NL1016233C2

NL1016233C2 - Tunnel voor wegvervoer.

Info

Publication number: NL1016233C2
Application number: NL1016233A
Authority: NL
Inventors: Lambertus Roelof Toorenman
Original assignee: Lambertus Roelof Toorenman
Priority date: 2000-09-21
Filing date: 2000-09-21
Publication date: 2002-03-22
Also published as: ATE312271T1; DE60115564T2; EP1191186B1; EP1191186A1; DE60115564D1

Description

Tunnel voor wegvervoer

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een tunnel voor wegvervoer, omvattende een ronde tunnelbuis, die is voorzien van een horizontale vloer, die twee rijbanen bevat, die elk één of meer rijstroken kan bevatten, welke rijbanen van elkaar zijn gescheiden door een verticale scheidingswand, die de tunnelbuis verdeelt in twee 5 gescheiden buiscompartimenten, die elk zijn voorzien van een eigen ventilatiesysteem, waarbij vluchtdeuren in de scheidingswand zijn aangebracht. Een dergelijke tunnel is bekend uit het Duitse octrooischrift 199 25 932.

Deze bekende tunnel heeft het voordeel, dat bij een ongeval in het ene tunnelcompartiment de voertuigen in het andere tunnelcompartiment niet hierbij worden 10 betrokken. De scheidingswand heeft hier demonteerbare gedeelten, zodat ingeval van een ongeluk reddingsmaterieel vanaf het ene compartiment toegang kan krijgen tot de plaats van een ongeluk in het andere compartiment.

Hoewel deze bekende tunnel ten aanzien van de veiligheid bepaalde voordelen biedt, is de veiligheid hiervan niet optimaal en bovendien is de verkeerscapaciteit van een 15 dergelijke tunnel beperkt.

De onderhavige uitvinding beoogt nu een tunnel van het in de aanhef aangegeven type te verschaffen, waarbij de verkeerscapaciteit van de tunnel aanzienlijk wordt vergroot en de veiligheid bovendien nog wordt verbeterd.

Deze oogmerken worden volgens de uitvinding bereikt, doordat op enige afstand 20 boven de eerste horizontale vloer een tweede horizontale vloer is aangebracht, die een aantal rijstroken voor personenwagens bevat, waarbij de verticale scheidingswand zich tussen de beide vloeren uitstrekt. Op deze wijze wordt de tunnelbuis verdeeld in drie compartimenten, welke indeling van de tunnel het voordeel heeft, dat nu een scheiding kan worden bewerkstelligd tussen bepaalde verkeersstromen. Zo kan het vrachtvervoer, dat het 25 grootste risico voor brand en ongelukken levert, nu volledig worden gescheiden van het personenvervoer, hetgeen de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer 101 62 3 3^’ - 2- bevordert. Bij gelijkblijvende diameter van de tunnelbuis kan hierdoor een aanzienlijke vergroting van de verkeerscapaciteit optreden.

Volgens de uitvinding is tussen de beide rijbanen op de eerste horizontale vloer een verhoogd platform aangebracht, waarbij de scheidingswand zich vanaf dit platform 5 uitstrekt tot aan de tweede vloer.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat de scheidingswand uit afzonderlijke gedeelten, die afwisselend langs de beide zijranden van het genoemde platform lopen, waarbij tussen de aan elkaar grenzende einden van de gedeelten steeds een tussenschot is aangebracht, dat de vluchtdeur bevat, die bestaat uit een brandvrije en 10 zelfsluitende deur.

Andere kenmerken en verdere ontwikkelingen van de onderhavige uitvinding komen naar voren in de conclusies 2-7.

De onderhavige uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin: - 15 Figuur 1 een dwarsdoorsnede toont van een voorkeursuitvoeringsvorm van de tunnel volgens de uitvinding, en

Figuur 2 een doorsnede is van een gedeelte van de tunnel volgens de lijn II-II in figuur 1.

De tunnel wordt in hoofdzaak gevormd door een cirkelvormige tunnelbuis 1, die 20 een eerste onderste horizontale vloer 2 bevat, die in het middengebied is voorzien van een verhoogd platform 3, waardoor deze vloer in een tweetal rijbanen wordt verdeeld, die elk bijvoorbeeld een rijstrook en een vluchtstrook bevatten. Deze rijbanen zijn volgens de uitvinding uitsluitend bestemd voor vrachtwagens.

Op enige afstand boven de eerste horizontale vloer 2 is een tweede horizontale 25 vloer 4 aangebracht, die met het bovenste gedeelte van de tunnelbuis een compartiment 1 a omsluit. Deze tweede vloer biedt ruimte voor drie rijstroken, die mede vanwege de beperkte hoogte van dit compartiment la uitsluitend bestemd zijn voor personenwagens. De middelste strook kan hierbij dan worden gebruikt als wisselstrook.

Tussen de beide vloeren is een .scheidingswand 5 aangebracht, die zich vanaf het 30 platform 3 uitstrekt tot aan de tweede vloer 4. Deze scheidingswand verdeelt de ruimte tussen de beide vloeren in twee compartimenten lb en lc, zodat de beide rijbanen volledig van elkaar zijn gescheiden. Deze scheidingswand is bovendien voorzien van vluchtdeuren

Ij ... - - 3- 6, die in geval van een ongeluk een vluchtroute vormen voor personen, en bestaan uit brandvrije en zelfsluitende deuren.

In de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat de scheidingswand 5 uit verschillende gedeelten 5’en 5” (zie fig. 2), die afwisselend steeds langs de ene zijrand en de andere 5 zijrand van het platform 3 lopen. In dwarsrichting van de tunnelbuis gezien overlappen de opeenvolgende gedeelten van de scheidingswand elkaar enigszins, waarbij in het gebied van elke overlapping een loodrecht op de lengterichting van de tunnelbuis staand tussenschot 7 hiertussen is aangebracht, waarbij elk tussenschot een vluchtdeur 6 bevat.

In de weergegeven uitvoeringsvorm heeft de tunnelbuis een inwendige diameter 10 van 14,5 m, en is de eerste vloer ongeveer 2,5 m onder de hartlijn van de tunnelbuis aangebracht. Met een breedte van het platform 3 van ongeveer 1,5 m blijft er voldoende ruimte over voor twee rijbanen, die elk uit een rijstrook van 3 m en een vluchtstrook van 2 m kunnen bestaan. De tweede vloer ligt ongeveer 2,5 m boven de hartlijn van de tunnelbuis. De verticale hoogte tussen de beide vloeren bedraagt dus ongeveer 5 m, 15 hetgeen voldoen hoog is voor het vrachtwagens.

De tweede vloer 4 is aan de beide zijkanten voorzien van een opstaande wand 10, 11, die elk tezamen met de vloer en de wand van de tunnelbuis een ongeveer driehoekige ruimte begrenst. Deze ruimte worden gebruikt voor het doorvoeren van ventilatiekanalen en mogelijke utiliteitsleidingen. Het resterende oppervlak van de tweede vloer 4 is 20 ongeveer 10,5 m breed en voldoende voor de drie rijstroken van elk ongeveer 3,5 m.

Elk van de drie compartiment la, lb, lc van de tunnel, heeft in op zich bekende wijze een eigen toe- en afvoer van ventilatielucht. In de ruimte onder de vloer 2 zijn toevoerkanalen 12 en 13 aangebracht voor ventilatielucht. De holle inwendige ruimte van het verhoogde platform 3 is door een verticale tussenwand verdeeld in twee kanalen 3a en 25 3b, welke kanalen elk in verbinding staan met een toevoerleiding 12 resp. 13 van ventilatielucht, en anderzijds via (niet weergegeven) uitstroomroosters met het aangrenzende compartiment resp. lb en lc van de tunnel. De ventilatielucht wordt aan de bovenzijde van elk compartiment afgezogen via leidingen 14, 15, die zijn gelegen in de door de verticale wanden 10 en 11 afgescheiden ruimten. Dezelfde ruimten bevatten ook 30 toevoerleidingen 16 en 17 voor ventilatielucht aan het compartiment la, terwijl aan de bovenkant van dit compartiment een afVoerleiding 18 is aangebracht.

101 62 3 3« -4-

Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de hier weergegeven en besproken uitvoeringsvorm, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies een groot aantal varianten mogelijk zijn. Essentieel voor de uitvinding is echter dat er een scheiding aanwezig is van vrachtwagens en personenwagens, waarbij de rijbaan 5 voor personenwagens zich op een hoger niveau bevindt dan de rijbaan of rijbanen voor de vrachtwagens. Dit concept sluit aan op het reeds door aanvrager naar voren gebrachte principe om ook boven reeds bestaande autowegen een extra rijbaan voor personenwagens te creëren, teneinde op deze wijze het fileprobleem aan te pakken. De tunnel volgens de uitvinding zou zonder meer in een dergelijk concept kunnen worden gebruikt. In andere 10 gevallen zouden buiten de tunnel geschikte op- en afritten moeten worden aangelegd.

Eventueel zou in het voor personenwagens bestemde compartiment la nog een scheidingswand kunnen zijn aangebracht, die deze ruimte in twee verschillende helften verdeelt.

Een bijkomend voordeel van de constructie volgens de uitvinding is dat de 15 tunnelbuis door de verschillende tussenwanden en vloeren een aanzienlijk grotere eigen stijfheid verkrijgt.

~\

Claims

1. Tunnel voor wegvervoer, omvattende een cirkelvormige tunnelbuis, die is voorzien 5 van een horizontale vloer, die twee rijbanen bevat, die elk één of meer rijstroken kan bevatten, welke rijbanen van elkaar zijn gescheiden door een verticale scheidingswand, die de tunnelbuis verdeelt in twee gescheiden buiscompartimenten, die elk zijn voorzien van een eigen ventilatiesysteem, waarbij vluchtdeuren in de scheidingswand zijn aangebracht, met het kenmerk, dat de op enige afstand boven de horizontale vloer 10 (2) een tweede horizontale vloer (4) is aangebracht, die een aantal rijstroken voor personenwagens bevat, waarbij de verticale scheidingswand (5) zich tussen de beide vloeren uitstrekt.

2. Tunnel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tussen de beide rijbanen op de eerste 15 horizontale vloer een verhoogd platform (3) is aangebracht, waarbij de scheidingswand zich vanaf dit platform uitstrekt tot de tweede horizontale vloer.

3. Tunnel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de scheidingswand bestaat uit afzonderlijke gedeelten (5’, 5”), die afwisselend langs de beide zijranden van het 20 genoemde platform lopen, waarbij tussen aan elkaar grenzende einden van elk gedeelte een verbindingsschot (7) is aangebracht dat de vluchtdeur (6) bevat.

4. Tunnel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de aan elkaar grenzende gedeelten van de scheidingswand elkaar enigszins overlappen, en de verbindingsschotten in het 25 gebied van de overlapping zijn aangebracht en loodrecht op de lengterichting van de tunnel staan.

5. Tunnel volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rijbanen op de eerste horizontale vloer uitsluitend zijn bestemd voor vrachtwagens. 30

6. Tunnel volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat de holle inwendige ruimte van het platform door een tussenwand is verdeeld in twee zich 101 623 3* -6- ft in de lengterichting van de tunnel uitstrekkende kanalen (3a, 3b), die dienen voor het in de aangrenzende tunnelruimten toevoeren van ventilatielucht.

7. Tunnel volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 5 tunnelcompartiment (lc) door een tussenwand is verdeeld in twee helften. ] G 1 i; -