NL1011603C2 - Zelfklevende isolatiedeken. - Google Patents

Description

ZELFKLEVENDE ISOLATIEDEKEN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een van minerale wol vervaardigde, flexibele isolatiede-ken.

Dergelijke dekens zijn algemeen bekend.

5 Voor het bevestigen van dergelijke dekens wordt gebruik gemaakt van mechanische hechtmiddelen, zoals plaatjes met een daarin aangebracht gat, waarbij een schroef door het gat en de deken wordt geschroefd voor het vasthechten van de deken aan een dragend element, 10 terwijl verder gebruik gemaakt wordt van kleefband voor het bijvoorbeeld aan luchtkanalen hechten van dergelijke isolatiedekens.

Er wordt erop gewezen dat dit een belangrijke markt is, gezien het belang van de thermische isolatie 15 van dergelijke kanalen en de grote aantallen kilometers die van dergelijke luchtkanalen zijn of worden toegepast.

In de eerste instantie is de onderhavige uitvinding voor een dergelijke toepassing ontwikkeld; andere toepassingen worden echter geenszins uitgesloten.

20 Uit US-A-5,868,891 is een flexibele, van mine rale wol vervaardigde flexibele isolatiedeken bekend, die van minerale wol vervaardigde, flexibele isolatiedeken, die aan een zijde van een tenminste bij kamertemperatuur klevende hechtlaag is voorzien. Bij deze uit de stand van 25 de techniek bekende deken, wordt een overmaat van kleef-middel gebruikt om, tot een goede hechting te komen.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een dergelijke deken waarbij minder kleefmiddel wordt gebruikt en waarbij toch een goede 30 hechting wordt gewaarborgd.

Dit doel wordt bereikt doordat de kleeflaag zich volgens een netwerkstructuur over de isolatiedeken uitstrekt.

10 1 16 03 1 2

Overigens heeft de hechtlaag zodanige eigenschappen, dat deze bij hogere temperaturen smelt. Dit biedt de mogelijkheid de hechtlaag in gesmolten vorm aan te brengen; de hechtlaag zal zich dan hechten aan de 5 steenwolvezels en vervolgens bij het afkoelen gedeeltelijk uitharden, waarbij echter een belangrijke mate van kleefkracht moet worden gehandhaafd om aanbrengen op bijvoorbeeld de luchtkanalen mogelijk te maken.

Hierbij wordt er op gewezen dat hiertoe gebruik 10 gemaakt kan worden van een zelfklevende "hotmelt" die bekend is onder de naam Jowatherm 245.00 dat ook bij kamertemperatuur een grote kleefkracht vertoont.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm strekt de hechtlaag zich tot een bepaalde diepte uit in de deken 15 van minerale wol en is deze laag ook mechanisch met de minerale wol verbonden.

Om de isolerende eigenschappen van een dergelijke isolatiedeken te vergroten is deze aan zijn rugzijde van een luchtstroming remmende folie voorzien.

20 Deze sluit de lucht in de isolatiedeken als het ware op, zodat de isolatiewaarde sterk remmende luchtbewegingen worden voorkomen.

Om het buigen van de deken te vergemakkelijken strekt de hoofdrichting van de vezels van de minerale wol 25 zich dwars op het vlak van de deken uit. Dit heeft tot gevolg dat de hechting tussen de vezels onderling in de richting parallel aan de hoofdrichting van de deken minder is dan in andere richtingen, zodat de deken gemakkelijker buigbaar is om bijvoorbeeld een rechthoekig 3 0 kanaal.

Om transport en opslag van de isolatiedeken te vergemakkelijken is de deken aan zijn van hechtmiddel voorziene zijde verbonden met een losmaakbaar dragervel.

Dit dragervel wordt na het aanbrengen van het 35 hechtmiddel op de hechtlaag aangebracht. Het dragervel heeft zodanige eigenschappen, dat het gemakkelijk van de hechtlaag kan worden verwijderd, bijvoorbeeld doordat het voorzien is van een laag siliconen.

101 16 03 1 3

Om de aanbrenghandelingen te vergemakkelijken, is het dragervel verdeeld in afzonderlijk te verwijderen deel-dragervellen.

Hiertoe kunnen afzonderlijke deelvellen worden 5 toegepast, doch volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm is het dragervel voorzien van zich dwars op de lengterichting van de deken uitstrekkende, op hoofdzakelijk gelijke afstanden gelegen verzwakkingslijnen, bijvoorbeeld perforaties die de scheiding vormen tussen de 10 deelvellen.

Volgens een tweede uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van de gemakkelijke scheurbaarheid van de dragervellen; er zijn slechts kleine sneetjes aangebracht in het dragermateriaal die tijdens het aanbrengen kunnen 15 worden uitgescheurd tot volledige scheidingen tussen de dragervellen.

In beide gevallen kan gebruik gemaakt worden van een laser voor het aanbrengen van de verzwakkingen of van door meachanische middelen verkregen perforaties of 20 sneden. Het gebruik van laser biedt de mogelijkheid de drager pas na het aanbrengen op de isolatiedeken te bewerken.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een van minerale wol 25 vervaardigde isolatiedeken, omvattende het verstuiven van een bij hoge temperaturen hechtend en bij kamertemperaturen klevend materiaal tot op een zijde van een deken van minerale wol.

Door het verstuiven wordt een zodanig structuur 30 verkregen, dat een goed hechtende hechtlaag ontstaat. Hierbij wordt erop gewezen dat bij het verstuiven geen verneveling optreedt; in plaats daarvan onstaat bij een spuitkop een straaltje van het hechtmiddel dat als gevolg van de daarop werkende krachten een ronddraaiende bewe-35 ging uitvoert. Dit proces wordt ook wel "swirl" genoemd. Door de combinatie van de ronddraaiende beweging van de "swirl" en de lineaire beweging van de isolatiedeken ontstaat een netwerkachtige structuur van de draden van 101 1603 ' 4 het hechtmateriaal, welke voor een deel tot in de minerale wol dringen en zich behalve op chemische wijze ook op mechanische wijze verankeren in de minerale wol.

Andere aantrekkelijk uitvoeringsvormen van de 5 uitvinding blijken uit de overige onderconclusies.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: figuur 1: een doorsnedeaanzicht van een isola-10 tiedeken volgens de uitvinding; figuur 2: een schematisch perspectivische weergave van het vervaardigen van een isolatiedeken volgens de onderhavige uitvinding; en figuren 3a-3d: diverse stadia van het aanbren-15 gen van een stuk isolatiedeken volgens de onderhavige uitvinding op een luchtkanaal.

In figuur 1 is een isolatiedeken 1 weergegeven die wordt gevormd door een eigenlijke deken 2 van minerale wol. Aan zijn onderzijde is de deken voorzien van een 20 rugvel 3 dat bijvoorbeeld van folie of papier is vervaardigd, en dat dient voor het voorkomen van luchtcirculatie door de deken heen. Verder heeft het rugvel vochtwerende eigenschappen. Het rugvel is door middel van een hecht-laag 4 met de eigenlijke deken 2 van minerale wol verbon-25 den.

Aan zijn bovenzijde is de deken 2 van minerale wol van een klevende hechtlaag 5 voorzien. Deze hechtlaag wordt gebruikt voor het fixeren van de aangebrachte isolatiedeken op de te isoleren voorwerpen. Om opslag en 30 transport te vergemakkelijken is een van een laagje siliconen voorzien, afneembaar dekvel 6 aangebracht op de hechtlaag 5. Hierbij wordt opgemerkt dat de hechtlaag zich slechts tot op een geringe afstand van de rand van de isolatiedeken uitstrekt om het loshalen van het dekvel 35 te voorkomen.

Voor het produceren van een dergelijke isolatiedeken gaat men als volgt te werk.

101 1603 < 5

Uitgaande van een deken van minerale wol 2, welke via een door rollen 7 gevormde transportbaan wordt toegevoerd, wordt aanvankelijk door middel van een van koppen 11 voorziene verstuivingsinrichting 8 een hoeveel-5 heid hechtmiddel toegevoerd en versproeid in de vorm van een "hot melt". Het materiaal wordt in verwarmde toestand toegevoerd, zodat het vloeibaar is en, door het verspuiten ervan, wordt het in een zo dunne hoeveelheid aangebracht, dat een spinnewebachtige of netwerkachtige struc-10 tuur ontstaat. Hierbij hecht het zich tijdens het afkoel-proces op de vezels van de deken van minerale wol 2. Deze hechting heeft zowel een chemisch als een mechanisch karakter.

Essentieel is dat het materiaal in warme toe-15 stand vloeibaar is, en zich kan hechten aan de vezels, maar dat het in afgekoelde toestand voldoende kleefkracht heeft.

Vervolgens wordt door middel van een rol 9 een laag dekvel 6 aangebracht in de vorm van siliconen PE-20 folie. Als gevolg van de aanwezigheid van deze folie kan het materiaal gemakkelijk worden opgewikkeld of worden gestapeld.

Verder wordt aan de onderzijde door middel van een verwarmde rol 10 een rugvel 3 aangebracht dat de vorm 25 kan hebben van een laag papier, aluminiumfolie, kunststof of een combinatie daarvan. Ook hier wordt een geschikt hechtmateriaal gebruikt; hierbij is het echter essentieel dat het hechtmateriaal, zodra het afgekoeld is, of wanneer het van een oplosmiddel voorzien is, zodra het 30 oplosmiddel verdampt is, een goede hechting vormt tussen het rugvel en de minerale wol. Het hechtmiddel is reeds op de folie aanwezig, en het wordt op de rol 10 verwarmd, opdat de folie gescheiden kan worden van de rol.

Een dergelijke deken kan gebruikt worden op de 35 wijzen, zoals deze in figuren 3a-3d zijn weergegeven.

Om het aanbrengproces van een dergelijke isola-tiedeken te vergemakkelijken is het dekvel 6 van perforaties 12 voorzien. Hiermee is het mogelijk van een stuk 1011603 ' 6 isolatiedeken slechts een dergelijk deel-dekvel te verwijderen, waarna het desbetreffende stuk van de isolatiedeken kan worden aangebracht. Daarna kunnen achtereenvolgens de andere deel-dekvellen worden verwijderd en de 5 desbetreffende delen van de isolatiedeken worden vastgehecht .

In plaats daarvan is het mogelijk het dekvel pas te perforeren na het aanbrengen op de isolatiedeken; hiervoor zal dan wel gebruik gemaakt moeten worden van 10 bijvoorbeeld een laser.

Het is bovendien mogelijk de dekvellen te scheiden door scheuren; het materiaal leent zich ervoor en voor het begin kan gebruik worden gemaakt van een verzwakking in de vorm van een korte snede die bijvoor-15 beeld door middel van laser kan worden aangebracht. Dit biedt de mogelijkheid de korte sneden na het opbrengen van het dekvel aan te brengen.

Bij het aanbrengen van een dergelijke isolatiedeken, welk proces in figuur 3 is weergegeven, wordt 20 aanvankelijk in het midden een deel-dekvel, dat tussen twee perforaties 12 is ingesloten, verwijderd. Het dan vrijkomende deel van de isolatiedeken kan gehecht worden aan het te isoleren voorwerp, in het onderhavige geval een luchtkanaal met een rechthoekige doorsnede 13. Ver-25 volgens kan een volgend deel-dekvel worden verwijderd en kan de bovenzijde van het luchtkanaal 13 van isolatiemateriaal worden voorzien.

De desbetreffende situatie is in figuur 3b getekend.

30 Daarna kan van het aan de bovenzijde resterende deel van de isolatiedeken het dekvel worden verwijderd en het desbetreffende deel van de isolatiedeken worden gevouwen en aan de rechterzijde van het luchtkanaal worden vastgehecht.

35 Een dergelijke situatie is in figuur 3c weerge geven .

Ten slotte kan een overeenkomstige procedure worden uitgevoerd aan de onderzijde van het luchtkanaal, 1011603 ' 7 totdat het luchtkanaal over zijn gehele doorsnede bedekt is met de isolatiedeken.

Alhoewel het hier beschreven uitvoeringsvoor-beeld betrekking heeft op een kanaal met een rechthoekige 5 doorsnede, zal het duidelijk zijn dat de uitvinding ook kan worden toegepast op kanalen met een anderssoortige, zoals een ronde doorsnede.

Uiteraard moet hierbij de isolatiedeken op maat worden gesneden. Hierbij wordt er van uitgegaan dat voor 10 het aanbrengen de isolatiedeken afgesneden is op een overmaat.

Het zal duidelijk zijn dat diverse wijzigingen in genoemde beschrijving kunnen worden aangebracht zonder af te wijken van de uitvinding.

10 1 16 03 I

Claims (20)

1. Van minerale wol vervaardigde, flexibele isolatiedeken, die aan een zijde van een tenminste bij kamertemperatuur klevende hechtlaag is voorzien, met het kenmerk, dat de kleeflaag zich volgens een netwerkstruc- 5 tuur over de isolatiedeken uitstrekt.

2. Isolatiedeken volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kleefkracht van de hechtlaag bij kamertemperatuur tenminste even groot is als de cohesie van de isolatiedeken.

3. Isolatiedeken volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de kleeflaag zich tot een bepaalde diepte in de isolatiedeken uitstrekt en mechanisch met de minerale wol verankerd is.

4. Isolatiedeken volgens een van de voorafgaan- 15 de conclusies, met het kenmerk, dat de kleeflaag door Jowatherm 245.00 wordt gevormd.

5. Isolatiedeken volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de isolatiedeken aan zijn rugzijde van een folie is voorzien.

6. Isolatiedeken volgens een van de voorafgaan de conclusies, met het kenmerk, dat de hoofdrichting van de vezels van de minerale wol zich dwars op het vlak van de deken uitstrekt.

7. Isolatiedeken volgens een van de voorafgaan- 25 de conclusies, met het kenmerk, dat op de kleeflaag een beschermend dragervel is aangebracht.

8. Isolatiedeken volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het dragervel verdeeld is in afzonderlijk te verwijderen deel-dragervellen.

9. Isolatiedeken volgens conclusie 8, met het ken merk, dat de dragervellen door een verzwakking worden gescheiden.

10. Isolatiedeken volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat ter plaatse van een scheiding tussen deel- 101 1603 ' dragervellen een zich vanaf de zijrand over een kleine afstand uitstrekkende verzwakking is aangebracht.

11. Isolatiedeken volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat aan weerszijden van de deken dergelijke 5 verzwakkingen zijn aangebracht.

12. Isolatiedeken volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat aan tenminste een zijde van de isolatiedeken het hechtmiddel tot op een beperkte afstand van de rand is aangebracht.

13. Isolatiedeken volgens conclusie 9, 10, 11 of 12, met het kenmerk, dat de verzwakking door een snede wordt gevormd.

14. Isolatiedeken volgens conclusie 9, 10, 11 of 12, met het kenmerk, dat de verzwakking door een 15 perforatie wordt gevormd.

15. Isolatiedeken volgens een van de conclusies 9-14, met het kenmerk, dat de verzwakking door laser is gevormd.

16. Werkwijze voor het vervaardigen van een van 20 minerale wol vervaardigde isolatiedeken, omvattende het aanbrengen van een bij hoge temperaturen hechtend en bij kamertemperaturen klevend materiaal tot op een zijde van een deken van minerale wol, met het kenmerk, dat ht materiaal door spuiten wordt aangebracht.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het verspuiten van de hechtlaag in een draaiend patroon plaatsvindt.

18. Werkwijze volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat na het aanbrengen van de hechtlaag een 30 dragervel wordt aangebracht op de hechtlaag.

19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat na het op de isolatiedeken aanbrengen van het dragervel, de verzwakkingen in het dragervel worden aangebracht.

20. Werkwijze voor het aan een te isoleren lichaam aanbrengen van een isolatiedeken volgens een van de conclusies 7-15, met het kenmerk, dat aanvankelijk een zich tussen twee verzwakkingslijnen gelegen deel van het 10 1 1603 ’ dragervel wordt verwijderd en vervolgens het vrijgekomen deel van de isolatiedeken op het te isoleren lichaam wordt aangebracht, waarna de maatregel volgens het kenmerk wordt herhaald tot de volledige deken is aange-5 bracht. 101 1603'