NL1026904C2 - Verpakking en werkwijze voor vervaardiging en gebruik daarvan. - Google Patents

Description

Titel: Verpakking en werkwijze voor vervaardiging en gebruik daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op een verpakking. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op verpakkingen geschikt voor het verpakken van etenswaren zoals salades, snoepgoed, drank en dergelijke.

Het is bekend producten zoals etenswaren in kunststof containers 5 te verpakken, voorzien van een deksel met zegelmiddelen. Zo wordt bijvoorbeeld in Nederland yoghurt verkocht in geheel of gedeeltelijk doorzichtige kunststof emmertjes met een deksel dat met een rand klemt op een omtreksrand van de container. De omtreksrand is voorzien van een opstaand schort dat zich buitenom de rand van het deksel uitstrekt en is 10 voorzien van een uitbreekbaar deel. Voor het openen van het deksel dient genoemd uitbreekbaar deel te worden verwijderd, waardoor zichtbaar wordt dat de verpakking reeds is geopend. Dit is een vorm van pilfer proof verpakking.

Gebleken is evenwel dat bij dergelijke verpakkingen het deksel 15 soms toch kan worden verwijderd zonder dat genoemd uitbreekbaar deel is verwijderd. Een dergelijke verpakking kan dus weer worden gesloten nadat de inhoud is gemanipuleerd, zonder dat dit zichtbaar hoeft te zijn.

Bovendien dienen bij dergelijke verpakkingen steeds containers te worden gebruikt die specifiek op het betreffende deksel zijn afgestemd en zijn 20 dergelijke containers kostbaar in fabricage.

De uitvinding beoogt een verpakking te verschaffen die eenvoudig is in vervaardiging en gebruik, waarmee een goede verzegeling (pilfer proof) wordt verkregen.

De uitvinding beoogt voorts een verpakking te verschaffen die 25 eenvoudig kan worden gevuld en waarvan de inhoud eenvoudig benaderbaar is voor een gebruiker, waarvan het openen eenvoudig is en duidelijk zichtbare sporen nalaat aan de verpakking.

1020904 2

De uitvinding beoogt voorts een verpakking te verschaffen met een aangenaam uiterlijk, welke verpakking bovendien veilig is in gebruik. Ten minste een aantal van deze en andere doelen wordt bereikt met een verpakking volgens de uitvinding.

5 Bij een verpakking volgens de uitvinding wordt in een eerste uitvoeringsvorm een container toegepast waarop een deksel met een rand vastzetbaar is. Nadat de rand op de container is bevestigd kan deze niet eenvoudig en in het bijzonder niet zonder beschadiging worden verwijderd. Voor het openen van de verpakking is een middendeel voorzien dat uit 10 genoemde rand kan worden losgescheurd. Daardoor wordt een uitneemopening gevormd binnen de rand waardoorheen het product in de verpakking kan worden uitgenomen. Door openen van de verpakking op deze wijze is steeds duidelijk dat de verpakking geopend is geweest. Sluiting naderhand zonder zichtbare sporen aan de verpakking is niet meer 15 mogelijk.

In een alternatieve uitvoeringsvorm kan het deksel van de container worden afgetrokken door aangrijping van een aangrijpelement dat op het deksel in een middendeel is voorzien. In gesloten toestand is het aangrijpelement ten minste gedeeltelijk opgesloten door de rand van het 20 deksel, zodanig dat dit voor openen van de verpakking daaruit moet worden losgescheurd, zodanig dat beschadiging van het deksel, in het bijzonder de / rand optreedt.

In deze beschrijving dient onder losscheuren ten minste te worden begrepen het door een trekkende en/of drukkende beweging verwijderen van 25 het middendeel uit de rand, waarbij de rand en/of het middendeel zodanig vervormen en/of beschadigen dat terugplaatsen van het middendeel in de rand niet mogelijk is zonder dat zichtbaar is dat het middendeel uit genoemde rand geheel of gedeeltelijk losgenomen is geweest. Hieronder dient ten minste te worden begrepen het verbreken van een mechanische of 30 chemische verbinding tussen de rand en het middendeel.

1026904 3

In een eerste voordelige uitvoeringsvorm is de container voorzien van een uitneemopening omgeven door een sluitrand. Deze uitneemopening kan bijvoorbeeld een ronde, rechthoekige of veelhoekige vorm hebben. De sluitrand is voorzien van eerste koppelmiddelen die kunnen samenwerken 5 met tweede koppelmiddelen voorzien in of aan de rand van het deksel. De eerste en tweede koppelmiddelen zijn daarbij ingericht voor de vorming van een vaste verbinding tussen de container en het deksel.

Vast dient in deze zodanig te worden begrepen dat bij de eerste en tweede koppelmiddelen in gekoppelde toestand bij het losscheuren van het 10 middendeel uit de rand de eerste en tweede koppelmiddelen gekoppeld zullen blijven. Bij voorkeur kunnen de eerste en tweede koppelmiddelen na koppeling niet van elkaar worden gescheiden anders dan door beschadiging van ten minste de container en/of de rand van het deksel.

Bij een dergelijke uitvoeringsvorm kan de uitneemopening slechts 15 worden vrijgegeven door wegscheuren van het middendeel, hetgeen direct zichtbaar is. De verpakking kan daarbij eenvoudig worden gesloten en gesloten worden gehouden. Een dergelijke verpakking is bijzonder geschikt voor het verpakken van producten die ineens worden verbruikt, zoals etenswaren in "éénpersoons porties", snacks en dergelijke. Bij een dergelijke 20 verpakking kunnen de middelen voor het verzegelen van de verpakking eenvoudig alle in het deksel worden voorzien, waardoor vullen van de verpakking zonder deksel kan geschieden, terwijl verschillende containers bij eenzelfde deksel kunnen worden toegepast.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een verpakking 25 volgens de uitvinding gekenmerkt doordat een omtreksrand van het middendeel ten minste gedeeltelijk en bij voorkeur volledig wordt omgeven door de rand, waarbij de rand aangrijpt op een boven en/of onderzijde van genoemd middendeel. Het middendeel kan daarbij worden losgescheurd uit de rand. Daarbij verdient het de voorkeur dat de omtreksrand van het 30 middendeel in hoofdzaak in de rand vastzit door vormsluiting, klemming of 1026904 ι 4 dergelijke mechanische opsluiting. Zo kan bijvoorbeeld de omtreksrand zijn voorzien van een profilering die passend is opgesloten in de rand en slechts door vervorming van de rand en/of het middendeel daaruit kan worden losgetrokken.

5 Alternatief kan het middendeel vast met de rand zijn verbonden en zijn voorzien van een aangrijpelement, waarbij de verbinding tussen deksel en container minder vast is. Daardoor kan het deksel van de container worden getrokken door aan het aangrijpelement te trekken. Het zal i duidelijk zijn dat het aangrijpelement ook aan de rand kan zijn voorzien en 10 door het middendeel ten minste gedeeltelijk kan zijn opgesloten.

De rand en het middendeel kunnen uit verschillende kunststoffen zijn gemaakt, waarbij de rand bij voorkeur om het middendeel is , gesp uitgiet. De rand kan bijvoorbeeld van een kunststof worden vervaardigd die enigszins zachter is dan het middendeel. Het middendeel kan 15 bijvoorbeeld geheel of gedeeltelijk transparant zijn en de rand gekleurd. Het , middendeel is bij voorkeur relatief dun en enigszins flexibel en is j bijvoorbeeld vel vormig. De kunststof gebruikt voor het middendeel is daarbij bij voorkeur minder scheur gevoelig dan de kunststof van de rand, zodat bij het losscheuren van het middendeel van of uit de rand eerder de 20 rand dan het middendeel zal inscheuren.

Het middendeel is bij voorkeur voorzien van ten minste één aangrijpelement waarmee het middendeel kan worden vastgegrepen teneinde dit uit of van de rand te kunnen scheuren. Bij voorkeur is daarbij dit aangrijpelement ten minste gedeelte lijk opgesloten in of onder genoemde 25 rand, zodanig dat bij aangrijping van genoemd aangrijpelement en daarmee losscheuren van het middendeel beschadiging optreedt van de rand.

In een eenvoudige en voordelige uitvoeringsvorm omvat het aangrijpelement een deel van het middendeel dat zich uitstrekt vanaf nabij een omtreksrand van genoemd middendeel, in een van een midden van het 30 middendeel af uitstrekkende richting. Het aangrijpelement is ten minste 1026904 ί 5 i gedeeltelijk teruggevouwen tot tegen of nabij het middendeel, waarbij de rand ten minste het gevouwen deel van het aangrijpelement omsluit. Het aangrijpelement is daardoor gedeeltelijk vrij aangrijpbaar boven het middendeel. Bij aangrijping daarvan en uitoefening van een kracht daarop 5 om het middendeel uit de rand los te trekken zal de rand inscheuren nabij genoemd aangrijpelement, waardoor duidelijk zichtbaar wordt dat de verpakking ten minste gedeeltelijk is geopend. Uiteraard kunnen ook allerlei andere aangrijpelementen zijn voorzien, welke zich in andere richtingen kunnen uitstrekken en al dan niet een integraal onderdeel van 10 het middendeel kunnen uitmaken.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een serie verpakkingen met gelijke deksels maar verschillende containers. De containers verschillen in het bijzonder in inhoudsmaat en hebben alle een bovenrand waarop passend het deksel kan worden vastgezet. De deksels zijn gelijk in vorm en 15 afmetingen doch kunnen verschillende kleurstellingen hebben. In het bijzonder kunnen van verschillende deksels de randen verschillende kleuren hebben, bijvoorbeeld als indicatie van de inhoud van de container die ermee afgesloten dient te worden.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het 20 verpakken van producten, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 12.

Met een dergelijke werkwijze kan een container eenvoudig worden gevuld en gesloten met een deksel, waarbij de inhoud van de container benaderbaar kan worden gemaakt door wegscheuren van het middendeel 25 van het deksel. Dit biedt het voordeel dat een relatief vaste verbinding tussen het deksel en de container kan worden gemaakt, terwijl de verpakking desondanks relatief eenvoudig geopend kan worden. Het openen zal bovendien duidelijk sporen achterlaten. Alternatief wordt een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 13.

1026904 6

De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het consumeren van producten, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 14.

En dergelijke werkwijze biedt het voordeel dat de verpakking 5 verzegeld kan worden aangeboden, hetgeen betekent dat het voor de consument direct duidelijk is of de verpakking reeds eerder is geopend. Dit is veiligheid verhogend. Bovendien wordt door het wegscheuren van het middendeel een aangename, geschikte uitneemopening gevormd, waardoor de inhoud van de verpakking eenvoudig te benaderen is. Alternatief wordt 10 een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 15.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een deksel voor gebruik binnen de uitvinding.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een dergelijke 15 deksel gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 17.

Een dergelijke deksel is eenvoudig te vervaardigen en te openen door het middendeel uit de rand te scheuren. De rand houdt daarbij bij voorkeur het middendeel slechts aan een omtreksrand daarvan vast, bij voorkeur door vormsluiting, zodat deze verbinding eenvoudig kan worden 20 verbroken.

Onder eenvoudig dient in deze ten minste te worden begrepen zodanig dat tijdens gebruik het middendeel uit de rand kan worden getrokken zonder dat het deksel van de container waarop het deksel is geplaatst loskomt. Alternatief wordt een dergelijk deksel gekenmerkt door 25 de maatregelen volgens conclusie 19.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een deksel volgens de uitvinding, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 20.

Met een dergelijke werkwijze kan snel en eenvoudig een deksel 30 worden vervaardigd met een geschikt te benaderen aangrijpelement voor 1026804 .... - ___________ 7 het losscheuren van het middendeel. Door het aangrijpelement te vouwen tot nabij het middendeel en ten minste een deel van het gevouwen aangrijpelement met de rand te omvatten wordt het voordeel geboden dat het aangrijpelement zich te allen tijde in hoofdzaak boven het middendeel, 5 althans bovenop het deksel zal uitstrekken waardoor bij bijvoorbeeld verpakken, stapelen en dergelijke van de verpakkingen in grotere aantallen de aangrijpelementen niet kunnen haken achter bijvoorbeeld andere verpakkingen, zaken of personen in de omgeving of dergelijke. Alternatief kan het aangrijpelement aan de rand zijn voorzien en door het middendeel 10 ten minste gedeeltelijk worden opgesloten.

In de volgconclusies zijn verdere voordelige uitvoeringsvormen van inrichtingen en werkwijzen volgens de uitvinding gegeven. Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een verpakking, deksel en werkwijzen volgens de uitvinding nader worden 15 beschreven aan de hand van de tekening. Daarin toont: fig. 1 in perspectivisch aanzicht een verpakking volgens de uitvinding, doorgesneden langs een middenlangsvlak; fig. 2A-D in een viertal stappen de vervaarding van een deksel volgens de uitvinding; 20 fig. 3A-C een verpakking volgens de uitvinding vergelijkbaar met fig. 1, in drie verschillende gebruiktoestanden; fig. 4A-C een alternatieve uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding, in doorgesneden zij-aanzicht, in drie verschillende toestanden; 25 fig. 5A en B een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding, in doorgesneden zij-aanzicht, in twee gebruikstoestanden; fig. 6A-C een derde alternatieve uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding, in door gesneden zij-aanzicht, in drie 30 verschillende toestanden; en 1026904 8 fig. 7 een vierde alternatieve uitvoeringsvorm.

In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. De getoonde uitvoeringsvoorbeelden zijn slechts ter illustratie beschreven en dienen 5 geenszins beperkend te worden uitgelegd. In deze beschrijving zijn verpakkingen getoond met in hoofdzaak cirkelvormige doorsneden. Het zal evenwel duidelijk zij dat verpakkingen volgens de uitvinding verschillende buitenvormen kunnen hebben, in het bijzonder verpakkingen met een container die een in hoofdzaak cilindrische of enigszins taps toelopende 10 vorm hebben met bijvoorbeeld een ronde, vierkante, veelhoekige, onregelmatig gevormde doorsnede, elepsoïde of dergelijke. Ter vereenvoudiging is ter illustratie van de uitvinding gekozen voor cilindrische containers met een cirkelvormige doorsnede, welke eventueel enigszins taps toelopen voor vereenvoudiging van de vervaardiging.

15 In figuur 1 is een verpakking 1 volgens de uitvinding getoond, omvattende een container 2 en een deksel 3. In figuur 1 is een middendeel van de container 2 weggesneden. De verpakking 1 is in figuur 1 langs een middellangsvlak doorgesneden. De container 2 omvat een opstaande, in hoofdzaak cilindrische wand 4 en een enigszins gebogen bodem 5. De 20 bovenste langsrand 6 van de langswand 4 is in hoofdzaak gootvormig. De container 2 is aldus enigszins emmervormig en bepaalt een binnenruimte 7.

Het deksel 3 omvat een rand 8 en een middendeel 9. Het middendeel 9 is bijvoorbeeld enigszins velvormig, dat wil zeggen dat het een relatief kleine dikte D heeft in verhouding tot de verdere afmetingen van 25 het oppervlak van het middendeel 9 en kan bijvoorbeeld geheel of gedeeltelijk transparant of opaque worden uitgevoerd en kan eventueel zijn voorzien van bedrukking, welke op verschillende wijzen kan zijn aangebracht, bijvoorbeeld door printen, door druktechniek of in-mould labelling. Het middendeel 9 is met een omtreksrand 10 in de rand 8 30 opgenomen en daarin door klemming en/of vormsluiting en/of hechting 1026804 9 vastgezet, zodat het middendeel 9 in de rand 8 is opgesloten. Het middeldeel 9 omvat een aangrijpelement 11 dat in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld een verlenging is van het middendeel 9 en is teruggevouwen tot nabij of tegen het middendeel 9. Daarbij is een vouw 12 gevormd, die in de rand 8 is 5 opgenomen. Het deksel 3 is met de rand 8 op de langsrand 6 van de container 2 vastgezet, zodanig dat deze niet, althans bijzonder moeilijk en bij voorkeur niet zonder beschadiging van de container 2 en/of of de rand 8 te verwijderen is. Een voorbeeld van een dergelijke bevestiging zal nog nader worden beschreven aan de hand van de figuren 3-5.

10 In figuur 2A-D is een werkwijze beschreven voor de vorming van een deksel 3 volgens de uitvinding, in een viertal stappen.

In fig. 2A is een eerste stap getoond, waarbij door spuitgieten een eerste deel van een deksel 3 volgens de uitvinding wordt vervaardigd. Bij deze uitvoeringsvorm omvat de eerste component 13 het middendeel 9, 15 waarbij de omtreksrand 10 is voorzien van bevestigingsmiddelen voor bevestiging op de langswand 6, zoals nog nader zal worden beshreven. Het middendeel 9 is met genoemde omtreksrand 10 verbonden via een zich rondom het middendeel uitstrekkende verzwakkingslijn 14, terwijl het aangrijpelement 11 vast met het middendeel 9 is verbonden.

20 In een tweede stap, zoals getoond in fig. 2B wordt het aangrijpelement 11 langs de vouwlijn 12 verzwenkt in de richting VB tot nabij, in het bijzonder tegen het middendeel 9. De omtreksrand 10 is zodanig uitgevoerd dat een bovenvlak 15 daarvan enigszins hoger ligt dan het middendeel 9 en de scheurlijn 14. Het aangrijpelement 11 ligt binnen de 25 rand 10 en bij voorkeur lager dan het bovenvlak 15.

In een derde stap, zoals getoond in fig. 2C, wordt de rand 8 op het middendeel 9 aangebracht, door spuitgieten, binnen de rand 10. De bovenzijde 16 van de rand 8 ligt bij voorkeur ongeveer gelijk aan de bovenzijde 15 van de omtreksrand 10. De rand 8 strekt zich uit over het 30 gevouwen deel van het aangrijpelement 11, zodanig dat het aangrijpelement 1026Ü04 10 11 door de rand 8 in de gevouwen stand tegen het middendeel 9 wordt vastgehouden. Hiermee is het aangrijpelement alsmede het middendeel 9 verzegeld ten opzichte van de omtreksrand 10, en daarmee ten opzichte van het deksel 3.

5 In figuur 2D is getoond hoe dit deksel kan worden gebruikt. Voor het openen van het deksel 3 wordt het aangrijpelement 11 vastgegrepen en in de richting O omhoog getrokken, verzwenkt langs de vouw 12. Daarbij wordt een gedeelte 8A van de rand 8, welk gedeelte zich op het aangrijpelement 11 uitstrekt, meegenomen en uit de rand 8 weggescheurd. 10 Hierdoor is direct duidelijk dat het aangrijpelement 11 is verzwenkt, doordat de verzegeling door de rand 8 is verbroken. Vervolgens kan met behulp van het aangrijpelement 11 het middendeel 9 langs de scheurlijn 14 worden losgescheurd en onder de rand 8 worden weggetrokken. Daarmee wordt een^uitneemopening 17 vrijgegeven, waardoor product in een 15 container waarop het deksel is bevestigd met de omtreksrand 10 kan worden uitgenomen.

In gebruik kan de omtreksrand 10 op de langsrand 6 van een container zijn vastgezet, zodanig dat het verwijderen van het middendeel 9 uit het deksel 3 eenvoudiger geschiedt dan het lostrekken van het deksel 3 20 van de container 6. Daartoe kan het deksel 3 op elke geschikte wijze zijn vastgezet, bijvoorbeeld door verlijming, met behulp van sealtechniek, lassen, klemmen, of dergelijke, op zichzelf uit de praktijk bekende bevestigingstechnieken. In de hierna volgende uitvoeringsvormen zijn voorbeelden van klemmiddelen en/of vormsluitingen getoond, welke slechts 25 ter illustratie dienen. In die uitvoeringsvoorbeelden is de container 2 voorzien van eerste koppelmiddelen 18 die passend kunnen samenwerken met tweede koppelmiddelen 19 van het deksel 3. In de uitvoeringsvoorbeelden van de figuren 1 en 3-5 zijn de tweede koppelmiddelen 19 voorzien in de rand 8 en is de omtreksrand 10 opgesloten 30 in de rand 8. Evenwel kunnen de tweede koppelmiddelen 19 ook aan de 1020904 11 omtreksrand 10 zijn voorzien, zoals getoond in fig. 2, waarbij de tweede koppelmiddelen 19 op dezelfde of vergelijkbare kunnen zijn uitgevoerd als getoond en beschreven in de figuren 1 en 3-5.

Figuur 3A toont in dwarsdoorsnede een verpakking 1 volgens de 5 uitvinding, voorzien van een container 2 met een bodem 5, de langswand 4 en een bovenste langsrand 6. De bovenste langsrand 6 omvat een gootvormig, zich langs de omtrek uitstrekkende buitenrand 20 en een binnengelegen opstaande klikrand 21. De klikrand 21 heeft een ondersnijding 22. De rand 8 van het deksel 3 is voorzien van een 10 omlaagreikend binnenschort 23 dat binnen de wand 4 van de container 2 wordt opgenomen en aanligt tegen de binnenzijde van de klikrand 21.

Voorts is een buitenschort 24 voorzien dat zich concentrisch buiten het binnenschort 23 uitstrekt, op relatief kleine afstand daarvan en is voorzien van een ondersnijding 25. Het buitenschort 24 wordt bij plaatsing van het 15 deksel 3 tussen de buitenrand 20 en de klikrand 21 gedrukt, zodanig dat de ondersnijding 25 van het buitenschort 24 aangrijpt onder de ondersnijding 22 van de klikrand 21, waardoor het deksel 3, althans de rand 8 op de container 2 wordt vastgezet. Hiermee zijn op de container eerste en het en het deskei tweede koppelmiddelen voorzien. Verwijdering van het deksel 3 20 is nagenoeg niet mogelijk, althans niet zonder beschadiging van deksel 3 en/of container 2. Aldus is een vaste verbinding verkregen in de zin van deze beschrijving.

De rand 8 is voorzien van een eerste zich binnenwaarts uitstrekkende flens 26 en een zich ongeveer evenwijdig daaraan 25 uitstrekkende tweede flens 27. De beide flenzen, 26, 27 zijn ringvormig en sluiten elk een opening 28 in. Tussen de flenzen 26 en 27 is een groef 29 ingesloten die open is in de richting van de openingen 28. In de groef 29 is de omtreksrand 10 van het middendeel 9 vastgezet. De omtreksrand 10 kan daarbij zijn voorzien van een profilering 30, bijvoorbeeld een verdikking, 30 waarbij de groef 29 complementair is gevormd, zodat een nog betere 1026Ö04 12 opsluiting wordt verkregen. De omtreksrand 10 wordt door de flenzen 26, 27 vastgehouden, bijvoorbeeld door klemming, vormsluiting, mechanische of chemische hechting of dergelijke.

Zoals duidelijk is fig. 3A ter linkerzijde, is de vouw 12 van het 5 aangrijpelement 11 in de groef 29 vastgezet. Hierdoor wordt het aangrijpelement 11 in de gevouwen stand vastgehouden. Het zal duidelijk zijn dat een deksel 3 volgens fig. 1 en 3 op een wijze kan worden vervaardigd vergelijkbaar met die als getoond en beschreven aan de hand van figuren 2A-C, met dien verstande dat hier de rand 8 bij voorkeur wordt 10 gespuitgiet rond het middendeel 9. Het verdient de voorkeur dat voor het middendeel 9 en de rand 8 materialen worden gebruikt die niet of slecht aan elkaar hechten en geen chemische of thermische verbinding aangaan.

In fig. 3B wordt getoond hoe een verpakking volgens fig. 3 kan worden geopend. Het aangrijpelement 11 wordt aangegrepen en in de 15 richting P omhoog en enigszins in de richting van het midden van het middendeel 9 weggetrokken, zodanig dat het aangrijpelement 11 en in het bijzonder de vouw 12 uit de groef 29 worden getrokken. Door vervolgens verder trekken van het aangrijpelement 9 in de richting P wordt het gehele middendeel 9 met de omtreksrand 10 uit de groef 29 weggetrokken en kan 20 worden weggeworpen. Hiermee komt, zoals getoond in fig. 3C de door de openingen 28 grotendeels bepaalde uitneemopening 31 vrij zodat de binnenruimte 7 van de container 2 kan worden benaderd. De rand 8 blijft hierbij vast met de container 2 verbonden. Voor de rand 8 is bij voorkeur een zodanige kunststof gekozen dat deze geen scherpe randen vertoont en bij 25 voorkeur relatief zacht oogt en eventueel aanvoelt.

In fig. 4 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een verpakking 1 getoond, waarbij de container 2 in hoofdzaak gelijk is aan die als getoond in de figuren 1 en 3 en hier niet nader zal worden besproken. Bij deze uitvoeringsvorm is wederom een rand 8 met een rondlopende groef 29 op 30 eerder beschreven wijze vastgezet op de container 2. Bij deze 1026004 13 uitvoeringsvorm is evenwel een aangrijpelement 11 gevormd dat vast is verbonden met een gedeelte 8A van de rand 8. Dit gedeelte 8A kan bijvoorbeeld op het aangrijpelement 11 als verlenging van het middendeel 9 zijn vastgezet door openingen in het aangrijpelement 11, waardoor 5 materiaal van de rand 8 een verbinding 32 kan vormen tussen de onderste flens 26 en de bovenste flens 27 in het deel 8A van de rand 8. Dit gedeelte 8A is door een breekelement 33, in het bijzonder een verzwakkingsdeel in de rand 8 verbonden met de verdere rand en steekt enigszins uit buiten de buitencontour van het deksel 3, zodat dit deel 8A door de vingers van een 10 hand kan worden aangegrepen.

Voor het openen van de verpakking 1 volgens fig. 4 wordt het deel 8A van de rand 8 aangegrepen en in de richting P omhoog weggetrokken. Zoals blijkt uit fig. 4B wordt daarbij het breekdeel 33 losgescheurd, waardoor het aangrijpelement 11 met het deel 8A verder kan worden 15 getrokken in de richting P, zodanig dat de omtreksrand 10 uit de groef 29 loskomt.

Zoals blijkt uit fig. 4C wordt daarmee wederom een uitneemopening 31, bepaald door de openingen 28 in de flenzen 26, 27, vrijgegeven.

20 In fig. 5 is een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een verpakking 1 volgens de uitvinding getoond, waarbij de container 2 is voorzien van een langsrand 6 die aan de buitenzijde 6 een ondersnijding 22 heeft. De rand 8 van het deksel 8 is wederom voorzien van een groef 29 waarin een omtreksrand 10 van het middendeel 9 is vastgezet. De rand 8 is 25 bovendien aan de onderzijde voorzien van een groef 34 met zodanig profilering dat het deksel 3 daarmee vast onder de ondersnijding 22 kan worden vastgezet en daarmee op de rand 6 kan worden geklemd.

Bij deze uitvoeringsvorm heeft het middendeel 9 een aangrijpelement 11, dat in fig. 5A ter linkerzijde is getoond, gevouwen langs 30 de vouw 12. Bij deze uitvoeringsvorm is het aangrijpelement zodanig 1026904 14 gevouwen en geproportioneerd dat de vouw 12 zich enigszins buiten de rand 8 uitstrekt. Deze kan evenwel ook in de rand 8 zijn opgenomen. Het aangrijpelement 11 ligt op het middendeel 9 en kan eenvoudig worden aangegrepen. Zoals blijkt uit fLg. 5B zal, wanneer het aangrijpelement 11 in 5 de richting P omhoog wordt weggetrokken het randdeel 8A dat een gedeelte van het gevouwen aangrijpelement 11 afdekt, worden gescheurd, zodanig dat het aangrijpelement 11 met de vouw 12 daaruit kan worden losgetrokken. Vervolgens kan uiteraard wederom het middendeel 9 uit de groef worden verwijderd voor het vrijgeven van de uitneemopening 31.

10 In fïg. 6A-C is een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een verpakking 1 volgens de uitvinding getoond, waarbij de container 2 in hoofdzaak gelijk is aan die als getoond in de voorgaande figuren en hier niet nader zal worden besproken. Bij deze uitvoeringsvorm is wederom een rand 8 met een rondlopende groef 29 vastgezet op de container 2, vergelijkbaar 15 met als hiervoor besproken. De dwarsdoorsnede van de verpakking 1 is ongeveer gelijk aan die als getoond in fig. 1. Bij deze uitvoeringsvorm omvat het deksel 3 een rand 8 met een eerste binnenwaarts uitstrekkende flens 26 en een zich ongeveer evenwijdig daaraan uitstrekkende tweede flens 27. De beide flensen 26, 27 zijn ringvormig en sluiten een opening 28 in. Tussen de 20 flensen 26 en 27 is een groef 29 ingesloten, open in de richting van de opening 28. In de groef 29 is de omtreksrand 10 van een middendeel 9 vastgezet. De omtreksrand 10 is daarbij bij voorkeur voorzien van een profilering 30, bijvoorbeeld een verdikking waaromheen de groef 29 nauw sluit. Eventueel kan de omtreksrand 10 door mechanische en/of chemische 25 verbinding vast met de rand 8 zijn verbonden.

Zoals getoond in fig. 6A ter linkerzijde is een vouw 12 van het aangrijpelement 11, dat vast is verbonden met het middendeel 9, in de groef 29 opgesloten. Het aangrijpelement 11 wordt daardoor in een gevouwen stand vastgehouden, zodanig dat dit nabij of tegen het middendeel ligt.

ί t) ώ ö 9 Θ 4 15

Bij de in fig. 6 getoonde uitvoeringsvorm ligt een buitenschort 24 rond de buitenzijde van de container en haakt onder een klikrand 21, zodat deze op de bovenrand van de container 2 wordt vastgehouden.

Fig. 6b toont hoe een verpakking volgens fig. 6 kan worden 5 geopend. Het aangrijpelement 11 wordt vastgegrepen en in de richting P omhoog en enigszins in de richting van het midden van het middendeel 9 weggetrokken, zodanig dat het aangrijpelement 11 rond de vouw 12 wordt gezwenkt. Hierbij scheurt bijvoorbeeld een zich boven het aangrijpelement 11 gelegen deel 8A van de rand 8 los uit de rand 8, zodat het 10 aangrijpelement tot in een stand kan worden gebracht zoals getoond in fig. 6B of verder kan worden verzwenkt in de richting PI. Doordat het deel 8A wordt losgescheurd is direct duidelijk dat het aangrijpelement 11 is verzwenkt. Daarmee is een zegeling verbroken.

Vanuit de in fig. 6B getoonde stand kan vervolgens het 15 aangrijpelement 11 omhoog worden getrokken, in een richting weg van de container 2, waarbij het schort 24 onder de klikrand 21 wordt weggetrokken, waardoor deksel 3 geheel van de container 2 kan worden verwijderd, zoals getoond in fig. 6C, waardoor product Y uit de container 2 kan worden genomen. Indien gewenst kan het deksel 3 terug op de 20 container 2 worden geplaatst, doch steeds zal duidelijk zijn dat deze reeds eerder is geopend.

Bij een verpakking 1 volgens fig. 6 kan het deksel 3 bijvoorbeeld door 2K spuitgieten zijn vervaardigd, waarbij versmelting van de kunststof van de rand 8 met het middendeel 9 ten minste gedeeltelijk mag en kan 25 plaatsvinden. Van belang is dat het aangrijpelement 11 kan worden omhooggetrokken voor aangrijping, waarbij het middendeel 9 zodanig vast in de rand 8 is opgenomen dat het schort 24 eenvoudiger van de container 2 kan loskomen dan het middendeel 9 uit de rand 8.

In de in fig. 6 getoonde uitvoeringsvorm is geen binnenschort 30 getoond zoals bij de eerdere uitvoeringsvormen. Toepassing van een 102ÖÖ04 j i i 16 dergelijk schort is evenwel uiteraard wel mogelijk. Ook kan het deksel 3 bijvoorbeeld aan de binnenzijde tegen de wand 4 van de container 2 worden vastgezet, bijvoorbeeld met een dergelijk binnenschort, in plaats van gebruik van een buitenschort. ! i 5 In algemene zin wordt volgens de uitvinding voorgesteld een deksel voor een container, in het bijzonder voor een verpakking voor voedselproducten te verschaffen vervaardigd uit ten minste twee verschillende kunststoffen, zodanig dat een rand en een middendeel met verschillende eigenschappen worden verkregen die ten minste gedeeltelijk 10 van elkaar kunnen worden gescheiden, onder beschadiging van ten minste één der delen, teneinde een zegelfunctie te verschaffen.

In fig. 7 is schematisch een nog verdere uitvoeringsvorm van een verpakking 1 volgens de uitvinding getoond, waarbij wederom een deksel 3 j met behulp van een schort 24 op een container 2 van een verpakking 1 is j 15 vastgezet. Het schort 24 strekt zich uit vanaf een rand 8 van het deksel 3, welke rand 8 een middendeel 9 omgeeft waarvan een omtreksrand 10 in een groef 29 in de rand 8 is vastgezet, zodanig dat een relatief vaste verbinding j is verkregen. Vanaf de rand 8 strekt zich een aangrijpelement 11 uit dat j zich door het middendeel 9 heen uitstrekt, vanaf een naar de binnenruimte j 20 7 van de container 2 gekeerde zijde naar een aan de tegenover gelegen buitenzijde. Eventueel kan een nok 11a zich nog door het middendeel 9 heen uitstrekken, teneinde het aangrijpelement 11 tegen het middendeel 9 vast te houden.

Voor openen van deze verpakking wordt het aangrijpelement 11 25 vastgepakt en omhoog verzwenkt, zodanig dat de nok 11A (indien aanwezig) uit het middendeel 9 wordt losgetrokken. Vervolgens wordt het aangrijpelement 11 verder omhoog in de richting P weggetrokken, waarbij het middendeel 9 enigszins zal inscheuren langs het aangrijpelement 11.

Vervolgens kan het schort 24 van de container 2 worden losgetrokken door 30 het deksel 3 omhoog te trekken aan het aangrijpelement 11. Het zal 1026904 17 duidelijk zijn dat op vergelijkbare wijze bij eerdere getoonde uitvoeringsvormen een aangrijpelement 11 ook aan de rand 8, 10 kan zijn voorzien.

Een verpakking 1 volgens de uitvinding kan deel uitmaken van een 5 serie verpakkingen 1 die alle eenzelfde deksel 3 hebben en slechts van elkaar verschillen door de totale hoogte H van de container 2 met deksel 3. Bijvoorbeeld kan een serie containers 2 worden voorzien met gelijke bovenrand 6 maar verschillende containerinhoud 7. Hierdoor wordt i productie en voorraadbeheer bijzonder vereenvoudigd. De rand 8 en/of de 10 omtreksrand 10 kunnen in gekleurde kunststof worden uitgevoerd, waarbij met behulp van de kleur een codering kan worden gegeven voor een toepassingsgebied. Bijvoorbeeld groen voor biologische producten, geel voor salades, wit voor zuivel en dergelijke. Uiteraard kan daarin elke gewenste keuze worden gemaakt.

15 Een verpakking 1 volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor het verpakken van porties producten die in beginsel ineens worden verbruikt. In het bijzonder is een dergelijke verpakking geschikt voor het verpakken en aanbieden van etenswaren die in beginsel in een portie worden genuttigd.

20 De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zij mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.

Zo kunnen, zoals eerder aangegeven, ander methoden worden gebruikt voor het vastzetten van het deksel 3 op de container 2. Voorts 25 kunnen andere aangrijpelementen worden voorzien, bijvoorbeeld aangrijpelementen die zich door of onder de rand 8 en/of de omtreksrand 10 uitstrekken tot langs de buitenzijde van de wand 4 van de container 2 in plaats van op het middendeel 9 of kan een aangrijpelement zich omhoog uitstrekken. Ook kan het middendeel 9 zijn voorzien van een 30 aangrijpelement nabij een middengedeelte daarvan, zodanig dat het 1026904 18 middendeel 9 omhoog kan worden weggetrokken en de omtreksrand 10 daarvan loskomt of de scheurlijn 14 daardoor losscheurt. Geschikte materialen en vormen zullen voor de vakman direct duidelijk zijn uit de hiervoor geschreven beschrijving en voorbeelden. Een middendeel 9 kan 5 eenvoudig door stansen of vacuümvormen worden vervaardigd doch kan ook worden gespuitgiet, waardoor ook meer complexe vormen mogelijk worden. Ook kunnen verpakkingen worden voorzien van meerdere componenten, onderling gescheiden door dwarswanden, waarbij een deksel kan worden toegepast waarbij meerdere middendelen 9 zijn voorzien die individueel 10 kunnen worden losgescheurd uit de rand 8 en/of omtreksrand 10 voor het individueel vrijgeven van genoemde compartimenten. Hiermee kunnen bijvoorbeeld verschillen componenten van een maaltijd afzonder toegankelijk worden gemaakt of verschillende porties gescheiden van elkaar in dezelfde verpakking worden verpakt.

15 Bij de getoonde uitvoeringsvormen ligt een aangrijpelement 11 op het middendeel 9. Dit kan evenwel uiteraard ook in bijvoorbeeld een holling of doordieping in het middendeel 9 liggen. Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.

20 Iö2t>öö4

Claims (21)

1. Verpakking, omvattende een kunststof container (2) en deksel (3), waarbij het deksel (3) een rand (8, 10) omvat voor verbinding met de container (2) en een middendeel (9) en/of een aangrijpelement (11) dat ten minste gedeeltelijk losscheurbaar is uit genoemde rand (8, 10).

2. Verpakking, omvattende een kunststof container (2) en deksel (3), waarbij het deksel (3) ten minste een eerste deel (9) en een tweede deel (8,10) omvat, vervaardigd uit twee verschillende kunststoffen, waarbij het eerste deel (9) ten minste gedeeltelijk door het tweede deel (8,10) omspoten is, zodanig dat bij openen van de verpakking het eerste (9) en/of het tweede 10 deel (8,10) beschadigd wordt door ten minste gedeeltelijke verbreking van de omspuiting.

3. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, waarbij de container (2) is voorzien van een uitneemopening omgeven door een sluitrand (6), welke sluitrand (6) is voorzien van eerste koppelmiddelen (21), waarbij de rand 15 van het deksel is voorzien van tweede koppelmiddelen (24, 25), waarbij de eerste en tweede koppelmiddelen zijn ingericht voor het vormen van een vaste verbinding tussen de container (2) en het deksel (3).

4. Verpakking volgens een der conclusies 1-3, waarbij de rand (8) ten minste gedeeltelijk een omtreksrand (10) van het middendeel (9) omgeeft en 20 aangrijpt op een bovenzijde en/of een onderzijde van genoemd middendeel (9), zodanig dat het middendeel (9) uit genoemde rand (8) kan worden gescheurd.

5. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde rand (8, 10) is vervaardigd uit een eerste kunststof en het 25 middendeel (9) is vervaardigd uit een tweede kunststof.

6. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde rand (8, 10) rond het middendeel (9) is gespuitgiet. 10^6904

7. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het middendeel (9) ten minste één aangrijpelement (11) omvat dat ten minste gedeeltelijk in genoemde rand (8, 10) is opgenomen, zodanig dat bij aangrijping van het aangrijpelement (11) en daarmee losscheuren van het 5 middendeel (9) uit genoemde rand (8, 10) beschadiging van genoemde rand (8, 10) optreedt.

8. Verpakking volgens een der conclusies 2-6, waarbij het middendeel (9) ten minste één aangrijpelement (11) omvat dat ten minste gedeeltelijk in het tweede deel (8,10), althans de rand (8,10) is opgenomen, zodanig dat 10 voor openen van de verpakking het aangrijpelement kan worden aangegrepen en uit het tweede deel (8,10), althans de rand (8,10) wordt losgetrokken, onder beschadiging van het tweede deel (8,10), althans de rand (8,10).

9. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 15 genoemd middendeel (9) in hoofdzaak velvormig is en ten minste één aangrijpelement (11) is voorzien dat een gedeelte van genoemd middendeel (9) omvat, welk gedeelte ten minste deels wordt omgeven door genoemde rand (8, 10), zodanig dat bij aangrijping van genoemd aangrijpelement en daarmee losscheuren van genoemd middendeel de rand wordt beschadigd.

10. Verpakking volgens conclusie 9, waarbij genoemd aangrijpingsdeel (11) een gedeelte van genoemd velvormig middendeel (9) is, in het bijzonder een verlenging daarvan, waarbij het aangrijpingsdeel (11) is teruggevouwen naar genoemd middendeel (9), waarbij ten minste een deel van het gevouwen deel van het aangrijpelement (11) door genoemde rand (8, 10) is 25 ingesloten en een deel van genoemd aangrijpelement (11) zich buiten genoemde rand (8, 10) uitstrekt voor aangrijping.

11. Serie verpakkingen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij van ten minste een reeks verpakkingen (1) in genoemde serie het deksel (3) gelijk is doch de verpakkingen in de reeks verschillende inhoudsmaten 30 hebben. 1026904

12. Werkwijze voor het verpakken van producten, waarbij een hoeveelheid product in een container wordt op genomen en vervolgens een deksel met een. rand (8, 10) vast met de container (2) wordt verbonden, zodanig dat de container (2) door het deksel (3) wordt gesloten, waarbij in 5 het deksel (3) een middendeel (9) is voorzien dat uit genoemde rand (8, 10) wegtrekbaar is voor het openen van de container (2) en toegankelijk maken van de hoeveelheid product, waarbij bij wegtrekken van het middendeel (9) uit genoemde rand (8, 10) ten minste de rand (8, 10) en/of het middendeel (9) wordt beschadigd en/of zodanig wordt vervormd dat het middendeel (9) 10 niet zonder zichtbare kenmerken in genoemde rand (8,10) kan worden teruggeplaatst.

13. Werkwijze voor het verpakken van producten, waarbij een hoeveelheid product in een container wordt opgenomen en vervolgens een deksel met een rand (8,10) met de container wordt verbonden zodanig dat de 15 container (2) door het deksel (3) wordt gesloten, waarbij het deksel binnen de rand (8,10) is voorzien van een deel (9) met een aangrijpelement (11) dat ten minste gedeeltelijk in of om de rand (8,10) is opgesloten, zodanig dat voor openen van de container het deksel wordt weggetrokken door aangrijping van het aangrijpelement (11), waarbij ten minste de rand (8,10) 20 en/of het deel (9) wordt beschadigd.

14. Werkwijze voor het consumeren van producten, waarbij een hoeveelheid product in een container (2) wordt opgenomen en vervolgens een deksel (3) met een rand (8, 10) vast met de container (2) wordt verbonden, zodanig dat de container (2) door het deksel (3) wordt gesloten, 25 waarna voor gebruik, in het bijzonder voor consumptie van genoemde producten een middendeel (9) van het deksel (3) uit genoemde rand (8, 10) wordt losgescheurd, zodanig dat binnen de rand (8, 10) een uitneemopening (31) wordt vrijgegeven waardoorheen het product kan worden uitgenomen, waarbij genoemd middendeel (9) niet meer zonder zichtbare kenmerken in 30 genoemde rand (8, 10) kan worden teruggeplaatst. 1026004

15. Werkwijze voor het consumeren van producten, waarbij een hoeveelheid product in een container (2) wordt op genomen en vervolgens een deksel (3) met een rand (8, 10) met de container (2) wordt verbonden, zodanig dat de container (2) door het deksel (3) wordt gesloten, waarna voor 5 gebruik, in het bijzonder voor consumptie van genoemde producten een aangrijpelement (11) van een middendeel (9) wordt aangegrepen en ten minste gedeeltelijk uit de rand wordt losgescheurd onder beschadiging van de rand (8,10) en/of het middendeel (9) en/of het aangrijpelement (11), waarna het deksel (3) aan het aangrijpelement (11) van de container wordt 10 losgetrokken.

16. Deksel (3) voor gebruik in een verpakking volgens een der conclusies 1 - 10, een serie verpakkingen volgens conclusie 11 of een werkwijze volgens conclusie 12-15.

17. Deksel (3) volgens conclusie 16, waarbij het deksel(3) een rand 15 (8,10) en een middendeel (9) omvat, beide gevormd uit kunststof, in het bijzonder twee verschillende kunststoffen, waarbij de rand (8,10) een omtreksdeel van het middendeel (9) omsluit, zodanig dat genoemd middendeel (9) uit genoemde rand (8, 10) kan worden gescheurd door lostrekken van genoemde omtreksdeel uit genoemde rand (8, 10).

18. Deksel volgens conclusie 17, waarbij de rand (8, 10) om het middendeel (9) is gespuitgiet, waarbij tussen de rand (8, 10) en het middendeel (9) in hoofdzaak door vormsluiting een verbinding wordt verkregen.

19. Deksel volgens conclusie 16, waarbij het deksel (3) een rand (8,10) 25 en een middendeel (9) omvat, beide gevormd uit kunststof, in het bijzonder twee verschillende kunststoffen, waarbij de rand een omtreksdeel van het middendeel (9) omsluit, waarbij het middendeel (9) een aangrijpelement (11) omvat dat ten minste gedeeltelijk in genoemde rand is opgesloten en bij aangrijping voor openen van het deksel daaruit wordt losgetrokken. iü26l'04

20. Werkwijze voor het vervaardigen van een deksel (3) volgens een der conclusies 16-19, omvattende de stappen: vorming van een middendeel (9) van een deksel (3), voorzien van een omtreksdeel (10) en een zich vanaf genoemd omtreksdeel (10) 5 uitstrekkend aangrijpelement (11); vouwen van genoemd aangrijpelement (11) naar en bij voorkeur gedeeltelijk tegen het middendeel (9); en vormen van een rand (8) rond genoemd omtreksdeel (10) zodanig dat genoemde rand (8) het omtrekdeel (10) omsluit en een gedeelte van het 10 gevouwen aangrijpelement (11) insluit terwijl een op of boven het middendeel (9) uitstrekkend deel (11) van genoemd aangrijpelement vrij ligt voor aangrijping.

21. Werkwijze volgens conclusie 20, waarbij genoemde rand (8) rond genoemd middendeel (9) wordt gespuitgiet, waarbij tussen het middendeel 15 (9) en de rand (8) in hoofdzaak geen andere verbinding ontstaat dan een mechanische verbinding, in het bijzonder een vormsluiting. 1026004