NL1016687C2 - Tapstang. - Google Patents

Tapstang. Download PDF

Info

Publication number
NL1016687C2
NL1016687C2 NL1016687A NL1016687A NL1016687C2 NL 1016687 C2 NL1016687 C2 NL 1016687C2 NL 1016687 A NL1016687 A NL 1016687A NL 1016687 A NL1016687 A NL 1016687A NL 1016687 C2 NL1016687 C2 NL 1016687C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
beverage
valve
gas
tapping
edge
Prior art date
Application number
NL1016687A
Other languages
English (en)
Inventor
Bart Jan Bax
Arie-Maarten Paauwe
Guido Petrus Johannes V Klaauw
Marius Corstiaan Van Duuren
Original Assignee
Heineken Tech Services
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19772446&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL1016687(C2) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Heineken Tech Services filed Critical Heineken Tech Services
Priority to NL1016687A priority Critical patent/NL1016687C2/nl
Priority to AU2279302A priority patent/AU2279302A/xx
Priority to EG20011249A priority patent/EG22785A/xx
Priority to US10/432,677 priority patent/US7832596B2/en
Priority to APAP/P/2003/002813A priority patent/AP2003002813A0/en
Priority to NZ526139A priority patent/NZ526139A/en
Priority to PT01270485T priority patent/PT1347936E/pt
Priority to EEP200300241A priority patent/EE05132B1/xx
Priority to CA002429851A priority patent/CA2429851A1/en
Priority to PCT/NL2001/000847 priority patent/WO2002048019A1/en
Priority to CZ20031600A priority patent/CZ20031600A3/cs
Priority to CNB01814926XA priority patent/CN100519401C/zh
Priority to AU2002222793A priority patent/AU2002222793B2/en
Priority to HU0303501A priority patent/HUP0303501A3/hu
Priority to UA2003065748A priority patent/UA87092C2/ru
Priority to MXPA03004584A priority patent/MXPA03004584A/es
Priority to EP01270485A priority patent/EP1347936B1/en
Priority to BRPI0115614-4A priority patent/BR0115614B1/pt
Priority to DE20122852U priority patent/DE20122852U1/de
Priority to PL365903A priority patent/PL203265B1/pl
Priority to AT01270485T priority patent/ATE541810T1/de
Priority to OA1200300143A priority patent/OA12535A/en
Priority to JP2007506609A priority patent/JP4309457B1/ja
Priority to EA200300600A priority patent/EA005057B1/ru
Priority to ES01270485T priority patent/ES2380361T3/es
Priority to YUP-510/03A priority patent/RS50319B/sr
Priority to SK755-2003A priority patent/SK287847B6/sk
Priority to KR1020037006931A priority patent/KR100889080B1/ko
Priority to IL15604901A priority patent/IL156049A0/xx
Priority to DK01270485.4T priority patent/DK1347936T3/da
Priority to JO2001189A priority patent/JO2189B1/en
Priority to PE2001001168A priority patent/PE20020528A1/es
Priority to UY27036A priority patent/UY27036A1/es
Priority to MYPI20015365A priority patent/MY156982A/en
Priority to ARP010105468A priority patent/AR031502A1/es
Priority to SV2001000745A priority patent/SV2002000745A/es
Application granted granted Critical
Publication of NL1016687C2 publication Critical patent/NL1016687C2/nl
Priority to IL156049A priority patent/IL156049A/en
Priority to MA27169A priority patent/MA25857A1/fr
Priority to IS6825A priority patent/IS6825A/is
Priority to NO20032338A priority patent/NO20032338L/no
Priority to ZA200304134A priority patent/ZA200304134B/en
Priority to BG107870A priority patent/BG107870A/bg
Priority to EC2003004645A priority patent/ECSP034645A/es
Priority to HR20030491A priority patent/HRP20030491B1/xx
Priority to HK05107553.9A priority patent/HK1075241A1/xx
Priority to DK200800068U priority patent/DK200800068U3/da
Priority to JP2008321669A priority patent/JP4972635B2/ja

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/08Details
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/08Details
    • B67D1/0829Keg connection means
    • B67D1/0831Keg connection means combined with valves
    • B67D1/0832Keg connection means combined with valves with two valves disposed concentrically
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/08Details
    • B67D1/0829Keg connection means
    • B67D1/0841Details
    • B67D1/0848Locking means
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/2931Diverse fluid containing pressure systems
    • Y10T137/3115Gas pressure storage over or displacement of liquid
    • Y10T137/3127With gas maintenance or application
    • Y10T137/314Unitary mounting for gas pressure inlet and liquid outlet
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/598With repair, tapping, assembly, or disassembly means
    • Y10T137/612Tapping a pipe, keg, or apertured tank under pressure
    • Y10T137/613With valved closure or bung
    • Y10T137/6137Longitudinal movement of valve

Landscapes

  • Devices For Dispensing Beverages (AREA)
  • Lift Valve (AREA)
  • Fluid-Damping Devices (AREA)
  • Contacts (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Vacuum Packaging (AREA)

Description

Titel: Tapstang
De uitvinding heeft betrekking op een tapstang met een drankklep, een daarmee samenwerkende gasklep en een kraag. Een dergelijke tapstang is uit de praktijk bekend en wordt toegepast bijvoorbeeld in biervaten en dergelijke vaten voor drank, in het bijzonder koolzuurhoudende drank.
5 Bij de bekende tapstang is een in hoofdzaak cilindervormige kamer met een kraag voorzien, waarbij zich concentrisch in de kamer een boveneinde van een stijgbuis uitstrekt. Binnen het in de kamer gelegen einde van de stijgbuis is een drankklep aangebracht, welke rond en schotelvormig is. Een ringvormige gasklep is concentrisch op de bovenzijde 10 van de drankklep aangebracht en ligt in gesloten stand aan tegen de buitenste langsrand van de drankklep, terwijl de gasklep afdichtend aanligt tegen een naar buiten toe omgezette bovenste langsrand van het boveneinde van de stijgbuis. De buitenste langsrand van de ringvormige gasklep ligt in gesloten stand afdichtend aan tegen een klepzitting aan de onderzijde van 15 de kraag. In de stijgbuis is een eerste veer voorzien die de drankklep tegen de gasklep drukt, terwijl tussen de stijgbuis en de kamer een tweede veer is aangebracht, welke enerzijds aanligt tegen genoemde omgezette langsrand van de stijgbuis en anderzijds tegen een slotplaat onder in de kamer, waardoor de gasklep tegen de klepzitting wordt gedrukt. Aldus zijn de 20 drankklep en de gasklep beide gesloten.
Deze tapstang wordt gebruikelijk in een hals van een vat geschroefd, zodanig dat de stijgbuis zich binnen het vat uitstrekt, tot nabij de bodem daarvan. Wordt een vat aangesloten op een tapinstalatie (“aangeslagen”) dan wordt een tapkop op de hals vastgezet en wordt met een 25 hendel een druklichaam neergedrukt. Het druklichaam omvat een eerste drukdeel dat door de opening in de ringvormige gasklep tegen de drankklep kan worden aan bewogen en deze van de gasklep kan af bewegen, terwijl een tweede drukdeel is voorzien dat de gasklep van de zitting kan 10 1 6 687 2 wegdrukken. Aldus kunnen met de tapkop de beide kleppen worden geopend.
Bij deze bekende tapkop is een eerste drankkanaal voorzien dat vast is verbonden met een drankleiding van de tapinrichting, terwijl een 5 gaskanaal is voorzien dat vast is verbonden met een bron voor drukgas, zoals een C02-cilinder. Bij een aangeslagen vat kan drank uit het vat in de drankleiding worden geperst door invoeren van gas in het vat door het gaskanaal. Bij loskoppelen van het vat kan drank vanuit het drankkanaal in het gaskanaal stromen, hetgeen ongewenst is. Voorts dienen in beginsel 10 steeds, althans zeer regelmatig, bijvoorbeeld steeds wanneer een nieuw vat wordt aangeslagen ten minste de drankleiding en de tapkop te worden gereinigd, zeker wanneer de tapinrichting langere tijd niet wordt gebruikt, bijvoorbeeld tijdens sluitingsuren van een horecagelegenheid. Deze reiniging is tijdrovend en milieuonvriendelijk, alsmede kostbaar. Een verder 15 nadeel van deze bekende tapstang is dat de daarbij te gebruiken tapkop weinig handig te gebruiken is doordat steeds ten minste twee leidingen daarmee verbonden zijn en blijven, ook bij verwisselen van een vat.
De uitvinding beoogt een tapstang van de in de aanhef beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen zijn vermeden, met behoud van de 20 voordelen daarvan. Daartoe wordt een tapstang volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
Bij een tapstang volgens de uitvinding is een aansluitinrichting op of binnen de kraag voorzien, tegen of nabij de gasklep en/of de drankklep. Het druklichaam is daarbij ingericht voor enerzijds openen van de 25 drankklep en de gasklep en anderzijds ten minste in de aansluitinrichting gescheiden houden van het of elk drankkanaal, althans een daarop tijdens gebruik aansluitende drankleiding en het of elk gaskanaal bij voorkeur zowel bij gesloten als bij geopende kleppen. De aansluitinrichting wordt met de tapstang mee geleverd en verwijderd, waarbij de tapkop slechts met de 30 gasleiding is verbonden. De drankleiding is of kan worden verbonden met de
1 6 68 F
3 aansluitinrichting, waardoor tijdens gebruik contact tussen de drank en de tapkop geheel wordt vermeden. Dit heeft het voordeel dat de tapkop nagenoeg niet gereinigd hoeft 'te worden. Bovendien is de tapkop daardoor eenvoudiger handelbaar geworden.
5 In een tapstang volgens onderhavige uitvinding worden de drankklep en de gasklep afgedekt door de aansluitinrichting, ook bij opslag en transport. Hierdoor kan vervuiling van de kleppen beter worden verhinderd en is de tapstang geschikt voor gebruik bij een bijzondere tapkop, namelijk één waarmee slechts de gasleiding is verbonden, niet de 10 tapleiding. Hiermee wordt ervoor zorggedragen dat steeds een geschikt vat wordt aangeslagen. Immers, vaten zonder de specifieke aansluitinrichting kunnen niet op de betreffende tapinrichting worden aangesloten. Hiermee kan authenticiteit van het geleverde product relatief eenvoudig nog beter worden verzekerd. Bovendien worden aansluitfouten vermeden.
15 In een eerste voordelige uitvoeringsvorm wordt een tapstang volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 4.
In deze uitvoeringsvorm is de aansluitinrichting in hoofdzaak uit twee elementen opgebouwd, een vastzetelement en het druklichaam, welke beide een drankkanaal omvatten, welke drankkanalen bij geopende kleppen 20 op elkaar aansluiten. Hiermee wordt het voordeel bereikt dat een drankafgifteleiding vast met het tweede drankkanaal kan worden verbonden en niet met het druklichaam mee hoeft te bewegen. Hierdoor wordt een aansluitinrichting verkregen met een relatief kleine inbouwhoogte.
25 In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt een tapstang volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 6.
Bij een dergelijke uitvoeringsvorm zal de drankafgifteleiding met het druklichaam meebewegen, waardoor de kans op lekken verder wordt verminderd.
JO 1 6 68 7 4
In een verdere bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een tap stang volgens de uitvinding nader gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 20.
Bij een dergelijke uitvoeringsvorm kan de aansluitinrichting, als 5 druklichaam, in hoofdzaak eendelig worden uitgevoerd, waardoor een bijzonder eenvoudige en zekere inrichting wordt verkregen. Bovendien is een dergelijke aansluitinrichting, althans druklichaam relatief goedkoop te vervaardigen en eenvoudig aan te brengen, terwijl montagefouten nog beter worden verhinderd. Immers, assemblage is bij een dergelijke 10 aansluitinrichting niet nodig, uitgezonderd eventueel een vast daarmee verbonden drankafgifteleiding, welke dient te worden aangebracht.
In een verdere alternatieve uitvoeringsvorm wordt een tapstang volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 21.
15 Bij een dergelijke uitvoeringsvorm kan de aansluitinrichting wederom eendelig worden vervaardigd, afgezien van de eventueel daarmee nog te verbinden, vast aan te brengen drankafgifteleiding, terwijl een relatief eenvoudig klepsamenstel wordt gebruikt. Immers, dit kent slechts één beweegbaar deel dat zowel de gasdoorgang als de drankdoorgang kan 20 afsluiten of vrijgeven. De sluitring en de sluitplaat kunnen daarbij ongeveer in eenzelfde vlak liggen, evenals de bovenzijde van het kleplichaam in gesloten stand. Hierdoor wordt een relatief vlakke bovenzijde verkregen die weinig storingsgevoelig en eenvoudig reinigbaar is. Juist in combinatie met een eendelige aansluitinrichting als hier beschreven is dit voordelig, te meer 25 daar een dergelijke aansluitinrichting een bijzonder kleine opbouwhoogte hoeft te hebben.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een vat, voorzien van een tapstang volgens de uitvinding.
10 1 6 687 5
De uitvinding heeft bovendien betrekking op een samenstel van een vat volgens de uitvinding en een tapkop, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 29.
Met een dergelijke tapkop kan op bijzonder eenvoudige wijze een 5 vat volgens de uitvinding worden aangeslagen en gereed worden gemaakt voor gebruik.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor gebruik van een vat met een tapstang, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 31.
10 Met een dergelijke werkwijze kan op bijzonder eenvoudige en doeltreffende wijze een vat worden aangeslagen, waarbij ongewenste menging van drank en drukgas, dat wil zeggen anders dan in het vat wordt verhinderd. Bovendien wordt met een dergelijke werkwijze het gebruik aanmerkelijk vereenvoudigd aangezien nagenoeg niet gereinigd hoeft te 15 worden.
De uitvinding heeft verder betrekking op een aansluitinrichting voor gebruik bij een tapstang, vat, samenstel of werkwijze volgens de uitvinding.
De uitvinding heeft bovendien betrekking op een inrichting voor 20 het gereedmaken van een vat drank, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 38.
Met een dergelijke inrichting kunnen op eenvoudige wijze vaten worden gevuld en worden voorzien van tapstangen, waarbij steeds een aansluitinrichting volgens de uitvinding wordt aangebracht, afgedekt door 25 een afdekmiddel, bijvoorbeeld een zegelmiddel, zodat authenticiteit daarvan nog beter kan worden verzekerd.
Nadere voordelige uitvoeringsvormen van een tapstang, vat, samenstel, werkwijze, aansluitinrichting en inrichting voor het gereedmaken van vaten drank zijn gegeven in de volgconclusies.
10 1 6 687 6
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden daarvan nader worden beschreven, aan de hand van de tekening. Daarin toont:
Fig. 1 een bovenste deel van een tapstang in de hals van een vat 5 met een tapkop, in afgesloten toestand;
Fig. 2 het samenstel volgens Fig. 1, in geopende stand;
Fig. 3 in bovenaanzicht een vastzetlichaam van een aansluitinrichting volgens de uitvinding;
Fig. 4 in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn IV-IV in Fig. 3 10 het vastzetlichaam;
Fig. 5 in zijaanzicht een vastzetlichaam volgens Fig. 3;
Fig. 6 in perspectivisch bovenaanzicht een druklichaam volgens de uitvinding voor gebruik bij een vastzetlichaam volgens Fig. 3-5;
Fig. 7 in doorgesneden zijaanzicht een druklichaam volgens de lijn 15 VH-VII in Fig. 6;
Fig. 8 in doorgesneden aanzicht een druklichaam volgens de lijn VIII-VIII in Fig. 6;
Fig. 9 in doorgesneden zijaanzicht een aansluitinrichting volgens de uitvinding, opgenomen in de hals van een tapstang; 20 Fig. 9A een aansluitinrichting volgens de uitvinding in een alternatieve uitvoeringsvorm, opgenomen in een hals van een tapstang, in dwarsdoorsnede;
Fig. 10 in perspectivisch bovenaanzicht schematisch een alternatieve, eendelige uitvoeringsvorm van een aansluitinrichting volgens 25 de uitvinding;
Fig. 11 in perspectivisch onderaanzicht de aansluitinrichting volgens Fig. 10;
Fig. 12 in doorgesneden zijaanzicht een aansluitinrichting volgens Fig. 10 en 11 als onderdeel van een tapstang met een vlakke bovenzijde, 30 met een gedeelte van een tapkop, in gesloten stand; 10 1 6 68 7 7
Fig. 13 het samenstel volgens Fig. 12, in geopende toestand, over 90° gedraaid;
Fig. 14a, c, respectievelijk in onderaanzicht, zijaanzicht en perspectivisch bovenaanzicht een alternatieve uitvoeringsvorm van een 5 aansluitinrichting volgens de uitvinding;
Fig. 15 in perspectivisch aanzicht afdichtmiddelen van een aansluitinrichting volgens fig. 14;
Fig. 16 in perspectivisch bovenaanzicht en onderaanzicht een kunststof deel van een aansluitinrichting volgens fig. 14; 10 Fig. 17 in perspectivisch doorsnede aanzicht het kunststof deel volgens fig. 16;
Fig. 18 in perspectivisch bovenaanzicht een aansluitinrichting volgens fig. 14-17 geplaatst op een hals van een vat;
Fig. 19 in perspectivisch bovenaanzicht een aansluitinrichting 15 volgens de uitvinding, in een verdere alternatieve uitvoeringsvorm, met afdekdeksel; en
Fig. 20 in doorgesneden zijaanzicht een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een aansluitinrichting volgens de uitvinding.
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen 20 gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In deze beschrijving zal worden uitgegaan van een biervat met bijbehorende tapinrichting. Evenwel kan een tapstang volgens de uitvinding evenals een werkwijze volgens de uitvinding ook worden toegepast voor andere dranken, in het bijzonder koolzuurhoudende dranken. In deze beschrijving zullen de tapkop en het vat 25 slechts beperkt worden beschreven, voor zover zinvol voor een beter begrip van deze uitvinding. Hetzelfde geldt voor de gebruikte klepmechanismen. Dergelijke tapkoppen, vaten en klepmechanismen zijn uit de praktijk genoegzaam bekend, in het bijzonder voor gebruik bij biertapinrichtingen.
In Fig. 1 is een hals 1 van een biervat getoond, in welke hals 1 een 30 tapstang 2 is geschroefd of op andere wijze is vastgezet. De tapstang omvat 10 1 6 687 8 een cilindrisch huis 4, welke een kamer 6 bepaalt, aan de bovenzijde begrensd door een klepzitting 8. Binnen de kamer 6 is een stijgbuis 10 opgesteld, welke zich neerwaarts in het vat uitstrekt. Het zich buiten de kamer 6 uitstrekkend deel is verjongd. De bovenste langsrand 12 van de 5 stijgbuis 10 is buitenwaarts omgezet. Tussen genoemde langsrand 12 en de klepzitting 8 is een in hoofdzaak ringvormige gasklep ingesloten, welke met een onderste rand passend ligt binnen de stijgbuis 10. Tegen de onderzijde van de gasklep 1 4 ligt een schotelvormige drankklep 16, welke afdichtend tegen de gasklep 14 wordt aangedrukt door een eerste veer 18, opgesloten in 10 het brede deel van de stijgbuis 10. De kamer 6 is aan de onderzijde afgesloten door een slotplaat 20. Tussen de slotplaat 20 en de langsrand 12 is een tweede veer 22 voorzien welke de gasklep tegen de klepzitting 8 drukt. In deze toestand zijn zowel de gasklep 14 als de drankklep 16 gesloten.
15 In de kraag 24 van de tap stang 2 is een aansluitinrichting 26 opgesloten, welke met klemvingers 28 in een rondlopende groef 30 is vastgezet. Deze afsluitinrichting 26 omvat een druklichaam 30, in axiale richting beweegbaar binnen een vastzetlichaam 32. Op de hals 1 is een tapkop 34 vastgezet, voorzien van een bedieningsstang waarmee het 20 druklichaam 30 ten opzichte van het vastzetlichaam 32 kan worden bewogen, tegen de drankklep 16 en de gasklep 14, zoals getoond in Fig. 2. Daartoe wordt de hendel 36 neerwaarts bewogen, waarbij een blokkeerhendel 38 onder een nok 40 wordt vastgezet. Tussen de hendel 36 en de blokkeerhendel 38 is een spanveer 42 voorzien tegen onbedoeld 25 bedienen van de tapkop. De tapkop 34 is met een in hoofdzaak hoefijzervormige schoen 35 in een sleuf 25 in de hals 1 vastgezet, over de aansluitinrichting 26 heen. Met de hendel 36 wordt de bedieningsstang 44 van de tapkop 34 tegen het druklichaam 30 bewogen, waardoor dit neerwaarts wordt gedrukt. Door het druklichaam 30 wordt eerst de 30 drankklep 16 van de gasklep 14 wegbewogen, waarna bij verder bewegen de ίο 1 6 687 9 gasklep 8 door een breder deel van het druklichaam 30 van de zitting 8 wordt gedrukt. De tapkop 34 is voorzien van een gasinlaat 46, aansluitbaar op een CO2 of dergelijke drukgasbron, vanuit welke gasinlaat 46 gas langs de bedieningsstang 44 naar het druklichaam 30 kan stromen. In het 5 druklichaam 30 zijn gaskanalen 48 voorzien waardoorheen, bij geopende klep zoals getoond in Fig. 2, gas vanuit de gasinlaat 46 tussen de gasklep 14 en de zitting 8 kan doorstromen, naar de binnenzijde van het vat. In het druklichaam 30 is een eerste drankkanaal 50 voorzien, dat een radiale uitlaat 52 heeft, alsmede een axiale, in de richting van het vat gekeerde 10 drankinlaat 54. Rond de drankinlaat 54 zijn kanteel vormige elementen 56 aangebracht welke de drankinlaat 54 op afstand van de drankklep 16 houden, zodat tussen de kanteelvormige elementen drank in het drankkkanaal 50 kan stromen, in de richting van de drankafgifteleiding 52. Zoals nog nader zal worden beschreven zijn diverse pakkingen voorzien, 15 waardoor de drankleiding 50 en de gaskanalen 48 van elkaar gescheiden zijn, zodat vervuiling eenvoudig wordt verhinderd.
In Fig. 3 - 5 is een vastzetlichaam voor een afgifteinrichting volgens Fig. 1 en 2 getoond. Dit vastzetlichaam is bij voorkeur vervaardigd uit recyclebare kunststof. Het vastzetlichaam 32 is in hoofdzaak ringvormig 20 en is aan zijn langsrand voorzien van nokken 28 die kunnen aangrijpen in de groef 30. Deze nokken 28 zijn enigszins flexibel, zodanig dat deze in genoemde groef 30 kunnen worden gedrukt, terwijl verwijdering eenvoudig wordt verhinderd door de vorm van genoemde nokken. Het vastzetlichaam omvat een centrale boring 58 met een nauw eerste deel 60 en een daarop 25 aansluitend, tijdens gebruik lager liggend concentrisch tweede deel 62. Een tweede drankkanaal 64 is enigszins elleboogvormig en sluit met een eerste been 66 aan op het brede tweede deel 62, terwijl in het tweede been 68 een drankafgifteleiding (niet getoond) kan worden gestoken en daarin bij voorbeeld kan worden vastgelijmd, -gelast of dergelijke. Dit 30 drankafgiftekanaal is bij voorkeur een flexibele slang.
10 1 6 687 10
In Fig. 6 - 8 is een druklichaam 30 voor gebruik bij een vastzetlichaam 32 volgens Fig. 3-5. Het druklichaam 30 is in hoofdzaak cilindrisch en omvat nabij een middendeel een zich buitenwaarts uitstrekkende flens 70. Centraal in het druklichaam 30 strekt zich het 5 eerste drankkanaal 50 uit, dat eveneens enigszins elleboogvormig is, waarvan het eerste been 50a zich co-axiaal in het druklichaam 30 uitstrekt, terwijl het tweede been 50b zich haaks daarop uitstrekt. Het tweede been 50b mondt uit in het cilindrische eerste deel 72 boven de flens 70, het eerste been 50a in het tweede cilindrische deel 74 onder de flens 70. Nabij de 10 onderste langsrand van het tweede cilindrische deel 74 is een eerste pakking 76A geplaatst in een pakkinggroef 76, in de buitenrand van de flens een tweede pakking 78A in een tweede pakkinggroef 78 terwijl nabij de bovenste langsrand van het eerste cilindrische deel 72 een derde pakkinggroef 80 is voorzien voor een derde pakking 80A. De doorsnede van 15 het eerste deel 72 is zodanig gekozen dat dit passend kan worden opgenomen in het eerste deel 60 van de centrale boring 58, terwijl de flens 70 passend kan worden opgenomen in het tweede deel 62 van genoemde centrale boring 58 van het vastzetlichaam 32. De pakkingen in de tweede en derde pakkinggroef 78, 80 sluiten daarbij glijdend en afdichtend aan op de 20 respectieve wanden van de delen 60, 62. Een tweetal gaskanalen 48 strekt zich vanaf een gasinlaat 47 in het bovenvlak 82 van het druklichaam uit tot aan een gasuitlaat 49 direct onder de flens 70. Het tweede cilindrische deel 74 van het druklichaam 30 kan daarbij passend en afsluitend aanliggen binnen de ringvormige opening in de gasklep 14.
25 In Fig. 9 is ter linkerzijde de aansluitinrichting 26 volgens Fig. 1 getoond, in gesloten toestand, terwijl Fig. 9 ter rechterzijde dezelfde aansluitinrichting toont, in geopende toestand, zoals getoond in Fig. 2. Hierbij is voor de duidelijkheid de stijgbuis weggelaten.
Zoals blijkt uit Fig. 9 ter linkerzijde is het druklichaam 30 volledig 30 omhoog bewogen, zodanig dat de flens 70 aanligt tegen de schouder 61, fo 1 6 687 11 gevormd als overgang tussen het eerste deel 60 en tweede deel 62 van de centrale boring 58. Het tweede drankkanaal 64 wordt daardoor afgesloten en gescheiden van het eerste drankkanaal 50. De drankklep 16 ligt daarbij afdichtend aan tegen de gasklep 14, welke op zijn beurt afdichtend aanligt 5 tegen de zitting 8. Hiermee zijn de beide kleppen gesloten. Zoals blijkt uit Fig. 9 ter rechterzijde wordt, bij het omlaag bewegen van het druklichaam 30 de drankklep 16 van de gasklep 14 wegbewogen, terwijl de gasklep 14 van de zitting 8 is wegbewogen. Tussen de eerste pakking 76A en de tweede pakking 78A is een gaskamer 77 ingesloten, tussen de tweede pakking 78A 10 en de derde pakking 80A een drankkamer 79, welke het eerste drankkanaal 50 met het tweede drankkanaal 64 verbindt. In Fig. 9 is in het tweede been 66 van het tweede drankkanaal 64 een aansluitstomp 65 getoond voor aansluiting van de drankafgifteleiding. De gaskamer 77 en drankkamer 79 zijn strikt van elkaar gescheiden. In deze uitvoeringsvorm is rond het 15 tweede deel 74 van het druklichaam 30 een elastisch, ringvormig element 84 aangebracht, hetwelk de gasuitlaatopeningen 49 omgeeft en functioneert als een terugslagklep. Dit elastisch element 84 is zodanig gekozen dat wanneer in het gaskanaal geen, althans een lage gasdruk bestaat de gasuitlaatopeningen 49 daardoor worden afgesloten, terwijl dit element 84 20 door de gasdruk kan worden weggedrukt voor vrijgave van de gasuitlaat 49. Hierdoor wordt verhinderd dat bij wegvallen van de gasdruk drank onverhoopt toch in het gaskanaal 48 zou kunnen stromen.
Fig. 9A toont een alternatieve uitvoeringvorm van een aansluitinrichting 26 volgens de uitvinding, waarbij druklichaam en 25 vastzetlichaam zijn geïntegreerd in één deel 31. Hierbij is een cilindrisch middendeel 30A voorzien, axiaal gezien nabij het midden voorzien van een zich radiaal uitstrekkende flens 70, aan de buitenste langsrand voorzien van een rondlopende klikrand 29. Deze klikrand 29 grijpt in de groef 31 en heeft een zodanige hoogte dat axiale beweging van de aansluitinrichting 26 30 mogelijk is, beperkt door de hoogte van de groef 31 en de rand 29. In het 10 1 6 687 12 cilindrische deel 30A is een drankkanaal 50 opgenomen, alsmede een gaskanaal 48. In Fig. 9A is wederom de stijgbuis weggelaten, evenals de gasklep. Bij deze uitvoeringsvorm sluit de drankafgifteleiding 5 onder een hoek van bijvoorbeeld 120° aan op het drankkanaal 50, zodat dit niet tegen 5 de hals 1 van het vat aanloopt. Langs de buitenrand van de flens 70 is een pakking 78A voorzien welke kan afdichten tegen het zich onder de groef 31 uitstrekkende wanddeel 88 van de hals 1, zodanig dat een gas- en vloeistofdichte afdichting wordt verkregen. Het zich onder de flens 70 uitstrekkende cilindrische deel 74a komt in hoofdzaak overeen met het 10 onderste cilindrische deel 74 van het drukhchaam 30 volgens Fig. 6 - 8 en functioneert op gelijke wijze. Bij deze uitvoeringsvorm beweegt de hele aansluitinrichting 26 axiaal bij openen en sluiten van de kleppen.
In Fig. 10 en 11 is in perspectivisch boven- respectievelijk onderaanzicht een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een 15 aansluitinrichting 126 volgens de uitvinding getoond, met daaraan vast verbonden een drankleiding 105. De aansluitinrichting 126 zelf is, afgezien van een pakkingring 170 eendelig vervaardigd. Eventueel kan de pakkingring 170 aan de verdere aansluitinrichting 126 zijn gespuitgiet, bij voorbeeld door 2K spuittechniek. Het kan evenwel ook een losse 20 pakkingring 170 zijn. In Fig. 12 en 13 is een dergelijke aansluitinrichting getoond, in dwarsdoorsnede, tijdens gebruik in respectievehjk gesloten en geopende stand. Hierbij is een tapkop 34 toegepast, vergelijkbaar met die als getoond in Fig. 1, welke tapkop 34 slechts gedeeltehjk is weergegeven. Deze aansluitinrichting 126 omvat een centraal gelegen, relatief stijf eerste 25 deel 130, omgeven door een flexibel tweede deel 132 dat bewegingsmiddelen vormt voor de aansluitinrichting 126. Bij deze uitvoeringsvorm van de tapstang is de stijgbuis 110 geïntegreerd met de slotplaat 120, vastgezet nabij het ondereinde van de kamer 106. In de kamer 106 is een veer 122 opgesloten welke een klep 114 in een gesloten stand voorspant, welke klep 30 114 tegelijkertijd een gasklep en een drankklep vormt. Deze klep 114 is in ?0 1 6 68 7 13 hoofdzaak ringvormig en omvat een door de veer 122 gedragen stijf deel met daarop een pakking 171. Deze pakking is ringvormig en past in een spieetvormige opening 190 voorzien tussen een sluitplaat 192 op het boveneinde van de stijgbuis 110 en een de sluitplaat 192 omgevende 5 sluitring 194 welke aansluit op de langswand 107 van de kamer 106. De pakking 171 sluit de ringvormige opening 190 passend af en is voorzien van een naar onder gericht schort 173. Onder de sluitplaat 192 zijn doorlaatopeningen 196 voorzien in de wand van de stijgbuis 110, welke althans gedeeltelijk door het schort 173 worden afgesloten. Hierop wordt 10 nog nader teruggekomen. Het zal duidelijk zijn dat de naar elkaar gekeerde langsranden van de sluitplaat 192 en de sluitring 194 eerste en tweede klepzittingen vormen voor de klep 114.
Vanaf de onderzijde van het stijve eerste deel 130 strekt zich een eerste rand 198 uit, met een zodanige diameter dat deze eerste rand 198 15 kan aangrijpen op de bovenzijde van de pakking 171, in de ringvormige opening 190. Op enige afstand wordt de eerste rand 198 omgeven door een tweede rand, gevormd door genoemde pakking 170. Deze pakking 170 heeft een hoogte die kleiner is dan de hoogte van de eerste rand 198. Tussen de eerste rand 198 en de tweede rand 170 strekken zich gaskanalen 148 uit, 20 welke uitmonden in een tussen de eerste rand 198 en de pakking 170 gevormde gastoevoerkamer 77. Binnen de eerste rand 198 is een drankkamer 179 gevormd. De bewegingsmiddelen 132 zijn aan hun vrije langsrand voorzien van een klemrand 197, welke functioneert als bevestigingsmiddel. Hiermee kan de aansluitinrichting 126 worden 25 vastgezet onder de langsrand van de sluitring 194, zoals getoond in Fig. 12 en 13. De drankafgifteleiding 105 sluit via een eerste drankkanaal 150 aan op de drankkamer 179. De tapkop 134 is met een enigszins hoefijzer vormige schoen 35 onder de bevestigingsmiddelen 197 en de vrije langsrand van de sluitring 194 vastgezet. Wederom is een bedieningstang 144 voorzien welke 30 op eerder beschreven wijze axiaal kan worden bewogen, tegen het relatief 10 1 6 68 7 14 stijve eerste deel 130. Door de bedieningsstang 144 kan drukgas, in het bijzonder CO2 worden aangevoerd naar de gaskanalen 148. In Fig. 13 is de aansluitinrichting getoond bij geopende klep. Hierbij is de bedieningsstang 144 omlaag bewogen, zodanig dat de eerste rand 198 aanligt tegen de 5 pakking 171 en de klep 114 zodanig omlaag wordt gewogen dat het schort 173 aansluit onder de onderste langsrand van de doorlaat 196. Boven het schort 173 ligt daarbij een gedeelte van genoemde doorlaatopening 196 vrij. Drank kan derhalve, zoals getoond door de pijl B, door de stijgbuis 110 omhoog stromen, via de doorlaatopeningen 196 langs de eerste rand 198 in 10 de drankkamer 179 en vandaar uit weg via het eerste drankkanaal 150 en de drankleiding 105. Tegelijkertijd kan een drukgas zoals CO2 vanuit de bedieningsstang 144 door de gaskanalen 148 in de gastoevoerkamer 177 stromen, vervolgens door de ringvormige opening 190 en de klep 114 in de kamer 106 stromen en van daaruit in de binnenruimte Z van het vat V. De 15 stroming van het drukgas is in Fig. 13 weergegeven door de pijl C. Als gevolg van de positie van de pakking 171 en de daarop afdichtend aansluitende eerste rand 198 is een volledige scheiding tussen de drukgasstroming en de drankstroming C, B verkregen.
In Fig. 14 -18 is een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een 20 aansluitinrichting 226 voor een tapkop volgens de uitvinding getoond, in deze uitvoeringsvorm toepasbaar in plaats van een aansluitinrichting 26 in Fig. 1 en 2. In Fig. 14A is de onderzijde getoond van een dergelijke aansluitinrichting 226. Deze aansluitinrichting is in Fig. 14B in hoofdzaak in zijaanzicht getoond, met ter linkerzijde ingetekend in doorsnede een hals 25 1 met kraag 24, gasklep 14 en drankklep 16 zoals ook getoond in Fig. 1 en 2.
In figuur 14C is de aansluitinrichting 226 in perspectivisch bovenaanzicht getoond, met een eendelig meegespuitgiet deksel 227. Deze aansluitinrichting 226 is bij voorkeur met 2-componenten techniek (2K) gespuitgiet, in een relatief hard plastic deel en een relatief zacht afdichtend 30 deel, welke delen in respectievelijk Fig. 16 en 15 zijn getoond. In Fig. 17 is ?0 1 6 68 7 15 in perspectivisch dwarsdoorsnede aanzicht het relatief stijve deel 230 getoond. Dit deel 230 omvat een drankkanaal 250 dat enigszins gehoekt is en een eerste, axiaal deel 250A omvat, alsmede een zich onder een hoek van bijvoorbeeld 30° tot 45° ten opzichte daarvan radiaal uitstrekkend tweede 5 kanaaldeel 50B. In dit tweede kanaaldeel 50B kan een drankafgifteleiding worden vastgezet. Radiaal gezien op enige afstand van het drankkanaal 250 strekt zich een gaskanaal 248 uit, dat zodanig is gehoekt dat een gasinlaat 247 is voorzien, centraal bovenop de aansluitinrichting 226. Het hellende deel 248A van het gaskanaal 248 is van het tweede deel 250B van het 10 drankkanaal gescheiden door een wand 251. Het drankkanaal 250 wordt omgeven door een cilindrische wand 253, terwijl een eerste cilindrische wand 298 de wand 253 op enige afstand concentrisch omgeeft. De axiale hoogte van de eerste rand 298 is kleiner dan de axiale lengte van de wand 253, zodanig dat het drankkanaal een drankinlaatopening 254 heeft die 15 aanmerkelijk lager ligt dan de onderrand 298A van de eerste rand 298.
De eerste rand 298 wordt wederom op enige radiale afstand omgeven door een tweede rand 300, met de eerste wand 298 en de wand 253 verbonden door een zich haaks op de lengteas van het drankkanaal 250A uitstrekkend, in hoofdzaak cirkelvormige vlak 301, welk vlak wordt omgeven door een 20 breekring 303, met het vlak 301 verbonden door een relatief dunne, eenvoudig breekbare breekrand 305. De breekrand 305 loopt naar buiten toe dun uit en kan passend aanliggen tegen de bovenzijde van de hals 1, zoals getoond in Fig. 15B. Hierdoor wordt een volledige afsluiting van de hals 1 verkregen. Dit is duidelijk zichtbaar in figuur 18. In figuur 15 is een relatief 25 flexibel, afdichtend deel getoond voor gebruik bij een aansluitinrichting 226 volgens Fig. 14. Dit omvat een eerste pakking 276A, welke passend aansluit op de eerste rand 298 en de wand 253 geheel omgeeft, inclusief de kantelen 256. Een tweede pakking 278A is voorzien welke wordt vastgezet tegen de rand 300. Deze pakking heeft een dwarsdoorsnede die schematisch is 30 getoond in Fig. 15A. Langs de tijdens gebruik naar onder toegekeerde to 1 6 68 7 16 buitenste langsrand is een flexibele lip 307 voorzien, welke een hoogte heeft die relatief groot is gekozen. Bij plaatsing van de aansluitinrichting 226 in de hals 1, zoals getoond in Fig. 14B grijpt een rondlopende nokrand 229, vergelijkbaar met de rand 29 als getoond in Fig. 9A aan in de groef 31. De 5 pakking 278A ligt daarbij aan tegen het zich onder de groef 31 uitstrekkende wanddeel 233. De hoogte van de lip 307 is tenminste gelijk aan en bij voorkeur enigszins groter dan de hoogte van genoemd wanddeel 233 en ten minste zodanig gekozen dat wanneer de nokrand 229 aanligt tegen de bovenste rand van de groef 31 de lip 307 afdichtend aanligt tegen 10 genoemde wanddeel 233. Wordt de aansluitinrichting 226 axiaal neerwaarts bewogen, tegen de gasklep 14 en de drankklep 16 dan zal de lip 307 aanlopen tegen het bovenvlak 235 van de zitting 8. Bij verder omlaag bewegen zal de lip 307 tegen genoemd bovenvlak 235 worden gestuikt, waardoor een volledige afdichting wordt verkregen. Hierbij grijpt het eerste 15 pakkingdeel 276A aan tegen de binnenzijde 14A van de gasklep 14, terwijl de kantelen 256 aanliggen tegen de drankklep 16. Hierdoor wordt een volledige scheiding tussen drankkanaal 250 en gaskanaal 248 verkregen. Uiteraard kunnen de delen als getoond in Fig. 15 ook los worden gesp uitgiet en later worden gemonteerd op het relatief stijve deel als getoond in Fig. 16. 20 Het deksel 227 kan op de bovenzijde van de aansluitinrichting 226 worden gedrukt, zoals schematisch getoond in Fig. 19, waardoor ten minste de gasinlaat 247 tegen vervuiling wordt beschermd. In Fig. 19 is eenzelfde deksel getoond in geopende stand, in een alternatieve uitvoeringsvorm. In figuur 19 is bovendien de drankleiding 205 duidelijk getoond. In de in Fig.
25 19 getoonde uitvoeringsvorm is de aansluitinrichting 226 aan de bovenzijde enigszins hol uitgevoerd.
Bij de eerste maal axiaal omlaag bewegen van de aansluitinrichting 226 zal de breekring 303 langs de breekrand 305 afbreken, althans losscheuren, waardoor direct duidelijk is of een van deze 30 aansluitinrichting 226 voorzien vat reeds is gemanipuleerd De breekring f0 1 6 68 7 17 303 functioneert derhalve als zegelmiddel. Deze aansluitinrichting kan op bijzonder eenvoudige wijze worden vervaardigd en worden toegepast, is voordelig te spuitgieten en bijzonder hygiënisch in gebruik.
Fig. 20 toont in doorgesneden zijaanzicht een nog verdere 5 alternatieve uitvoeringsvorm van een aansluitinrichting 326 volgens de uitvinding, toepasbaar in een samenstel volgens Fig. 1 en 2, in plaats van de daarin getoonde aansluitinrichting. In deze uitvoeringsvorm is een in hoofdzaak cilindrisch vastzetlichaaam 332 voorzien, alsmede een daarin passend, axiaal verschuifbaar druklichaam 330. Het druklichaam 330 10 omvat een in hoofdzaak cilindrisch eerste deel 372 dat axiaal beweegbaar binnen het vastzetdeel 332 en daar tegen afdicht met behulp van een pakking 378. Vanaf het cilindrisch eerste deel 372 strekt zich neerwaarts een cilindrisch tweede deel 374 uit met een aanmerkelijk kleinere diameter dan het eerste deel 372. Een drankkanaal 350 strekt zich door het drukdeel 15 330 uit en is elleboogvormig met een axiaal eerste deel 350A en een radiaal tweede deel 350B, waarin wederom een drankafgifteleiding 105 (in onderbroken lijnen weergegeven) kan worden vastgezet. Aan de binnenzijde van het vastzetelement 332 is een groef 328 voorzien waarin een nokrand 329 van het eerste deel 372 van het druklichaam 330 kan aangrijpen, 20 zodanig dat het druklichaam 330 niet uit het vastzetlichaam 332 kan bewegen. In de wand van het vastzetlichaam 332 is een uitsparing 333 voorzien waarin het einde 350C van het tweede deel 350B van het drankkanaal 350 kan bewegen. In de in Fig. 20 getoonde bovenste stand ligt het bovenvlak 382 van het druklichaam 330 gelijk met de bovenrand van 25 het vastzetlichaam 332. Het druklichaam 330 kan axiaal neerwaarts worden bewogen, op eerder beschreven wijze, zover tot het einde 350C van het drankkanaal 350 aanloopt tegen de bodem van de uitsparing 333. Het vastzetlichaam 332 kan in de kraag 24 worden vastgezet waarbij een tweede pakking 380 daartegen afdicht. Rond het tweede cilindrisch deel 374 30 is een drukring 375 voorzien welke de gasklep kan bedienen, op eerder 10 1 6 68 1 18 beschreven wijze. Deze drukring 375 is bij voorkeur enigszins elastisch zodat deze afdicht tegen de gasklep. Door het cilindrische eerste deel 372 strekt zich een gaskanaal 348 uit met een gasinlaat 347, een bovenvlak 382 en een gasuitlaat 349 naast de drukring 375. Twee kanteelvormige 5 elementen 356 zijn voorzien aan het cilindrische tweede deel 374, met eerder beschreven doel.
Zoals duidelijk blijkt uit de beschrijving is bij een tapkop volgens de uitvinding slechts een gasaansluitslang met de tapkop verbonden, terwijl de drankafgifteleiding is verbonden met de aansluitinrichting. De 10 stroomweg van de drank is gescheiden van de stroomweg van het gas, waardoor vervuiling van de tapkop wordt verhinderd. De tapstang wordt met het vat afgevoerd, waarmee tegelijkertijd de aansluitinrichting wordt afgevoerd. Dit betekent dat de tapkop niet in contact komt met de drank en derhalve niet, althans slechts minimaal hoeft te worden gereinigd. Het 15 verdient daarbij de voorkeur dat ook de drankafgifteleiding daarbij wordt afgevoerd, zoals bijvoorbeeld beschreven in de niet vóórgepubliceerde Nederlands octrooiaanvrage van aanvraagster, getiteld "Tapinrichting en houder daarvoor, alsmede werkwijze voor vervaardiging daarvan", ingediend op 31/05/2000, hierin op genomen door referentie.
20 De uitvinding is geenszins beperkt tot in de beschrijving en tekeningen getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk.
Zo kunnen andersoortige tapkoppen en klepsystemen worden toegepast bij aansluitinrichtingen volgens de uitvinding. Ook kunnen de 25 drankkanalen, gaskanalen en vastzetmiddelen op vele andere wijzen worden uitgevoerd. Andere terugslagkleppen of dergelijke middelen voor verhinderen van instromen van drank in de gaskanalen kunnen worden toegepast, zoals bijvoorbeeld een terugslagklep in het of elk gaskanaal. Voorts kunnen andersoortige bevestigingsmiddelen worden toegepast voor 10 1 6 68 7 19 het vastzetten van de tapstang in het vat, bijvoorbeeld een bajonetsluiting, lijm verbinding, klemverbindingen of dergelijke.
Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.
10 1 6 68 7

Claims (38)

1. Tapstang met een drankklep, een daarmee samenwerkende gasklep en een kraag, waarbij in of op de kraag een aansluitinrichting is geplaatst, welke aansluitinrichting een druklichaam omvat voor het openen van de drankklep en de gasklep, waarbij: 5. het druklichaam ten minste één eerste drankkanaal omvat of bepaalt voor het bij geopende stand van de drankklep in fluïdumverbinding brengen van de binnenruimte van een vat, in het bijzonder een stijgbuis van de tapstang met een drankafgifteleiding; het druklichaam ten minste één gaskanaal omvat of bepaalt voor 10 het bij geopende gasklep in fluïdumverbinding brengen van de binnenruimte van het vat met een gastoevoerleiding;
2. Tapstang volgens conclusie 1, waarbij het of elk eerste drankkanaal en het of elk gaskanaal althans in de aansluitrichting van elkaar gescheiden zijn, zowel bij geopende als bij gesloten drank- en 15 gasklep.
3. Tapstang volgens conclusie 1 of 2, waarbij het druklichaam wordt omgeven door een vastzetelement dat opsluitbaar is binnen of op de kraag, zodanig dat dit ten minste in axiale zin in hoofdzaak positievast kan worden geplaatst.
4. Tapstang volgens conclusie 3, waarbij het vastzetelement een tweede drankkanaal omvat dat bij geopende drankklep aansluit op het genoemde eerste drankkanaal in het druklichaam.
5. Tapstang volgens conclusie 4, waarbij een drankafgifteleiding vast met het tweede drankkanaal is verbonden.
6. Tapstang volgens conclusie 1, waarbij een drankafgifteleiding direct met het genoemde eerste drankkanaal is verbonden, bij voorkeur vast. 10 1 6 68 7
7. Tapstang volgens conclusie 1 of 6, waarbij het druklichaam is voorzien van een vastzetelement waarmee het druklichaam is vastgezet binnen, althans aan de kraag.
8. Tapstang volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 5 drankklep tegen, althans binnen de gasklep afsluit, waarbij de gasklep tegen, althans binnen de kraag afsluit, waarbij bij van de kraag weg bewegen van de gasklep deze wordt geopend, waarbij bij relatief ten opzichte van de gasklep bewegen van de drankklep deze wordt geopend, waarbij de gasklep een gaskleplichaam omvat dat een opening omvat 10 waardoorheen het drukichaam tegen een drankkleplichaam van de drankklep beweegbaar is voor openen daarvan en het druklichaam een drukrand omvat, beweegbaar tegen het gaskleplichaam voor openen van de gasklep.
9. Tapstang volgens conclusie 8, waarbij de drukrand beweegbaar is 15 tegen een langsrand van genoemde opening, voor openen van de gasklep, waarbij de drukrand in hoofdzaak fluïdumdicht afsluit tegen genoemde langsrand.
10. Tapstang volgens conclusie 8 of 9, waarbij de afstand tussen het tijdens openen van de drankklep tegen het drankkleplichaam gelegen einde 20 van het druklichaam en de drukrand zodanig is gekozen dat deze groter is dan de relevante afstand tussen het drankkleplichaam waartegen het druklichaam aanligt en het deel van de gasklep waartegen het druklichaam aanligt tijdens openen van de gasklep, een en ander zodanig dat bij beweging van het druklichaam voor openen van de kleppen eerste de 25 drankklep en dan de gasklep wordt geopend.
11. Tapstang volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het of elk gaskanaal met een eerste einde uitmondt in, althans nabij een bovenvlak van het druklichaam, terwijl de drankafgifteleiding aansluitbaar, althans aangesloten is op het druklichaam op een radiale afstand van de lengteas 30 van het druklichaam die groter is dan de radiale afstand van genoemde to 1 6 68 7 lengteas tot de uimonding van het of elk gaskanaal in of nabij genoemd bovenvlak.
12. Tapstang volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste respectievelijk tweede drankkanaal waarop de drankafgifteleiding is 5 aangesloten althans nabij genoemde aansluiting een hoek insluit met de lengteas van het druklichaam, bij voorkeur een hoek tussen ongeveer 30 en ongeveer 90 graden, een en ander zodanig dat de drankafgifteleiding aansluitbaar of aangesloten is op het betreffende drankkanaal met nabij genoemde aansluiting een doorvoerrichting die ten minste een radiale 10 component heeft.
13. Tapstang volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het druklichaam een flens omvat welke zich in een richting ongeveer haaks op de lengteas van de tapstang uitstrekt en ten minste gasdicht afsluit tegen de kraag, althans een daarin bevestigd vastzetlichaam, waarbij het of elk 15 gaskanaal met een tweede einde uitmondt tussen genoemde flens, althans afdichting en de gasklep, althans een gaskleplichaam.
14. Tapstang volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het drankkanaal een centraal in het druklichaam gelegen gedeelte omvat met een eerste einde in, althans nabij een onderste vlak van het druklichaam, 20 omgeven door kanteelvormige elementen die tijdens gebruik genoemde eerste einde op afstand houden van een drankkleplichaam, althans de drankklep.
15. Tapstang volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de doorlaat van het gaskanaal of de gezamenlijke gaskanalen kleiner is dan die 25 van het drankkanaal of de gezamenlijke drankkanalen.
16. Tapstang volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het druklichaam en/of de kraag zijn voorzien van samenwerkende zegelmiddelen, zodanig dat door breuk of losraken van de zegelmiddelen zichtbaar wordt dat het druklichaam ten minste een maal is bewogen in een to 1 6 68 7 richting van een voor openen van de drankklep en/of de gasklep benodigde stand.
17. Tapstang volgens een der voorgaande conclusies, waarbij middelen zijn voorzien voor het verhinderen van intrede van drank in het of elk 5 gaskanaal in de aansluitinrichting, in het bijzonder tijdens gebruik van de drankklep en/of gasklep.
18. Tapstang volgens conclusie 17, waarbij het of elk gaskanaal is voorzien van een terugslagklep.
19. Tapstang volgens conclusie 17 of 18, waarbij een flexibel element 10 zich rond althans een gedeelte van de aansluitinrichting uitstrekt, zodanig dat de uitstroomopening van het of elk gaskanaal daardoor wordt afgesloten wanneer geen gas wordt toegevoerd, terwijl het flexibele element enigszins kan worden weggedrukt wanneer gas onder druk wordt toegevoerd door het of elk gaskanaal, voor het doorlaten van genoemd drukgas.
20. Tapstang volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de gasklep ringvormig is en aan de onderzijde is voorzien van een drankklep zitting waartegen de drankklep in gesloten stand afdichtend aanligt, terwijl de kraag aan de onderzijde is voorzien van een gasklepzitting waartegen de gasklep in gesloten stand afdichtend aanligt, 20 waarbij het druklichaam een relatief stijf eerste deel omvat, omgeven door bewegingsmiddelen die aan de van het eerste deel afgekeerde zijde aansluiten op bevestigingsmiddelen voor bevestiging van het druklichaam in of op de kraag, althans op een vat waarin de tapstang wordt toegepast, waarbij het eerste deel is voorzien van een eerste rand aan de naar de 25 drankklep gekeerde zijde, welke rand afdichtend kan aanliggen tegen de gasklep, waarbij voorts binnen of op genoemde eerste rand drukelementen zijn voorzien voor het van de gasklep wegdrukken van de drankklep, waarbij radiaal gezien buiten de eerste rand het of elk gaskanaal uitmondt, terwijl binnen genoemde eerste rand het of elk eerste drankkanaal 30 uitmondt, een en ander zodanig dat wanneer het druklichaam vanuit een 70 1 6 68 7 ruststand in de richting van de drankklep wordt gedrukt de eerste rand afsluit tegen de gasklep, waarbij de gasklep van de gasklepzitting en de drankklep van de drankklep zitting wordt gedrukt, waarbij binnen genoemde eerste rand een drankkamer wordt gevormd waardoorheen 5 tijdens gebruik drank vanuit een vat naar het eerste drankkanaal kan stromen terwijl radiaal gezien buiten de eerste rand een naar de omgeving gesloten gastoevoerkamer wordt gevormd waardoorheen gas vanuit het of elk gaskanaal in een vat kan worden gevoerd.
21. Tapstang volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 10 gasklep en drankklep zijn geïntegreerd tot een in hoofdzaak ringvormig kleplichaam dat een boveneinde van een stijgbuis omgeeft, welke stijgbuis nabij het boveneinde is afgesloten door een sluitplaat welke een eerste klep zitting bepaalt, waarbij de kraag genoemd boveneinde van de stijgbuis met afstand omgeeft en aan de bovenzijde is voorzien van een sluitring, 15 zodanig dat tussen de sluitring en de sluitplaat een ringvormige opening is vrijgelaten, waarbij de sluitring aan de naar binnen gekeerde zijde een tweede klepzitting bepaalt, waarbij het kleplichaam genoemde ringvormige opening vanaf de onderzijde kan afsluiten, waarbij nabij de sluitplaat in de stijgbuis ten minste één doorlaatopening is voorzien, gedeeltelijk afgesloten 20 door het kleplichaam in de genoemde ringvormige opening afsluitende stand, waarbij het druklichaam een relatief stijf eerste deel omvat, omgeven door bewegingsmiddelen die aan de van het eerste deel afgekeerde zijde aansluiten op bevestigingsmiddelen voor bevestiging van het druklichaam in of op de kraag, althans op een vat waarin de tapstang wordt toegepast, 25 waarbij het eerste deel is voorzien van een eerste rand aan de naar het kleplichaam gekeerde zijde, welke eerste rand afdichtend kan aanliggen tegen genoemd kleplichaam, waarbij radiaal gezien buiten de eerste rand het of elk gaskanaal uitmondt, terwijl binnen genoemde eerste rand het of elk eerste drankkanaal uitmondt, een en ander zodanig dat wanneer het 30 druklichaam vanuit een ruststand in de richting van de sluitplaat wordt 10 1 6 68 7 gedrukt de eerste rand afsluit tegen het kleplichaam en het kleplichaam van de eerste en tweede zitting wordt gedrukt tot een stand waarbij de of elke opening in de stijgbuis althans gedeeltelijk vrijkomt boven het kleplichaam, waarbij binnen genoemde eerste rand een drankkamer wordt 5 gevormd waardoorheen tijdens gebruik drank vanuit een vat naar het eerste drankkanaal kan stromen terwijl radiaal gezien buiten de eerste rand een naar de omgeving gesloten gastoevoerkamer wordt gevormd waardoorheen gas vanuit het of elk gaskanaal in een vat kan worden gevoerd.
22. Tapstang volgens conclusie 21, waarbij de eerste rand op enige 10 afstand wordt omgeven door een tweede rand welke kan afdichten tegen de sluitring, waarbij de gastoevoerkamer tussen de eerste en de tweede rand wordt gevormd.
23. Tapstang volgens een der conclusies 20 - 22, waarbij in of nabij de kraag een naar binnen open groef is voorzien, waarbij de 15 bewegingsmiddelen nabij de buitenrand zijn voorzien van afdichtingsmiddelen voor afdichting in genoemde groef voor afdichting van de gastoevoerkamer.
24. Tapstang volgens een der conclusies 20 - 23, waarbij de bewegingsmiddelen een flexibel deel omvatten tussen de eerste rand en een 20 buitenrand, zodanig dat het eerste deel ten opzichte van genoemde buitenrand kan bewegen, in axiale richting van de tapstang gezien.
25. Tapstang volgens conclusie 23 of 24, waarbij de buitenrand een kleinere hoogte heeft dan de hoogte van de groef, zodanig dat de buitenrand in axiale richting van de tapstand kan verschuiven binnen de groef.
26. Tapstang volgens een der conclusies 20 - 25, waarbij de bevestigingsmiddelen zijn ingericht voor het op of over de kraag en/of de hals van een vat vastzetten van de aansluitinrichting.
27. Tapstang volgens een der conclusies 20 - 26, waarbij een drankafgifteleiding voor gebruik in of bij een tapinrichting vast met de 30 aansluitinrichting is verbonden. 40 1 6 68 7
28. Vat, voorzien van een tapstang volgens een der voorgaande conclusies.
29. Samenstel van een vat volgens conclusie 28 en een tapkop, waarbij de tapkop een koppeldeel omvat voor koppeling daarvan met de kraag van 5 de tapstang of een deze kraag althans deels omgevende hals, waarbij een bedieningsstang is voorzien voor het neerdrukken van het druklichaam voor het openen van de gasklep en de drankklep, waarbij in of langs de bedieningsstang gasdoorlaatopeningen zijn voorzien voor het bij ten minste geopende gasklep door het of elk gaskanaal in het vat leiden van een gas 10 onder druk.
30. Samenstel van een vat met een tapstang en een tapkop voor aansluiting op een toevoerleiding voor een drukgas, waarbij het vat is voorzien van een aansluitinrichting voor samenwerking met de tapkop, waarbij de aansluitinrichting is voorzien van middelen voor aansluiting van 15 een drankafgifteleiding of is voorzien van een dergelijke drankafgifteleiding, waarbij de aansluitinrichting ten minste één drankkanaal omvat dat althans tijdens gebruik aansluit op de drankafgifteleiding en ten minste één gaskanaal omvat dat althans tijdens gebruik aansluit op genoemde toevoerleiding voor drukgas.
31. Werkwijze voor het gebruik van een vat met een tapstang, waarbij het vat in of op de tapstang wordt voorzien van een aansluitinrichting met een drankafgifteleiding voor drank uit het vat, waarbij een tapkop op het vat wordt bevestigd, althans gedeeltelijk over de aansluitinrichting, welke tapkop is voorzien van een aanvoerleiding voor een drukfluïdum, waarbij de 25 tapkop wordt bediend, zodanig dat met behulp van de aansluitinrichting een drankklep en een gasklep in de tapstang van het vat wordt geopend, waarbij via de aansluitinrichting drukgas in het vat wordt gebracht en via de aansluitinrichting drank wordt uitgevoerd uit het vat, gescheiden van de stroom drukgas. 10 1 6 68 7
32. Werkwijze volgens conclusie 31, waarbij het vat nabij een tapinrichting wordt geplaatst, waarna de drankafgifteleiding wordt aangesloten, in het bijzonder in of op een tapkraan.
33. Werkwijze volgens conclusie 31 of 32, waarbij na gebruik de tapkop 5 wordt bediend, zodanig dat de drankklep en de gasklep worden gesloten, waarna de tapkop wordt losgenomen van het vat en de drankafgifteleiding wordt losgenomen van de tapinrichting, waarna het vat met de drankafgifteleiding en de aansluitinrichting wordt weggenomen en afgevoerd.
34. Werkwijze volgens conclusie 32 of 33, waarbij de drankafgifteleiding wordt aangevoerd, verbonden met de aansluitinrichting, welke drankafgifteleiding wordt aangesloten op of in een tapinrichting, in het bijzonder zodanig dat geen contact bestaat tussen drank en de tapinrichting.
35. Werkwijze volgens conclusie 32 of 33, waarbij het vat wordt aangevoerd, waarna een drankafgifteleiding van een tapinrichting wordt verbonden met de aansluitinrichting.
36. Werkwijze voor het gereedmaken van vaten drank, waarbij vaten worden gevuld met drank en worden voorzien van een tapstang, op 20 gebruikelijke wijze, waarbij een aansluitinrichting in of op de tapstang wordt aangebracht, welke aansluitinrichting is ingericht voor bediening van een drankklep en gasklep van de tapstang, waarna een afdekelement over genoemde aansluitinrichting wordt aangebracht voor opslag en transport van het vat.
37. Aansluitinrichting voor gebruik bij een tapstang volgens een der conclusies 1 - 27, een vat volgens conclusie 28, een samenstel volgens conclusie 29 of 30 of een werkwijze volgens een der conclusies 31 - 36.
38. Inrichting voor het gereedmaken van vaten drank, voorzien van middelen voor het vullen van vaten en voor het aanbrengen van althans 30 delen van tapstangen in genoemde vaten, op bekende wijze, waarbij f0 1 6 68 7 middelen zijn voorzien voor het aanbrengen van een aansluitinrichting in of op de tapstang, welke aansluitinrichting is ingericht voor bediening van een drankklep en gasklep van de tapstang, waarbij voorts middelen zijn voorzien van plaatsen van een afdekelement over genoemde 5 aansluitinrichting, voor opslag en transport van het vat. ίο 1 6 68 7
NL1016687A 2000-11-23 2000-11-23 Tapstang. NL1016687C2 (nl)

Priority Applications (47)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016687A NL1016687C2 (nl) 2000-11-23 2000-11-23 Tapstang.
AU2279302A AU2279302A (en) 2000-11-23 2001-11-21 Tapping rod
EG20011249A EG22785A (en) 2000-11-23 2001-11-21 Tapping rod
US10/432,677 US7832596B2 (en) 2000-11-23 2001-11-21 Tapping rod
APAP/P/2003/002813A AP2003002813A0 (en) 2000-11-23 2001-11-21 Tapping rod
NZ526139A NZ526139A (nl) 2000-11-23 2001-11-21
PT01270485T PT1347936E (pt) 2000-11-23 2001-11-21 Haste de extracção
EEP200300241A EE05132B1 (et) 2000-11-23 2001-11-21 V„ljastustoru, v„ljastustoruga varustatud ankru ja v„ljastuspea s?lm ning meetod ankru kasutamiseksv„ljastustoruga
CA002429851A CA2429851A1 (en) 2000-11-23 2001-11-21 Tapping rod
PCT/NL2001/000847 WO2002048019A1 (en) 2000-11-23 2001-11-21 Tapping rod
CZ20031600A CZ20031600A3 (en) 2000-11-23 2001-11-21 Tapping rod
CNB01814926XA CN100519401C (zh) 2000-11-23 2001-11-21 汲取杆以及使用带有该汲取杆的桶的方法
AU2002222793A AU2002222793B2 (en) 2000-11-23 2001-11-21 Tapping rod
HU0303501A HUP0303501A3 (en) 2000-11-23 2001-11-21 Tapping rod and keg further process and device for preparing beverage keg
UA2003065748A UA87092C2 (en) 2000-11-23 2001-11-21 tapping rod
MXPA03004584A MXPA03004584A (es) 2000-11-23 2001-11-21 Espita.
EP01270485A EP1347936B1 (en) 2000-11-23 2001-11-21 Tapping rod
BRPI0115614-4A BR0115614B1 (pt) 2000-11-23 2001-11-21 haste de retirada, barril, conjunto de um barril e de uma cabeça de retirada, métodos para usar um barril e para tornar barris de bebida prontos para uso, dispositivo de conexão, e, aparelho para tornar barris de bebida prontos para uso.
DE20122852U DE20122852U1 (de) 2000-11-23 2001-11-21 Anzapfstange
PL365903A PL203265B1 (pl) 2000-11-23 2001-11-21 Sposób czerpania napoju z beczki, kolumna czerpalna, zespół beczki i kolumny czerpalnej oraz zastosowanie kolumny czerpalnej
AT01270485T ATE541810T1 (de) 2000-11-23 2001-11-21 Anzapfstange
OA1200300143A OA12535A (en) 2000-11-23 2001-11-21 Tapping rod.
JP2007506609A JP4309457B1 (ja) 2000-11-23 2001-11-21 タッピングロッド
EA200300600A EA005057B1 (ru) 2000-11-23 2001-11-21 Выпускной шток
ES01270485T ES2380361T3 (es) 2000-11-23 2001-11-21 Dispositivo de extracción , para barriles
YUP-510/03A RS50319B (sr) 2000-11-23 2001-11-21 Uređaj za točenje sa polugom, sklop bureta i uređaja za točenje i postupak za njihovu primenu
SK755-2003A SK287847B6 (sk) 2000-11-23 2001-11-21 Tapping rod
KR1020037006931A KR100889080B1 (ko) 2000-11-23 2001-11-21 탭핑로드
IL15604901A IL156049A0 (en) 2000-11-23 2001-11-21 Tapping rod
DK01270485.4T DK1347936T3 (da) 2000-11-23 2001-11-21 Tappestang
JO2001189A JO2189B1 (en) 2000-11-23 2001-11-22 Mortise stick
PE2001001168A PE20020528A1 (es) 2000-11-23 2001-11-22 Espita
UY27036A UY27036A1 (es) 2000-11-23 2001-11-22 Espita
MYPI20015365A MY156982A (en) 2000-11-23 2001-11-23 Tapping rod
ARP010105468A AR031502A1 (es) 2000-11-23 2001-11-23 Espita
SV2001000745A SV2002000745A (es) 2000-11-23 2001-11-23 Espita
IL156049A IL156049A (en) 2000-11-23 2003-05-21 tap
MA27169A MA25857A1 (fr) 2000-11-23 2003-05-22 Tige de captage.
IS6825A IS6825A (is) 2000-11-23 2003-05-22 Átöppunarstöng
NO20032338A NO20032338L (no) 2000-11-23 2003-05-23 Tappekran
ZA200304134A ZA200304134B (en) 2000-11-23 2003-05-28 Tapping rod.
BG107870A BG107870A (bg) 2000-11-23 2003-06-02 Лост за източване
EC2003004645A ECSP034645A (es) 2000-11-23 2003-06-11 Espita
HR20030491A HRP20030491B1 (en) 2000-11-23 2003-06-17 Tapping rod
HK05107553.9A HK1075241A1 (en) 2000-11-23 2005-08-29 Tapping rod and method for use of a keg with tapping rod
DK200800068U DK200800068U3 (da) 2000-11-23 2008-04-11 Tappestang
JP2008321669A JP4972635B2 (ja) 2000-11-23 2008-12-17 タッピングロッド

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016687 2000-11-23
NL1016687A NL1016687C2 (nl) 2000-11-23 2000-11-23 Tapstang.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016687C2 true NL1016687C2 (nl) 2002-05-24

Family

ID=19772446

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016687A NL1016687C2 (nl) 2000-11-23 2000-11-23 Tapstang.

Country Status (42)

Country Link
US (1) US7832596B2 (nl)
EP (1) EP1347936B1 (nl)
JP (2) JP4309457B1 (nl)
KR (1) KR100889080B1 (nl)
CN (1) CN100519401C (nl)
AP (1) AP2003002813A0 (nl)
AR (1) AR031502A1 (nl)
AT (1) ATE541810T1 (nl)
AU (2) AU2279302A (nl)
BG (1) BG107870A (nl)
BR (1) BR0115614B1 (nl)
CA (1) CA2429851A1 (nl)
CZ (1) CZ20031600A3 (nl)
DK (2) DK1347936T3 (nl)
EA (1) EA005057B1 (nl)
EC (1) ECSP034645A (nl)
EE (1) EE05132B1 (nl)
EG (1) EG22785A (nl)
ES (1) ES2380361T3 (nl)
HK (1) HK1075241A1 (nl)
HR (1) HRP20030491B1 (nl)
HU (1) HUP0303501A3 (nl)
IL (2) IL156049A0 (nl)
IS (1) IS6825A (nl)
JO (1) JO2189B1 (nl)
MA (1) MA25857A1 (nl)
MX (1) MXPA03004584A (nl)
MY (1) MY156982A (nl)
NL (1) NL1016687C2 (nl)
NO (1) NO20032338L (nl)
NZ (1) NZ526139A (nl)
OA (1) OA12535A (nl)
PE (1) PE20020528A1 (nl)
PL (1) PL203265B1 (nl)
PT (1) PT1347936E (nl)
RS (1) RS50319B (nl)
SK (1) SK287847B6 (nl)
SV (1) SV2002000745A (nl)
UA (1) UA87092C2 (nl)
UY (1) UY27036A1 (nl)
WO (1) WO2002048019A1 (nl)
ZA (1) ZA200304134B (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1383703B1 (en) * 2001-03-30 2008-08-20 Heineken Supply Chain B.V. Device and method for connecting a pressure source to a container

Families Citing this family (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1020202C2 (nl) * 2002-03-19 2003-09-30 Heineken Tech Services Samenstel van een tapvat met een nek en een aansluitinrichting en delen daarvoor.
ITRN20060041A1 (it) * 2006-06-23 2007-12-24 Celli Spa Dispositivo di spillatura e dispositivo di erogazione comprendente tale dispositivo di spillatura
NL1032098C2 (nl) 2006-06-30 2008-01-02 Heineken Supply Chain Bv Tapinrichting, drankcontainer, koppelingsinrichting en werkwijze met reinigingselement.
DE102007005104A1 (de) 2007-02-01 2008-08-07 BSH Bosch und Siemens Hausgeräte GmbH Zapfer für ein Getränkefass
PT2014608T (pt) * 2007-07-10 2016-12-01 Eurokeg Bv Cabeça de dispensação
WO2009074164A1 (de) * 2007-12-10 2009-06-18 Coster Tecnologie Speciali S.P.A. Behälterventil
EP2582615B1 (en) * 2010-06-18 2016-07-20 Anheuser-Busch, LLC Beverage dispensing system with apparatus for controlling foaming and flow rate
RU127738U1 (ru) * 2011-06-28 2013-05-10 Микро Матик А/С Система выдачи напитка
NL2009234C2 (en) 2012-07-26 2014-02-06 Heineken Supply Chain Bv Tapping assembly and connecting device, as well as a container and method for beverage dispensing.
EP2845836A1 (en) 2013-09-10 2015-03-11 Micro Matic A/S An extractor tube element
EP2923998A1 (en) 2014-03-24 2015-09-30 Anheuser-Busch InBev S.A. Integral KEG connector
EP2987767A1 (en) 2014-08-19 2016-02-24 Anheuser-Busch InBev S.A. Beverage dispensing appliance for multiple containers
AU2016357748B2 (en) * 2015-11-17 2021-06-17 Coravin, Inc. Beverage extractor for sparkling beverages
KR102442076B1 (ko) * 2017-05-19 2022-09-08 산토리 홀딩스 가부시키가이샤 디스펜스 헤드 및 이를 이용한 음료 주출로의 세정 방법
DE102017129912B3 (de) * 2017-10-27 2019-01-03 Dsi Getränkearmaturen Gmbh Zapfkopf mit 3/2 Wege-Ventil
CN108163798B (zh) * 2017-12-27 2019-11-05 塔罗斯控股有限公司 一种酒矛
TWI697452B (zh) * 2019-08-02 2020-07-01 立晏企業有限公司 輸液桶
US11530126B2 (en) * 2021-03-22 2022-12-20 Ningbo Major Draft Beer Equipment Co., Ltd Distributor
RU210670U1 (ru) * 2021-11-08 2022-04-26 Алексей Владимирович Шульпин Заборная головка для выдачи напитка из емкости

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3473556A (en) * 1967-04-03 1969-10-21 Polytop Corp Beer keg tapping device and seal
US3868049A (en) * 1970-10-23 1975-02-25 Mack S Johnston Keg tapping device
NL1012546C2 (nl) * 1998-07-15 2000-01-24 Heineken Tech Services Klepsamenstel voor een drankcontainer, container voor drank en werkwijze voor het vullen en legen van een drankcontainer.
NL1014081C2 (nl) * 1998-07-15 2000-06-19 Heineken Tech Services Container voor drank.

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4305421A (en) * 1977-09-28 1981-12-15 Draft Systems, Inc. Fluid dispensing system
US4291821A (en) * 1979-10-04 1981-09-29 The Perlick Company, Inc. Keg tapping system unit and valve interlock
JPS5665850U (nl) * 1979-10-24 1981-06-02
US5199609A (en) * 1991-09-11 1993-04-06 Ash Jr William O Portable dispensing system
JPH07503217A (ja) * 1991-10-18 1995-04-06 ロイヤル・パッケイジング・インダストリーズ・ファン・レール・ベスローテン・フェンノートシャップ 流体配分装置
US5944229A (en) * 1997-10-30 1999-08-31 Micro Matic Usa, Inc. Drum valve system with tamper evident cap

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3473556A (en) * 1967-04-03 1969-10-21 Polytop Corp Beer keg tapping device and seal
US3868049A (en) * 1970-10-23 1975-02-25 Mack S Johnston Keg tapping device
NL1012546C2 (nl) * 1998-07-15 2000-01-24 Heineken Tech Services Klepsamenstel voor een drankcontainer, container voor drank en werkwijze voor het vullen en legen van een drankcontainer.
NL1014081C2 (nl) * 1998-07-15 2000-06-19 Heineken Tech Services Container voor drank.

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1383703B1 (en) * 2001-03-30 2008-08-20 Heineken Supply Chain B.V. Device and method for connecting a pressure source to a container

Also Published As

Publication number Publication date
KR100889080B1 (ko) 2009-03-17
SK287847B6 (sk) 2012-01-04
CN100519401C (zh) 2009-07-29
AU2279302A (en) 2002-06-24
MY156982A (en) 2016-04-15
PL365903A1 (en) 2005-01-10
BG107870A (bg) 2004-03-31
EA200300600A1 (ru) 2003-10-30
EP1347936A1 (en) 2003-10-01
JP2010509137A (ja) 2010-03-25
ATE541810T1 (de) 2012-02-15
HRP20030491A2 (en) 2005-06-30
SV2002000745A (es) 2002-12-02
JO2189B1 (en) 2003-12-23
ES2380361T3 (es) 2012-05-11
KR20040051573A (ko) 2004-06-18
DK200800068U3 (da) 2008-09-12
HUP0303501A3 (en) 2005-10-28
OA12535A (en) 2006-06-05
CZ20031600A3 (en) 2004-03-17
NO20032338L (no) 2003-07-23
EP1347936B1 (en) 2012-01-18
AP2003002813A0 (en) 2003-06-30
IL156049A (en) 2009-12-24
JP4972635B2 (ja) 2012-07-11
MA25857A1 (fr) 2003-07-01
BR0115614B1 (pt) 2010-11-16
AR031502A1 (es) 2003-09-24
HK1075241A1 (en) 2005-12-09
NO20032338D0 (no) 2003-05-23
WO2002048019A1 (en) 2002-06-20
ZA200304134B (en) 2004-02-23
HRP20030491B1 (en) 2010-03-31
UY27036A1 (es) 2002-02-28
IS6825A (is) 2003-05-22
MXPA03004584A (es) 2004-05-05
EG22785A (en) 2003-08-31
CN1608027A (zh) 2005-04-20
YU51003A (sh) 2004-05-12
NZ526139A (nl) 2006-01-27
ECSP034645A (es) 2003-07-25
BR0115614A (pt) 2003-09-16
AU2002222793B2 (en) 2007-12-06
JP2009083938A (ja) 2009-04-23
UA87092C2 (en) 2009-06-25
WO2002048019A9 (en) 2003-12-11
CA2429851A1 (en) 2002-06-20
US7832596B2 (en) 2010-11-16
EA005057B1 (ru) 2004-10-28
WO2002048019A8 (en) 2004-05-13
EE200300241A (et) 2003-08-15
PT1347936E (pt) 2012-03-19
HUP0303501A2 (hu) 2004-03-01
EE05132B1 (et) 2009-02-16
PL203265B1 (pl) 2009-09-30
JP4309457B1 (ja) 2009-08-05
PE20020528A1 (es) 2002-07-19
RS50319B (sr) 2009-09-08
US20040045988A1 (en) 2004-03-11
DK1347936T3 (da) 2012-05-14
IL156049A0 (en) 2003-12-23
SK7552003A3 (en) 2004-04-06
DK200800068U1 (da) 2008-08-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1016687C2 (nl) Tapstang.
US4665940A (en) Container fitting
DK2001791T3 (en) BEVERAGES FOR BEVERAGES
AU746823C (en) Valve assembly for a beverage container, container for beverage and method for filling and emptying a beverage container
AU2007227831B2 (en) Beverage container and assembly of such a container and a tapping device
AU2002222793A1 (en) Tapping rod
US6705592B2 (en) Closure for a container to be pressurized, as well as such a container

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150601