NL1019072C2 - Luchtbehandelingsinrichting. - Google Patents

Description

Luchtbehandelingsinrichting

Het is een wetenschappelijk bekend feit, dat in een land als Nederland met ongeveer 16 miljoen inwoners zo'n 1,6 miljoen Nederlanders leiden aan een allergie. Deze allergieën betekenen vaak heftige reacties op 5 allergenen zoals faeces van huisstofmijt, huidschilfers van dieren en mensen en stuifmeel. Zeer bekend is in dit laatste verband de hooikoorts, die in het bijzonder optreedt in het seizoen, waarin grote hoeveelheden stuifmeel door bloemen worden afgegeven en zich in 10 gesuspendeerde toestand in de lucht bevinden. Deze hoge concentraties stuifmeel kunnen voor allergie-gevoelige personen tot zeer onaangename reacties leiden. Ook de gesuspenseerde faeces van huisstofmijt en huidschilfers van dieren en mensen kunnen vergelijkbare reacties 15 oproepen. Verder bestaat een verwant probleem, dat vele mensen heftig reageren op niet-allergische prikkelende stoffen, zoals tabaksrook, parfum en dergelijke.

Op de markt zijn momenteel vele typen luchtfilters verkrijgbaar. Deze luchtfilters hebben alle 20 als gemeenschappelijk kenmerk, dat de lucht in een te behandelen ruimte wordt gecirculeerd via een filter met gebruikmaking van een ventilator, waardoor aldus de lucht in de gehele ruimte gefilterd wordt. In het bijzonder in het geval van een rustende persoon, althans persoon die 25 zich op één min of meer vaste plaats bevindt, is deze volledige circulatie niet alleen onnodig maar zelfs ongewenst.

Het is een doel van de uitvinding, een luchtbehandelingsinrichting te bieden, die de oorzaken 2 van de beschreven heftige fysieke reacties, in het bijzonder allergische reacties, in zeer vergaande mate onderdrukt en zelfs geheel uitsluit.

Ter realisering van dit doel biedt de 5 uitvinding een luchtbehandelingsinrichting, bestemd om te worden toegevoegd aan een draaginrichting voor het dragen van ten minste één persoon in liggende of zittende houding, welke inrichting omvat: een koker met een inlaat en een uitlaat, 10 in die koker opgenomen ventilatormiddelen, in die koker opgenomen luchtzuiveringsmiddelen die zijn ingericht voor het ontdoen van de lucht van allergenen zoals faeces van huisstofmijt, huidschilfers van mensen en dieren, stuifmeel en niet-allergene 15 prikkelende stoffen zoals tabaksrook, aromatische stoffen, bacteriën en virussen, waarbij de uitvoering zodanig is, dat via de inlaat aangezogen lucht door de luchtzuiveringsmiddelen wordt gezuiverd en als een laminaire stroom gezuiverde 20 lucht met een snelheid van ten hoogste 50 cm/s, bij voorkeur ongeveer 10-20 cm per seconde, via de uitlaat wordt afgegeven, en dat de uitlaat op een zodanige positie ten opzichte van de draaginrichting geplaatst kan worden, dat de genoemde stroom althans het hoofd van een 25 door de draaginrichting gedragen persoon geheel omhult.

Met deze nieuwe luchtbehandelingsinrichting wordt als het ware een deken van gefilterde lucht met een zeer geringe snelheid over de persoon in kwestie geblazen. Ten minste het hoofd van de persoon in kwestie 30 bevindt zich dan continu in een omgeving van gezuiverde lucht.

De opgewekte luchtstroom is laminair, waardoor opwaaien van in een ruimte altijd aanwezige stofdeeltjes wordt voorkomen. Dit is noodzakelijk, omdat deze op 35 zichzelf weer aanleiding zouden kunnen zijn tot allergische of verwante reacties.

De luchtstroomsnelheid moet dermate laag zijn, dat de stroom niet als tocht wordt ervaren. In dit 3 verband stelt de uitvinding een snelheid voor in de orde van ten hoogste ongeveer 50 cm/s, bij voorkeur ongeveer 5-10 cm/s.

De meest effectieve stroomsnelheid is mede 5 afhankelijk van de temperatuur en de luchtvochtigheid. De luchtbehandelingsinrichting kan in dit verband zodanig zijn uitgevoerd, dat de stroomsnelheid regelbaar is. De ventilatormiddelen kunnen bijvoorbeeld door middel van een elektronische regeleenheid regelbaar zijn uitgevoerd, 10 waarbij bijvoorbeeld temperatuur en luchtvochtigheid als bepalende parameters worden gebruikt, zodat de instelling automatisch kan plaatsvinden.

In een voorkeursuitvoering vertoont de luchtbehandelingsinrichting volgens de uitvinding het 15 kenmerk, dat de inlaat zich bevindt buiten de ruimte waarin zich de luchtbehandelingsinrichting en de draaginrichting bevinden.

Begrepen dient hierbij tevens te worden, dat de van buitenaf aangezogen en in de ruimte in kwestie 20 ingeblazen lucht praktisch geheel vrij is van hinderlijke deeltjes. Doordat er lucht wordt ingeblazen zal er via kleine kieren, naden, spleten en andere openingen vervuilde lucht worden afgevoerd, waardoor de gehele ruimte geleidelijk praktisch vrij wordt van 25 gesuspendeerde deeltjes.

Hierbij moet wel worden aangetekend, dat huisstofmijt, die zich bijvoorbeeld bevindt in beddegoed, zelf in de vorm van uitwerpselen allergenen produceert.

Een specifieke uitvoering vertoont de 30 bijzonderheid, dat de luchtzuiveringsmiddelen een eerste filter bevatten voor het verwijderen van deeltjes met een grootte van meer dan ongeveer 10-20 pm, bijvoorbeeld faecesdeeltjes en pollen, en een tweede filter voor het verwijderen van deeltjes met een grootte van meer dan 35 ongeveer 3 pm (een HEPA-filter) of 0,3 pm (een ULPA-filter).

De inrichting volgens de uitvinding kan tevens grote betekenis hebben voor personen die onder een 4 algehele narcose verkeren. Bekend is immers, dat in het bijzonder bij deze personen de trilharen in de luchtpijp onvoldoende functioneren, waardoor vaak infecties optreden. De trilharen namelijk hebben ten doel 5 infectiebronnen buiten het lichaam te houden. Door het bed van de patiënt in kwestie te voorzien van een luchtzuiveringsinrichting volgens de uitvinding kunnen infecties tijdens transport door en verblijf in niet-steriele ruimtes in vergaande mate vermeden worden.

10 In het bijzonder in een uitvoering waarin de draaginrichting een rustbank of bed is, wordt de luchtbehandelingsinrichting bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat de ventilator van een geluidarm type is, bijvoorbeeld een computerventilator.

15 Met hetzelfde doel of een combinatie kan de luchtbehandelingsinrichting de bijzonderheid vertonen, dat de ventilator elastisch opgehangen is.

Hoewel niet de voorkeur genietend, biedt de uitvinding tevens een luchtbehandelingsinrichting van het 20 verwante type, waarin de luchtzuiveringsmiddelen coronamiddelen, elektrostatische middelen, ultraviolet-middelen of een gasabsorptiefilter bevatten.

In weer een andere uitvoering vertoont de luchtbehandelingsinrichting het kenmerk, dat de 25 luchtzuiveringsmiddelen verhittingsmiddelen bevatten, bijvoorbeeld een gloeidraad of een brander.

Onder alle omstandigheden dient te worden voorkomen, dat deeltjes de neiging hebben te gaan bezinken. In verband daarmee verdient een uitvoering de 30 voorkeur, waarin het hoofd van een persoon in kwestie zich bevindt in de stofarme ruimte die ontstaat als gevolg van de combinatie van horizontale laminaire luchtsnelheid en verticale valsnelheid van de deeltjes in kwestie.

35 Hierdoor wordt vermeden, dat de toestand van de deeltjes wordt opgeheven en de deeltjes bezinken.

Teneinde een rustige en beheerste stroming met in hoofdzaak constante stroomsnelheid over het hele 5 dwarssnede oppervlak van de stroming te verkrijgen, vertoont de luchtbehandelingsinrichting volgens de uitvinding bij voorkeur het kenmerk, dat de uitlaat distributiemiddelen omvat voor het over de gehele 5 dwarsdoorsnede van de stroming gelijkmatig verdelen van de gezuiverde lucht.

Bijvoorbeeld kan deze laatste variant zodanig zijn uitgevoerd, dat de uitlaat zich aan een zijkant van de buis bevindt en de distributiemiddelen 10 deflectielamellen omvatten.

In weer een andere uitvoering vertoont deze variant de bijzonderheid, dat de uitlaat zich aan de zijkant van de buis bevindt en de distributiemiddelen zijn uitgevoerd als een over een dimensie van de uitlaat 15 in de langsrichting van de buis toelopende vorm van de buis.

In bijvoorbeeld een professionele uitvoering ten gebruike in ziekenhuizen kan de luchtbehandelingsinrichting volgens de uitvinding zijn 20 gekenmerkt door luchtconditioneringsmiddelen, bijvoorbeeld voor extra sterilisatie, bevochtiging, droging, verwarming of koeling, en/of verrijking met een gas zoals zuurstof, van de door de luchtbehandelingsinrichting stromende lucht.

25 De luchtbehandelingsinrichting volgens de uitvinding kan op de grond staan of al dan niet losneembaar tegen de muur zijn bevestigd. De plaatsing zal zodanig dienen te zijn, dat de draaginrichting op een gewenste functionele plaats ten opzichte van de 30 luchtbehandelingsinrichting is opgesteld.

Bijvoorbeeld kan de luchtbehandelingsinrichting zodanig zijn uitgevoerd, dat hij eventueel losneembaar gekoppeld is met een draaginrichting.

Het zal duidelijk zijn, dat een strikte 35 koppeling niet noodzakelijk is, mits de onderling correcte plaatsing steeds verzekerd is.

Een voorkeursuitvoering vertoont de bijzonderheid, dat de gezuiverde lucht van het hoofd naar 6 de voeten van een persoon in kwestie stroomt. Het gaat immers in hoofdzaak om het inademen van en het blootstellen van de ogen aan de allergenen en andere prikkelende stoffen. Ter wille van dit doel dient de bron 5 van gezuiverde lucht zo dicht mogelijk bij het hoofd te zijn geplaatst en dient voorkomen te worden, dat deze gezuiverde lucht eerst bijvoorbeeld over een aanzienlijke lengte over een rustbank of bed heen stroomt, waardoor het risico zou bestaan, dat allergenen worden 10 opgewerveld.

Met betrekking tot de reeds genoemde mogelijkheid van toevoer van bijvoorbeeld extra zuurstof wordt met name gewezen op het gebruik van de luchtbehandelingsinrichting voor brandwondenslachtoffers. 15 Deze slachtoffers leiden vaak aan een ernstig verkleind effectief long-oppervlak als gevolg van het inademen van rook tijdens een brand. Om niettemin een voldoende zuurstofopname en koolzuurgasafgifte door het lichaam te verzekeren, kan de zuurstofconcentratie in de gezuiverde 20 lucht verhoogd zijn. De voor infecties zeer bevattelijke brandwondenpatiënten hebben bij de uitvinding ook veel baat doordat de zuiverende functie van de trilharen in de luchtpijp in een substantiële mate door de luchtbehandelingsinrichting volgens de uitvinding wordt 25 overgenomen. Een eventueel overschot aan uitgeademd koolzuurgas wordt afgevoerd door de laminaire stroom die de luchtbehandelingsinrichting volgens de uitvinding wordt opgewekt.

De uitvinding zal nu worden verduidelijkt met 30 de bij gevoegde tekeningen.

Fig. 1 toont in perspectivisch aanzicht een bed met een daaraan toegevoegde luchtbehandelingsinrichting, op welk bed een persoon ligt in rustende toestand.

Fig. 2 toont het bed met een 35 luchtbehandelingsinrichting volgens fig. 1, waarbij de persoon in kwestie rechtop zit.

Fig. 3 toont in zijaanzicht het bed met de liggende persoon volgens fig. 1 en de 7 luchtbehandelingsinrichting in doorsnede.

Op de bedconstructie 1 bevindt zich een matras 2, waarop zich een persoon 3 bevindt. In de figuren 1 en 3 is deze persoon liggend weergegeven. Het hoofd 4 rust 5 in die figuren op een kussen 5. Aan het hoofdeinde is een verlengd deel IA aan de bedconstructie toegevoegd, waarop een luchtbehandelingsinrichting 6 is geplaatst. Deze luchtbehandelingsinrichting bevat een koker 7, aan de inlaat waarvan een eerste filter 8 is geplaatst. Dit 10 filter zuigt via het bovenvlak 9 lucht 10 aan. Het filter 9 is ingericht voor het verwijderen van deeltjes met een grootte van meer dan ongeveer 10-20 pm. Onder het filter bevinden zich ventilatormiddelen 11, bijvoorbeeld bestaande uit een aantal op een rij geplaatste, zeer 15 geluidarme computerventilatoren. De aldus aan een eerste zuivering onderworpen lucht wordt een ruimte 12 binnengeblazen, die door de aanwezigheid van een deflectieplaat 13 een naar beneden toe zich vernauwende vorm bezit, waardoor de via een tweede filter 14 20 uitgeblazen luchtstroom 15 over zijn gehele dwarsdoorsnede nagenoeg dezelfde snelheid bezit. Het filter 14 kan bijvoorbeeld een HEPA- of een ULPA-filter voor het verwijderen van deeltjes met een grootte van minimaal 3 pm respectievelijk 0,3 pm.

25 Fig. 1 en fig. 3 laten zien, dat door toepassing van de luchtbehandelingsinrichting volgens de uitvinding het hoofd 4 van de persoon 3 geheel is omgeven door volledig gezuiverde lucht. De luchtstroom, die met 15 is aangeduid, gaat in de richting van het hoofd 4 naar 30 de voeten 16.

Fig. 2 toont een situatie waarin de persoon 3 zit en met zijn hoofd 4 tegen een kussen 16 rust. Het zal duidelijk zijn, dat in deze situatie de optimale werking van de inrichting niet gegarandeerd is.

35

Claims (15)

1. Luchtbehandelingsinrichting, bestemd om te worden toegevoegd aan een draaginrichting voor het dragen van ten minste één persoon in liggende of zittende houding, welke inrichting omvat: 5 een koker met een inlaat en een uitlaat, in die koker opgenomen ventilatormiddelen, in die koker opgenomen luchtzuiveringsmiddelen die zijn ingericht voor het ontdoen van de lucht van allergenen zoals faeces van huisstofmijt, huidschilfers 10 van mensen en dieren, stuifmeel en niet-allergene prikkelende stoffen zoals tabaksrook, aromatische stoffen, bacteriën en virussen, waarbij de uitvoering zodanig is, dat via de inlaat aangezogen lucht door de luchtzuiveringsmiddelen 15 wordt gezuiverd en als een laminaire stroom gezuiverde lucht met een snelheid van ten hoogste 50 cm/s, bij voorkeur ongeveer 10-20 cm per seconde, via de uitlaat wordt afgegeven, en dat de uitlaat op een zodanige positie ten opzichte van de draaginrichting geplaatst kan 20 worden, dat de genoemde stroom althans het hoofd van een door de draaginrichting gedragen persoon geheel omhult.

2. Luchtbehandelingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inlaat zich bevindt buiten de ruimte waarin zich de 25 luchtbehandelingsinrichting en de draaginrichting bevinden.

3. Luchtbehandelingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de luchtzuiveringsmiddelen een eerste filter bevatten voor 30 het verwijderen van deeltjes met een grootte van meer dan ongeveer 10-20 pm, bijvoorbeeld faecesdeeltjes en pollen, en een tweede filter voor het verwijderen van deeltjes met een grootte van meer dan ongeveer 3 μιη (een HEPA-filter) of 0,3 pm (een ULPA-filter).

4. Luchtbehandelingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ventilator van een geluidarm 5 type is, bijvoorbeeld een computerventilator.

5. Luchtbehandelingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ventilator elastisch opgehangen is.

6. Luchtbehandelingsinrichting volgens 10 conclusie 1, met het kenmerk, dat de luchtzuiveringsmiddelen coronamiddelen, elektrostatische middelen, ultraviolet-middelen of een gasabsorptiefilter bevatten.

7. Luchtbehandelingsinrichting volgens 15 conclusie 1, met het kenmerk, dat de luchtzuiveringsmiddelen verhittingsmiddelen bevatten, bijvoorbeeld een gloeidraad of een brander.

8. Luchtbehandelingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het hoofd van een 20 persoon in kwestie zich bevindt in de stofarme ruimte die ontstaat als gevolg van de combinatie van horizontale laminaire luchtsnelheid en verticale valsnelheid van de deeltjes in kwestie.

9. Luchtbehandelingsinrichting volgens 25 conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitlaat distributiemiddelen omvat voor het over de gehele dwarsdoorsnede van de stroming gelijkmatig verdelen van de gezuiverde lucht.

10. Luchtbehandelingsinrichting volgens 30 conclusie 9, met het kenmerk, dat de uitlaat zich aan een zijkant van de buis bevindt en de distributiemiddelen deflectielamellen omvatten.

11. Luchtbehandelingsinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de uitlaat zich aan de 35 zijkant van de buis bevindt en de distributiemiddelen zijn uitgevoerd als een over een dimensie van de uitlaat in de langsrichting van de buis toelopende vorm van de buis.

12. Luchtbehandelingsinrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door luchtconditioneringsmiddelen, bijvoorbeeld voor extra sterilisatie, bevochtiging, droging, verwarming of 5 koeling, en/of verrijking met een gas zoals zuurstof, van de door de luchtbehandelingsinrichting stromende lucht.

13. Luchtbehandelingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de luchtbehandelingsinrichting eventueel losneembaar 10 gekoppeld is met een draaginrichting.

14. Luchtbehandelingsinrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de gezuiverde lucht van het hoofd naar de voeten van een persoon in kwestie stroomt.

15 * ★ * * *