NL1011772C2 - Optreksamenstel voor boven een bed. - Google Patents

Optreksamenstel voor boven een bed. Download PDF

Info

Publication number
NL1011772C2
NL1011772C2 NL1011772A NL1011772A NL1011772C2 NL 1011772 C2 NL1011772 C2 NL 1011772C2 NL 1011772 A NL1011772 A NL 1011772A NL 1011772 A NL1011772 A NL 1011772A NL 1011772 C2 NL1011772 C2 NL 1011772C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrier
pull
handle
runner
bed
Prior art date
Application number
NL1011772A
Other languages
English (en)
Inventor
Egbert Otten
Astrid Amelia Maria Huiberts
Original Assignee
Rijksuniversiteit
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rijksuniversiteit filed Critical Rijksuniversiteit
Priority to NL1011772A priority Critical patent/NL1011772C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1011772C2 publication Critical patent/NL1011772C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G7/00Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons
    • A61G7/05Parts, details or accessories of beds
    • A61G7/053Aids for getting into, or out of, bed, e.g. steps, chairs, cane-like supports
    • A61G7/0533Lifting poles

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Nursing (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Invalid Beds And Related Equipment (AREA)

Description

KORTE AANDUIDING: Optreksamenstel voor boven een bed GEBIED EN ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een optreksamenstel volgens het inleidende deel van conclusie 1 alsook op een optreksamenstel volgens het inleidende deel van conclusie 9.
Een voorbeeld van een optreksamenstel dat tot deze beide soorten behoort is bekend uit de Franse octrooiaanvrage 2 514 253. Dergelijke optreksamenstellen, in de praktijk ook wel bedpapegaaien genoemd, zijn vooral bestemd voor toepassing in de gezondheidszorg en worden zodanig ten opzichte van een bed van een patiënt gepositioneerd of aan het bed van een patiënt dan wel aan een wand bevestigd, dat de handgreep zich op zodanige afstand boven het bovenlichaam van de patiënt bevindt, dat deze de handgreep met gestrekte of bijna gestrekte armen kan bereiken.
Bij dit bekende optreksamenstel is de aangrijpingspo-sitie op de drager, via hetwelk de handgreep aan de drager is bevestigd langs de drager verplaatsbaar als de handgreep niet -belast is. Dit maakt het mogelijk de plaats van de handgréep aan te passen aan de lichaamsbouw van de patiënt en de lichaamsverplaatsing die patiënt door zich aan het optreksamenstel op te trekken wil ondersteunen.
Een belangrijke functie van dergelijke optreksamenstellen is, het de patiënt mogelijk te maken op eigen kracht met het bovenlichaam overeind te komen. Dit bevordert het welbevinden van de patiënt en voorkomt in veel gevallen dat verplegend personeel de patiënt overeind moet tillen. In de praktijk blijkt echter, dat veel patiënten zichzelf aan dergelijke optreksamenstellen niet of slechts met grote moeite overeind kunnen trekken. De absolute eis van bereikbaar zijn van de handgreep stelt begrenzingen aan de plaats waar deze kan worden opgehangen. Binnen die begrenzingen blijkt het niet mogelijk te zijn door middel van trekken aan de handgreep de gehele beweging van het overeind komen met het bovenlichaam tot in een zittende positie goed te ondersteunen.
1011772 -2-
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft als doel het voor een in een bed 5 gelegen persoon beter mogelijk te maken het overeind komen van het bovenlichaam vanuit een liggende houding door optrekken aan een handgreep te ondersteunen en, omgekeerd, het tot in een liggende houding neerlaten van het bovenlichaam vanuit een zittende houding door vasthouden van een hand-10 greep te beheersen.
Dit doel wordt volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding bereikt door het verschaffen van een op-treksamenstel volgens conclusie 1. Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt dit doel bereikt door het verschaf-15 fen van een optreksamenstel volgens conclusie 9.
Beide optreksamenstellen vormen belichamingen van het concept in belaste gebruikstoestand, in reactie op veranderingen in de richting waarin aan de handgreep wordt getrokken, een grotere verplaatsing van de handgreep naar het voe-20 teneinde van het bed en terug mogelijk te maken dan bij de bekende optreksamenstellen het geval is.
Doordat de handgreep bij het overeind komen van het bovenlichaam, terwijl aan de handgreep wordt getrokken, verder naar het voeteneinde toe kan verplaatsen dan bij het be-25 kende optreksamenstel het geval is, wordt voorkomen, dat de persoon die zich optrekt het einde van zijn of haar met de armen te maken optrekslag bereikt voordat het bovenlichaam geheel of vrijwel geheel overeind is gekomen.
Bijzondere uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn 30 neergelegd in de afhankelijke conclusies.
Navolgend worden verdere doelen, uitvoeringsaspecten, effecten en details van de uitvinding beschreven en toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden en met verwijzing naar de tekening.
35 1011772 -3-
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENING
Fig. 1 is een schematisch zijaanzicht van een persoon in een bed voorzien van een optreksamenstel volgens een eer-5 ste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, waarbij het optreksamenstel en de persoon in twee toestanden zijn getoond; fig. 2 is een zijaanzicht in middenlangsdoorsnede van een loper van het optreksamenstel volgens fig. 1; en figuren 3-6 zijn aanzichten overeenkomstig fig. 1 van 10 optreksamenstellen volgens vier verdere uitvoeringsvoorbeel-"öen.
GEDETAIILEERDE BESCHRIJVING
15 De uitvinding wordt allereerst nader toegelicht aan de hand van het in de figuren 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld dat momenteel de meeste voorkeur geniet. Daarna zullen een aantal voorbeelden van alternatieve uitvoeringsmogelijkheden worden besproken.
20 Het optreksamenstel volgens de figuren 1 en 2 is be stemd voor het bieden van houvast aan een in een bed 1 gelegen persoon 2 boven het bovenlichaam 3 van die persoon 2. De persoon 2 is in twee toestanden getoond: een liggende toestand, waarin de persoon 2 in rugligging op het bed 1 ligt 25 en een overeind gezeten toestand - aangeduid door overeenkomstige verwijzingscijfers, maar met een ' - waarin de benen 4' van de persoon 2 eveneens languit op het bed 1 liggen, maar het bovenlichaam 3' zich in een in hoofdzaak verticale toestand bevindt. Verder zijn in beide toestanden 30 weergegeven: bovenarmen 5, onderarmen 6, handen 7 en een hoofd 8.
Het optreksamenstel is eveneens in twee toestanden weergegeven, althans voorzover tussen die toestanden verschil bestaat. De getoonde twee toestanden behoren bij de 35 liggende toestand van de persoon 2 en bij de overeind gezeten toestand van de persoon 2 - in welke laatste toestand de in de liggende toestand in een andere vorm of plaats weerge- 1011772 -4- geven delen zijn aangeduid door overeenkomstige verwijzings-cij fers met een '.
Het optreksamenstel heeft een frame 9 met een drager 10 en met een steun 11 voor het op afstand boven het bed 1 5 houden van de drager 10. Een handgreep 12 is via een touw 13 en een loper 14, die ter plaatse van een aangrijpingspositie 15 op de drager 10 steunt, aan de drager 10 gekoppeld.
De aangrijpingspositie 15 is, terwijl de persoon 2 daaraan trekt om zijn bovenlichaam 3 vanuit de liggende 10 stand op te richten naar een overeind gezeten stand 3', ten '"opzichte van de drager 10 verplaatsbaar langs een baan die zich ongeveer horizontaal en in lengterichting van het bed 1 uitstrekt.
Doordat de aangrijpingspositie 15 naar het voeteneind 15 van het bed 1 verplaatst terwijl de persoon 2 zich opricht, kan deze gedurende de gehele beweging vanuit een liggende houding tot een overeind gezeten houding aan de handgreep 12 trekken om zich overeind te trekken. Ook in de overeind gezeten stand kan de persoon 2 nog aan het in de richting van 20 het voeteneind verplaatste handvat 12' trekken om zich in die stand te houden. Dit in tegenstelling tot de situatie bij conventionele optreksamenstellen, waarbij de borst, hals of kin het handvat ontmoeten voordat de overeind gezeten houding is bereikt.
25 De verplaatsing van de aangrijpingspositie 15 naar het voeteneind toe wordt verkregen, doordat in reactie op het uitoefenen van een voldoende grote trekkracht op het handvat 12 de romp van de persoon 2 overeind komt, waarbij de handen 7 naar het voeteneind toe bewegen. Dit veroorzaakt een ver-30 andering van de richting waarin aan de handgreep wordt getrokken. Deze verandering van de trekrichting wordt benut om de aangrijpingspositie 15 van de loper 14 op de drager 15 naar voren te laten verplaatsen, waarbij de trekrichting zichzelf instelt.
35 Door de aangrijpingspositie 15 op de drager 10 te la ten verplaatsen in reactie op de voorwaartse beweging van de handgreep 12 bij het overeind gaan zitten en vice versa, 101 1772 -5- wordt verder het voordeel bereikt, dat kan worden volstaan met een constructie die niet of althans niet wezenlijk hoger is dan de conventionele constructies van optreksamenstellen.
Zoals te zien is in fig. 1 is de handgreep 12, terwijl 5 de persoon 2 deze omlaag getrokken houdt en daaraan trekt om overeind te komen, ten opzichte van het frame 9 beweegbaar langs een baan tussen twee, onder meer in horizontale richting op afstand van elkaar gelegen posities, en heeft de baan momentane draaipunten die boven de drager 10 zijn gele-10 gen. Dit biedt het voordeel dat een effectieve benutting van tioor de persoon 2 ingezette spierkracht kan worden verkregen en dat de verplaatsing van de handgreep 12 in lengterichting van het bed goed beheerst wordt, stabiel is en voldoende groot is. Het momentane draaipunt van de beweging van de 15 handgreep 12 ligt bij het overeind gaan zitten ongeveer ter plaatse van een punt 16. Het is binnen het kader van de uitvinding overigens ook mogelijk de baan van de aangrijpings-positie zo te laten verlopen, dat het momentane draaipunt van de beweging van de handgreep verplaatst.
20 Bij het optreksamenstel volgens de figuren 1 en 2 is de beschreven baan van de handgreep 12 verkregen, doordat de drager'10 langwerpig is en doordat is voorzien in de langs de drager 10 beweegbare loper 14, waarbij de handgreep 12 via de loper 14 aan de drager 10 is gekoppeld. De handgreep 25 12 is daarbij door middel van een touw 13 aan de loper 14 opgehangen. Het is echter ook mogelijk de handgreep middels een stang, een riem of rechtstreeks aan de loper te bevestigen. In het laatste geval zullen maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen, dat de drager niet zodanig geplaatst is, 30 dat het hoofd of de schouders van de gebruiker daar bij het overeind komen tegenaan stoten. Door het toepassen van een langs de drager 10 verplaatsbare loper 14 kan de baan van de aangrijppositie 15 - en daarmee van de handgreep 12 - op eenvoudige wijze nauwkeurig beheerst worden door de vorm van 35 de drager 10 geschikt te kiezen. Verder wordt een eenvoudige en wrijvingsarme verplaatsing van de aangrijpingspositie 15 langs de drager 10 mogelijk gemaakt.
1011772 -6-
Door de kromming van de door de drager 10 gevormde ge-leidingsbaan 19 die een in gebruikstoestand naar beneden gekeerde buitenzijde heeft, wordt bij het optreksamenstel volgens figuren 1 en 2 het verloop van het momentane draaipunt 5 van de beweging van de handgreep 12 als functie van de trekrichting bepaald. Bij een dergelijk verloop van de gelei-dingsbaan 19 zal de loper 14 zich steeds zo instellen, dat de trekkracht en de reactiekracht loodrecht op het gedeelte van de geleidingsbaan 19 ter plaatse van de aangrijpingspo-10 sitie 15 staan. Afgezien van de zeer geringe wrijving die •bij het verplaatsen van de loper 14 optreedt heeft verplaatsing van het aangrijpingspunt 15 langs de drager 10 op zichzelf aldus geen vrijkomen van of opnemen van arbeid tot gevolg. Hierdoor beweegt de loper 14 bij het overeind komen 15 even gemakkelijk langs de drager 10 als bij het weer gaan liggen van de gebruiker 1.
Uit productietechnische overwegingen is het aantrekkelijk een geleidingsbaan met een constante radius, d.w.z. met een cirkelboogvorm te kiezen. Voor bijvoorbeeld een persoon 20 met een lichaamslengte van 1,75 m, een hoogte van de drager 10 boven het bed 1 ter plaatse van het naar het voeteneinde toe gekeerde uiteinde van 0,8 m, een lengte van de licht gebogen arm (schoudergewricht tot gebalde vuist) plus de effectieve lengte van de handgreep 12 en het touw 13 van 25 0,86 m en een verticale afstand van schoudergewricht "S" in liggende houding tot gebalde vuist in overeind gezeten houding van 0,7 m bedraagt de radius van de geleidingsbaan 19 bij voorkeur 2,75 - 3,37 m en meer in het bijzonder ca. 3,25 m.
30 Het zelfinstellende gedrag van de aangrijpingspositie langs de drager, zodanig dat de trekrichting steeds loodrecht op het gedeelte van de geleidingsbaan ter plaatse van de aangrijpingspositie blijft of wordt kan overigens ook worden bereikt als de geleidingsbaan recht is of een krom-35 ming met de bolle zijde omhoog gekeerd heeft. In het laatste geval moet de krommingsstraal van de geleidingsbaan wel steeds groter zijn dan de afstand tussen de handgreep en de 1011772 -7- aangrijpingspositie op of aan de geleidingsbaan. De handgreep zal dan, in belaste gebruikstoestand, ten opzichte van het frame 9 beweegbaar zijn langs een baan die recht, respectievelijk gekromd met een omhoog gekeerde bolle zijde is.
5 In gebruik is het wenselijk dat de handgreep 12 steeds voor de gebruiker 2 bereikbaar is. Hiertoe is bij het op-treksamenstel volgens de figuren 1 en 2 in voorzien, dat de aangrijpingspositie 15 in onbelaste toestand ten opzichte van de drager 10 is gefixeerd. Dit is bereikt door de loper 10 14 zo uit te voeren, dat deze zich in onbelaste toestand •«vastklemt op de drager 10.
De loper 14 is voorzien van een stel loopwielen 20 die roteerbaar zijn opgehangen in een schommel 21. De schommel 21 is opgehangen in een sleuf 22 dwars op de looprichting 15 van de loper 14. Tussen de schommel 21 en de behuizing 23 van de loper 14 is een veer 24 aangebracht die de behuizing 23 ten opzichte van de schommel 21 omhoog drukt.
De behuizing 23 draagt verder een rol 25, waarover een verstel-lus 26 verloopt die vanaf een touwklem 27 over de 20 rol 25 en terug door de touwklem 27 verloopt. Via deze rol 25 WQrdt in gebruik de door de gebruiker 2 uitgeoefende trekkracht overgedragen op de loper 14. Aan de onderzijde van de drager 10 en tegenover de loopwielen 20 is een sleepschoen 28 aangebracht.
25 Als de loper 14 niet belast wordt, drukt de veer 24 de behuizing 23 ten opzichte van de drager 10 omhoog, waardoor de sleepschoen 28 in aangrijping komt met de drager 10 en de loper 14 op zijn plaats gehouden wordt. Als de gebruiker met behulp van het touw 13 aan de loper 14 trekt, wordt de veer 30 24 samengedrukt, totdat de loopwielen 20 op de geleidings baan van de drager 10 steunen. Daarbij zakt de behuizing 23 omlaag, zodat het remblok 28 vrij komt van de drager 10 en de loper 14 licht lopend over de drager 10 kan worden verplaatst. De in looprichting door de sleepschoen 28 uitgeoe-35 fende wrijvingskracht is bij voorkeur zo gering, dat de loper 14 ook in onbelaste toestand gemakkelijk langs de geleider 19 kan worden verplaatst.
1011772 -8-
Volgens het in fig. 3 getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de drager 110 voorzien van een flexibele, maar in trekrichting in hoofdzaak niet rekbare geleider 119, bijvoorbeeld uit een rekarm touwsoort, die tussen twee, in een horizonta-5 le richting, en in dit voorbeeld ook in een verticale richting, op afstand van elkaar gelegen punten 129, 130 is opgehangen. Als de loper 114 over de geleider 119 loopt beschrijft deze een gebogen baan, waarvan de kromming bepaald wordt door de eenvoudig te verstellen lengte van de geleider 10 119 en de afstand tussen de punten 129, 130. Met een streep- •puntlijn tussen de punten 129 en 130 is de mogelijkheid aangegeven een starre stang tussen die punten te monteren om aldus,een rechte baan voor de aangrijpingspositie alsook voor de handgreep te verkrijgen.
15 In fig. 4 is een verder uitvoeringsvoorbeeld getoond, waarbij de handgreep 212, 212' via een riem 213, 213’ vast is gekoppeld aan een omlopende kabel 236, 236' van de drager 210. Deze eindloze, omlopende kabel 236, 236' verloopt over in lengterichting van het bed 1 op afstand van elkaar gele-20 gen omleidingswielen 237, 238. Als de richting waarin aan de handgreep 212, 212' wordt getrokken wordt veranderd door verplaatsing van de handgreep 212, 212' in lengterichting van het bed 1 loopt het aangrijpingspunt 215, 215' waar de riem '213, 213' aan de omlopende kabel 236, 236' is bevestigd 25 mee langs een gekromde baan. De kromming van die baan, en daarmee de kromming van de baan van de handgreep 212, 212' is afhankelijk van de verhouding tussen de lengte van de omlopende kabel 236, 236' en de afstand tussen de omleidingswielen 237, 238.
30 Bij het optreksamenstel volgens het in fig. 5 getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de vergrote verplaatsbaarheid van de handgreep 312, 312' niet bereikt door een aangrijpingspositie langs een drager verplaatsbaar uit te voeren, maar door de drager 310 zodanig hoog te plaatsen, dat de aangrijpings-35 positie 315 in gebruikstoestand op een afstand van meer dan 70 cm en bij voorkeur meer dan 100 cm boven de handgreep 312, 312' is gelegen. Hiertoe is volgens dit voorbeeld de 1011772 -9- drager uitgevoerd als een haak die in een plafond 340 is bevestigd.
Door de grotere afstand van de handgreep 312, 312' tot het aangrijpingspunt 315, kan de handgreep 312, 312' bij het 5 overeind gaan zitten verder met de handen van de persoon 2 mee naar voren bewegen dan bij een conventioneel optreksa-menstel en verandert de richting waarin getrokken wordt eveneens minder dan bij een conventioneel optreksamenstel. Aldus wordt dezelfde verbetering van de bij het overeind 10 gaan zitten en weer gaan liggen door de handgreep 312, 312' •"beschreven baan verkregen als bij de uitvoeringen volgens de figuren 1-4.
Het optreksamenstel volgens het in fig. 6 getoonde voorbeeld komt overeen met het optreksamenstel volgens het 15 in fig. 1 getoonde voorbeeld, zij het dat de loper 414 niet is voorzien van een voorziening om aan te grijpen op de ge-leidingsbaan 19. In plaats daarvan is dit optreksamenstel voorzien van een balanceergewicht 430. Dit balanceergewicht 430 is via een koord 431 dat over een katrol 432 verloopt 20 verbonden met de loper 414. Het balanceergewicht 430 is verder geleid langs een geleider 433 door middel van een wiel 434. De plaats en de kromming van de geleider 433, de plaats van de katrol 431 en het gewicht van het balanceergewicht 430 zijn zodanig afgestemd, dat de kracht die via het koord 25 433 in de richting van de geleidingsbaan 19 ter plaatse van de loper 414 wordt uitgeoefend op de loper 414 in elke positie van de loper 414 vrijwel gelijk is aan de kracht die de loper 414 ten gevolge van de zwaartekracht langs de geleidingsbaan 19 ondervindt. Daartoe varieert deze kracht in 30 overeenstemming met de steilte van de geleidingsbaan 19 over de lengte daarvan.
Het toepassen van een langs de geleidingsbaan 19 werkzame compensatiekracht ter gehele of gedeeltelijke compensatie van de ten gevolge van de zwaartekracht op de loper 414 35 werkzame krachten evenwijdig aan de geleidingsbaan 19 ter plaatse van de desbetreffende positie van de loper 14 biedt het voordeel, dat de loper 414, indien de handgreep 12 los- 1011772 -10- gelaten wordt, in elke positie blijft staan, zonder dat daartoe een belangrijke wrijving noodzakelijk is die het onbelast langs de geleidingsbaan 19 verplaatsen van de loper 414 zou belemmeren.
5 Het zal de deskundige duidelijk zijn, dat binnen het kader van de uitvinding nog vele andere varianten mogelijk zijn dan hiervoor is beschreven. Het is bijvoorbeeld ook mogelijk, de handgreep op te hangen aan het vrije uiteinde van een scharnierbare arm die omhoog steekt en die in reactie op 10 het uitoefenen van een trekkracht op de handgreep tegen een 'Veerkracht in naar het voeteneind toe scharniert. Geschikte bewegingsbanen van de handgreep of het aangrijpingspunt van een flexibele streng waaraan de handgreep hangt kunnen bijvoorbeeld ook door middel van stangenstelsels gerealiseerd 15 worden.

Claims (10)

1. Optreksamenstel voor het bieden van houvast aan een in een bed (1) gelegen persoon (2) boven het bovenlichaam (3) van die persoon (2), omvattende een frame (9; 109) met een drager (10; 110; 210) en een steunstructuur (11) voor 5 het op afstand boven een bed (1) houden van de drager (10; 110; 210), en een handgreep (12, 112, 212) die via een aan-grijpingspositie (15; 115; 215) op of aan genoemde drager **(10; 110; 210) is gekoppeld aan genoemde drager (10; 110; 210), met het kenmerk, dat genoemde aangrijpingspositie (15; 10 115; 215) ten minste in belaste gebruikstoestand ten opzich te van genoemde drager (10; 110; 210) verplaatsbaar is tussen ten minste twee, ten minste in horizontale richting op afstand van elkaar gelegen posities.
2. Optreksamenstel volgens conclusie 1, waarbij de 15 handgreep (12, 112, 212), ten minste in belaste gebruikstoestand, ten opzichte van het frame (9; 109) langs een baan beweegbaar is tussen ten minste twee, ten minste in horizontale 'richting op afstand van elkaar gelegen posities, waarbij genoemde baan ten minste een, althans momentaan, draai- 20 punt (16-18) heeft dat boven genoemde drager (10; 110; 210) is gelegen.
3. Optreksamenstel volgens conclusie 1, waarbij de handgreep (112), ten minste in belaste gebruikstoestand, ten opzichte van het frame (109) langs een baan beweegbaar is 25 tussen ten minste twee, ten minste in horizontale richting op afstand van elkaar gelegen, posities, waarbij genoemde baan recht is.
4. Optreksamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde drager (10; 110; 210) langwerpig is, 30 verder omvattende een langs genoemde drager (10; 110; 210) beweegbare loper (14; 114; 214; 414), waarbij de handgreep (12, 112, 212) via genoemde loper (14; 114; 214; 414) aan genoemde drager (10; 110; 210) is gekoppeld. 1011772 -12-
5. Optreksamenstel volgens conclusie 4, waarbij de drager (10) een geleidingsbaan (19) met een kromming met een in gebruikstoestand naar beneden gekeerde buitenzijde vormt.
6. Optreksamenstel volgens een der conclusies 1-4, 5 waarbij de drager (110; 210) een flexibele geleider (119; 236) omvat die tussen twee, ten minste in een horizontale richting op afstand van elkaar gelegen punten (129, 130; 237, 238) is opgehangen.
7. Optreksamenstel volgens een der conclusies 4-6, 10 verder omvattende een balanceerorgaan (430) voor het uitoefenen van een compensatiekracht op genoemde loper (414) die een langs de geleidingsbaan (19) werkzame krachtscomponent ten gevolge van gravitatiekracht ten minste gedeeltelijk compenseert voor het in elke positie langs de geleidingsbaan 15 (19) op zijn plaats houden van genoemde loper (414).
8. Optreksamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde aangrijpingspositie (15) in onbelaste toestand op genoemde geleider (10) aangrijpt voor het op zijn plaats houden van genoemde aangrijpingspositie.
9. Optreksamenstel voor het bieden van houvast aan een in een bed (1) gelegen persoon (2) boven het bovenlichaam (3) van die persoon (2), omvattende een drager (310) en een handgreep (312) die via een aangrijpingspositie (315) op of aan genoemde drager (310) is gekoppeld aan genoemde drager 25 (310), met het kenmerk, dat genoemde aangrijpingspositie (315) in gebruikstoestand op een afstand van meer dan 70 cm boven genoemde handgreep (312) is gelegen.
10. Optreksamenstel volgens conclusie 9, waarbij genoemde aangrijpingspositie (315) in gebruikstoestand op een 30 afstand van meer dan 100 cm boven genoemde handgreep (312) is gelegen. 1011772
NL1011772A 1999-04-12 1999-04-12 Optreksamenstel voor boven een bed. NL1011772C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011772A NL1011772C2 (nl) 1999-04-12 1999-04-12 Optreksamenstel voor boven een bed.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011772 1999-04-12
NL1011772A NL1011772C2 (nl) 1999-04-12 1999-04-12 Optreksamenstel voor boven een bed.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011772C2 true NL1011772C2 (nl) 2000-10-13

Family

ID=19768992

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011772A NL1011772C2 (nl) 1999-04-12 1999-04-12 Optreksamenstel voor boven een bed.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1011772C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN112716716A (zh) * 2020-12-25 2021-04-30 温州医科大学附属第二医院、温州医科大学附属育英儿童医院 一种儿童外科护理装置

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB190905726A (en) * 1909-03-10 1910-01-27 Richard Haste Carr Invalid's Portable Self-raiser.
DE2536879A1 (de) * 1975-08-19 1977-03-03 Hubert Dr Med Lohmer Strickleitergeraet fuer koerperbehinderte
FR2514253A1 (fr) * 1981-10-09 1983-04-15 Moure Stanislas Dispositif pour permettre a des personnes handicapees des membres inferieurs d'effectuer de petits deplacements

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB190905726A (en) * 1909-03-10 1910-01-27 Richard Haste Carr Invalid's Portable Self-raiser.
DE2536879A1 (de) * 1975-08-19 1977-03-03 Hubert Dr Med Lohmer Strickleitergeraet fuer koerperbehinderte
FR2514253A1 (fr) * 1981-10-09 1983-04-15 Moure Stanislas Dispositif pour permettre a des personnes handicapees des membres inferieurs d'effectuer de petits deplacements

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN112716716A (zh) * 2020-12-25 2021-04-30 温州医科大学附属第二医院、温州医科大学附属育英儿童医院 一种儿童外科护理装置
CN112716716B (zh) * 2020-12-25 2022-04-12 温州医科大学附属第二医院、温州医科大学附属育英儿童医院 一种儿童外科护理装置

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5181289A (en) Bed apparatus and rehabilitation attachment
US7356858B2 (en) Sit to stand support apparatus
US4157593A (en) Patient lift and transport apparatus
CN106983619B (zh) 一种移乘搬运护理机器人
US5185895A (en) Patient lift and transport aid
JP5407085B2 (ja) 患者の体位交換および四肢取扱システム
WO1995004515A1 (en) Ambulatory support system for patients
WO1995024879A1 (en) Adjustable articulated bed
JP2009066194A (ja) 自力歩行訓練器
US20020103060A1 (en) Leg exercise apparatus for exercise machine
NL1011996C2 (nl) Inrichting voor verplaatsing/transport van een persoon.
US20150202102A1 (en) Wheelchair with Automatic Seat Lift Mechanism
NL1001538C2 (nl) Tiljuk voor een patiëntenheftoestel.
JP2001500764A (ja) 傾斜台と腹部揺動装置とを備える複合装置
NL1011772C2 (nl) Optreksamenstel voor boven een bed.
JP2001309952A (ja) 患者取り扱い装置
JP2004267571A (ja) 車椅子装置及びそれに使用する椅子本体
CN112494287A (zh) 一种跟随吊架
US4627422A (en) Variable traction apparatus and method
CN2155854Y (zh) 可调多功能助行架
NL1024909C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen van personen van een zittende naar een staande positie.
JP2011110301A (ja) 歩行訓練装置
JP2001029401A (ja) 介護用品
GB2272679A (en) Frame to support sling of an invalid hoist.
CN113274697B (zh) 智能踏步训练设备

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20041101