NL1014786C2 - Inrichting voor het heffen van een zeegaande constructie zoals een boorplatform, voorzien van parallel aan elkaar verlopende heforganen. - Google Patents

Description

INRICHTING VOOR HET HEFFEN VAN EEN ZEEGAANDE CONSTRUCTIE ZOALS EEN BOORPLATFORM, VOORZIEN VAN PARALLEL AAN ELKAAR VERLOPENDE HEFORGANEN.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het heffen van een zeegaande constructie, zoals een hoorplatform, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een of meer drijflichamen, een of meer op een drijfli-5 chaam beweegbaar ondersteunde balkvormige, parallel of nagenoeg parallel aan elkaar verlopende heforganen.

Er zijn reeds verschillende methoden voor het heffen van dergelijke constructies op zee voorgesteld, zoals bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 10 5829919. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een tweetal drijflichamen ter weerszijden van de te heffen constructie, waarbij langs de langsboorden daarvan uitkragende heftoestellen zijn aangebracht. Het bezwaar van een dergelijke uitvoering is dat de samenstellende onderdelen 15 van de hefmiddelen de vrije beweging van de te heffen constructie ten opzichte van de drijflichamen beperkt. Hierbij wordt opgemerkt dat de deining van de zee een voortdurende compensatie van de relatieve posities van de drijflichamen ten opzichte van de drijfconstructie vra-20 agt.

Het doel van de uitvinding is om bovengenoemd bezwaar op te heffen en een dusdanige hefuitvoering voor te stellen, welke een optimale bewegingsvrijheid van de te heffen constructie ten opzichte van de drijflichamen 2 5 mogelijk maakt en waarmee aan de eis van de bewegingscom-pensatie wordt voldaan.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat elk heforgaan op tenminste twee steunpunten van het drijflichaam is ondersteund, waarvan er tenminste 30 een in hoogte richting verstelbaar is, en het buiten het drijflichaam gelegen einddeel van het heforgaan een druk-punt heeft, dat in contact staat met de te heffen constructie.

1 0 1 A 78 6 2

Dankzij het balkvormige heforgaan volgens de uitvinding, is het mogelijk om het vrije einddeel, dat het langsboord van het drijflichaam overkraagt, zonder ruim-tevragende stangen of cilinders kan worden uitgevoerd, 5 waarbij het in verticale zin verplaatsbare steunpunt voor het balkvormige heforgaan zich op afstand van het hefpunt bevindt, een en ander zodanig dat de heforganen afzonderlijk ten opzichte van elkaar verticaal kunnen bewegen, waarmee de optimale bewegingsvrijheid en bewegingscompen-10 satie van de te heffen constructie is gegeven.

De uitvinding stelt verder voor om het nabij de te heffen constructie gelegen ene steunpunt op het drijflichaam te voorzien van ten minste één cilinder, bij voorkeur een hydraulische cilinder, voor de verticale ver-15 plaatsing van het heforgaan.

Het andere steunpunt fungeert hier meer of minder als scharnier, waarbij volgens de uitvinding dit steunpunt zich aan de bovenzijde van het balkvormig heforgaan bevindt.

2 0 In een andere uitvoeringsvorm is het ene steunpunt voorzien van een tweetal pendelarmen voor het alzijdig beweegbaar ophangen van een heforgaan of een paar zich parallel naast elkaar uitstrekkende heforganen.

Hierbij is het mogelijk de pendelarmen zelf als 25 cilinders uit te voeren, of de pendelarmen op te hangen aan een aparte zwenkarm die is ondersteund door een bijbehorende cilinder.

De uitvinding zal nader worden toegelicht in die onderstaande figuurbeschrijving van een aantal uitvoe-30 ringsvoorbeelden.

In de tekening toont: fig. 1 is een staand zijaanzicht van een zeegaande constructie, hier een boorplatform, waarlangs een inrich-35 ting voor het lichten van de bovenzijde van de constructie volgens de stand van techniek is getoond, 1 0 1 4 7 8 5 3 fig. 2 en 3 een boven- respectievelijk zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, fig. 4 een met fig. 1 overeenkomend zijaanzicht van 5 een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, fig. 5 en 6 een bovenaanzicht respectievelijk staand zijaanzicht van een derde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, 10 fig. 7 een perspectivisch aanzicht van de hefzijde van de inrichting uit fig. 6.

Verwijzend naar fig. 1 is daarin de stand van techniek getoond, waarbij aan weerszijden van een hoorplat-15 form, dat bestaat uit een jacket J en een daarbovenop geplaatste bovenbouw B, welke bovenbouw B dient te worden gelicht en vervolgens verwijderd.

Daartoe wordt in de jacket aan de bovenzijde een breuk in de verticale posten C aangebracht, nadat de 20 bovenbouw B is opgetild door de inrichting volgens de stand van techniek. Deze bestaat uit ter weerszijden van de jacket te plaatsen drijflichamen 1, een ten opzichte van de drijflichamen 1 aangebrachte sledeconstructie 2 aan de naar de jacket gekeerde' zijde waarvan een hefin-25 richting 4 is aangebracht, welke is voorzien van pendel-armen 5.

Het is duidelijk dat deze constructie in de constructie van de jacket zit, waardoor de onderlinge bewegingsvrijheid van de drijf lichamen 1, de sledeconstructie .30 2 en de jacket wordt gehinderd.

Fig. 2 en 3 laten een uitvoeringsvorm zien, waarbij telkens op het drijflichaam 1 een paar parallel aan elkaar gerichte balkvormige heforganen 10 zijn aangebracht .

35 Het aantal paren balkvormige heforganen 10 is per drijflichaam bijvoorbeeld vier, welk aantal afhankelijk is van het aantal verticale posten C van de jacket.

1014786 4

Elk balkvormig heforgaan 10 wordt door het drijflichaam 1 gesteund bij het ene steunpunt 11 respectievelijk het andere steunpunt 12. Het buiten het drijflichaam 1 uitkragende einde van elk balkvormig heforgaan 10 is 5 voorzien van een drukpunt 13, dat wordt aangebracht onder een nok N van een om de post C van de jacket aangebrachte mantel M, zie fig. 7.

In de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 en 3 is het ene steunpunt voorzien van een hydraulische cilinder 14 voor 10 de verticale beweging van het steunpunt 11 in opwaartse respectievelijk neerwaartse zin. Het andere steunpunt 12 is voorzien van een trekstang 15 die scharnierend zowel aan het drijflichaam 1 als aan het balkvormig heforgaan is bevestigd. Ter stabilisatie is een hydraulische cilin-15 der 16 aangebracht, welke een horizontale verplaatsing van het heforgaan 10 bewerkstelligt, terwijl in bovenaanzicht een derde stabilisatiecilinder 17 is geplaatst om de zijdelingse bewegingsvrijheid van het heforgaan te bewerkstelligen. Zodoende is het drukpunt 13 in drie 20 ruimtelijke assen te verplaatsen.

Omdat elk balkvormig heforgaan 10 onafhankelijk in te stellen is, is een grote mate van bewegingsvrijheid en meegaandheid met de deining van de zee mogelijk.

Fig. 4 toont een uitvoeringsvorm, waarbij het balk-25 vormig heforgaan 10 bij het ene steunpunt 11 schuifbaar is ondersteund op een dwarsbalk 20, welke zelf is ondersteund op meer dan een verticaal werkende cilinder 14 voor de verticale instelling daarvan.

Het andere steunpunt 12 is uitgevoerd met een bok 30 21, waartegen de bovenzijde van het balkvormig heforgaan 10, zodanig dat een langsbeweging van het heforgaan 10 mogelijk blijft.

In de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 en 6 zijn telkens twee balkvormige heforganen 10 bij het ene steun-35 punt 11 ondersteund door een horizontale gemeenschappelijke balk 20, die opgehangen is aan pendelarmen 25, zodanig dat deze alzijdig scharnierbaar zijn langs de drie ruimtelijke hoofdassen X, Y en Z, zie fig. 7. De 1 I) 1*78 6 5 pendelarmen 25 zijn zelf alzijdig scharnierend opgehangen aan een zwenkarmconstructie 26, waarbij tussen de huis-vormige constructie 27, welke op het drijflichaam 1 is aangebracht, een cilinder 28 is geplaatst teneinde de 5 pendelarmen 25 in verticale zin te kunnen bewegen en daarmee de balkvormige heforganen 10. Het andere steunpunt voor de balkvormige heforganen 10 is opgenomen in het huisvormige deel 27 en kan op de wijze zoals in fig.

4 respectievelijk fig. 2 zijn gerealiseerd.

10 Uit het bovenstaande is duidelijk dat de drukpunten 13 van de heforganen 10 een alzijdige bewegingsvrijheid vertonen, welke verregaand onafhankelijk van elkaar zijn. Daardoor is het mogelijk om de bovenconstructie van een boorplatform te lichten onder zeer veilige omstandigheden 15 ongeacht de deining van de zee. De cilinders 14, 28 worden zodanig gestuurd dat de verticale beweging van de drukpunten 13 nauwkeurig in ruimtelijke zin op een horizontale lijn blijven, ondanks de beweging van de drijflichamen 1 ten opzichte van de te lichten constructie.

20 De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm.

1014786

Claims (7)

1. Inrichting voor het heffen van een zeegaande constructie, zoals een boor platform, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een of meer drijflichamen, een of meer op een drijflichaam beweegbaar ondersteunde balkvor- 5 mige, parallel of nagenoeg parallel aan elkaar verlopende heforganen, met het kenmerk, dat elk heforgaan op tenminste twee steunpunten van het drijflichaam is ondersteund, waarvan er tenminste een in hoogte richting verstelbaar is, en het buiten het drijflichaam gelegen einddeel van 10 het heforgaan een drukpunt heeft, dat in contact staat met de te heffen constructie.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het nabij de te heffen constructie gelegen ene steunpunt van het drijflichaam is voorzien van tenminste een 15 cilinder, bij voorkeur een hydraulische cilinder, voor de verticale verplaatsing van het heforgaan.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een groep heforganen van een drijflichaam is ondersteund door een gemeenschappelijke dwarsbalk waarop de of 20 elke cilinder aangrijpt.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat althans het andere steunpunt een langsverschuiving van het balkvormige heforgaan toelaat.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, 25 dat het andere steunpunt aan de bovenzijde van het balk- vormig heforgaan is aangebracht.

6. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het ene steunpunt is voorzien van een tweetal pendel-armen voor het alzijdig beweegbaar ophangen van het 30 heforgaan of een paar zich parallel naast elkaar uitstrekkende heforganen.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de of elke pendelarm aan een zwenkarm is opgehangen, welke zwenkarm door middel van de cilinder in het verti- 35 cale vlak te verstellen is. 1014786