NL1017284C2 - Bevestigingsinrichting voor een orthese of prothese. - Google Patents

Bevestigingsinrichting voor een orthese of prothese. Download PDF

Info

Publication number
NL1017284C2
NL1017284C2 NL1017284A NL1017284A NL1017284C2 NL 1017284 C2 NL1017284 C2 NL 1017284C2 NL 1017284 A NL1017284 A NL 1017284A NL 1017284 A NL1017284 A NL 1017284A NL 1017284 C2 NL1017284 C2 NL 1017284C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bar assembly
bar
implants
implant
prosthesis
Prior art date
Application number
NL1017284A
Other languages
English (en)
Inventor
Jasper Feijtel
Original Assignee
Accius Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1017284A priority Critical patent/NL1017284C2/nl
Application filed by Accius Bv filed Critical Accius Bv
Priority to DK02711536T priority patent/DK1357853T3/da
Priority to PCT/NL2002/000083 priority patent/WO2002062257A1/en
Priority to PT02711536T priority patent/PT1357853E/pt
Priority to KR1020037010274A priority patent/KR100907957B1/ko
Priority to BRPI0207008-1A priority patent/BR0207008B1/pt
Priority to US10/467,110 priority patent/US7699611B2/en
Priority to AT02711536T priority patent/ATE323451T1/de
Priority to DE20221475U priority patent/DE20221475U1/de
Priority to IL15723002A priority patent/IL157230A0/xx
Priority to ES02711536T priority patent/ES2261645T3/es
Priority to DE60210743T priority patent/DE60210743T2/de
Priority to EP02711536A priority patent/EP1357853B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1017284C2 publication Critical patent/NL1017284C2/nl
Priority to IL157230A priority patent/IL157230A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C8/00Means to be fixed to the jaw-bone for consolidating natural teeth or for fixing dental prostheses thereon; Dental implants; Implanting tools
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C13/00Dental prostheses; Making same
    • A61C13/225Fastening prostheses in the mouth
    • A61C13/275Fastening prostheses in the mouth removably secured by using bridging bars or rails between residual teeth
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C8/00Means to be fixed to the jaw-bone for consolidating natural teeth or for fixing dental prostheses thereon; Dental implants; Implanting tools
    • A61C8/0048Connecting the upper structure to the implant, e.g. bridging bars

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Orthopedic Medicine & Surgery (AREA)
  • Prostheses (AREA)
  • Surgical Instruments (AREA)
  • Medicines Containing Plant Substances (AREA)
  • Materials For Medical Uses (AREA)

Description

Titel: Bevestigingsinrichting voor een orthese of prothese.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bevestigen van een orthese of een prothese, omvattende een in hoofdzaak staafvormig barsamenstel, dat met of nabij twee uiteinden bevestigbaar is op vrij liggende eerste einden van twee op afstand van elkaar met een 5 tweede einde in of aan een bot bevestigde implantaten, onder vorming van een stijve verbinding daartussen.
Dergelijke inrichtingen zijn uit de praktijk bekend, in het bijzonder uit de tandheelkunde. Op het staafvormige deel van de inrichting kan een prothese of orthese door middel van een of meer klemelementen 10 losneembaar worden vastgezet. Een probleem bij het tot stand brengen van een dergelijke inrichting is dat de stand van de implantaten per geval kan verschillen, onder meer doordat de positie in hoofdzaak ter plaatse, in vivo wordt bepaald. Derhalve moet, om een passende verbinding tussen deze implantaten te verwezenlijken, elk barsamenstel apart op maat worden 15 vervaardigd. Dit gebeurt in de praktijk door een afdruk te maken van een relevant deel van de kaak, met de zich daarin uitstrekkende implantaten, waarna op grond van deze afdruk in een laboratorium een barsamenstel wordt vervaardigd, bijvoorbeeld door middel van de verloren-was-methode.
Het in een laboratorium laten vervaardigen van een barsamenstel 20 is tijdrovend, duur en bovendien storingsgevoelig. Bij elke vervaardigingsstap, zoals bijvoorbeeld bij het vervaardigen van een afdruk, een gietmodel en het uiteindelijke barsamenstel, kunnen onnauwkeurigheden worden geïntroduceerd, resulterend in een barsamenstel dat niet perfect op de implantaten past en dat, wanneer dit 25 toch daarop wordt vastgezet, ongewenste spanningen in de constructie en de kaak zal veroorzaken. In de praktijk moet om deze reden een significant percentage barsamenstellen worden afgekeurd en dienen de hierboven beschreven vervaardigingsstappen opnieuw te worden doorlopen.
10 1 7 28 4 2
De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef beschreven soort, waarbij genoemde nadelen zijn vermeden. Daartoe wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
5 Een barsamenstel volgens de uitvinding biedt het voordeel dat dit instelbaar is. Hierdoor kan dit barsamenstel zodanig worden aangepast, in het bijzonder de lengte en oriëntatie daarvan ten opzichte van de implantaten, dat dit barsamenstel steeds een passende en bij voorkeur spanningsvrije verbinding kan vormen tussen twee naast elkaar gelegen 10 implantaten, ongeacht de onderlinge afstand, het mogelijk verschil in hoogte en/of een eventuele scheefstand van deze implantaten. Een dergelijk instelbaar barsamenstel kan vanwege zijn universele toepasbaarheid in relatief grote series, op voorraad worden geproduceerd. Hierdoor kunnen de vervaardigingskosten en de levertijd aanzienlijk worden gereduceerd in 15 vergelijking met de bekende op maat vervaardigde barsamenstellen. Bovendien wordt tijd, materiaal en mankracht bespaard doordat geen voorbereidende handelingen hoeven te worden verricht, zoals bijvoorbeeld het herhaald vervaardigen van een kaakafdruk. Tot slot is de slaagkans op het tot stand brengen van een spanningsvrije verbinding hoog, aangezien 20 het barsamenstel zich eenduidig naar de stand van de implantaten zet. Door deze eenduidigheid zal het barsamenstel na losnemen en opnieuw bevestigen exact dezelfde stand aannemen.
In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 7.
25 Gebruik van een koppelelement tussen elk implantaat en het barsamenstel, biedt het voordeel dat eenzelfde barsamenstel kan worden toegepast op uiteenlopende typen implantaten. Daartoe hoeft alleen een ander koppelelement te worden toegepast, waarvan een naar het implantaat gekeerd einde is afgestemd op de vorm en afmetingen van het 30 vrije einde van het betreffende type implantaat, zodat in bevestigde stand 1017284 3 beide einden bij voorkeur naadloos op elkaar aansluiten. Hierdoor kan met een minimum aan verschillende onderdelen een flexibel toepasbaar barsamenstel worden verkregen.
In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de 5 uitvinding verder gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 8.
Door de in bevestigde stand naar elkaar toegekeerde zijden van het koppelelement en het uiteinde van een bararm enerzijds en de naar elkaar toegekeerde zijden van de bevestigingsschroef en het uiteinde van de bararm anderzijds te voorzien van ten opzichte van elkaar verzwenkbare 10 vormen, kan de bararm, en daarmee het barsamenstel in elke gewenste stand ten opzichte van het koppelelement en het daaronder gelegen implantaat worden gepositioneerd en bevestigd. Hierdoor kan een al dan niet gewenste inclinatie van een of beide implantaten ten opzichte van het bot waaraan of -in deze zijn bevestigd worden gecompenseerd door het of elk 15 betreffend uiteinde van het barsamenstel passend te verzwenken en kan een rechte spanningsvrije verbinding tussen deze implantaten tot stand worden gebracht.
Elk uiteinde van het barsamenstel is, in combinatie met het bijpassend koppelelement en de bevestigingsschroef bij voorkeur zodanig 20 vormgegeven, dat een verbinding wordt verkregen die in één of meerdere gewenste richtingen vormgesloten is, zodat in die betreffende richtingen geen bewegingen worden toegelaten, terwijl de verbinding in de overige richtingen vrij instelbaar is.
Doordat het barsamenstel losneembaar met de schroef op de 25 implantaten is bevestigd, kan het barsamenstel indien nodig te allen tijde eenvoudig worden verwijderd, en kunnen onderdelen daarvan worden vervangen.
In een nadere uitwerking wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 13.
10 1 7 28 4 4
Het of elk uiteinde van het barsamenstel heeft bij voorkeur een zodanige vorm, dat dit verzwenkbaar kan worden op genomen in en/of nabij het uiteinde van een tweede barsamenstel. Hierdoor kunnen twee uiteinden van twee verschillende barsamenstellen op compacte wijze tezamen op één 5 implantaat worden bevestigd, waarbij de stand van beide barsamenstellen onafhankelijk van elkaar kan worden ingesteld. Op deze wijze kan een reeks barsamenstellen worden doorgeschakeld, waarbij elk barsamenstel steeds een spanningsvrije verbinding kan vormen tussen een opeenvolgend tweetal implantaten. Een dergelijke aaneenschakeling van barsamenstellen 10 biedt meer bevestigingsmogelijkheden voor een prothese en een nog betere, meer gelijkmatige ondersteuning daarvan.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een model van een kaakdeel met daarin een inrichting volgens de uitvinding, gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 16.
15 Een dergelijk model kan dienen voor trainingsdoeleinden, bijvoorbeeld in het aanbrengen en vastzetten van een barsamenstel op twee implantaten. Bovendien kunnen met behulp van een dergelijk model de klemelementen op een geschikte positie en onder een juiste hoek in de prothese of orthese worden aangebracht.
20 In de verdere volgconclusies worden nadere voordelige uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding, een model daarvan, een samenstel van een inrichting en een prothese en een werkwijze voor het tot stand brengen van een inrichting volgens de uitvinding beschreven.
25 Ter verduidelijking van de uitvinding zal een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting worden beschreven aan te hand van de tekening. Daarin toont: fig. 1 een dwarsdoorsnede van een inrichting voor het bevestigen van een orthese of prothese volgens de uitvinding; 10 1 7 284 5 fig. 2 een dwarsdoorsnede van de inrichting uit fig. 1 met scheefstaande implantaten; fig. 3a, b een dwarsdoorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, toegepast op rechte en op 5 scheefstaande implantaten; fig. 4a, b een dwarsdoorsnede van een derde uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, in twee verschillende standen; fig. 5a, b, c een dwarsdoorsnede van een vierde uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, in drie verschillende standen; en 10 fig. 6 een dwarsdoorsnede van twee doorgeschakelde inrichtingen volgens de uitvinding.
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers.
Figuur 1 toont een inrichting volgens de uitvinding voor het 15 bevestigen van een orthese of prothese, omvattende twee implantaten 5 welke onderling zijn verbonden door een barsamenstel 3. De lengte van het barsamenstel 3 en de hoek tussen de lengteas van het barsamenstel 3 en de lengteassen van de implantaten 5 is daarbij zodanig instelbaar, dat hiermee, ongeacht de ligging en de oriëntatie van de implantaten 5 een 20 passende en daardoor spanningsvrije verbinding tot stand kan worden gebracht. Op deze verbinding kan vervolgens een prothese of orthese met behulp van op zichzelf bekende klemelementen 50 losneembaar worden bevestigd. Ter vereenvoudiging van de beschrijving zal in het navolgende daar waar een orthese en/of prothese wordt bedoeld slechts worden 25 gesproken van een prothese.
Onder implantaat 5 dient in deze te worden verstaan een stift-, plaat- of nog andervormig element dat met een tweede einde 12 is bevestigd aan of in een bot van bijvoorbeeld een boven- of onderkaak en dat met een eerste einde 11 naar de mondholte is gekeerd. Dergelijk implantaten 5 zijn 30 uit de praktijk bekend en verkrijgbaar in diverse soorten en maten, 1017284 6 onderling verschillend in onder andere vorm, lengte, diameter en de wijze van bevestigen in of aan het bot. Zo kan het tweede einde 12 in een bot worden geschroefd, gecementeerd of door middel van een zogenaamde 'push in' techniek worden vastgezet. Bij laatstgenoemde techniek wordt het 5 implantaat 5 behandeld met een speciale coating en vervolgens in een voorgeboord gat geschoven. De coating zorgt ervoor dat het bot op termijn met het implantaat 5 kan vergroeien, zodat een sterke verbinding ontstaat. Ten behoeve van het bevestigen van het barsamenstel 3, op nog nader te beschrijven wijze, is het vrijliggend eerste einde van de implantaten 5 10 voorzien van een blind gat 13 met inwendig schroefdraad 14.
Het barsamenstel 3 is op gebouwd uit twee in hoofdzaak buisvormige elementen, hierna bararmen 15 genoemd, en een barstaaf 16, die met ten minste één uiteinde verschuifbaar in de bararmen 15 is op genomen. Hierdoor kan de lengte L van het barsamenstel 3 worden 15 gevarieerd tussen een minimale waarde Lmin, als getoond in figuur 1, waarbij de barstaaf 16 volledig in de bararmen 15 is opgenomen en een niet getoonde maximale waarde Lmax, waarbij de bararmen 15 tot nabij de uiteinden van de barstaaf 16 zijn verschoven. De bararmen 15 zijn aan de van elkaar afgekeerde zijden elk voorzien van een kogelvormig uiteinde 6 20 waarin zich ongeveer haaks op de lengteas van de bararm 15 een doorlopende boring 7 uitstrekt met een ronde of bij voorkeur een ovale doorsnede. Door deze boring 7 kan een bevestigingsschroef 9 worden aangebracht, waarmee het kogelvormige einde 6 op het implantaat 5 kan worden vastgezet.
25 Bij de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm is tussen het kogelvormig einde 6 en het implantaat 5 een koppelelement 8 aangebracht, dat voor een passende overgang zorgt tussen het implantaat 5 en het barsamenstel 3. Het koppelelement 8 omvat daartoe een eerste einde 19 dat nauwkeurig aansluit op het vrije eerste einde 11 van het implantaat 5 en 30 een tweede einde 20, dat een kom 21 vormt, althans een gedeelte daarvan, 1017284 7 waarin het kogelvormige einde 6 passend zwenkbaar kan aanliggen. Voor het doorlaten van de bevestigingsschroef 9 is het koppelelement 8 voorzien van een doorlopend gat 18. De schroef 9 is aan een tijdens gebruik naar het kogelvormige einde 6 gekeerde y. ijde 10 voorzien van een tweede kom 23, die 5 passend kan aanliggen tegen de van het koppelelement 8 afgekeerde zijde van het kogelvormige einde 6, voor zwenkbare opsluiting daarvan. Door het aldus gevormde kogelscharnier kan de bararm 15 in elke gewenste stand ten opzichte van het implantaat 5 worden verzwenkt en kan een gewenste hoek φ tussen de lengteassen van de bararm en een implantaat worden 10 ingesteld.
Per verschillend type implantaat 5 kan een specifiek koppelelement 8 worden vervaardigd, waarvan het eerste einde 19 is aangepast aan de geometrie van het vrije liggende einde 11 van het betreffende implantaat 5. Het tweede, naar het barsamenstel 3 gekeerde 15 einde 20 is bij voorkeur voor elk koppelelement 8 gelijk. Hierdoor kan voor elk type implantaat 5 eenzelfde barsamenstel 3 worden toegepast en bij voorkeur ook eenzelfde bevestigingsschroef 9. Dit vergroot het toepassingsgebied van het barsamenstel 3 en maakt dat dit in grote series en derhalve relatief goedkoop kan worden vervaardigd. Bovendien kan een 20 dergelijk algemeen toepasbaar samenstel 3 op voorraad worden vervaardigd, waardoor wachttijden kunnen worden geminimaliseerd. Doordat per verschillend type implantaat 5 alleen het koppelelement 8 en eventueel de bevestigingsschroef 9 hoeven te worden aangepast, wordt bovendien het aantal verschillende onderdelen tot een minimum beperkt.
25 Fig. 1 toont een voorbeeld van een inrichting 1 volgens de uitvinding, waarbij twee implantaten 5 evenwijdig aan elkaar, op een onderlinge afstand x in een kaakbeen zijn verankerd. Teneinde een passende, spanningsvrije verbinding tussen deze implantaten 5 en de daarop aangebrachte koppelelementen 8 tot stand te brengen zijn de 30 bararmen 15 voor aanbrenging op de implantaten 5 zover naar elkaar 1017284 8 toegeschoven over de barstaaf 16, dat de kogelvormige einden 6 van het barsamenstel precies in de komvormige einden 20 van de koppelelementen 8 vallen. In het getoonde voorbeeld komt de afstand x tussen de implantaten 5 overeen met de minimale lengte Lmin die het barsamenstel 3 kan aannemen, 5 waarbij de bararmen 15 maximaal naar elkaar toe zijn geschoven. Wanneer de afstand x tussen twee implantaten 5 groter is dan het in fig. 1 getoonde geval en derhalve een langere verbinding tussen de implantaten 5 nodig is, kan hetzelfde barsamenstel 3 worden toegepast door de bararmen 15 uit elkaar te schuiven langs barstaaf 16, totdat de lengte L van het 10 barsamenstel 3 overeenkomt met de afstand x tussen de vrije einden 11 van de implantaten. Zo kan met eenzelfde barsamenstel 3 een range van per geval wisselende afstanden x tussen twee implantaten 5 worden overbrugd.
In fig. 2 is een in de praktijk veel voorkomende situatie getoond, waarbij de implantaten 5 onder een hoek α in een bot zijn verankerd.
15 Teneinde in dit geval het barsamenstel 3 passend op de implantaten 5 te bevestigen, moeten zowel de lengte L van het barsamenstel 3 als de hoeken φ tussen de lengteassen van de bararmen 15 en de implantaten 5 worden aangepast. Het barsamenstel 3 wordt daartoe met een eerste kogelvormig einde 6a verzwenkbaar op een eerste koppelelement 8a bevestigd door 20 middel van een eerste bevestigingsschroef 9a. Vervolgens wordt het barsamenstel 3 zodanig verlengd door één of beide bararmen 15 uit elkaar te schuiven langs barstaaf 16, dat het tweede kogelvormig uiteinde 6b precies in de kom van het tweede koppelelement 8b valt. Tegelijkertijd worden, door de kogelvormige einden 6a,b te verzwenken ten opzichte van 25 de koppelelementen 8a, 8b, de hoeken (pa en q>b tussen de lengteassen van het barsamenstel 3 en de respectieve implantaten 5a, 5b aangepast, zodat het barsamenstel 3 een rechte verbinding vormt tussen de implantaten 5a,b. Daarna wordt het tweede einde 6b met een tweede bevestigingsschroef 9b vastgezet op het implantaat 5b. Aangezien de aldus gevormde verbinding 901 7 28 4 9 uit vrij ten opzichte van elkaar beweegbare delen bestaat, die in hun bewegingsrichting geen krachten kunnen opnemen, is de verbinding gegarandeerd spanningsvrij.
Eventueel kunnen de onderdelen van het barsamenstel 3 in deze 5 spanningsvrije stand worden gefixeerd, uiteraard zonder daarbij de instelling te verstoren. Dit kan bijvoorbeeld door de ruimte tussen de bararm 15 en de barstaaf 16 te vullen met botcement, of door de onderdelen aan elkaar te lijmen, op elkaar te klemmen door mechanische vervorming of door toepassing van geheugen metaal op strategische plaatsen. Ook is het 10 mogelijk een deel van de onderdelen van het barsamenstel reeds voorafgaand aan het aanbrengen van het barsamenstel te fixeren. Zo kan bijvoorbeeld, zodra de maximaal te overbruggen afstand x tussen de implantaten 5 althans bij benadering bekend is, één van de bararmen 15 alvast op een einde van de barstaaf 16 worden vastgezet, bijvoorbeeld door 15 middel van solderen of één van voornoemde bevestigingsmethoden. Dit biedt het voordeel dat een stijvere constructie kan worden verkregen, waarbij bovendien de ligging van barstaaf 16 ten opzichte van de bararmen 15 eenduidig vastligt. Daarbij dient er uiteraard voor gezorgd te worden dat de overgebleven verschuifbare bararm 15 de lengte verandering kan leveren die 20 nodig is bij het instellen van de juiste hoek φ tussen het barsamenstel 3 en de implantaten 5.
De met een barsamenstel 3 volgens de uitvinding gerealiseerde bevestigingsinrichting voor een prothese is compact en gestroomlijnd, zonder scherpe of uitstekende randen. Overigens zij op gemerkt dat de 25 verbinding niet recht hoeft te zijn, maar elke gewenste andere vorm kan hebben, bijvoorbeeld een de kaaklijn volgende, gebogen vorm. Alle onderdelen zijn ten behoeve van reiniging en onderhoud goed bereikbaar en bij voorkeur losneembaar met elkaar verbonden, zodat deze bij slijtage of schade eenvoudig kunnen worden vervangen. De inrichting 1 is vervaardigd 30 van duurzaam materiaal, zoals bijvoorbeeld een legering van titanium of 10 1 7 284 10 een ander uit de praktijk geschikt gebleken materiaal voor toepassing in het menselijk lichaam. De prothese kan worden vastgeklikt op het barsamenstel 3, in het bijzonder op het kokervormig deel van de bararmen 15, met behulp van uit de praktijk, bijvoorbeeld van kunstgebitten, bekende klemmiddelen 5 50, zoals getoond ter rechter zijde in fig. 2. Deze klemmiddelen 50 kunnen met behulp van een afdruk of model van de kaak met daarin een model van het barsamenstel 3 op de juiste positie en onder de juiste hoek in de prothese worden aangebracht.
In figuur 3a en b is een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting 10 1 volgens de uitvinding getoond. De inrichting 1 omvat een barsamenstel 3 dat op twee implantaten 5 is vastgezet, met behulp van koppelelementen 28 en bevestigingsschroeven 27. Het barsamenstel 3 omvat, net als de in fig. 1 getoonde uitvoering, twee in hoofdzaak kokervormige bararmen 15, die verschuifbaar op twee einden van een barstaaf 16 zijn aangebracht. De 15 uiteinden 26 van deze bararmen 15 hebben een bolvormige naar het implantaat 5 gekeerde zijde 31 en een komvormige naar de bevestigingsschroef 27 gekeerde zijde 32. Elk uiteinde 26 is voorts voorzien van een conisch gat 34, voor het doorlaten van de bevestigingsschroef 27.
Het koppelelement 28 en de bevestigingsschroef 27 omgeven tezamen een 20 ruimte waarbinnen het uiteinde 26 van het barsamenstel 3 verzwenkbaar kan worden op genomen. Daartoe is de bevestigingsschroef 27 voorzien van een met de komvormige zijde 32 van het bararmeinde 26 samenwerkende bolle kop en heeft het koppelelement 28 een met de bolle zijde 31 van het bararmeinde 26 samenwerkende komvorm. Deze uitvoeringsvorm biedt het 25 voordeel dat de verschillende onderdelen, in het bijzonder de bevestigingsschroeven 27, zeer eenvoudig kunnen worden vervaardigd.
Het barsamenstel 3 kan op overeenkomstige wijze als de in fig. 2 getoonde uitvoeringsvorm spanningsvrij tussen de implantaten 5 worden aangebracht, door aanpassing van de lengte L en hoek φ, als getoond in fig. 30 3b. Bij voorkeur wordt voorafgaand aan het aanbrengen één bararm 15 vast 10 1 7 28 4 11 verbonden met de barstaaf 16, als getoond ter linker zijde in fïg. 3b.
Hierdoor ligt de positie van de barstaaf 16 na bevestiging van het barsamenstel 3 op de implantaten 5 eenduidig vast en wordt een nog stijver barsamenstel 3 verkregen.
5 De maximale instelbaarheid van de getoonde barsamenstellen 3 in de figuren 1-3 wordt wat betreft de lengte L bepaald door de lengte van de bararmen 15 in combinatie met de lengte van de barstaaf 16 en wat betreft de hoek φ begrensd door de speling tussen de boring 7, 34 en de steel van de bevestigingsschroef 9, 27. Hiermee liggen de maximaal te compenseren 10 scheefstand a, het maximaal op te vangen hoogteverschil tussen twee einden 11 en de minimum en maximum overbrugbare afstand Lmin, Lmax vast. Eventueel kunnen een aantal categorieën barsamenstellen 3 worden vervaardigd, waarbij genoemde lengten en speling variëren, zodat per categorie een bepaalde maximale lengte L en hoek φ kan worden ingesteld. 15 De boringen 7, 34 in de uiteinden 6, 26 van de bararmen 15 (fig. 1-3) hebben bij voorkeur een ovale doorsnede. Hierdoor wordt een gedeeltelijk vormgesloten verbinding verkregen, waarbij de hoek φ tussen de bararmen 15 en de implantaten 5 vrij kan worden ingesteld en de uiteinden 6, 26 vrij kunnen roteren rond de lengteas van een eronder gelegen koppelelement 8, 20 28, maar waarbij rotatie van genoemde uiteinden 6, 26 rond de lengteas van de bararmen 15 is uitgesloten. Hierdoor kan het barsamenstel 3 steeds op één manier passend op de implantaten 5 worden vastgezet. Bovendien helpt een dergelijke vormgesloten verbinding verhinderen dat de bevestigingsschroeven 9, 27 tijdens gebruik los raken.
25 In figuur 4a, b is een derde uitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de uitvinding getoond, waarbij fig. 4a een situatie toont waarbij de implantaten 5 beide recht in het bot zijn aangebracht en fig. 4b een situatie waarbij de implantaten 5 onder een hoek α staan. Het barsamenstel 3 omvat net als de voorgaande uitvoeringsvormen twee in hoofdzaak HO 1 7 28 4 12 buisvormige bararmen 15, die aan weerszijden op een barstaaf 16 zijn geschoven en waarmee de lengte L van het barsamenstel 3 kan worden gevarieerd tussen een minimale en maximale waarde Lmin, Lmax. Elke bararm 15 is voorzien van een ringvormig einde 36, dat rond een 5 kogelvormige kop 37 van een bevestigingsschroef 38 is aangebracht. Daarbij zijn de vorm en afmeting van de ring 36 zodanig, dat deze niet van de kop 37 kan worden losgenomen, maar wel vrij ten opzichte van deze kop 37 kan verzwenken, waardoor een gewenste hoek φ tussen de lengteassen van de bararm 15 en het implantaat 5 kan worden ingesteld. Een voordeel van deze 10 uitvoeringsvorm is dat de hoek φ over een relatief groot bereik instelbaar is, waardoor dit barsamenstel zeer geschikt is voor toepassing bij implantaten 5 met een grote scheefstand oc. Het barsamenstel 3 kan bovendien rechtstreeks met de schroeven 38 op de implantaten 5 worden bevestigd, zonder tussenkomst van een koppelelement. Teneinde het implantaat 5 en 15 de bevestigingsschroef 38 naadloos op elkaar te laten aansluiten kan ofwel de bevestigingsschroef 38 worden voorzien van een aangepast middendeel 39, als getoond ter linkerzijde in figuur 4a, ofwel het implantaat 5 worden voorzien van een afgerond einde 11', als getoond ter rechter zijde. Door het ontbreken van een koppelelement is het geheel nog eenvoudiger te 20 monteren en voorts kunnen de vervaardigingskösten hierdoor nog verder worden gereduceerd.
Fig. 5 toont een vierde uitvoeringsvorm van de inrichting 1, althans een helft daarvan, waarbij de hoek φ tussen de lengteassen van de bararm 15 en een implantaat 5 kan worden ingesteld met behulp van een 25 cilindrisch koppelelement 40, dat langs een diagonaal scheidingsvlak 41 in twee helften 40A, B is verdeeld. De bararm 15 is voorzien van een schijfvormig einde 42, dat tussen beide helften 40A, B van het koppelelement 40 op het implantaat 5 wordt bevestigd met behulp van een bevestigingsschroef 43. Voor doorlating van deze bevestigingsschroef 43 zijn 901 7 28 4 13 beide koppelelement helften 40A, B voorzien van een doorlopend gat 44 en is het einde 42 van de bararm 15 voorzien van een taps toelopend gat 45, waarvan de kleinste diameter gelijk is aan de diameter van gat 44 in de koppelelement helften 40A,B. De hoek φ tussen de bararm 15 en het 5 implantaat 5 kan worden gevarieerd door beide helften 40 A, B tegelijk rond hun lengteas te verdraaien. Dit is geïllustreerd in fig. 5a-c. Fig. 5a toont een eerste uiterste stand waarbij de bararm 15 een minimale hoek q>min insluit met het implantaat 5. Door de helften 40A,B vanuit deze stand over 90° te verdraaien komt, afhankelijk van de draairichting, de schuine zijde 41 naar 10 voren of naar achteren te liggen, uit het vlak van tekening. Dit is weergegeven in figuur 5b. Het schijfvormig einde 42 is daarbij enigszins gekanteld rond de lengteas van de bararm 15 en de bararm 15 sluit een rechte hoek in met de lengteas van het implantaat 5. In deze stand is het barsamenstel 3 derhalve geschikt voor bevestiging op twee implantaten 5 15 die onder een rechte hoek in een bot zijn verankerd. Wanneer de koppelelement helften 40A, B uitgaande van figuur 5b nogmaals over 90° worden geroteerd zal de bararm 15 verzwenken naar een tweede uiterste stand, waarbij de bararm 15 een maximale hoek (pmax insluit met het implantaat 5, als getoond in fig. 5c. Uit de figuren 5a en 5c wordt tevens 20 duidelijk waarom het gat 45 in het bararmeinde 42 taps loopt. Zonder een dergelijk taps verloop zou de doorgang voor de bevestigingsschroef 43 in de uiterste standen te krap zijn. Door de helften 40A, B vervolgens nog een kwartslag te roteren, wordt een vergelijkbare situatie verkregen als getoond in fig. 5b, waarbij de bararm 15 in hoofdzaak haaks op de lengteas van het 25 implantaat 5 staat en het schijfvormig einde 42 enigszins is gekanteld rond de lengteas van de bararm 15. De helften 40A, B kunnen tot slot over nogmaals 90° worden verdraaid, waardoor de bararm 15 terugkeert in de stand als getoond in fig. 5a. Op deze wijze kan elke willekeurige hoek φ tussen de minimale en maximale waarde (pmin, (pmax worden ingesteld. Deze 10 1 7284 14 minimale en maximale hoek (prain, (pmax hangen af van de steilheid van het diagonale scheidingsvlak 41; hoe steiler dit vlak, hoe groter de instelbare range en hoe groter derhalve de maximaal te compenseren scheefstand van de implantaten 5.
5 Om te verhinderen dat een gebruiker zich bezeert aan de hoekige overgangen die zich bij deze uitvoeringsvorm kunnen voordoen tussen het uiteinde 42 van de bararm 15 en de koppelelement helften 40A, B (zoals bijvoorbeeld blijkt uit figuur 5a en 5c) kunnen genoemde delen worden afgedekt met een beschermingskapje (niet getoond).
10 In figuur 6 tot slot is een aantal geschakelde barsamenstellen 3 getoond, waarbij telkens twee einden 6 van twee verschillende barsamenstellen 3 op één implantaat 5 zijn bevestigd. Deze einden 6 hebben daartoe een zodanige met elkaar en met het koppelstuk 8 en de bevestigingsschroef 9 samenwerkende vorm, dat beide einden 6 ten opzichte 15 van elkaar kunnen verzwenken, zodat de stand van elk barsamenstel 3 afzonderlijk kan worden ingesteld. Op deze wijze kan een reeks barsamenstellen 3 aan elkaar worden gekoppeld, bijvoorbeeld onder volging van de kaaklijn. Hierdoor wordt een groter bevestigingsoppervlak voor de prothese gecreëerd en kan deze nog beter worden ondersteund. Ook is het 20 mogelijke meerdere prothesen naast elkaar op te stellen.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekeningen getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
Zo is de inrichting niet beperkt tot tandheelkundige toepassingen, 25 maar is deze tevens geschikt voor orthopedische toepassingen in het algemeen. Daartoe kunnen bijvoorbeeld de dimensies van de inrichting, het aantal bevestigingsinrichtingen per orthese of prothese en de vorm van de implantaten en het barsamenstel naar wens worden aangepast. Ook is het mogelijk met de inrichting een verbinding tot stand te brengen waarin juist 30 wel een bepaalde gewenste spanning wordt opgewekt, zodat twee met 1017284 15 elkaar te verbinden delen met een bepaalde kracht tegen elkaar of uit elkaar kunnen worden gehouden. Dit kan bijvoorbeeld gunstig zijn bij botbreuken, waarbij een bot moet worden op gerekt of juist met een bepaalde kracht op een tweede botdeel moet worden gedrukt. In dat geval kan met de 5 inrichting volgens de uitvinding een verbinding tussen de betreffende delen tot stand worden gebracht, waarna in deze verbinding een druk- of trekspanning kan worden opgewekt, bijvoorbeeld door middel van een schroefverbinding tussen de barstaaf en één of beide bararmen.
Het barsamenstel kan één bararm omvatten in plaats van twee, 10 welke ene bararm verschuifbaar op een eerste einde van een barstaaf is aangebracht. Het andere uiteinde van de barstaaf kan in dat geval worden voorzien van een van de hier boven beschreven vormen, zoals een kom, kogel, of vlakke ring, waarmee dit einde verzwenkbaar op een implantaat kan worden bevestigd. In plaats van een barstaaf kan een barhuls worden 15 toegepast, waarin al dan niet massieve bararmen verschuifbaar kunnen worden opgenomen. Voorts kunnen tussen de uiteinden van het barsamenstel en de implantaten in plaats van kogelscharnieren lijnscharnieren worden gevormd, waarvan een zwenkas zich uitstrekt haaks op het vlak door de lengteassen van het barsamenstel en de implantaten.
20 Deze en vele variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.
1017284

Claims (18)

1. Inrichting voor het bevestigen van een orthese of prothese, omvattende een in hoofdzaak staafvormig barsamenstel (3), dat met of nabij twee uiteinden (6, 26, 36, 42) bevestigbaar is op vrij liggende eerste einden (11) van twee op afstand van elkaar met een tweede einde (12) in of aan een 5 bot bevestigde implantaten (5), onder vorming van een stijve verbinding daartussen, waarbij het barsamenstel (3) ten minste twee elementen (15, 16. omvat die ten opzichte van elkaar en elk implantaat (5) verstelbaar zijn.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het barsamenstel (3) ten minste een buisvormig element (15) en een daarin ten minste in axiale 10 richting verschuifbaar opgenomen staafvormig element (16) omvat, een en ander zodanig dat de lengte (L) van het barsamenstel (3) tussen de uiteinden (6) instelbaar is.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de uiteinden (6, 26, 36, 42) van het barsamenstel (3) elk zwenkbaar verbindbaar zijn met het vrije 15 eerste einde (11) van een implantaat (5), een en ander zodanig dat ten minste een hoek (cp) tussen de lengteas van het barsamenstel (3) en de lengteas van ten minste één implantaat (5) instelbaar is.
4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de in gebruik door het barsamenstel (3) gevormde verbinding tussen de 20 implantaten (5) in hoofdzaak spanningsvrij is.
5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij elk einde (6, 26, 36) van het barsamenstel (3) losneembaar op een implantaat (5) bevestigbaar is door middel van een bevestigingsschroef (9, 27, 38), waarbij de in een bevestigde stand naar elkaar toegekeerde zijden van de 25 bevestigingsschroef (9, 27, 38) en een einde (6, 26, 36) van het barsamenstel (3) een ten opzichte van elkaar verzwenkbare vorm hebben. ItO 1 7 28 4
6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een of elk einde (36) van het barsamenstel (3) ringvormig is en waarbij de bevestigingsschroef (38) een kogelvormige kop (37) heeft die passend binnen het ringvormig einde (36) opneembaar is, zodat in gebruik beide delen (36 5 37) verzwenkbaar ten opzichte van elkaar verbindbaar zijn.
7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een koppelelement (8) is voorzien voor plaatsing tussen een vrij eerste einde (11) van een implantaat (5) en een uiteinde (6, 26, 42) van het barsamenstel (3).
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de in een bevestigde stand 10 naar elkaar toegekeerde zijden van het koppelelement (8, 28) en het einde (6, 26) van het barsamenstel (3) een ten opzichte van elkaar verzwenkbare vorm hebben, een en ander zodanig dat de stand van het barsamenstel (3) ten opzichte van de koppelelementen (8, 28) en de daaronder gelegen implantaten (5) door rotatie instelbaar is.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, waarbij een of elk einde (6) van het barsamenstel (3) kogelvormig is, en naar dit einde (6) gekeerde zijden van het koppelelement (21) en de bevestigingsschroef (23) elk komvormig zijn.
10. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, waarbij een of elk einde (26) 20 van het barsamenstel (3) lepelvormig is, met een bolvormige en een kom vormige zijde (31, 32) en waarbij één van de naar dit einde (26) gekeerde zijden van het koppelelement (28) en de bevestigingsschroef (27) bolvormig is en de andere zijde komvormig is, een en ander zodanig dat het einde (26) verzwenkbaar tussen genoemde zijden van het koppelelement 25 (28) en de bevestigingsschroef (27) opneembaar is.
11. Inrichting volgens een van de conclusies 1-4, waarbij een of elke bararm (15) van het barsamenstel (3) een van een taps gat (45) voorzien schijfvormig einde (42) heeft, dat met behulp van een schroef (43) bevestigbaar is tussen een in hoofdzaak cilindrisch koppelelement (40), dat 30 in twee helften (40A,B) is gescheiden langs een zich hellend ten opzichte 1,101 7 28 4 van een lengteas van het cilindrisch koppelelement (40) uitstrekkend scheidingsvlak (41), een en ander zodanig dat in gebruik de hoek (cp) tussen de lengteassen van de bararm (15) en het implantaat (5) instelbaar is door rotatie van beide koppelelement helften (40A,B) rond hun lengteas.
12. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het barsamenstel (3) tijdens gebruik een in hoofdzaak rechte verbinding vormt tussen twee implantaten (5).
13. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij elk einde (6, 26) van een barsamenstel (3) een naar het implantaat (5) gekeerde 10 zijde heeft die een zodanig complementaire vorm heeft met een van het implantaat (5) afgekeerde zijde, dat twee einden (6, 26), behorend tot twee afzonderlijke barsamenstellen (3), zwenkbaar op elkaar op één implantaat (5) kunnen worden bevestigd, waarbij een hoek (φ) tussen de lengteas van het betreffende implantaat (5) en de lengteas van elk barsamenstel (3) voor 15 elk barsamenstel (3) afzonderlijk instelbaar is.
14. Samenstel van een inrichting volgens een van de voorgaande conclusies en een orthese of prothese, waarbij de orthese of prothese is voorzien van ten minste één bevestigingselement, in het bijzonder een veerkrachtig klemelement (50), waarmee deze losneembaar op het of elk 20 barsamenstel (3) bevestigbaar is.
15. Samenstel volgens conclusie 14, waarbij de inrichting de orthese of prothese althans nagenoeg volledig kan dragen.
16. Model van een onder- en/of bovenkaak, althans van zich daarin bevindende gebitsdelen en tandvlees, waarin ten minste twee implantaten 25 (5) op afstand van elkaar zijn aangebracht, op welke implantaten (5) een in lengte verstelbaar, in hoofdzaak staafvormig barsamenstel (3) met twee einden (6, 26, 36, 42) verzwenkbaar bevestigbaar is, een en andere zodanig dat de in gebruik door het barsamenstel (3) gevormde stijve verbinding tussen de implantaten (5) in hoofdzaak spanningsvrij is. 101 7 284
17. Werkwijze voor het tot stand brengen van een inrichting ter bevestiging van een tandheelkundige orthese of prothese, gebruik makend van ten minste twee implantaten (5a,b) die op bekende wijze op enige afstand van elkaar in of aan een bot zijn bevestigd, omvattende de volgende 5 stappen: bevestigen van een eerste einde (6a) van het barsamenstel (3) op een eerste implantaat (5a); aanpassen van de lengte (L) van het barsamenstel (3) door het ten minste ene staafvormige element (16) te verschuiven in het ten minste ene 10 buisvormige element (15), zodanig dat een tweede einde (6b) van het barsamenstel (3) op een naast het eerste implantaat (5a) gelegen tweede implantaat (5b) kan worden geplaatst; instellen van de hoeken (φ) tussen de lengteas van het barsamenstel (3) en de lengteas van elk implantaat (5a,b), door de einden 15 (6a,b) van het barsamenstel (3) te verzwenken ten opzichte van de implantaten (5a,b), zodanig dat het barsamenstel (3) een in hoofdzaak spanningsvrije verbinding vormt tussen beide implantaten (5a,b); en bevestigen van het tweede einde (6b) van het barsamenstel (3) op het tweede implantaat (5b).
18. Werkwijze voor het aanbrengen van een orthese of prothese op een inrichting volgens een van de conclusies 1-13, omvattende de volgende stappen: maken van een afdruk van een kaak inclusief zich daarin uitstrekkende implantaten (5) en een daarop aangebracht barsamenstel (3) 25 volgens een werkwijze volgens conclusie 17; vervaardigen van een model van de kaak, de implantaten (5) en het barsamenstel (3) op grond van de in voorgaande stap gemaakte afdruk; aanbrengen van klemmiddelen (50) op het in voorgaande stap gemodelleerde barsamenstel (3); 10 1 7284 plaatsen van de prothese of orthese op het gemodelleerde barsamenstel (3) en de klemmiddelen (50), en vastzetten van de klemmiddelen (50) in de prothese of orthese in een op basis van de voorgaande stap bepaalde geschikte sta; d. >1017 2®*
NL1017284A 2001-02-05 2001-02-05 Bevestigingsinrichting voor een orthese of prothese. NL1017284C2 (nl)

Priority Applications (14)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017284A NL1017284C2 (nl) 2001-02-05 2001-02-05 Bevestigingsinrichting voor een orthese of prothese.
DE20221475U DE20221475U1 (de) 2001-02-05 2002-02-05 Befestigungsvorrichtung für eine Orthese oder eine Prothese
PT02711536T PT1357853E (pt) 2001-02-05 2002-02-05 Dispositivo de fixacao para orteses ou proteses
KR1020037010274A KR100907957B1 (ko) 2001-02-05 2002-02-05 보정구 또는 보철용 고정장치
BRPI0207008-1A BR0207008B1 (pt) 2001-02-05 2002-02-05 dispositivo para fixar uma órtese ou prótese, peça de extremidade para uso no mesmo, jogo de peças, conjunto de um dispositivo e uma órtese ou prótese, modelo de um maxilar inferior e/ou superior, e, métodos para construir um dispositivo para fixar uma órtese ou prótese e para fixar uma órtese ou prótese sobre um dispositivo.
US10/467,110 US7699611B2 (en) 2001-02-05 2002-02-05 Fastening device for an orthesis or prosthesis
DK02711536T DK1357853T3 (da) 2001-02-05 2002-02-05 Fastgörelsesanordning for en ortopædisk skinne eller en protese
PCT/NL2002/000083 WO2002062257A1 (en) 2001-02-05 2002-02-05 Fastening device for an orthesis or prosthesis
IL15723002A IL157230A0 (en) 2001-02-05 2002-02-05 Fastening device for an orthesis or prosthesis
ES02711536T ES2261645T3 (es) 2001-02-05 2002-02-05 Dispositivo para la fijacion de una ortesis o protesis.
DE60210743T DE60210743T2 (de) 2001-02-05 2002-02-05 Befestigungsvorrichtung für eine orthese oder eine prothese
EP02711536A EP1357853B1 (en) 2001-02-05 2002-02-05 Fastening device for an orthesis or prosthesis
AT02711536T ATE323451T1 (de) 2001-02-05 2002-02-05 Befestigungsvorrichtung für eine orthese oder eine prothese
IL157230A IL157230A (en) 2001-02-05 2003-08-04 Fastening device for an orthesis or prosthesis

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017284 2001-02-05
NL1017284A NL1017284C2 (nl) 2001-02-05 2001-02-05 Bevestigingsinrichting voor een orthese of prothese.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1017284C2 true NL1017284C2 (nl) 2002-08-06

Family

ID=19772848

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1017284A NL1017284C2 (nl) 2001-02-05 2001-02-05 Bevestigingsinrichting voor een orthese of prothese.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US7699611B2 (nl)
EP (1) EP1357853B1 (nl)
KR (1) KR100907957B1 (nl)
AT (1) ATE323451T1 (nl)
BR (1) BR0207008B1 (nl)
DE (2) DE60210743T2 (nl)
DK (1) DK1357853T3 (nl)
ES (1) ES2261645T3 (nl)
IL (2) IL157230A0 (nl)
NL (1) NL1017284C2 (nl)
PT (1) PT1357853E (nl)
WO (1) WO2002062257A1 (nl)

Families Citing this family (32)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU2003265597A1 (en) * 2002-08-23 2004-03-11 Paul C. Mcafee Metal-backed uhmpe rod sleeve system preserving spinal motion
DE10302576B3 (de) * 2003-01-22 2004-08-05 Georg-August-Universität Göttingen Mesostruktur für implantatgetragenen Zahnersatz
WO2006020530A2 (en) * 2004-08-09 2006-02-23 Innovative Spinal Technologies System and method for dynamic skeletal stabilization
US7854752B2 (en) 2004-08-09 2010-12-21 Theken Spine, Llc System and method for dynamic skeletal stabilization
DE102005016219A1 (de) * 2005-04-07 2006-10-12 Bredent Dentalgeräte u. Materialien Fach- u. Organisationsberatung Peter Brehm Vorrichtung zur Befestigung von lösbarem Zahnersatz
EP1709939A1 (de) * 2005-04-08 2006-10-11 Cendres & Metaux SA Extrakoronales Geschiebe sowie Verfahren zum Herstellen desselben
KR100678708B1 (ko) * 2005-05-18 2007-02-02 이요섭 틀니 착탈용 고정장치
US8025681B2 (en) * 2006-03-29 2011-09-27 Theken Spine, Llc Dynamic motion spinal stabilization system
US20070288012A1 (en) * 2006-04-21 2007-12-13 Dennis Colleran Dynamic motion spinal stabilization system and device
JP5175291B2 (ja) * 2006-11-03 2013-04-03 マテリアライズ・デンタル・ナムローゼ・フエンノートシャップ 歯科アタッチメントアセンブリ
DE102007037124B3 (de) * 2007-08-07 2008-10-30 Robert Laux Implantatvorrichtung zur Befestigung von Zahnersatz
EP2185095A1 (de) 2007-09-12 2010-05-19 Cendres + Métaux SA Anordnung zur bildung einer stegkonstruktion und fixationsschraube dafür
CA2639721A1 (en) * 2008-09-22 2010-03-22 Eric Allaire Dental bar implant system
DE202009018581U1 (de) 2008-11-03 2012-03-02 Synthes Gmbh Einstellbare Stangenanordnung
BRPI0903606A2 (pt) * 2009-09-23 2011-05-24 Rines De Freitas Iglesias barra articulada em três planos para utilização em implantes dentários
BE1018981A3 (nl) * 2009-10-30 2011-12-06 Clerck Renu De Werkwijze voor het bevestigen van een suprastructuur op implantaten en set met een suprastructuur, een steunelement, een fixeerschroef en een implantaat voor het toepassen van deze werkwijze.
PT2489328E (pt) * 2011-02-17 2013-07-05 Biosaf In S R L Superstrutura de armação modular para implantes dentários
WO2013097044A1 (es) * 2011-12-28 2013-07-04 Universidad De Concepcion Un sistema de retención protésica para pacientes desdentados compuesto por una barra prefabricada y dos implantes.
CL2011003323A1 (es) * 2011-12-28 2012-03-09 Univ Concepcion Sistema de retencion protesica para pacientes desdentados, comprende una barra prefabricada y dos implantes, donde dicha barra esta compuesta por una pieza tubular con seccion transversal redonda o semejante a un ovoide de entre 1 a 2 mm de diametro y 2 capsulas huecas en sus extremos, las que presentan una forma conica.
KR200471489Y1 (ko) * 2012-04-04 2014-02-28 왕제원 각도조절과 위치조절이 자유로운 틀니 고정용 어태치먼트
US9452034B1 (en) * 2012-10-23 2016-09-27 Javier Urquiola Hybrid passively fitting prosthodontic frameworks
EP2759279B1 (en) * 2013-01-24 2018-01-24 Kulzer GmbH Anchoring device between cylinders and spacers of position keys for dental implants
KR101573466B1 (ko) 2014-03-12 2015-12-11 정충현 치과용 임플란트의 평행 식립장치 및 임플란트 평행 식립방법
US9855118B2 (en) * 2014-07-23 2018-01-02 Danilo Bacchiocchi Modular apparatus for installation of multiple dental prostheses
DE102015203031B4 (de) * 2015-02-19 2016-10-20 Sirona Dental Systems Gmbh Passive fit von Implantatbrücken und -stegen mittels eines CAD/CAM Tools für die modellfreie Erstellung von implantatgetragenen Restaurationen
ITUA20163874A1 (it) 2016-05-27 2017-11-27 Errecieffe S R L Insieme per l'ancoraggio di una protesi dentale
US20190247150A1 (en) * 2016-06-17 2019-08-15 Nobel Biocare Services Ag Dental component for a dental restoration and method for assembling the dental component
IT201700050645A1 (it) * 2017-05-10 2018-11-10 Laser Tech Di Lusuardi Giorgio Struttura di barra per protesi dentali.
CN109846566B (zh) * 2019-02-27 2020-08-18 山东大学 一种口腔种植二期手术用定位装置及方法
US11833009B2 (en) * 2019-03-04 2023-12-05 Jeffrey L. Leadingham Adjustable system for magnetic denture retention
GB2588209A (en) * 2019-10-16 2021-04-21 Jerome Price Mark Dental bar
CN111728725B (zh) * 2020-07-17 2022-03-04 西安交通大学口腔医院 一种口腔种植牙配准固定装置

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4209904A (en) * 1978-10-23 1980-07-01 Staubli Peter E Rider clip with offset retention flaps and retention bar for denture
EP0534456A2 (de) * 1991-09-27 1993-03-31 H. Hader Dental Products S.A. Stützstruktur für eine Zahnprothese
DE19731658A1 (de) * 1997-06-13 1998-12-17 Sandhaus Sami Prof Dr Med Dr H Dentale Prothese und Verfahren zu ihrer Herstellung
DE19748268A1 (de) * 1997-10-31 1999-05-12 Kirsch Axel Verfahren zum Herstellen eines Stegs zur Befestigung von Zahnersatz

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4062119A (en) * 1976-06-28 1977-12-13 Linkow Leonard I Symphyseal-rami endosteal implant
DE3841008A1 (de) * 1988-12-06 1990-06-07 Heinrich Ulrich Implantat zur wirbelsaeulenkorrektur
DE8904919U1 (de) 1989-04-19 1989-06-29 ZL Microdent-Attachment GmbH, 5805 Breckerfeld Befestigungsvorrichtung für Suprastrukturen
AT393952B (de) * 1990-08-01 1992-01-10 Sichler Heimo Thermisch verstell- und fixierbarer implantatpfosten
US5302125A (en) * 1992-10-22 1994-04-12 Kownacki Charles D Dental prosthetic implant
SE9203184D0 (sv) * 1992-10-28 1992-10-28 Astra Ab Dental implant
WO1995010238A1 (en) * 1993-10-08 1995-04-20 Chaim Rogozinski Spinal treatment apparatus and method including multi-directional attachment member
DE29514042U1 (de) * 1995-09-01 1997-01-09 Unger, Heinz-Dieter, Dr.med.dent., 49080 Osnabrück Anker für Implantatkörper und Richtvorrichtung zu deren Ausrichtung

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4209904A (en) * 1978-10-23 1980-07-01 Staubli Peter E Rider clip with offset retention flaps and retention bar for denture
EP0534456A2 (de) * 1991-09-27 1993-03-31 H. Hader Dental Products S.A. Stützstruktur für eine Zahnprothese
DE19731658A1 (de) * 1997-06-13 1998-12-17 Sandhaus Sami Prof Dr Med Dr H Dentale Prothese und Verfahren zu ihrer Herstellung
DE19748268A1 (de) * 1997-10-31 1999-05-12 Kirsch Axel Verfahren zum Herstellen eines Stegs zur Befestigung von Zahnersatz

Also Published As

Publication number Publication date
PT1357853E (pt) 2006-08-31
ATE323451T1 (de) 2006-05-15
EP1357853B1 (en) 2006-04-19
US20040078040A1 (en) 2004-04-22
WO2002062257A1 (en) 2002-08-15
US7699611B2 (en) 2010-04-20
KR20030094243A (ko) 2003-12-11
BR0207008A (pt) 2004-02-25
DE20221475U1 (de) 2006-03-09
IL157230A (en) 2009-09-01
DE60210743T2 (de) 2007-04-19
ES2261645T3 (es) 2006-11-16
DE60210743D1 (de) 2006-05-24
WO2002062257A8 (en) 2003-11-06
BR0207008B1 (pt) 2010-09-21
EP1357853A1 (en) 2003-11-05
DK1357853T3 (da) 2006-08-21
KR100907957B1 (ko) 2009-07-16
IL157230A0 (en) 2004-02-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1017284C2 (nl) Bevestigingsinrichting voor een orthese of prothese.
EP0583829B1 (en) Method of realizing a prosthetic tooth for an implant and combination of elements used thereby
EP1415624B1 (en) Implant for vertebral replacement and restoration of the normal spinal curvature
EP0592412B1 (en) Device and method for attaching a member in replacement of part of a set of teeth
US9333057B2 (en) Screw channel directing device for a dental superstructure and methods for manufacturing a dental superstructure
US5071350A (en) Tiltable, adjustable, insert for a dental implant
US20040002765A1 (en) Modular shoulder prosthesis
US20030108845A1 (en) Framework assembly for providing a passive fit with divergent implants
EP2879621B1 (fr) Prothese condylienne pour une articulation temporo-mandibulaire
JP2008515527A (ja) 補てつ構造および補てつ構造の製作方法
AU2012258257B2 (en) Dental superstructure and method for manufacturing the same
JP3609828B2 (ja) 被蓋咬合治療器具
CA2003691C (en) Device for supporting artificial teeth in a jaw and method for making same
JPH10508777A (ja) 人工関節
US6250924B1 (en) Dental implant system and a method for its manufacture
CN113473942B (zh) 用于制造假牙牙架的可弯曲可铸造基台
IL188703A (en) Multi-position abutment with angular ball attachment for dental implants

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160301