overzichtstekening van twee nog niet tegen elkaar aan geplaatste 30 bloemhouders waarbij één bloemhouder geheel en de andere bloemhouder gedeeltelijk is gevuld met bloemen.
In alle tekeningen worden overeenkomstige onderdelen met dezelfde ino11 Π 0 9 nummering aangeduid. Zoals in figuur 1 aangegeven worden bloemen aangevoerd in grijpers (7) welke door het transportorgaan (14) verplaatst worden in de richting aangegeven door pijl P. De grijpers zijn verplaatsbaar langs geleidingsstangen (8) in een richting loodrecht op de transportrichting. In 5 figuur 1 en figuur 6 is te zien dat de bloemen in de grijpers in een bloemhouder (5,6) worden geplaatst. De eerste bloem die in de bloemhouder wordt geplaatst wordt tegen een blokkeerorgaan 9 aangedrukt. Na het plaatsen van de eerste bloem achter in de bloemhouder tegen het blokkeerorgaan, kunnen de volgende bloemen in de houder worden geplaatst waarbij steeds het steeleinde 10 van de voorgaande bloem als blokkeermiddel voor de volgende bloem dienst doet. Hiermee wordt bereikt dat de steeleinden (2) niet breken en dat de stelen dicht tegen elkaar aan worden geplaatst.
In figuur 6 is duidelijk te zien dat bloemhouder (5) geheel is gevuld met bloemen en dat in bloemhouder 6 één bloem is geplaatst. De bloemen worden in een 15 bloemhouder geplaatst in een rij achter elkaar langs het geleidingsorgaan (10) dat in deze figuren als een strip is uitgevoerd. In de figuren 5 en 6 zijn de posities van twee bloemhouders behorend tot één verzamelplaats weergegeven in welke posities de bloemhouders worden gevuld met bloemen. Middels een verplaatsingsorgaan (13) kunnen de bloemhouders tegen elkaar aan worden 20 geplaatst. Tegen elkaar aan geplaatste bloemhouders zijn weergegeven in figuur 3 en 4. De bloemen in een bloemhouder worden aangedrukt middels een aandrukorgaan (11) waarbij het gebied waarover het aandrukorgaan aandrukt ingesteld kan worden door een actuator (12). In figuur 5 is te zien dat het aandrukorgaan zich uitstrekt over vijf bloemen in bloemhouder (5) en over één 25 bloem in bloemhouder (6). In het uitvoeringsvoorbeeld zoals weergegeven in de figuren wordt het aandrukorgaan gevormd door een band voorzien van een indrukbare laag rubber of schuimrubber. De uitgestrektheid van de band is instelbaar door de band aan één kant te fixeren en de slede (15) waarin zich twee keerorganen bevinden waaromheen de band kan lopen te verplaatsen in 30 de richting aangegeven door de pijlen Q en R in figuur 5. Door de slede (15) te bewegen in de richting Q kunnen bloemen die worden toegevoerd worden geklemd. Door de slede te bewegen in de richting R kan de klemkracht op de ·- 0? . i i 10 bloemen weer worden opgeheven. Zoals eerder aangegeven is het zinvol gebleken om op de slede een sensor te plaatsen waarmee de positie van in de houder geplaatste stelen kan worden gedetecteerd. Hiermee kan precies worden bepaald waar de laatst geplaatste bloem in de houder is 5 gepositioneerd, en op welk moment en tot hoever de slede opnieuw verplaatst moet worden voor het klemmen van de volgende bloem. Nadat bloemhouders met bloemen zijn gevuld kunnen deze worden getransporteerd langs de transportbaan (3) om de bloemen vervolgens te kunnen bundelen op opvangorgaan (4) waarbij de steeleinden geplaatst worden in 10 begrenzingsorgaan (16). Door gebruik te maken van een gebogen transportbaan (3) kan een verplaatsing van de bloemhouders worden gerealiseerd en kan de oriëntatie van de bloemen in de houders worden gewijzigd. Het begrenzingsorgaan (16) kan op diverse manieren worden uitgevoerd, bijvoorbeeld op de manieren zoals beschreven in NL 8500245. Bij 15 voorkeur is het begrenzingsorgaan uitgevoerd als een tweetal tegen elkaar aangedrukte schuimrubber wielen, zoals beschreven in NL8500245 waartussen de stelen van de bloemen, terwijl ze zich nog in de bloemhouders bevinden, worden geplaatst. Door vervolgens de klemwerking op de bloemen op te heffen en de bloemhouders te verplaatsen ten opzichte van de 20 steeleinden zullen de steeleinden vrijkomen en door de verende werking van de schuimwielen netjes als bundel tegen elkaar aan komen te liggen.
De uitvinding is niet beperkt tot de aan de hand van de tekeningen beschreven uitvoeringsvoorbeelden, doch omvat allerlei modificaties hierop, uiteraard voor zover deze vallen onder de beschermingsomvang van de hiernavolgende 25 conclusies. Zo kan een begrenzingsorgaan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als V -vormige houder waarin de bloemen min of meer driezijdig worden begrensd. Vervolgens kunnen de bloemen van boven af worden aangedrukt in de V -vormige houder, bijvoorbeeld met een schuimrubberen band. Het verplaatsen van de bloemhouders van de vulplaats naar de losplaats kan op diverse 30 manieren. De bloemhouders kunnen bijvoorbeeld geplaatst zijn op een robotarm, echter het is ook mogelijk gebruik te maken van een zijdelings buigende rollenketting waaraan de houders zijn bevestigd. Een dergelijke 1021100 11 constructie wordt beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage NL 1018970. Verder kan de inrichting worden uitgebreid met diverse bekende hulpmiddelen. Zo kan het bijvoorbeeld zinvol zijn om de bloemen tijdens het ondergaan van de oriëntatiewijziging en het neerleggen van de bloemen te ondersteunen om naar 5 beneden hangend blad te voorkomen. Ook kan het zinvol zijn om de bladeren van de bloemen, tijdens het ondergaan van de oriëntatiewijziging gestrekt te houden door toepassing van een gerichte luchtstroom.
Het loslaten van de bloemen uit de bloemhouders en het terug plaatsen van de bloemhouders naar de vulplaats kan ook op diverse manieren worden 10 uitgevoerd. In een voorkeursuitvoeringsvorm worden de bloemen gebundeld in opvangorganen die bevestigd zijn op een tweede transportorgaan. Door opheffing van de klemkracht in de bloemhouders en het verplaatsen van het transportorgaan komen de steeleinden van de bloemen vrij van de bloemhouders, kan de bundel zich vormen en kan de bloemhouder worden 15 teruggeplaatst naar de verzamelplaats.
Het klemmen van de bloemen in de bloemhouders kan ook op andere manieren. Zo kan er bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een aantal pneumatische cylinders. De actuator waarmee de uitgestrektheid van de band middels verplaatsing van de slede wordt ingesteld kan ook op diverse manieren 20 worden uitgevoerd. Zo kan gebruik worden gemaakt van een hydraulische cylinder of van een pneumatische cylinder in combinatie met een regelventiel. Ook draaistroommotoren of servomotoren kunnen worden toegepast. De band waarmee de bloemen worden aangedrukt kan uiteraard ook als flexibele snaar of riem zijn uitgevoerd.
25 1 0 ? ·, 1 0 0

Claims (12)

1. Werkwijze voor het bundelen van bloemen, in het bijzonder tulpenbloemen, waarbij de bloemen afzonderlijk in verticale oriëntatie met de bloemknoppen 5 naar beneden gericht, middels een transportorgaan worden aangevoerd met als kenmerken: - Het verzamelen van bloemen in een verzamelorgaan waarbij iedere in dit verzamelorgaan te verzamelen bloem in in hoofdzaak verticale oriëntatie met de bloemknop naar beneden gericht in betreffend verzamelorgaan 10 wordt geplaatst waarbij het einde van de steel in betreffend verzamelorgaan wordt vastgeklemd. - Het verplaatsen van een met bloemen gevuld verzamelorgaan naar een opvangorgaan waarbij de oriëntatie van alle bloemen die opgenomen zijn in betreffend verzamelorgaan gewijzigd wordt van verticaal naar 15 horizontaal zodat de bloemen in liggende positie op genoemd opvangorgaan kunnen worden geplaatst, en waarbij de stelen van de bloemen in een begrenzingsorgaan worden geplaatst. - Het opheffen van de klemwerking op de steeleinden van de bloemen en het laten vrijkomen en onder invloed van het begrenzingsorgaan laten 20 samenkomen van de stelen van de bloemen waarbij de bloemen in een liggende positie op het opvangorgaan worden neergelegd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1 waarbij tijdens het verzamelen van bloemen in een verzamelorgaan een luchtstroom wordt toegevoerd langs de bloemen 25 van boven naar beneden gericht.
3. Werkwijze volgens conclusie 1of 2 met als kenmerk dat meerdere verzamelorganen worden toegepast voor het vormen van één dezelfde bundel bloemen. 30
4. Werkwijze volgens conclusie 3 met als kenmerk dat meerdere verzamelorganen, nadat deze zijn gevuld met bloemen, samen worden gevoegd alvorens deze met bloemen gevulde verzamelorganen samen en tegelijkertijd te verplaatsen naar een opvangorgaan.
5. Werkwijze volgens conclusie 4 met als kenmerk dat tijdens het samenvoegen 5 van de verzamelorganen een luchtstroom wordt toegevoerd langs de bloemen, van boven naar beneden gericht.
6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de bloemen in een verzamelorgaan worden geplaatst achter elkaar in een rij 10 met de steeleindén nagenoeg tegen elkaar aan.
7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies waarbij de bloemen worden gesorteerd en per sortering naar een verzamelplaats worden gevoerd, waarbij elke verzamelplaats is voorzien van één of meerdere verzamelorganen. 15
8. Inrichting voor het bundelen van bloemen waarin de bloemen in verticale oriëntatie met de bloemknoppen naar beneden gericht worden aangevoerd voorzien van : - Eén of meerdere bloemhouders elk voorzien van een klemorgaan waarin de 20 bloemen op een rij in verticale oriëntatie met de bloemknop naar beneden gericht kunnen worden geplaatst, en waarbij iedere bloem met het steeleinde in de bloemhouder kan worden geklemd - Een opvangorgaan waarop bloemen liggend, in horizontale oriëntatie kunnen worden geplaatst
25. Verplaatsingsmiddelen waarmee een met bloemen gevulde bloemhouder verplaatst kan worden naar genoemd opvangorgaan waarbij tevens de oriëntatie van de in de bloemhouder opgenomen bloemen veranderd wordt van verticaal naar horizontaal. - Begrenzingsorgaan waar de bloemen met hun stelen in kunnen worden 30 geplaatst waardoor de stelen van de bloemen bij elkaar kunnen worden gevoegd nadat de klemwerking op de steeleinden van de bloemen in betreffende bloemhouder is opgeheven en de stelen vanuit de betreffende i n 911 η n steelhouder(s) vrij gekomen zijn.
9. Inrichting volgens conclusie 8 waarbij elke bloemhouder een geleidingsorgaan bevat waarlangs de bloemen op een rij achter elkaar worden 5 geplaatst en waarbij het tot de bloemhouder behorende klemorgaan, waarmee de bloemen tegen het geleidingsorgaan worden aangedrukt, wordt gevormd door een indrukbare band die uitstrekbaar is langs het geleidingsorgaan in een richting parallel aan het geleidingsorgaan.
10. Inrichting volgens conclusie 9 waarbij detectiemiddelen aanwezig zijn voor het vaststellen van de positie van in de bloemhouder geplaatste bloemen.
11. Inrichting volgens conclusie 10 waarbij de uitgestrektheid van de band langs het geleidingsorgaan wordt ingesteld afhankelijk van de door 15 detectiemiddelen vastgestelde posities van geplaatste en nog te plaatsen bloemen in betreffende bloemhouder.
12. Inrichting volgens één van de conclusies 8-11 waarbij iedere bloemhouder voorzien is van een blokkeerorgaan waar tegen het uiteinde van de steel van 20 de eerste in de betreffende houder geplaatste bloem wordt geplaatst. 25
NL1021100A 2002-07-18 2002-07-18 Werkwijze en inrichting voor het bundelen van bloemen. NL1021100C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021100A NL1021100C1 (nl) 2002-07-18 2002-07-18 Werkwijze en inrichting voor het bundelen van bloemen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021100 2002-07-18
NL1021100A NL1021100C1 (nl) 2002-07-18 2002-07-18 Werkwijze en inrichting voor het bundelen van bloemen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1021100C1 true NL1021100C1 (nl) 2004-01-20

Family

ID=31885125

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1021100A NL1021100C1 (nl) 2002-07-18 2002-07-18 Werkwijze en inrichting voor het bundelen van bloemen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1021100C1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2001529C2 (nl) * 2008-04-25 2009-11-04 Florian Holding B V Inrichting en werkwijze voor het verwerken van bloemen.

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2001529C2 (nl) * 2008-04-25 2009-11-04 Florian Holding B V Inrichting en werkwijze voor het verwerken van bloemen.
NL2003705C2 (nl) * 2008-04-25 2010-07-21 Florian Holding B V Inrichting en werkwijze voor het verwerken van bloemen.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5157899A (en) Method of and apparatus for sorting and bundling flowers
NL2014155B3 (en) Apparatus and method for planting plant cuttings.
NL1031944C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bufferen van houders met planten.
WO2018172376A1 (en) Mushroom handling apparatus
NL1009464C2 (nl) Groeperen van snijbloemen.
NL1021100C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bundelen van bloemen.
NL1031333C2 (nl) Inrichting voor het verwerken van bloemen.
JP5087998B2 (ja) 接木装置
NL1012981C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bossen van bloemen.
NL2022385B1 (en) Apparatus and Method for Placing Bulbs
FR2494215A1 (fr) Dispositif pour le transport de sacs vides ouvrant a leur partie superieure depuis un magasin jusqu'a un poste d'ouverture
NL1018970C2 (nl) Bloemorientatiewijziging bij bossen.
FR2601228A1 (fr) Procede et appareil pour installer mecaniquement et recolter de la chicoree.
NL2003072C2 (nl) Plantinrichting en werkwijze voor het planten van houders met teeltmateriaal in een ondergrond.
NL1032805C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het sorteren van bloemen.
NL1020432C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het oogsten, transporteren en verenkelen van bloemen en takken.
NL1026753C2 (nl) Oogstinrichting.
NL1009000C2 (nl) Werkwijze voor het opslaan en verplaatsen van gewasdelen alsmede transport/opslaghouder.
US20100147751A1 (en) Mail Holder for Use in a Mail Sorting System
US20060037242A1 (en) Device and method for fitting a sleeve around a pot plant
NL2021618B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen van eieren
JP3667805B2 (ja) 苗の接ぎ木方法
NL1011963C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de eigenschappen van een gewas.
NL1018513C2 (nl) Snijbloementransportinrichting.
NL1028368C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verplaatsen van bolbloemen.

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080201