NL1020608C2 - Systeem omvattende althans in hoofdzaak stalen liggers, in het bijzonder ten behoeve van de staal- en/of betonskeletbouw. - Google Patents

Systeem omvattende althans in hoofdzaak stalen liggers, in het bijzonder ten behoeve van de staal- en/of betonskeletbouw. Download PDF

Info

Publication number
NL1020608C2
NL1020608C2 NL1020608A NL1020608A NL1020608C2 NL 1020608 C2 NL1020608 C2 NL 1020608C2 NL 1020608 A NL1020608 A NL 1020608A NL 1020608 A NL1020608 A NL 1020608A NL 1020608 C2 NL1020608 C2 NL 1020608C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
beams
profile beam
stacking
frame
stacking aid
Prior art date
Application number
NL1020608A
Other languages
English (en)
Inventor
Johann Jakob Grunbauer
Original Assignee
Constructiewerkplaats G C Gr N
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Constructiewerkplaats G C Gr N filed Critical Constructiewerkplaats G C Gr N
Priority to NL1020608A priority Critical patent/NL1020608C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1020608C2 publication Critical patent/NL1020608C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/16Load-carrying floor structures wholly or partly cast or similarly formed in situ
    • E04B5/17Floor structures partly formed in situ
    • E04B5/23Floor structures partly formed in situ with stiffening ribs or other beam-like formations wholly or partly prefabricated
    • E04B5/26Floor structures partly formed in situ with stiffening ribs or other beam-like formations wholly or partly prefabricated with filling members between the beams
    • E04B5/261Monolithic filling members
    • E04B5/265Monolithic filling members with one or more hollow cores
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/62Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
    • E04B1/92Protection against other undesired influences or dangers
    • E04B1/94Protection against other undesired influences or dangers against fire
    • E04B1/941Building elements specially adapted therefor
    • E04B1/943Building elements specially adapted therefor elongated
    • E04B1/944Building elements specially adapted therefor elongated covered with fire-proofing material
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/02Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units
    • E04B5/04Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units with beams or slabs of concrete or other stone-like material, e.g. asbestos cement
    • E04B5/043Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units with beams or slabs of concrete or other stone-like material, e.g. asbestos cement having elongated hollow cores
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/16Load-carrying floor structures wholly or partly cast or similarly formed in situ
    • E04B5/17Floor structures partly formed in situ
    • E04B5/23Floor structures partly formed in situ with stiffening ribs or other beam-like formations wholly or partly prefabricated
    • E04B5/29Floor structures partly formed in situ with stiffening ribs or other beam-like formations wholly or partly prefabricated the prefabricated parts of the beams consisting wholly of metal
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C3/00Structural elongated elements designed for load-supporting
    • E04C3/02Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces
    • E04C3/04Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of metal
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G21/00Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
    • E04G21/14Conveying or assembling building elements
    • E04G21/142Means in or on the elements for connecting same to handling apparatus
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C3/00Structural elongated elements designed for load-supporting
    • E04C3/02Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces
    • E04C3/04Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of metal
    • E04C2003/0404Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of metal beams, girders, or joists characterised by cross-sectional aspects
    • E04C2003/0426Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of metal beams, girders, or joists characterised by cross-sectional aspects characterised by material distribution in cross section
    • E04C2003/043Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of metal beams, girders, or joists characterised by cross-sectional aspects characterised by material distribution in cross section the hollow cross-section comprising at least one enclosed cavity
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C3/00Structural elongated elements designed for load-supporting
    • E04C3/02Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces
    • E04C3/04Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of metal
    • E04C2003/0404Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of metal beams, girders, or joists characterised by cross-sectional aspects
    • E04C2003/0443Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of metal beams, girders, or joists characterised by cross-sectional aspects characterised by substantial shape of the cross-section
    • E04C2003/0465Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of metal beams, girders, or joists characterised by cross-sectional aspects characterised by substantial shape of the cross-section square- or rectangular-shaped

Description

« 5 i
SYSTEEM OMVATTENDE ALTHANS IN HOOFD ZAAK STALEN LIGGERS, IN HET BIJZONDER TEN BEHOEVE VAN DE STAAL- ΕΝ/OF BETONSKELETBOUW
De uitvinding heeft betrekking op een systeem omvattende althans in hoofdzaak stalen liggers, in het bijzonder ten behoeve van de staal- en/of betonskeletbouw, waarbij elke ligger een profielbalk bevat die aan diens onderzijde is 10 voorzien van een, ten opzichte van ten minste één zijwand van de profielbalk uitstekende flens waarop althans gedeeltelijk een brandwerend materiaal is aangebracht. Een dergelijke ligger wordt wel een geïntegreerde ligger genoemd, daar de ligger geïntegreerd wordt in het vlak van een vloer en niet 15 onder het vlak van de vloer wordt geplaatst. Indien de profielbalk gesloten is en de flens naar beide kanten van de profielbalk uitsteekt, spreekt men van een zogenaamde "hoedligger", terwijl in het geval dat de flens naar één kant van de gesloten profielbalk uitsteekt, sprake is van een 20 zogenaamde "petligger". Opgemerkt wordt dat de uitvinding zich niet beperkt tot deze typen liggers, doch zich eveneens uitstrekt tot andere liggers met een profielbalk in de vorm van bijvoorbeeld een T of een H.
25 Een dergelijk systeem is algemeen bekend. Bij het bekende systeem worden de liggers met hijskabels opgehesen teneinde in een positie te worden gebracht waarin de liggers in het skelet van een bouwwerk worden bevestigd. Dit hijsen kan geschieden door middel van een om een ligger aan te brengen 30 strop, hetgeen het gevaar van kantelen met zich meebrengt juist op het moment dat de hijskabels worden strakgetrokken.
Om een ligger op efficiëntere en meer betrouwbare wijze in een nauwkeurige positie te kunnen hijsen, kan het hijsen tevens geschieden door de hijskabels te bevestigen aan een i (; oa 2 tevens geschieden door de hijskabels te bevestigen aan een van hijsogen voorziene hijspen aan weerszijden van de ligger en op (gelijke) afstand van de ligger. Deze laatste mogelijkheid is uitvoerig beschreven in het Nederlandse 5 octrooi no. 1003454 d.d. 28 juni 1996 van dezelfde
Aanvraagster, welke hier thans als ingelast dient te worden beschouwd. De flenzen van de bekende liggers worden veelal pas in gemonteerde toestand bekleed met een brandwerend materiaal; dit is ofwel een brandwerend plaatmateriaal dat 10 door bijvoorbeeld een timmerman op de flenzen wordt bevestigd, ofwel brandwerend spuitmateriaal op basis van gips, verf of cement. In beide gevallen vindt het aanbrengen op omslachtige en vanuit ergonomisch standpunt gezien op arbeidsonvriendelijke wijze (namelijk op een verrijdbare 15 stelling werkend boven het hoofd) plaats. Ook is het bekend om de bovengenoemde flenzen vóór montage te bekleden met een brandwerende verf, hetgeen als bezwaar heeft dat de brandwerende verf tijdens opslag en transport van de liggers naar de bouwplaats reeds kan beschadigen, met alle nadelige 20 gevolgen voor wat betreft de brandwerendheid van de liggers van dien.
Het is het doel van de uitvinding de eerdergenoemde bezwaren van de stand van de techniek te ondervangen, dat wil zeggen 25 de uitvinding beoogt een hierboven aangegeven systeem, waarbij de flenzen van de liggers op efficiënte en betrouwbare wijze van een brandwerend materiaal kunnen worden voorzien, zonder dat het risico bestaat dat dit materiaal reeds vóór montage van de liggers kan beschadigen.
30
Hiertoe heeft een systeem van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding als bijzonderheid dat het systeem voorts een gestel bevat, waarin de liggers -vóór bevestiging i n η n a 3 in het skelet van een bouwwerk- op afstand van elkaar kunnen worden gestapeld. Hierdoor ligt het met het brandwerende materiaal beklede buitenoppervlak van de flens van de ligger telkens vrij en kan derhalve niet worden beschadigd, noch ♦ 5 tijdens opslag van de liggers, noch tijdens transport van de liggers naar de bouwplaats. Zoals nog nader aan de hand van de figuurbeschrijving zal worden toegelicht, verdient het volgens de uitvinding de voorkeur om steenwol te gebruiken als brandwerend materiaal. Het steenwol wordt daarbij om de 10 flenzen van de liggers gevouwen en daarop plaatselijk verlijmd. Om het vouwen van het steenwol te vergemakkelijken, bezit dat materiaal in het algemeen verzwakkingslijnen, in het bijzonder vouwlijnen. Eventueel is het steenwol aan diens buitenzijde gecacheerd met aluminiumfolie. Aldus met steenwol 15 beklede liggers worden in het gestel stapelsgewijs opgeslagen, vervolgens daarin met behulp van een vrachtwagen naar de bouwplaats vervoerd en tenslotte één voor één vanaf het gestel ofwel direct in het skelet van een bouwwerk gemonteerd ofwel eerst op een tussentijdse opslagplaats 20 neergelegd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een systeem overeenkomstig de uitvinding is aan elke ligger een stapelhulpstuk aangebracht. In het bijzonder strekt het 25 stapelhulpstuk vanaf twee tegenover elkaar liggende zijwanden van de profielbalk zich buitenwaarts uit.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding reikt het stapelhulpstuk door een 30 uitsparing in de profielbalk. Indien de profielbalk een gesloten profielbalk is, zijn in tegenover elkaar liggende zijwanden van de profielbalk onderling corresponderende uitsparingen aangebracht, waardoorheen het stapelhulpstuk 4 reikt. Eventueel zijn de onderling corresponderende uitsparingen daarbij verbonden door een buisvormig deel. Bij voorkeur bevat het stapelhulpstuk een pen.
5 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een systeem overeenkomstig de uitvinding is het gestel voorzien van losse, boven elkaar aanbrengbare ondersteuningen voor de liggers. Deze afzonderlijke ondersteuningen vormen als het ware jukken ter ondersteuning van de liggers, waarbij het met 10 het brandwerende materiaal beklede buitenoppervlak van de flens van de ligger telkens vrij ligt.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding rust een bovenliggende ondersteuning in 15 bedrijfstoestand op een onderliggende ondersteuning. De ondersteuningen worden derhalve steunend op elkaar gestapeld. In een andere voorkeursvariant rust een bovenliggende ondersteuning in bedrijfstoestand op een onderliggende ligger.
20
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een systeem overeenkomstig de uitvinding bevat elke ondersteuning een althans in hoofdzaak U-vormiga dwarsdoorsnede en zijn de benen van de U-vormige dwarsdoorsnede ieder voorzien van een 25 uitsparing voor het opnemen van het stapelhulpstuk van een door de desbetreffende ondersteuning te ondersteunen ligger. Het stapelhulpstuk kan in het bijzonder in de uitsparing middels een borging worden geborgd.
30 De uitvinding heeft tevens betrekking op een ligger kennelijk geschikt voor toepassing bij een systeem volgens de uitvinding, waarbij aan de ligger een stapelhulpstuk is aangebracht.
Ί i. - i . i' ς ·* 1 f x i · ï ï *3 5
De uitvinding refereert eveneens aan een gestel kennelijk geschikt voor toepassing bij een systeem overeenkomstig de uitvinding, waarbij het gestel is voorzien van losse, boven 5 elkaar aanbrengbare ondersteuningen voor de liggers.
De uitvinding is ook gerelateerd aan een stapelhulpstuk kennelijk geschikt voor toepassing bij een systeem volgens de uitvinding, waarbij het stapelhulpstuk een pen bevat.
10
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren van met name een uitvoeringsvoorbeeld van het onderhavige systeem, waarin verdere kenmerken van de uitvinding, die zowel afzonderlijk 15 als in combinatie kunnen worden toegepast, verder zullen worden beschreven.
Figuren 1 en 2 tonen ter illustratie in perspectief enkele liggers behorend tot een systeem volgens de uitvinding; 20
Figuur 3 geeft een wijze weer waarop een van de liggers van figuur 2 als geïntegreerde ligger in het skelet van een bouwwerk is bevestigd; 25 Figuur 4 laat een manier volgens de stand van de techniek zien waarop een brandwerend spuitmateriaal op basis van gips of cement op reeds gemonteerde liggers van figuur 3 wordt gespoten;
Figuur 5 toont enkele wijzen waarop liggers met behulp van hijskabels kunnen worden opgehesen; 1 30 ü 6
Figuren 6 tot en met 9 geven in detail weer een manier overeenkomstig de uitvinding voor het in een gestel stapelen van liggers; 5 Figuur 10 heeft betrekking op het bekleden van een ligger met steenwol als brandwerend materiaal volgens de uitvinding.
Figuren 1 en 2 laten als voorbeeld enkele bekende liggers zien, waarop de onderhavige uitvinding kan worden toegepast, 10 namelijk een zogenaamde SFB-ligger met een in dwarsdoorsnede H-vormige profielbalk 1 aan de onderzijde waarvan een naar beide kanten daarvan uitstekende flens 2 is gelast (figuur la), een zogenaamde IFB-ligger corresponderend met de SFB-ligger van figuur la, doch waarbij sprake is van een in 15 dwarsdoorsnede T-vormige profielbalk 1 (figuur lb), een zogenaamde IFB-ligger corresponderend met die van figuur lb, doch waarbij de profielbalk 1 is gevormd door op diens verticale lijf een horizontale plaat te lassen (figuur lc), enkele zogenaamde "petliggers" met een gesloten profielbalk 1 20 en een flens 2 die naar één kant van de profielbalk 1 uitsteekt (figuren 2a en 2d), alsmede enkele zogenaamde "hoedliggers" met een gesloten profielbalk 1 aan de onderzijde waarvan een flens 2 naar twee kanten van de profielbalk 1 uitsteekt (figuren 2b en 2c). Zoals figuur 2 25 laat zien, zijn de gesloten profielbalken 1 vervaardigd door aan elkaar gelaste platen. In de figuren 1 en 2 zijn de profielbalken telkens met het verwijzingscijfer 1 aangeduid en zijn de flenzen telkens met het verwijzingscijfer 2 aangegeven.
30
Figuur 3 toont een verticale kolom 3 in de vorm van een in hoofdzaak vierkante gesloten stalen profielbalk. Ter bevestiging van de ligger van figuur 2b aan de kolom 3 is op 102, een vooraf bepaalde plaats een staafvormige verbindingselement aan de kolom 3 gelast. Nadat de ligger aan de kolom 3 is bevestigd, reikt het staafvormige verbindingselement in een rond gat 4 in de bovenwand van de 5 ligger. Dit is uitvoerig beschreven in het reeds genoemde Nederlandse octrooi no. 1003454 waarnaar in dit verband uitdrukkelijk wordt verwezen. De liggers dragen zogenaamde kanaal-cassette platen 5 van beton, alsmede opstaande muren (niet getekend). Zoals figuur 3 laat zien, liggen de liggers 10 geïntegreerd in de vloer.
Om de brandwerendheid van het bouwskelet te vergroten is het bekend, zoals gezegd, om de flenzen 2 van de liggers aan hun buitenzijde te bekleden met een brandwerend materiaal, dat 15 ofwel na montage van de liggers in het skelet van een bouwwerk (plaat- of spuitmateriaal) ofwel vóór montage daarvan wordt aangebracht (brandwerende verf). In figuur 4 is getoond hoe dat tot op heden kan gebeuren. Een op een stelling zich bevindende bouwvakker spuit brandwerend 20 materiaal 6 met als basis gips of cement op de flenzen 2. Het zal duidelijk zijn dat dit zwaar en onplezierig werk is.
In figuur 5 zijn twee wijzen aangegeven waarop de ligger van figuur 2b met hijskabels 7 kan worden opgehesen teneinde in 25 een positie te worden gebracht waarin de ligger in het skelet van een bouwwerk wordt bevestigd. Dit hijsen kan geschieden door middel van een om de ligger aan te brengen strop 8, hetgeen het gevaar van kantelen met zich meebrengt juist op het moment dat de hijskabels 7 worden strakgetrokken (figuur 30 5a). Om de ligger op efficiëntere en meer betrouwbare wijze in een nauwkeurige positie te kunnen hijsen, kan het hijsen tevens geschieden door de hijskabels 7 te bevestigen aan een van hijsogen 9 voorziene hijspen 10 aan weerszijden van de
1 i. i 7. 0 8 OR
8 ligger en op afstand van de ligger (figuur 5b). Deze laatste mogelijkheid is uitvoerig beschreven in het Nederlandse octrooi no. 1003454 d.d. 28 juni 1996 van dezelfde Aanvraagster, welke hier thans als ingelast dient te worden 5 beschouwd.
Figuur 6 geeft weer een wijze overeenkomstig de uitvinding waarop volgens de manier van figuur 5b opgehesen liggers in een gestel worden gestapeld ter opslag en/of ter vervoer in 10 een vrachtwagen naar de bouwplaats. Hierbij zijn de flenzen 2 van aldus in het gestel gestapelde liggers op afstand van elkaar gepositioneerd en liggen derhalve voortdurend vrij.
Dit heeft als belangrijk voordeel dat brandwerend materiaal 6 dat op de buitenzijden van de flenzen 2 is aangebracht 15 alvorens de liggers in het skelet van een bouwwerk worden gemonteerd, niet kan beschadigen. Zoals figuur 6 laat zien, bevat de ligger daartoe een stapelhulpstuk in de vorm van een pen 11 die is gestoken in onderling corresponderende uitsparingen 12 in tegenover elkaar liggende zijwanden van de 20 profielbalk 1. De pen 11 steekt derhalve aan beide zijden van de profielbalk 1 zijwaarts uit. Elke ligger wordt in een daarbij behorende ondersteuning in de vorm van een juk 13 neergehesen, waarbij de pen 11· van de ligger in uitsparingen 14 van het juk 13 worden opgenomen. Deze uitsparingen 14 zijn 25 aangebracht in beide benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van het juk 13 en vernauwen zich bij voorkeur naar beneden toe om speling van de pen 11 in de uitsparingen 14 te voorkomen.
30 Figuur 7 heeft betrekking op een situatie waarin de ligger daadwerkelijk in het daarbij behorende juk 13 is neergehesen en de pen 11 door als borging uitgevoerde borgpennen 15 in de uitsparingen 14 is geborgd, terwijl figuur 8 weergeeft op 1 U 'c Ui; ; 9 welke wijze de liggers boven elkaar in het uit de jukken 13 opgebouwde gestel achtereenvolgens worden gestapeld, zonder dat het brandwerende materiaal 6 aan de buitenzijden van de flenzen 2 wordt beschadigd. Figuur 8 refereert aan een 5 situatie waarin een bovenliggend juk 13 telkens op een onderliggende ligger afsteunt, terwijl figuur 9 toeziet op een situatie waarin een bovenliggend juk 13 op een onderliggend juk 13 afsteunt (het onderste juk 13 rust uiteraard telkens op een ondergrond, bijvoorbeeld de grond of 10 een laadvloer van een vrachtwagen). In het in figuur 9 getekende geval zijn de jukken 13 daartoe bij voorkeur voorzien van samenwerkende stapelprofielen, in het getekende geval in uitsparingen 16 (gelegen aan de onderzijde van de benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van een juk 13) te 15 steken nokken 17 aan de bovenzijde van die benen. In figuren 7, 8 en 9 getekende delen die met die van figuur 6 corresponderen, zijn met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.
20 In figuur 10 onderscheidt men achtereenvolgende stappen a tot en met c voor het met een brandwerend materiaal 6 in de vorm van een strook steenwol 18 bekleden van de buitenzijde van de flens 2 van de ligger van figuur 2b, telkens dwars op de ligger gezien. De strook steenwol 18 is aan diens buitenzijde 25 gecacheerd met aluminiumfolie en wordt om de flens 2 heen gevouwen om vervolgens met behulp van een vuurvast hechtmiddel (lijm) aan de flens 2 te worden bevestigd. Om het vouwen te vergemakkelijken is de strook steenwol 18 voorzien van als vouwlijnen fungerende inkepingen 19. Aldus met 30 steenwol beklede liggers (figuur 10c) worden op de hierboven reeds toegelichte manier in het gestel volgens de uitvinding gestapeld ter opslag en transport. Figuren lOd en 10e tonen in dwarsdoorsnede de ligger van figuur 10c geïntegreerd in de < 10 vloer, waarbij in figuur 10e nog een vloerafwerking 20 is getekend.
De uitvinding beperkt zich niet tot de hierboven besproken 5 uitvoeringsvoorbeelden, doch strekt zich tevens uit tot andere varianten vallend binnen het bereik van de aangehechte conclusies. Zo zal het een vakman duidelijk zijn dat in plaats van de genoemde kanaal-cassette platen 5 ook sprake kan zijn van een staalplaat betonvloer met bijvoorbeeld 10 damwandprofielplaten.

Claims (13)

1. Systeem omvattende althans in hoofdzaak stalen liggers, 5 in het bijzonder ten behoeve van de staal- en/of betonskeletbouw, waarbij elke ligger een profielbalk bevat die aan diens onderzijde is voorzien van een, ten opzichte van ten minste één zijwand van de profielbalk ƒ uitstekende flens waarop althans gedeeltelijk een 10 brandwerend materiaal is aangebracht, met het kenmerk dat het systeem voorts een gestel bevat, waarin de liggers (vóór bevestiging in het skelet van een bouwwerk) op afstand van elkaar kunnen worden gestapeld.
2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij aan elke ligger een stapelhulpstuk is aangebracht.
3. Systeem volgens conclusie 2, waarbij het stapelhulpstuk vanaf twee tegenover elkaar liggende zijwanden van de 20 profielbalk zich buitenwaarts uitstrekt. 1 2 \ Systeem volgens conclusie 2 of 3, waarbij het stapelhulpstuk door een uitsparing in de profielbalk reikt. ' 25 2 Systeem volgens conclusie 2, 3 of 4, waarbij de profielbalk een gesloten profielbalk is en waarbij in tegenover elkaar liggende zijwanden van de profielbalk onderling corresponderende uitsparingen zijn aangebracht, 30 waardoorheen het stapelhulpstuk reikt.
6. Systeem volgens conclusie 5, waarbij de onderling corresponderende uitsparingen zijn verbonden door een buisvormig deel.
7. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 2 tot en met 6, waarbij het stapelhulpstuk een pen bevat.
8. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 7, waarbij het gestel is voorzien van losse, 10 boven elkaar aanbrengbare ondersteuningen voor de liggers.
9. Systeem volgens conclusie 8, waarbij een bovenliggende ondersteuning in bedrijfstoestand op 15 een onderliggende ondersteuning rust.
10. Systeem volgens conclusie 8, waarbij een bovenliggende ondersteuning in bedrijfstoestand op een onderliggende ligger rust. 20
11. Systeem volgens conclusie 8, 9 of 10, waarbij elke ondersteuning een althans in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede bevat en waarbij de benen van de U-vormige dwarsdoorsnede ieder zijn voorzien van een 25 uitsparing voor het opnemen van het stapelhulpstuk van een door de desbetreffende ondersteuning te ondersteunen ligger.
12. Systeem volgens conclusie 11, waarbij het 30 stapelhulpstuk in de uitsparing middels een borging kan worden geborgd.
13. Ligger kennelijk geschikt voor toepassing bij een systeem volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 12, waarbij aan de ligger een stapelhulpstuk is aangebracht. 5
14. Gestel kennelijk geschikt voor toepassing bij een werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 12, waarbij het gestel is voorzien van losse, boven elkaar aanbrengbare ondersteuningen voor de 10 liggers.
15. Stapelhulpstuk kennelijk geschikt voor toepassing bij een werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 12, waarbij het stapelhulpstuk een pen 15 bevat.
NL1020608A 2002-05-16 2002-05-16 Systeem omvattende althans in hoofdzaak stalen liggers, in het bijzonder ten behoeve van de staal- en/of betonskeletbouw. NL1020608C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020608A NL1020608C2 (nl) 2002-05-16 2002-05-16 Systeem omvattende althans in hoofdzaak stalen liggers, in het bijzonder ten behoeve van de staal- en/of betonskeletbouw.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020608 2002-05-16
NL1020608A NL1020608C2 (nl) 2002-05-16 2002-05-16 Systeem omvattende althans in hoofdzaak stalen liggers, in het bijzonder ten behoeve van de staal- en/of betonskeletbouw.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1020608C2 true NL1020608C2 (nl) 2003-11-18

Family

ID=29728900

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020608A NL1020608C2 (nl) 2002-05-16 2002-05-16 Systeem omvattende althans in hoofdzaak stalen liggers, in het bijzonder ten behoeve van de staal- en/of betonskeletbouw.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1020608C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2008119876A1 (en) * 2007-03-30 2008-10-09 Rautaruukki Oyj Composite beam
WO2020167190A1 (en) * 2019-02-14 2020-08-20 Västsvenska Stålkonstruktioner Aktiebolag Fire resistant floor beam with flanges and heat insulation
WO2021214381A1 (en) * 2020-04-24 2021-10-28 Peikko Group Oy Steel beam

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2262810A (en) * 1939-08-31 1941-11-18 Standard Oil Dev Co Pickup device for piles
US2632567A (en) * 1948-04-09 1953-03-24 Eastman Kodak Co Rack for beams
WO1990012173A1 (en) * 1989-04-13 1990-10-18 Deltatek Oy A fire-resistant prefabricated steel beam
NL1003454C2 (nl) 1996-06-28 1998-01-07 Gruenbauer G C Bv Ligger en werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een ligger.
DE29818637U1 (de) * 1998-10-20 1999-01-14 Carle Juergen Transportvorrichtung

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2262810A (en) * 1939-08-31 1941-11-18 Standard Oil Dev Co Pickup device for piles
US2632567A (en) * 1948-04-09 1953-03-24 Eastman Kodak Co Rack for beams
WO1990012173A1 (en) * 1989-04-13 1990-10-18 Deltatek Oy A fire-resistant prefabricated steel beam
NL1003454C2 (nl) 1996-06-28 1998-01-07 Gruenbauer G C Bv Ligger en werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een ligger.
DE29818637U1 (de) * 1998-10-20 1999-01-14 Carle Juergen Transportvorrichtung

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2008119876A1 (en) * 2007-03-30 2008-10-09 Rautaruukki Oyj Composite beam
WO2020167190A1 (en) * 2019-02-14 2020-08-20 Västsvenska Stålkonstruktioner Aktiebolag Fire resistant floor beam with flanges and heat insulation
WO2021214381A1 (en) * 2020-04-24 2021-10-28 Peikko Group Oy Steel beam

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP4917094B2 (ja) レールガイド式クライミングシステム
CN107013045B (zh) 装载平台
JP4872940B2 (ja) 橋梁の架設装置ならびに床版の架設方法および橋梁の架設方法
EP2246288B1 (en) Device for transporting goods, and use thereof
JP5638949B2 (ja) コンクリート表面からコンクリート型枠を取り外す手段
KR102354929B1 (ko) 골조 부재를 위한 컨테이너
JP7172916B2 (ja) 橋梁上部工撤去工法
JP6786070B2 (ja) 橋梁点検用恒久足場の無足場設置工法
NL1020608C2 (nl) Systeem omvattende althans in hoofdzaak stalen liggers, in het bijzonder ten behoeve van de staal- en/of betonskeletbouw.
CN211775640U (zh) 一种装配式楼梯间定型化钢制防护通道
AU2021102347A4 (en) Device for establishing a platform for landing goods
US5492197A (en) Frame parts for temporary ladder
CN108589552A (zh) 一种折叠式悬吊装置
TWI540237B (zh) 鋼構橋樑的施工方法
JP2007247301A (ja) 仮設足場の施工システム
NL2007707C2 (nl) Inrichting voor het ondersteunen van een vloer.
JP2020146090A (ja) 貨物自動車荷台からの墜落防止装置
JPH084512Y2 (ja) 作業用台車の作業フロア
US20230399203A1 (en) Point-loaded lifting fork for lifting standing formwork
JP7318782B2 (ja) 台車
CN108661257A (zh) 一种建筑物楼梯的施工方法
JP7172549B2 (ja) 天井クレーンの盛替え方法及び台車
JP5322216B2 (ja) 鉄骨鉄筋コンクリート造の躯体施工法
KR102188311B1 (ko) 최상층 자재인양 시스템
AU2020202521A1 (en) Improvement in Joists

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20071201