NL1016254C2 - Deksel alsmede een samenstel van een houder en een deksel. - Google Patents
Deksel alsmede een samenstel van een houder en een deksel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1016254C2 NL1016254C2 NL1016254A NL1016254A NL1016254C2 NL 1016254 C2 NL1016254 C2 NL 1016254C2 NL 1016254 A NL1016254 A NL 1016254A NL 1016254 A NL1016254 A NL 1016254A NL 1016254 C2 NL1016254 C2 NL 1016254C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- wall
- lid
- closing wall
- cover
- lip
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D43/00—Lids or covers for rigid or semi-rigid containers
- B65D43/02—Removable lids or covers
- B65D43/0235—Removable lids or covers with integral tamper element
- B65D43/0237—Removable lids or covers with integral tamper element secured by snapping over beads or projections before removal of the tamper element
- B65D43/0256—Removable lids or covers with integral tamper element secured by snapping over beads or projections before removal of the tamper element only on the outside, or a part turned to the outside, of the mouth of the container
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D2543/00—Lids or covers essentially for box-like containers
- B65D2543/00009—Details of lids or covers for rigid or semi-rigid containers
- B65D2543/00018—Overall construction of the lid
- B65D2543/00027—Stackable lids or covers
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D2543/00—Lids or covers essentially for box-like containers
- B65D2543/00009—Details of lids or covers for rigid or semi-rigid containers
- B65D2543/00018—Overall construction of the lid
- B65D2543/00064—Shape of the outer periphery
- B65D2543/00074—Shape of the outer periphery curved
- B65D2543/00092—Shape of the outer periphery curved circular
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D2543/00—Lids or covers essentially for box-like containers
- B65D2543/00009—Details of lids or covers for rigid or semi-rigid containers
- B65D2543/00018—Overall construction of the lid
- B65D2543/00259—Materials used
- B65D2543/00296—Plastic
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D2543/00—Lids or covers essentially for box-like containers
- B65D2543/00009—Details of lids or covers for rigid or semi-rigid containers
- B65D2543/00444—Contact between the container and the lid
- B65D2543/00481—Contact between the container and the lid on the inside or the outside of the container
- B65D2543/00555—Contact between the container and the lid on the inside or the outside of the container on both the inside and the outside
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D2543/00—Lids or covers essentially for box-like containers
- B65D2543/00009—Details of lids or covers for rigid or semi-rigid containers
- B65D2543/00444—Contact between the container and the lid
- B65D2543/00592—Snapping means
- B65D2543/00601—Snapping means on the container
- B65D2543/00611—Profiles
- B65D2543/00629—Massive bead
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D2543/00—Lids or covers essentially for box-like containers
- B65D2543/00009—Details of lids or covers for rigid or semi-rigid containers
- B65D2543/00444—Contact between the container and the lid
- B65D2543/00592—Snapping means
- B65D2543/00601—Snapping means on the container
- B65D2543/00675—Periphery concerned
- B65D2543/00685—Totality
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D2543/00—Lids or covers essentially for box-like containers
- B65D2543/00009—Details of lids or covers for rigid or semi-rigid containers
- B65D2543/00444—Contact between the container and the lid
- B65D2543/00592—Snapping means
- B65D2543/00712—Snapping means on the lid
- B65D2543/00722—Profiles
- B65D2543/0074—Massive bead
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D2543/00—Lids or covers essentially for box-like containers
- B65D2543/00009—Details of lids or covers for rigid or semi-rigid containers
- B65D2543/00444—Contact between the container and the lid
- B65D2543/00592—Snapping means
- B65D2543/00712—Snapping means on the lid
- B65D2543/00787—Periphery concerned
- B65D2543/00796—Totality
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D2543/00—Lids or covers essentially for box-like containers
- B65D2543/00009—Details of lids or covers for rigid or semi-rigid containers
- B65D2543/00824—Means for facilitating removing of the closure
- B65D2543/00833—Integral tabs, tongues, handles or similar
- B65D2543/00842—Integral tabs, tongues, handles or similar outside of the lid
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Closures For Containers (AREA)
Description
Titel: Deksel alsmede een samenstel van een houder en een deksel
De uitvinding heeft betrekking op een deksel bestemd voor een houder welke houder is voorzien van een bodem en een mantelwand, en een bovenrand bestemd voor aangrijping van het deksel, waarbij met de mantelwand, nabij de genoemde bovenrand, een zich in hoofdzaak loodrecht 5 op de mantelwand uitstrekkende houderflens is verbonden, waarbij het deksel is voorzien van een dekselwand, welke dekselwand aan een omtreksrand is voorzien van een sluitwand, die zich in een neerwaartse richting uitstrekt en met een naar de dekselwand gekeerde zijde aangrijpt op de bovenrand, waarbij de sluitwand is voorzien van een neerwaartse 10 rand die bij een op de houder geplaatste toestand van het deksel zodanig dicht aanligt tegen de zich loodrecht op de mantelwand uitstrekkende houderflens, ofwel zodanig wordt afgeschermd door de mantelwand of een zich in hoofdzaak evenwijdig aan de mantelwand uitstrekkende wanddeel, dat aangrijping van deze neerwaartse rand niet mogelijk is.
15 Een dergelijk deksel is tezamen met een als emmer uitgevoerde houder is bijvoorbeeld beschreven in aanvraagsters Europese octrooiaanvrage EP-A-0 855 347. Ten behoeve van het openen van het deksel van dit bekende samenstel, is de houder van het samenstel voorzien van een zegellip die kan worden weggebroken, zodat de gebruiker de 20 neerwaartse rand van de sluitwand van het deksel kan aangrijpen ten behoeve van het openen van het deksel. Alhoewel bij de bekende emmer het wegbreken van de verzegeling nauwelijks enige verzwakking van de houder veroorzaakt, is dit gevaar toch nog steeds aanwezig. De uitvinding beoogt een deksel van het in de aanhef beschreven type, dat bestemd is voor een 25 houder, waarbij er voor het afnemen van het deksel van de houder geen delen van de houder behoeven te worden weggebroken, zodat de houder zijn oorspronkelijk stijfheid behoudt, terwijl toch een verzegeling kan worden 1016254 2 verschaft en waarbij de verzegeling duidelijk herkenbaar is aangebracht, zodat het voor de gebruiker direct duidelijk is waar de verzegeling zich bevindt.
Volgens de uitvinding wordt het deksel van het in de aanhef 5 beschreven type hiertoe gekenmerkt doordat ter plaatse van een aangrijppositie aangrijping van de neerwaartse rand niet mogelijk is, waarbij ter plaatse van de aangrijppositie met de sluitwand een aangrijplip is verbonden die eenvoudig aangrijpbaar is en die zich bij aangrijping daarvan zodanig uitstrekt vanaf de sluitwand dat op natuurlijke wijze het 10 losnemen van het deksel van de houder efficiënt wordt bewerkstelligd, en waarbij het materiaal waaruit het deksel is vervaardigd een ander materiaal is dan het materiaal waaruit althans de aangrijplip is vervaardigd, zodat althans de aangrijplip een andere verschijning heeft dan de rest van het deksel. Onder ander materiaal dient ook te worden verstaan 15 hetzelfde materiaal met een andere kleur.
Doordat de neerwaartse rand van de sluitwand nergens aangrijpbaar is zal de gebruiker, ten behoeve van het openen van het deksel, aan de aangrijplip moeten trekken, zodat de sluitwand ter plaatse van de aangrijplip vrijkomt van de bovenrand van de houder waarna het 20 deksel van de houder kan worden losgetrokken. De houderflens en het eventueel met de houderflens verbonden wanddeel kunnen zich over de gehele omtrek van de houder uitstrekken zonder dat daarin een onderbreking of een profielwijziging behoeft te worden aangebracht ten behoeve van het vormen van een zegellip. De houder zal derhalve over zijn 25 gehele omtrek beschikken over in hoofdzaak gelijke stijfheid. Doordat de aangrijplip uit een ander materiaal is vervaardigd dan de overige delen van het deksel, kan deze aangrijplip duidelijk herkenbaar worden gemaakt, bijvoorbeeld doordat deze een andere kleur heeft. Zo zou de deksellip bijvoorbeeld rood kunnen worden uitgevoerd terwijl de rest van het deksel 1016254 3 blauw is. De aandacht van de gebruiker wordt dan direct getrokken door de aangrijplip die duidelijk afsteekt ten opzichte van de rest van het deksel. Teneinde het samenstel tevens te voorzien van een zegel, is het volgens een nadere uitwerking van de uitvinding bijzonder gunstig wanneer de 5 sluitwand althans aan weerszijden van de aangrijplip is voorzien van een verzwakking, waarbij de uitvoering en positionering van de aangrijplip bij het aangrijpen van de aangrijplip ter opening van het deksel een trekrichting opleggen die zodanig is dat althans een door de verzwakkingen begrensd sluitwanddeel van de resterende sluitwand ten dele of geheel 10 wordt losgetrokken door verbreking van de verzwakkingen. Bij deze handelingen zullen de genoemde verzwakkingen worden verbroken, welke verbreking zichtbaar wordt, zodat het duidelijk is dat het deksel reeds eerder van de houder is afgenomen. De verzwakkingen hebben derhalve de zegelfunctie die ten behoeve van het oneigenlijk openen van het samenstel 15 volgens de uitvinding van zo groot belang is. Bovendien wordt door het verbreken van de verzwakkingen de sluitwand verbroken, zodat de op te brengen kracht voor het van de bovenrand afnemen van het deksel aanzienlijk wordt verkleind. Bij voorkeur ligt de grens van de twee soorten materiaal bij de genoemde verzwakking.
20 Opgemerkt zij dat het uit DE-U-8906937.4 op zichzelf bekend is om in de sluitwand van een deksel verzwakkingen aan te brengen om het openen van het deksel te vereenvoudigen. Bij het in deze publicatie beschreven deksel, kan het deksel echter wel van de houder worden genomen zonder dat de verzwakking worden verbroken. De onderrand is bij 25 het aangrijpgebied namelijk aangrijpbaar. Wanneer de trekkracht in omhoog in de richting van de sluitwand wordt uitgeoefend, zullen de verzwakkingen niet verbreken en kan het deksel worden geopend zonder dat dit sporen nalaat. Bovendien is het uit het genoemde Gebrauchsmodel bekende deksel niet voorzien van een aangrijplip, laat staan van een 30 aangrijplip die zich bij aangrijping daarvan zodanig uitstrekt vanaf de 1016254 4 sluitwand dat op natuurlijke wijze het losnemen van het deksel van de houder efficiënt wordt bewerkstelligd. Uit deze publicatie is het bovendien niet bekend om het aangrijp gebied uit te voeren in een andere materiaalsoort dan de rest van het deksel, zodat het aangrijp gebied 5 bijvoorbeeld over een andere kleur dan de rest van het deksel kan beschikken.
Volgens een alternatieve uitwerking kan in plaats van of in aanvulling op de aan weerszijden van de aangrijplip aangebrachte verzwakkingen het deksel ter plaatse van de aangrijppositie zijn voorzien 10 van een zegelbrug, welke zegelbrug is verbonden met de sluitwand en eventueel met de aangrijplip, zodat bij het aangrijpen van de aangrijplip althans één van de verbindingen van de zegelbrug met de sluitwand of met de aangrijplip wordt verbroken. Wanneer een gebruiker ziet dat een dergelijke verbinding is verbroken, kan deze ervan uitgaan dat het deksel 15 reeds éénmaal van de houder is afgenomen, althans dat een poging daartoe is ondernomen.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een deksel volgens de uitvinding en een houder. Daarbij kan de houder volgens een nadere uitwerking van de uitvinding zijn uitgevoerd als een emmer, die 20 bijvoorbeeld uit kunststof is vervaardigd, of als een blik dat is vervaardigd is uit metaal en dat aan de bovenzijde is voorzien van een dubbele bovenrand. De sluitwand van het deksel valt daarbij tussen de mantelwand en een zich evenwijdig aan de mantelwand uitstrekkend wanddeel dat met de houderflens is verbonden.
25 Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekening, verder worden verduidelijkt.
Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een deksel van een 30 uitvoeringsvoorbeeld van een samenstel volgens de uitvinding; 1016254 5 figuur 2 toont een doorsnede-aanzicht van het deksel over lijn II-II uit figuur 1; figuur 3 toont een soortgelijk doorsnede-aanzicht als weergegeven in figuur 2, waarbij de aangrijplip zowel in de gesloten als in een geopende 5 stand is weergegeven; figuur 4 toont een doorsnede-aanzicht over lijn II-II uit figuur 1, waarbij tevens de houder van het samenstel is weergegeven en waarbij de aangrijplip in de geopende stand is weergegeven; figuur 5 toont in meer detail het gedeelte van de deksel en de 10 houder ter plaatse van de aangrijplip in doorsnee over lijn II-II uit figuur 1; figuur 6 toont een bovenaanzicht van de aangrijplip in de toestand die is weergegeven in figuur 2; figuur 7 toont een zij-aanzicht van de aangrijplip in de toestand die i is weergegeven in figuur 2; 15 figuur 8 toont een bovenaanzicht van de aangrijplip die is weergegeven in de toestand in figuur 4; figuur 9 toont een zij-aanzicht van de aangrijplip die zich bevindt in de toestand die is weergegeven in figuur 4; figuur 10-13 tonen soortgelijke aanzichten als weergegeven in 20 figuur 8 met aangrijplippen die een alternatieve uitvoering hebben; figuur 14 toont een doorsnede-aanzicht over lijn XIV-XIV uit figuur 13; figuur 15 toont een perspectiefaanzicht van een deel van de aangrijplip zoals weergegeven in figuren 1-7; 25 figuur 16 toont perspectivisch en gedeeltelijk in doorsnede het kunststofvlies met behulp waarvan het sluitwanddeel dat de aangrijplip draagt is verbonden met de rest van de sluitwand; figuur 17 toont een alternatieve uitvoering van een aangrijplip in perspectief; 1016254 6 figuur 18 toont nog een alternatieve uitvoering van een aangrijplip van een uitvoeringsvoorbeeld van een samenstel volgens de uitvinding; figuur 19 toont een soortgelijk perspectiefaanzicht als weergegeven in figuur 18 van een alternatieve uitvoering van een verzegeling; 5 figuur 20 toont een soortgelijk aanzicht als weergegeven in figuur 19 van nog een alternatieve uitvoering van de verzegeling; figuur 21 toont een dwarsdoorsnede-aanzicht over de dekselrand van het in figuur 19 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld ter plaatse van de aangrijppositie; 10 figuur 22 toont een bovenaanzicht van een deksel bestemd voor samenwerking met een blik; figuur 23 toont een vooraanzicht-aanzicht van het in figuur 22 getoonde deksel; figuur 24 toont een doorsnede-aanzicht over fijn XXIV-XXIV uit 15 figuur 23; figuur 25 toont een soortgelijk doorsnede-aanzicht als weergegeven in figuur 24, waarbij het deksel op een blik is aangebracht; figuur 26 toont een vooraanzicht van een aantal gestapelde deksels van het in figuren 22-25 getoonde type; en 20 figuur 27 toont een doorsnede-aanzicht van de in figuur 26 getoonde stapel deksels.
In de figuren zullen onderdelen met eenzelfde functie worden aangeduid met dezelfde verwijzingscijfers. De in figuren 4, 5, 14 getoonde houders zijn kunststof emmers. De in figuur 25 gedeeltelijk getoonde houder 25 is een blik. Alle in de uitvoeringsvoorbeelden getoonde deksels D zijn vervaardigd uit kunststof door middel van een spuitgietproces. Andere materialen voor het vervaardigen van de houder en/of het deksel behoren echter tevens tot de mogelijkheden. Figuur 4 toont in doorsnede een volledige samenstel van een houder E en een deksel D. De houder E is 30 voorzien van een bodem 1 en een mantelwand 2. Nabij een bovenrand 3 van 1016254 7 de mantelwand 2 is een zich in hoofdzaak loodrecht op de mantelwand 2 uitstrekkende houderflens 4 aangebracht. Met een van de mantelwand 2 afgekeerde rand 4a van de houderflens 4 is een wanddeel 5 verbonden dat zich in hoofdzaak evenwijdig aan de mantelwand 2 uitstrekt. Tussen het 5 genoemde wanddeel 5 en de mantelwand 2 strekken zich in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld ribben 6 uit ter verhoging van de stevigheid van de houder E. Dergelijke ribben zijn echter niet noodzakelijk. Het deksel D is voorzien van een dekselwand 7. Aan de omtrek van het deksel D is het deksel voorzien van een sluitwand 8, die zich in een neerwaartse richting 10 uitstrekt en met een naar de dekselwand 7 gekeerde zijde aangrijpt op de bovenrand 3 van de houder E, welke bovenrand 3 in dit geval wordt gevormd door de bovenrand 3 van de mantelwand 2. De sluitwand 8 is voorzien van een neerwaartse rand 8a die bij een op de houder E geplaatste toestand van het deksel D zodanig dicht aanligt tegen de zich loodrecht op 15 de mantelwand 2 uitstrekkende emmerflens 4, ofwel zodanig wordt afgeschermd door het zich in hoofdzaak evenwijdig aan de mantelwand 2 uitstrekkende wanddeel 5, dat aangrijping van deze neerwaartse rand 8a niet mogelijk is. Teneinde het deksel D nu toch van de houder E te kunnen afnemen, is de neerwaartse rand 8a van de sluitwand 8 ter plaatse van een 20 aangrijppositie met een aangrijplip 9 verbonden die zich vanaf de neerwaartse rand 8a zodanig uitstrekt dat deze aangrijpbaar is. Bij alle weergegeven uitvoeringsvoorbeelden is het materiaal waaruit het deksel D is vervaardigd een ander materiaal dan het materiaal waaruit de althans aangrijplip 9 is vervaardigd, zodat de althans aangrijplip 9 een andere 25 verschijning heeft dan de rest van het deksel.
Bij voorkeur vindt de aangrijping plaats met de vingers, echter, onder aangrijpbaar dient tevens aangrijpbaar met een gereedschap zoals een tang of schroevendraaier te worden verstaan. In figuur 5 is deze aangrijplip 9 gestippeld weergegeven. Figuur 3 toont de aangrijplip 9 in 30 originele stand en in een aangegrepen stand die is aangeduid met 9a. In 1016254 8 figuur 4 is het deksel D met de aangrijplip 9 in de aangegrepen stand weergegeven terwijl deze op de houder E is geplaatst. Figuren 6 en 7 tonen de in figuren 1-5 weergegeven aangrijplip 9 nogmaals in boven- en zijaanzicht in de nog niet aangegrepen stand. Figuren 8 en 9 tonen de 5 aangrijplip 9 in respectievelijk boven- en zij-aanzicht in de wel aangegrepen stand. Met name in figuur 9 is duidelijk zichtbaar dat in de aangegrepen stand een opening 18 in de sluitwand 8 wordt gevormd waaronder de vingers kunnen worden gebracht om het deksel D van de houder E los te trekken.
10 Figuren 10-13 tonen in eenzelfde stand en aanzicht als weergegeven in figuur 8 nog een aantal alternatieve uitvoeringen van de aangrijplip 9.
In figuur 14 is de doorsnede over lijn XIV-XIV uit figuur 13 getoond. Daarin is duidelijk zichtbaar dat bij dat uitvoeringsvoorbeeld de 15 aangrijplip 9 via een verbreekbaar verbindingsbalkje 19 in de aangrijpstand wordt gehouden.
De sluitwand 8 is althans aan weerszijden van de aangrijplip 9 voorzien van een verzwakking 10-12. Deze verzwakking 10-12 is duidelijk zichtbaar weergegeven in de diverse uitvoeringsvoorbeelden van figuren 15-20 18 en zijn daar in aangeduid met de verwijzingscijfers 10, respectievelijk 11, 12. De verzwakkingen 10-12 zijn zodanig aangebracht dat bij het aangrijpen, en ter opening van het deksel D zijwaarts of omhoog trekken van de aangrijplip 9, althans een door de verzwakkingen 10-12 begrensd sluitwanddeel 8b van de resterende sluitwand 8 wordt losgetrokken, en 25 slechts met een van de neerwaartse rand 8a afgekeerde zijde met het deksel D verbonden blijft, zodanig dat het losgetrokken sluitwanddeel 8b aangrijpbaar is voor het verder openen van het deksel D. In deze toestand is de reeds eerder genoemde opening 18 gecreëerd die is aangegeven in figuren 4 en 9 en waaronder de gebruiker zijn vingers kan brengen voor het verder 30 openen van het deksel D. De grens tussen de twee materiaalgebieden ligt in 1016254 9 dit uitvoeringsvoorbeeld bij de genoemde verzwakkingen 10, 11, 12, zodat naast de aangrijplip 9 tevens het door de verzwakkingen begrensde sluitwanddeel 8b een andere verschijning, zoals bijvoorbeeld een andere kleur heeft dan de rest van het deksel D.
5 Bij alle in figuur 15-18 weergegeven uitvoerings-voorbeelden is met de neerwaartse rand 8a van de sluitwand 8 nog een zich in hoofdzaak evenwijdig aan de dekselwand 7 uitstrekkende flens 14 verbonden. De genoemde verzwakkingen 10-13 strekken zich daarbij tevens uit in deze flens 14 aan weerszijden van de aangrijplip 9. Bij het uitvoerings-voorbeeld 10 van figuur 15 zijn de verzwakkingen in de flens 14 uitgevoerd als uitsparingen, terwijl de verzwakkingen in de sluitwand 8 zijn uitgevoerd als een dunwandig vlies. Het dunwandige vlies is in figuur 16 in perspectief en ten dele in doorsnede weergegeven. Bij het zijwaarts en omhoog trekken van de aangrijplip 9 wordt dit vlies verbroken, zodat daarmee zichtbaar wordt 15 dat althans een poging is ondernomen om het deksel D van de houder E af te nemen. Ook in figuur 17 is duidelijk zichtbaar dat de flens 14 ter plaatse van de verzwakking 11 is onderbroken en dat de sluitwand 8 ter plaatse van de verzwakking 11 dunwandig is uitgevoerd.
Bij het uitvoeringsvoorbeeld dat is weergegeven in figuur 18 zijn de 20 verzwakkingen 12 in de sluitwand 8 uitgevoerd als uitsparingen en in de flens 14 die aansluit op de sluitwand 8 als vliezen 12a. Het moge duidelijk zijn dat ook andere type verzwakkingen tot de mogelijkheden behoren, zoals perforaties, verbreekbare verbindings-elementen en der gelijke.
Teneinde een gemakkelijker opklappen van het sluitwanddeel 8b te 25 bewerkstelligen kan in de sluitwand 8 tevens een verzwakkingslijn 15 zijn aangebracht, die in doorsnede is weergegeven in figuur 5, welke verzwakkings-lijn 15 zich tussen de verzwakkinge n 10-12 in hoofdzaak evenwijdig uitstrekt aan de neerwaartse rand 8a van de sluitwand 8. In de onderhavige uitvoeringsvoorbeelden is deze verzwakkingslijn 15 eveneens 30 als een dunwandig vlies in de sluitwand 8 uitgevoerd. Ook voor deze 1016254 10 verzwakkingslijn 15 zijn andere uitvoeringsvormen mogelijk, zoals bijvoorbeeld perforaties of dergelijke. De genoemde verzwakkingslijn 15 kan zodanig zwak zijn uitgevoerd dat bij het trekken aan de deksellip 9 het sluitwanddeel 8b, dat wordt begrensd door de genoemde verzwakkingslijn 5 15 en de beide aan weerszijden van de deksellip 9 in de sluitwand 8 aangebrachte verzwakkingen 10-12, volledig van de sluitwand 8 wordt losgetrokken ter vorming van een uitsparing 18 in de sluitwand 8. De uitsparing 18 in de sluitwand 8 heeft een zodanige vorm dat aangrijping van de deze uitsparing 18 begrenzende rand mogelijk is ten behoeve van het 10 openen van het deksel D. Het is zoals hiervoor besproken evenwel ook mogelijk dat het sluitwanddeel 8b via de verzwakkingslijn 15 met de rest van de sluitwand 8 verbonden blijft en derhalve slechts ten dele van de sluitwand 8 wordt losgetrokken. Het verdient de voorkeur dat een grens tussen de beide materialengebieden tevens is gelegen bij de genoemde 15 verzwakkingslijn 15, zodanig dat naast de aangrijplip 9 ook het sluitwanddeel 8b dat wordt begrensd door de genoemde verzwakkingslijn 15 een andere verschijning, zoals bijvoorbeeld een andere kleur heeft dan de rest van het deksel.
Alhoewel niet noodzakelijk, is in alle in figuren 1-21 getoonde 20 uitvoeringsvoorbeelden het deksel D nog voorzien van een verbindingswand 17 die zich tussen een omtreksrand 16 van de dekselwand 7 en de sluitwand 8 uitstrekt in een, ten opzichte van de dekselwand 7 in opwaartse richting, waarbij de bovenrand 17a van de verbindingswand 17 met een bovenrand 8c van de sluitwand 8 is verbonden, zodanig dat de bovenrand 3 van de 25 mantelwand 2 in een op de houder E geplaatste toestand van het deksel D is ingesloten tussen de verbindingswand 17 en de sluitwand 8. Op die wijze kan een luchtdichte afsluiting tussen het deksel D en de houder E worden bewerkstelligd.
Figuren 19 en 20 tonen een tweetal uitvoerings-voorbeelden van 30 een dekselrand ter plaatse van de aangrijppositie met een alternatieve 1016254 11 oplossing voor een verzegeling. Bij deze alternatieve oplossing is ter plaatse van de aangrijppositie een zegelbrug 20 voorzien. De zegelbrug 20 is verbonden met de sluitwand 8 en eventueel met de aangrijplip 9, zodanig dat bij het aangrijpen van de aangrijplip 9 althans één van de verbindingen 5 van de zegelbrug 20 met de sluitwand 8 of met de aangrijplip 9 wordt verbroken. In het uitvoeringsvoorbeeld dat is weergegeven in figuur 19 strekt de zegelbrug 20 zich aan de van de sluitwand 8 afgekeerde zijde van de aangrijplip 9 uit. In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 20 strekt de zegelbrug 20 zich tussen de sluitwand 8 en de aangrijplip 9 uit. In de 10 onderhavige uitvoeringsvoorbeelden is de zegelbrug zelf voorzien van verzwakkingen 23 die bij het optrekken van de aangrijplip 9 zullen worden verbroken, zodat de zegelbrug 20 van de sluitwand 8 van het deksel wordt losgetrokken. In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 19 is de zegelbrug 20 via verbindingen 22 verbonden met de aangrijplip 9. Wanneer deze 15 verbindingen 22 stevig zijn uitgevoerd, zal de zegelbrug 20 tezamen met de aangrijplip 9 omhoog worden getrokken en zullen de verbreekbare verbindingen 23 worden verbroken. Het is evenwel ook mogelijk dat de verbreekbare verbindingen 23 niet aanwezig zijn en dat de verbindingen 22 zijn uitgevoerd als verbreekbare verbindingen 22. De zegelbrug 20 blijft dan 20 verbonden met de sluitwand 8 van het deksel, echter, bij het optrekken van de aangrijplip 9 worden de verbreekbare verbindingen 22 losgetrokken, zodat een gebruiker daaraan kan zien dat reeds éénmaal is getracht het deksel te openen.
Overigens tonen beide figuren duidelijk dat de sluitwand 8 aan 25 weerszijden van de aangrijplip 9 is voorzien van onderbrekingen 21 die een sluitwanddeel 8b begrenzen, zodat bij het aangrijpen van de aangrijplip 9 dit sluitwanddeel 8b mee omhoog wordt getrokken met de aangriplip 9.
Figuur 21 toont duidelijk dat de zegelbrug 20 eventueel via verbreekbare verbindingen 24, 25 kan zijn verbonden met het sluitwanddeel 30 8b of met de met dat sluitwanddeel 8b verbonden flens 14. Overigens 1016254 12 kunnen ook deze verbindingen 24, 25 zijn uitgevoerd als niet-verbreekbare verbindingen, zodat bij het optrekken van de aangrijplip 9 de zegelbrug 20 wordt losgetrokken van de sluitwand 8 door het verbreken van de verzwakkingen 23 in de zegelbrug 20.
5 Het moge duidelijk zijn dat de houder E kan zijn voorzien van een, al dan niet uit kunststof vervaardigd hengsel ter vorming van een emmer. Wanneer de houder E niet is voorzien van een hengsel, wordt deze in de praktijk meestal aangeduid met de term pot.
Figuren 22-27 tonen een uitvoeringsvoorbeeld van een deksel dat 10 bestemd is om op een blik te worden geplaatst. Zoals duidelijk is weergegeven in figuur 25 heeft het blik een bovenrand 33. De bovenrand 33 maakt deel uit van een wanddeel 35 dat zich in hoofdzaak evenwijdig uitstrekt aan de mantelwand 32 en dat via een blikflens 34 is verbonden met de mantelwand 32 van het blik. Het deksel D grijpt met de sluitwand 15 38 aan op de bovenrand 33 van het blik. Daarbij is de neerwaartse rand 38a van de sluitwand 38 van het deksel niet aangrijpbaar omdat deze zich tussen de mantelwand 32 en het genoemde wanddeel 35 bevindt. Teneinde het deksel toch van het blik te kunnen afnemen is met de sluitwand 38 een aangrijplip 39 verbonden. De aangrijplip 39 is verbonden met een 20 sluitwanddeel 38b, dat wordt begrensd door verzwakkingen 40, die bij het van het blik nemen van het deksel D dienen te worden verbroken. De aangrijplip 39 is uitgevoerd in een ander materiaal dan de rest van het deksel, zodat deze aangrijplip 39 bijvoorbeeld een andere kleur heeft. De aangrijplip 39 is in een opslagstand opgenomen in een kamer 41. De kamer 25 wordt gevormd door een verlaagd dekselwanddeel 37a in de dekselwand 37. Het verlaagde dekselwanddeel 37a is via kamerwanden 42, die zich in hoofdzaak loodrecht op de dekselwand 37 uitstrekken, verbonden met de dekselwand 37. Eventueel kan tevens het verlaagde dekselwanddeel 37a zijn uitgevoerd in een ander materiaal dan de rest van de dekselwand 37, 30 zodat ook dat deel kan beschikken over een andere kleur. Teneinde de 1016254 13 aangrijplip 39 in de opslagtoestand te houden, zijn in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld twee kamerwanden 42 voorzien van een klikrand 43 waarachter de aangrijplip 39 in de opslagtoestand is geklikt. Voor het van het blik nemen van het deksel D wordt de aangrijplip 39 aangegrepen en uit 5 opslagstand in een omhoog verzwenkte stand gebracht. Daarbij dient de lip uit de kamer 41 te worden bewogen door deze onder de klikranden 43 weg te trekken. Wanneer vervolgens aan de zich in de omhoog verzwenkte stand gebrachte aangrijplip 39 wordt getrokken, worden de verzwakkingen 40 verbroken, zodat de sluitwand 38 wordt verbroken, de sluitspanning 10 wegvalt en het deksel D onder uitoefening van een geringe kracht verder van het blik kan worden getrokken. Doordat de aangrijplip 39 zich in de opslagtoestand in de kamer 41 bevindt, zijn de deksels met weinig ruimteverlies stapelbaar, hetgeen duidelijk is weergegeven in figuren 26 en 27. Het bovenaanzicht van figuur 22 toont de aangrijplip 39 in een 15 uitgeklapte, dat wil zeggen uit de kamer 41 bewogen stand. In figuren 23-27 bevindt de aangrijplip 39 zich in de kamer 41 onder de klikranden 43.
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn. Zo kunnen houder en deksel uit een 20 deel bestaan doordat deze met een scharnier of een verbindingsdeel met elkaar zijn verbonden. De spuitgietmal ten behoeve van het vervaardigen van het deksel volgens de uitvinding heeft bij voorkeur twee kunststoftoevoerkanalen. Het ene kunststoftoevoerkanaal mondt in een eerste gietholte uit waarin het deksel D met uitzondering van de aangrijplip 25 9, 39 en eventueel het sluitwanddeel 8b of het verlaagde dekselwanddeel 37a wordt gevormd. Het tweede kunststoftoevoerkanaal mondt in een tweede gietholte uit waarin de aangrijplip 9, 39 en eventueel het sluitwanddeel 8b of het verlaagde dekselwanddeel 37a wordt gevormd. De eerste en de tweede gietholten kunnen tijdens het gietproces tijdelijk van 30 elkaar worden gescheiden door een beweegbare kering in de mal. Na het 16254 14 vullen van één van de gietholten en na enige uitharding van de kunststof daarin, kan vervolgens de kering worden weggetrokken en de andere gietholte worden gevuld met het andere kunststofmateriaal. Het tweede kunststofmateriaal zal zich dan alsnog hechten aan het eerder ingespoten 5 eerste kunststofmateriaal.
Het is echter ook mogelijk dat de heide gietholten met elkaar zijn verbonden door zeer nauwe kanalen waarin de verzwakkingen 10-12, 15 en 40 worden gevormd. De toevoer van de kunststof dient dan zodanig te worden geregeld, dat de beide kunststoffen elkaar ontmoeten in de 10 betreffende nauwe kanalen die de beide gietholten met elkaar verbinden. In dat laatste geval is het mogelijk dat de beide gietholten tegelijkertijd met kunststof worden gevuld. Het spreekt vanzelf dat de beide kunststoftoevoerkanalen elk op een eigen kunststoftoevoerbron zijn aangesloten, welke kunststoftoevoerbronnen verschillende kunststoffen 15 bevatten, bijvoorbeeld kunststoffen die onderling verschillende kleuren hebben.
1016254
Claims (24)
1. Deksel bestemd voor een houder (E) welke houder (E) is voorzien van een bodem (1) en een mantelwand (2; 32), en een bovenrand (3; 33) bestemd voor aangrijping van het deksel (D), waarbij met de mantelwand (2; 32), nabij de genoemde bovenrand (3; 33), een zich in hoofdzaak 5 loodrecht op de mantelwand (2; 32) uitstrekkende houderflens (4; 34) is verbonden, waarbij het deksel (D) is voorzien van een dekselwand (7; 37), welke dekselwand (7; 37) aan een omtreksrand is voorzien van een sluitwand (8; 38), die zich in een neerwaartse richting uitstrekt en met een naar de dekselwand (7; 38) gekeerde zijde aangrijpt op de bovenrand (3; 33), 10 waarbij de sluitwand (8; 38) is voorzien van een neerwaartse rand (8a; 38a) die bij een op de houder (E) geplaatste toestand van het deksel (D) zodanig dicht aanligt tegen de zich loodrecht op de mantelwand (2; 32) uitstrekkende houderflens (4; 34), ofwel zodanig wordt afgeschermd door de mantelwand (32) of een zich in hoofdzaak evenwijdig aan de mantelwand (2) 15 uitstrekkend wanddeel (5), dat aangrijping van deze neerwaartse rand (8a; 38a) niet mogelijk is, met het kenmerk, dat ook ter plaatse van een aangrijppositie aangrijping van de neerwaartse rand (8a; 38a) niet mogelijk is, waarbij ter plaatse van de aangrijppositie met de sluitwand (8; 38) een aangrijplip (9; 39) is verbonden die eenvoudig aangrijpbaar is en die zich bij 20 aangrijping daarvan zodanig uitstrekt vanaf de sluitwand (8; 38) dat op natuurlijke wijze het losnemen van het deksel (D) van de houder (E) efficiënt wordt bewerkstelligd, en waarbij het materiaal waaruit het deksel (D) is vervaardigd een ander materiaal is dan het materiaal waaruit de althans aangrijplip (9; 39) is vervaardigd, zodat de althans aangrijplip een 25 andere verschijning heeft dan de rest van het deksel.
2. Deksel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de sluitwand (8; 38) althans aan weerszijden van de aangrijplip (9; 39) is voorzien van een verzwakking (10, 11, 12), waarbij de uitvoering en positionering van de 1016254 aangrijplip (9; 39) bij het aangrijpen van de aangrijplip (9; 39) ter opening van het deksel (D) een trekrichting opleggen die zodanig is dat althans een door de verzwakkingen begrensd sluitwanddeel (8b; 38) van de resterend sluitwand (8; 38) ten dele of geheel wordt losgetrokken door verbreking van 5 de verzwakkingen (10, 11, 12; 40), waarbij de grens tussen de twee materiaalgebieden ligt bij de genoemde verzwakkingen (10, 11, 12; 40), zodat naast de aangrijplip tevens het door de verzwakkingen begrensde sluitwanddeel (8b; 38) een andere verschijning heeft dan de rest van het deksel.
3. Deksel volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat na doorbreking van de verzwakkingen (10, 11, 12) het door de verzwakkingen begrensde sluitwanddeel (8b) slechts met een van de neerwaartse rand (8a) afgekeerde zijde met het deksel (D) verbonden blijft, zodanig dat het losgetrokken sluitwanddeel (8b) aangrijpbaar is voor het verder openen van 15 het deksel (D).
4. Deksel volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de aangrijplip (9; 39) met de sluitwand (8; 38) is verbonden.
5. Deksel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de aangrijplip (9) met de neerwaartse rand (8a) van de sluitwand (8) is verbonden.
6. Deksel volgens althans conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat met de neerwaartse rand (8a) van de sluitwand (8) nog een zich in hoofdzaak evenwijdig aan de dekselwand (7) uitstrekkende flens (14) is verbonden, waarbij de aan weerszijden van de aangrijplip (9) aangebrachte verzwakkingen (10, 11, 12) zich tevens uitstrekken in deze flens (14).
7. Deksel volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de verzwakkingen (10-12) althans een dunwandig vlies of dergelijk verbreekbaar element omvatten dat een integraal onderdeel uitmaakt van het deksel (D).
8. Deksel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de genoemde 30 verzwakkingen in de sluitwand (8) zijn uitgevoerd als uitsparingen (12) en 1016254 in de flens (14) die aansluit op de sluitwand (8) als vliezen (12a) of dergelijk verbreekbaar element.
9. Deksel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de verzwakkingen (10, 11) in de sluitwand (8) zijn uitgevoerd als vliezen of 5 dergelijke verbreekbare elementen en in de, met de sluitwand (8) verbonden flens (14) zijn uitgevoerd als onderbrekingen.
10. Deksel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de sluitwand (8) tevens een verzwakkingslijn (15) is aangebracht die zich tussen de verzwakkingen (10-12) in hoofdzaak evenwijdig uitstrekt aan 10 de neerwaartse rand (8a) van de sluitwand (8), waarbij een grens tussen de beide materialen tevens is gelegen bij de genoemde verzwakkingslijn (15), zodanig dat naast de aangrijplip (9) ook het sluitwanddeel (8b) dat wordt begrensd door de genoemde verzwakkingslijn (15) een andere verschijning heeft dan de rest van het deksel.
11. Deksel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de genoemde verzwakkingslijn (15) zodanig zwak is dat bij het trekken aan de aangrijplip (9) het sluitwanddeel (8b) dat wordt begrensd door de genoemde verzwakkingslijn (15) en de beide aan weerszijden van de deksellip (9) in de sluitwand (8) aangebrachte verzwakkingen (10-12) volledig van de 20 sluitwand (8) wordt losgetrokken ter vorming van een uitsparing (18) in de sluitwand (8), waarbij de uitsparing (18) in de sluitwand (8) een zodanige vorm heeft, dat aangrijping van de deze uitsparing (18) begrenzende rand mogelijk is ten behoeve van het openen van het deksel (D).
12. Deksel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 25 dat tussen een omtreksrand (16) van de dekselwand (7) en de sluitwand (8) zich nog een zich ten opzichte van de dekselwand (7) in opwaartse richting uitstrekkende verbindingswand (17) bevindt, met de bovenrand (17a) waarvan een bovenrand (8c) van de sluitwand (8) is verbonden, zodanig dat de bovenrand (3) van de houder (E) in een op de houder (E) geplaatste J0 162 54 toestand van het deksel (D) is ingesloten tussen de verbindingswand (17) en de sluitwand (8).
13. Deksel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ter plaatse van de aangrijppositie een zegelbrug (20) is voorzien, welke 5 zegelbrug (20) is verbonden met de sluitwand (8) en eventueel met de aangrijplip (9), zodat bij het aangrijpen van de aangrijplip (9) althans één van de verbindingen van de zegelbrug (20) met de sluitwand (8) of met de aangrijplip (9) wordt verbroken.
14. Deksel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de zegelbrug 10 (20) zich aan de van de sluitwand (8) afgekeerde zijde van de aangrijplip (9) uitstrekt.
15. Deksel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de zegelbrug (20) zich tussen de sluitwand (8) en de aangrijplip (9) uitstrekt.
16. Deksel volgens één der conclusies 13-15, met het kenmerk, dat de 15 sluitwand (8) althans aan weerszijden van de aangrijplip (9) is voorzien van onderbrekingen (21) die een sluitwanddeel (8b) begrenzen, zodat bij het aangrijpen van de aangrijplip (9) dit sluitwanddeel (8b) mee omhoog wordt getrokken met de aangrijplip (9).
17. Deksel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 20 dat in de dekselwand (37) nabij de aangrijplip (39) een verlaagd dekselwanddeel (37a) is voorzien ter vorming van een kamer (41), welke kamer (41) wordt begrensd door zich in hoofdzaak loodrecht op de dekselwand (37) uitstrekkende kamerwanden (42) die het dekselwanddeel (37a) met de dekselwand (37) verbinden, waarbij de aangrijplip (39) zich in 25 een opslagtoestand in de kamer (41) bevindt.
18. Deksel volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat nabij een bovenzijde van althans één van de kamerwanden (42) een klikrand (43) is voorzien waarachter de aangrijplip (39) in de opslagtoestand is geklikt.
19. Deksel volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat naast de 30 aangrijplip (39) tevens het verlaagde dekselwanddeel (37a) is uitgevoerd in 1016254 een ander materiaal dan de rest van het deksel (D), zodat ook dit verlaagde dekselwanddeel duidelijk een andere verschijning heeft dan de rest van het deksel.
20. Samenstel omvattende een deksel (D) volgens één der voorgaande 5 conclusies en een houder (E) die is voorzien van een bodem (1), een mantelwand (2), een bovenrand (3) waarop het deksel (D) aangrijpt en een zich in een hoofdzaak loodrecht op de mantelwand (2) uitstrekkende houderflens (4; 34), waarbij de sluitwand (8; 38) is voorzien van een neerwaartse rand (8a; 38a) die bij een op de houder (E) geplaatste toestand 10 van het deksel (D) zodanig dicht aanligt tegen de zich loodrecht op de mantelwand (2; 32) uitstrekkende houderflens (4; 34), ofwel zodanig wordt afgeschermd door de mantelwand (32) of een zich in hoofdzaak evenwijdig aan de mantelwand (2) uitstrekkend wanddeel (5), dat aangrijping van deze neerwaartse rand (8a, 38a) niet mogelijk is. 15
21 Samenstel volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de houder een emmer (E) is.
22. Samenstel volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de emmer (E) is voorzien van een, al dan niet uit kunststof vervaardigd hengsel ter vorming van een emmer.
23. Samenstel volgens conclusie 21 of 22, met het kenmerk, dat de emmer (E) is vervaardigd uit kunststof.
24. Samenstel volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de houder een blik is. 1016254
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1016254A NL1016254C2 (nl) | 2000-09-22 | 2000-09-22 | Deksel alsmede een samenstel van een houder en een deksel. |
EP01203575A EP1190957A1 (en) | 2000-09-22 | 2001-09-20 | Cover for a container |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1016254 | 2000-09-22 | ||
NL1016254A NL1016254C2 (nl) | 2000-09-22 | 2000-09-22 | Deksel alsmede een samenstel van een houder en een deksel. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1016254C2 true NL1016254C2 (nl) | 2002-03-25 |
Family
ID=19772134
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1016254A NL1016254C2 (nl) | 2000-09-22 | 2000-09-22 | Deksel alsmede een samenstel van een houder en een deksel. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1190957A1 (nl) |
NL (1) | NL1016254C2 (nl) |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE8336794U1 (de) * | 1983-12-22 | 1984-02-02 | Jokey-Plastik GmbH & Co KG, 5272 Wipperfürth | Behaelter mit abnehmbarem Deckel |
DE8906937U1 (de) | 1989-06-06 | 1989-08-10 | Jokey-Plastik GmbH & Co KG, 5272 Wipperfürth | Behälter aus Kunststoff sowie aufschnappbarer Deckel |
EP0855347A1 (en) | 1997-01-27 | 1998-07-29 | van den Brink B.V. | Plastic bucket with lid and sealing lip |
US5931332A (en) * | 1996-03-12 | 1999-08-03 | Mygatt; Leonard T. | Tamper-evident closure with pull-tab |
NL1011678C2 (nl) * | 1999-03-26 | 2000-09-27 | Den Brink B V Van | Samenstel van een houder en een deksel. |
WO2000058171A1 (en) * | 1999-03-26 | 2000-10-05 | Gereedschappenfabriek Van Den Brink B.V. | Cover, and assembly of a holder and a cover |
-
2000
- 2000-09-22 NL NL1016254A patent/NL1016254C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2001
- 2001-09-20 EP EP01203575A patent/EP1190957A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE8336794U1 (de) * | 1983-12-22 | 1984-02-02 | Jokey-Plastik GmbH & Co KG, 5272 Wipperfürth | Behaelter mit abnehmbarem Deckel |
DE8906937U1 (de) | 1989-06-06 | 1989-08-10 | Jokey-Plastik GmbH & Co KG, 5272 Wipperfürth | Behälter aus Kunststoff sowie aufschnappbarer Deckel |
US5931332A (en) * | 1996-03-12 | 1999-08-03 | Mygatt; Leonard T. | Tamper-evident closure with pull-tab |
EP0855347A1 (en) | 1997-01-27 | 1998-07-29 | van den Brink B.V. | Plastic bucket with lid and sealing lip |
NL1011678C2 (nl) * | 1999-03-26 | 2000-09-27 | Den Brink B V Van | Samenstel van een houder en een deksel. |
WO2000058171A1 (en) * | 1999-03-26 | 2000-10-05 | Gereedschappenfabriek Van Den Brink B.V. | Cover, and assembly of a holder and a cover |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1190957A1 (en) | 2002-03-27 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA2056265C (en) | Tamper resistant container lid | |
EP0474756B1 (en) | Tamperproof reclosing lid | |
JP4818269B2 (ja) | 不正開封を表示する取出し口付き密封体 | |
AU2005245119A1 (en) | Tamper-evident lid | |
AU2010214759A1 (en) | Hinged Lid Container | |
US20060124643A1 (en) | Dispensing cover with tear strip and living hinge | |
CA2629239A1 (en) | Tamper evident plastic dispensing container | |
NL1016254C2 (nl) | Deksel alsmede een samenstel van een houder en een deksel. | |
US20180079568A1 (en) | Plastic packaging with tamper evidence | |
EP1999027B1 (en) | A container and method of manufacturing such | |
KR200425505Y1 (ko) | 포장용기용 안전 뚜껑 | |
NL1012909C1 (nl) | Samenstel van een houder en een deksel. | |
CN114026029B (zh) | 具有结合的防拆封件的封闭件 | |
EP1236651A1 (en) | Package for photographic film cartridges and method for packaging photographic film cartridges | |
JP3748604B2 (ja) | 分別廃棄容易な合成樹脂製容器蓋 | |
NL1011678C2 (nl) | Samenstel van een houder en een deksel. | |
JP4432333B2 (ja) | 開封機能付口栓 | |
EP3507198A1 (en) | Plastic packaging with tamper evidence | |
JP2008133044A (ja) | 容器の蓋 | |
FR2675124A1 (fr) | Boite d'emballage perdu destinee notamment a contenir une recharge de produit cosmetique. | |
NL1026904C2 (nl) | Verpakking en werkwijze voor vervaardiging en gebruik daarvan. | |
JP4225595B2 (ja) | 分別廃棄が容易なプラスチックキャップ | |
NL1027122C2 (nl) | Emmerverpakking voorzien van een schuif voor het gemakkelijk openen. | |
JP2002166929A5 (nl) | ||
JP3018291U (ja) | ゴミ容器の仕切り材取付構造 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
PD2B | A search report has been drawn up | ||
SD | Assignments of patents |
Owner name: ROVENA B.V. |
|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20080401 |