NL1011380C2 - Parking facility for bicycles. - Google Patents

Parking facility for bicycles. Download PDF

Info

Publication number
NL1011380C2
NL1011380C2 NL1011380A NL1011380A NL1011380C2 NL 1011380 C2 NL1011380 C2 NL 1011380C2 NL 1011380 A NL1011380 A NL 1011380A NL 1011380 A NL1011380 A NL 1011380A NL 1011380 C2 NL1011380 C2 NL 1011380C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bicycle
parking
parking device
wheel
elements
Prior art date
Application number
NL1011380A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Hendrik Yeb Jacob Van Heezick
Original Assignee
Hendrik Yeb Jacob Van Heezick
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hendrik Yeb Jacob Van Heezick filed Critical Hendrik Yeb Jacob Van Heezick
Priority to NL1011380A priority Critical patent/NL1011380C2/en
Priority to EP00200634A priority patent/EP1031679B1/en
Priority to DE60024903T priority patent/DE60024903T2/en
Priority to AT00200634T priority patent/ATE313676T1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1011380C2 publication Critical patent/NL1011380C2/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H6/00Buildings for parking cars, rolling-stock, aircraft, vessels or like vehicles, e.g. garages
    • E04H6/005Garages for vehicles on two wheels

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Traffic Control Systems (AREA)
  • Steering Devices For Bicycles And Motorcycles (AREA)
  • Lock And Its Accessories (AREA)
  • Regulating Braking Force (AREA)
  • Power Steering Mechanism (AREA)
  • Steering Control In Accordance With Driving Conditions (AREA)

Abstract

Device for parking bicycles, which comprises one or more wheels (3,4) which are preferably arranged concentrically with respect to one another and can rotate about a common, substantially horizontal axis of rotation (51), each wheel (3,4) comprising a plurality of bicycle parking elements (6,7), the longitudinal axis of the bicycle parking elements (6,7) being oriented substantially parallel to the axis of rotation (51). The bicycle parking elements are preferably rigidly connected to the wheels (3,4) and are oriented substantially radially with respect to the axis of rotation (51). In another preferred embodiment, the bicycles are positioned in a staggered arrangement with respect to one another in order to obtain a compact stacking arrangement. The invention also provides a bicycle-securing means, the bicycle being anchored as a result of the saddle and the handlebars being clamped. <IMAGE>

Description

Korte aanduiding: Stallingsinrichting voor fietsen.Short designation: bicycle storage facility.

De uitvinding heeft betrekking op een stallingsinrichting voor fietsen, welke stallingsinrichting een of meer raden omvat, die draaibaar zijn om een gemeenschappelijke en in hoofdzaak horizontale draaiingsas, waarbij elk rad 5 meerdere fietsstallingselementen omvat.The invention relates to a bicycle parking device, which parking device comprises one or more boards which can rotate about a common and substantially horizontal axis of rotation, each wheel 5 comprising a plurality of bicycle parking elements.

Stallingsinrichtingen voor fietsen zijn algemeen bekend en worden toegepast voor het stallen van fietsen bij bijvoorbeeld trein- en metrostations, flatgebouwen, scholen, kantoorgebouwen en andere openbare ruimten.Bicycle storage devices are generally known and are used for storing bicycles at, for example, train and metro stations, apartment buildings, schools, office buildings and other public spaces.

10 Uit DE-C-4 237 042 is een fietsenstalling bekend met een draaikruis dat draaibaar is om een horizontale as. Het draaikruis heeft vier loodrecht ten opzichte van de as gerichte fietsstallingselementen in de vorm van langwerpige goten, waarin de fietsen door middel van klemmen die de 15 wielen borgen kunnen worden vastgezet. Hierdoor zijn de in de stalling geplaatste fietsen in langsrichting met de voorwielen naar de draaiingsas gericht. Het draaikruis is deels onder het maaiveld geplaatst om een eenvoudige toegang tot de fietsstallingsplaatsen te verschaffen.10 DE-C-4 237 042 discloses a bicycle shed with a turnstile rotatable about a horizontal axis. The turnstile has four bicycle parking elements perpendicular to the axis in the form of elongated gutters, in which the bicycles can be secured by means of clamps that secure the 15 wheels. As a result, the bicycles placed in the storage are directed in the longitudinal direction with the front wheels towards the axis of rotation. The turnstile is partially positioned below ground level to provide easy access to the bicycle parking areas.

20 Uit DE-A-195 45 816 is een andere fietsenstalling bekend met een cilindrische trommel, die draaibaar is om een horizontale draaiingsas. De trommel heeft meerdere fietsstallingselementen die zodanig zijn uitgevoerd dat de in de fietsenstalling geplaatste fietsen met de langsas daarvan in 25 hoofdzaak in omtreksrichting van de trommel zijn opgesteld. Er kunnen meerdere trommels coaxiaal achter elkaar worden opgesteld teneinde de capaciteit van de fietsstalling te vergroten. Om een gemakkelijke toegang tot de fietsenstalling te verschaffen is de trommel gedeeltelijk onder het 30 maaiveld geplaatst.From DE-A-195 45 816 another bicycle shed is known with a cylindrical drum which can rotate about a horizontal axis of rotation. The drum has a number of bicycle parking elements which are designed such that the bicycles placed in the bicycle parking are arranged with the longitudinal axis thereof substantially in the circumferential direction of the drum. Several drums can be arranged coaxially one behind the other in order to increase the capacity of the bicycle shed. To provide easy access to the bicycle shed, the drum is partially placed below ground level.

Het bezwaar van deze bekende fietsenstallingen is de beperkte capaciteit ten opzichte van het benodigde grondoppervlak. Het grote benodigde grondoppervlak brengt in dichtbevolkte woon- en werkgebieden, bijvoorbeeld in stadscentra, 35 zeer hoge kosten met zich mee. Een ander bezwaar van deze 1 0 1 i 3 8 0 - 2 - bekende fietsenstallingen is dat een fiets bij een storing van het draaiende deel, bijvoorbeeld als het draaiende deel plotseling tot stilstand komt, ondanks de fietsvastzetmidde-len kan loskomen en naar beneden vallen, waardoor niet 5 alleen de losgekomen fiets maar ook naburige fietsen worden beschadigd en het draaiende deel wordt geblokkeerd door de losgekomen fiets.The drawback of these known bicycle parking facilities is the limited capacity in relation to the required ground area. The large ground area required entails very high costs in densely populated residential and working areas, for example in city centers. Another drawback of these 1 0 1 i 3 8 0 - 2 - known bicycle sheds is that in the event of a failure of the rotating part, for example if the rotating part suddenly comes to a standstill, a bicycle can come loose and fall down despite the bicycle fasteners. , thereby damaging not only the detached bicycle but also neighboring bicycles and the rotating part is blocked by the detached bicycle.

Het doel van de onderhavige uitvinding is een stal-lingsinrichting voor fietsen te verschaffen, waarbij de 10 genoemde nadelen worden opgeheven. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een fietsenstallingsinrichting volgens de aanhef van conclusie 1 te verschaffen, die is gekenmerkt doordat de fietsstallingselementen met de langsas daarvan in hoofdzaak evenwijdig aan de draaiingsas zijn ge-15 richt. Deze opstelling leidt tot een zeer doelmatige benutting van het grondoppervlak dat nodig is voor de stalling. Dit in tegendeel tot de bekende stallingen, waarin de fietsen dwars op de horizontale draaiingsas van het draaiende deel staan.The object of the present invention is to provide a bicycle parking device, wherein the above-mentioned drawbacks are overcome. This object is achieved according to the invention by providing a bicycle parking device according to the preamble of claim 1, characterized in that the bicycle parking elements with their longitudinal axis are oriented substantially parallel to the axis of rotation. This arrangement results in a very efficient use of the ground surface that is required for the storage. This is in contrast to the known parking facilities, in which the bicycles are positioned transverse to the horizontal axis of rotation of the rotating part.

20 Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn in de conclusies beschreven en zullen aan de hand van de tekening nader worden toegelicht. Daarin toont: fig. 1 een zijaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de stallingsinrichting volgens de uitvinding; 25 fig. 2 een aanzicht in doorsnede van de stallingsin richting van fig. 1; fig. 3 een zijaanzicht van een deel van de fietsstal-lingsinrichting volgens de uitvinding met een verhoogde en verlaagde positie van de fietsen ten opzichte van de draai-30 ingsas; fig. 4 een aanzicht van fietsvastzetmiddelen volgens de uitvinding in geopende toestand; fig. 5 een aanzicht van de fietsvastzetmiddelen volgens de uitvinding in een gesloten toestand; 35 fig. 6a-f een schematische weergave van alternatieve fietsopstellingen in de stallingsinrichting volgens de uitvinding.Further advantageous embodiments of the invention are described in the claims and will be further elucidated with reference to the drawing. In the drawing: Fig. 1 shows a side view of an exemplary embodiment of the parking device according to the invention; Fig. 2 shows a cross-sectional view of the storage device of Fig. 1; Fig. 3 is a side view of a part of the bicycle parking device according to the invention with an elevated and lowered position of the bicycles relative to the axis of rotation; fig. 4 shows a view of bicycle securing means according to the invention in opened position; Fig. 5 shows a view of the bicycle securing means according to the invention in a closed position; Fig. 6a-f show a schematic representation of alternative bicycle arrangements in the parking device according to the invention.

1 0 1 13 o 0 - 3 -1 0 1 13 o 0 - 3 -

In fig. 1 is een stallingsinrichting 1 voor fietsen 50 getoond, die een binnenrad 3 en een buitenrad 4 omvat, die hier in een behuizing 2 zijn aangebracht. De raden 3, 4 zijn draaibaar om een gemeenschappelijke, in hoofdzaak horizonta-5 le draaiingsas 51. De raden 3, 4 zijn concentrisch ten opzichte van elkaar opgesteld en kunnen onafhankelijk van elkaar in beide richtingen draaien. Door de concentrische opstelling wordt de ruimte die de raden 3, 4 innemen optimaal benut. Het onafhankelijk van elkaar kunnen draaien 10 draagt ertoe bij dat de fietsen 50 die in de raden 3,4 zijn gestald snel toegankelijk zijn.Fig. 1 shows a bicycle parking device 1, which comprises an inner wheel 3 and an outer wheel 4, which are arranged here in a housing 2. Boards 3, 4 are rotatable about a common, substantially horizontal axis of rotation 51. Boards 3, 4 are arranged concentrically to each other and can rotate independently in both directions. Due to the concentric arrangement, the space occupied by councils 3, 4 is optimally utilized. The ability to turn independently 10 helps the bicycles 50 stored in the councils 3,4 to be quickly accessible.

Ieder rad 3, 4 is rondom de omtrek voorzien van meerdere fietsstallingselementen 6, 7, die elk zijn ingericht voor het opnemen van een enkele fiets 50. De stallingselementen 15 6,7 hebben een in hoofdzaak langwerpige vorm, overeenkomstig de vorm van een fiets, en zijn zodanig aangebracht dat de langsas van een fietsstallingelement 6,7 in hoofdzaak evenwijdig aan de draaiingsas 51 is gericht. Hierdoor kunnen in een rad 3,4 een groot aantal fietsen 50 dicht naast worden 20 elkaar geplaatst met een minimale tussenruimte tussen de fietsen.Each wheel 3, 4 is provided around the circumference with a plurality of bicycle parking elements 6, 7, each of which is adapted to receive a single bicycle 50. The parking elements 15, 6, have a substantially elongated shape, corresponding to the shape of a bicycle, and are arranged such that the longitudinal axis of a bicycle parking element 6,7 is directed substantially parallel to the axis of rotation 51. As a result, a large number of bicycles 50 can be placed close to each other in a wheel 3,4 with a minimum spacing between the bicycles.

De inrichting 1 heeft aan de bovenzijde van de raden 3, 4 telkens een toerit 60, 61 om bij de fietsstallingselementen 6,7 te komen.The device 1 each has a ramp 60, 61 at the top of the boards 3, 4 for accessing the bicycle parking elements 6,7.

25 Elk fietsstallingselement 6, 7 vormt een langwerpige ruimte voor het opnemen van een enkele fiets en is ten minste begrensd door een bodemvlak 10 en zijwanden 11.Each bicycle parking element 6, 7 forms an elongated space for accommodating a single bicycle and is at least bounded by a bottom surface 10 and side walls 11.

Verder heeft elk fietsstallingselement in dit voorbeeld een open voorzijde en daar tegenover een achterwand, alsmede een 30 plafond tegen over de bodem. In de getoonde uitvoering is het bodemvlak 10 naar de draaiingsas 51 gericht en zijn de zijwanden 11 vanaf de bodem 10 naar buiten gericht. De zijwanden 11 van naast elkaar gelegen fietsstallingselementen 6, 7 kunnen ook uit één gezamenlijke 35 wand bestaan en dienen in hoofdzaak ter voorkoming van het ongeoorloofd toegang verschaffen tot een naast gelegen fietsstallingselement 6,7.Furthermore, each bicycle parking element in this example has an open front and opposite a rear wall, as well as a ceiling against the bottom. In the embodiment shown, the bottom surface 10 is directed towards the axis of rotation 51 and the side walls 11 are directed outwards from the bottom 10. The side walls 11 of adjacent bicycle parking elements 6, 7 can also consist of one joint wall and serve mainly to prevent unauthorized access to an adjacent bicycle parking element 6,7.

1011380 - 4 -1011380 - 4 -

De fietsstallingselementen 6,7 zijn star verbonden met het betreffende rad 3,4, waardoor de fietsstallingselementen 6,7 onafhankelijk van de stand van de raden 3,4 dezelfde oriëntatie ten opzichte van de raden 3,4 houden. Dit leidt 5 ertoe dat bij het ronddraaien van een rad 3,4 de darin gestalde fietsen aan de onderzijde van het rad 3,4 op de kop staan. De star opgestelde fietsstallingselementen 6,7 maken een eenvoudige en stabiele constructie van de raden 3,4 mogelijk, die weinig onderhoud behoeft.The bicycle parking elements 6,7 are rigidly connected to the respective wheel 3,4, so that the bicycle parking elements 6,7 maintain the same orientation relative to the councils 3,4 independently of the position of the councils 3,4. This leads to the fact that when a wheel 3,4 is rotated, the bicycles parked at the bottom of the wheel 3,4 are turned upside down. The rigidly arranged bicycle parking elements 6,7 allow a simple and stable construction of the boards 3,4, which requires little maintenance.

10 De raden 3,4 zijn hier samengesteld uit bijvoorbeeld drie of vier koppelbare boogsegmenten. Dit maakt het aanvoeren van de boogsegmenten naar de bouwplaats mogelijk. Tevens is het dan mogelijk dat de zijwanden van de behuizing 2 in het centrum van de behuizing met elkaar verbonden zijn, 15 bijvoorbeeld door middel van een in hoofdzaak cilindrische wand 130, die een centrale ruimte 12 omsluit.10 The councils 3,4 here are composed of, for example, three or four connectable arc segments. This makes it possible to supply the arc segments to the construction site. It is then also possible for the side walls of the housing 2 to be connected to each other in the center of the housing, for instance by means of a substantially cylindrical wall 130 enclosing a central space 12.

In figuren 1 en 3 is te herkennen dat de fietsstal-lingselementen 6,7 van een rad 3,4, gezien in omtreksrich-ting, afwisselend op grotere en kleinere afstand ten opzich-20 te van de draaiingsas 51 zijn geplaatst om, rekening houdend met de grootste breedte van een fiets 50 - bij het stuur van de fiets - de beschikbare omtrek van het rad 3,4 optimaal te benutten.It can be recognized in Figures 1 and 3 that the bicycle parking elements 6, 7 of a wheel 3,4, viewed in circumferential direction, are alternately placed at a greater and a smaller distance relative to the axis of rotation 51 in order to take into account with the widest width of a bicycle 50 - at the handlebars of the bicycle - to make optimum use of the available circumference of the wheel 3,4.

In een andere uitvoeringsvorm kunnen naast elkaar gele-25 gen fietsstallingselementen 6,7 in langsrichting ten opzichte van elkaar zijn versprongen. Ook deze uitvoeringsvorm heeft ten doel een dichtere plaatsing van de fietsen te bewerkstelligen.In another embodiment, adjacent bicycle parking elements 6,7 may be staggered relative to each other in the longitudinal direction. The purpose of this embodiment too is to achieve a denser placement of the bicycles.

Het bodemvlak 10 en de zijwanden 11 van elk fietsstal-30 lingselement 6,7 zijn zodanig gevormd dat het buiten het inwendige van het fietsstallingselement 6,7 geraken van een fiets 50 wordt verhinderd.The bottom surface 10 and the side walls 11 of each bicycle parking element 6,7 are formed such that a bicycle 50 is prevented from getting outside the interior of the bicycle parking element 6,7.

In fig. 2 zijn toegangen 13, 14 te herkennen, die elk bij een van de raden 3,4 behoren en van een deur 23, 24 of 35 anderssoortige afsluiting zijn voorzien. Deze toegangen 13, 14 zijn vast opgesteld ten opzichte van of in de, hier in beton of betonelementen uitgevoerde, behuizing 2. Via elk 101 1380 - 5 - van de toegangen 13, 14 kan toegang worden verkregen tot het op die plaats aanwezige fietsstallingselement 6,7 van het rad 3,4, die hier zijn uitgevoerd met een open voorzijde.Fig. 2 shows entrances 13, 14, which each belong to one of the boards 3,4 and are provided with a door 23, 24 or 35 of a different type. These entrances 13, 14 are fixed in relation to or in the housing 2, here constructed in concrete or concrete elements. Via each 101 1380 - 5 - of the entrances 13, 14, access can be obtained to the bicycle parking element 6 present at that location , 7 of the wheel 3,4, which are designed here with an open front.

In een niet getoonde variant kan elk fietsstallingsele-5 ment 6,7 afzonderlijk zijn voorzien van een eigen afsluitbare toegangsdeur, in welk geval de deuren 23, 24 zouden kunnen vervallen.In a variant not shown, each bicycle parking element 6,7 can be provided separately with its own lockable access door, in which case doors 23, 24 could be omitted.

De deuren 23, 24 zijn vergrendelbaar, bijvoorbeeld met een elektrisch bedienbaar slot, waardoor alle in de fiets-10 stallingselementen 6,7 geplaatste fietsen 50 veilig zijn.The doors 23, 24 are lockable, for instance with an electrically operated lock, so that all bicycles 50 placed in the bicycle storage elements 6,7 are safe.

Bij voorkeur is elk fietsstallingselement 6,7 slechts aan één zijde toegankelijk, maar het is ook denkbaar dat het plaatsen en uitnemen van de fiets aan tegenover elkaar gelegen zijden van elk rad plaatsvindt.Preferably, each bicycle parking element 6,7 is only accessible on one side, but it is also conceivable that the placing and removing of the bicycle takes place on opposite sides of each wheel.

15 De toegangen 13, 14 zijn in hoofdzaak vertikaal boven de draaiingsas 51 geplaatst, zodat de fietsen 50 in vertika-le stand in een fietsstallingselement 6,7 kunnen worden geplaatst .The entrances 13, 14 are placed substantially vertically above the axis of rotation 51, so that the bicycles 50 can be placed vertically in a bicycle parking element 6,7.

Bij voorkeur hebben de toegangen 13, 14 in hoofdzaak 20 dezelfde afmetingen als het oppervlak van de voorzijde van de met de toegangen 13, 14 samenwerkende fietsstallings-elementen 6,7. Hierdoor is het niet mogelijk ongeoorloofd toegang te verkrijgen tot een naburig fietsstallingselement 6,7.Preferably, the entrances 13, 14 have substantially the same dimensions as the front surface of the bicycle parking elements 6,7 co-operating with the entrances 13, 14. As a result, it is not possible to gain unauthorized access to a neighboring bicycle parking element 6.7.

25 De stallingsinrichting 1 omvat verder een in figuur 5 schematisch aangeduide stuureenheid 140, die een aandrijfinrichting 5 aanstuurt voor het aandrijven van de raden 3,4, bijvoorbeeld via aandrijfriemen 8, 9 die zijn verbonden met aandrijfrollen 15, 16. Andere vormen van aandrijving zijn 30 eveneens mogelijk. De overbrenging van de aandrijfinrichting 5 kan zelfremmend zijn uitgevoerd zodat een rad 3,4, bij het plaatsen van een fiets 50 in het fietsstallingselement 6,7, niet rond gaat draaien tengevolge van het gewicht van de gebruiker en/of de fiets 50.The storage device 1 further comprises a control unit 140 schematically indicated in figure 5, which controls a drive device 5 for driving the boards 3,4, for instance via drive belts 8, 9 which are connected to drive rollers 15, 16. Other forms of drive are 30 also possible. The transmission of the drive device 5 can be self-braking, so that a wheel 3,4, when placing a bicycle 50 in the bicycle parking element 6,7, does not rotate due to the weight of the user and / or the bicycle 50.

35 De aandrijfinrichting 5 kan in de door het binnenste rad 3 omringde centrale ruimte 12 zijn opgenomen, zodat het volume van de inrichting optimaal wordt benut.The drive device 5 can be accommodated in the central space 12 surrounded by the inner wheel 3, so that the volume of the device is optimally utilized.

101 1330 - 6 -101 1330 - 6 -

De stuureenheid 140 dient voor het sturen van de aandrijving 5, die op basis van een geschikt commando een rad 3,4 draait teneinde het gewenste fietsstallingselement 6,7 voor de bijbehorende toegang 13, 14 te plaatsen. Bij voor-5 keur streeft de stuureenheid 140 naar een minimale balansverstoring door de fietsen bij het plaatsen van de fietsen in de stallingsinrichting 1 gelijkmatig over de omtrek van de raden 3,4 te verdelen. Dit resulteert in een kleinere en daardoor goedkopere aandrijving.The control unit 140 serves to control the drive 5, which rotates a wheel 3,4 on the basis of a suitable command in order to place the desired bicycle parking element 6,7 for the associated access 13, 14. Preferably, the control unit 140 aims for a minimal balance disturbance by distributing the bicycles evenly over the circumference of the boards 3,4 when the bicycles are placed in the parking device 1. This results in a smaller and therefore cheaper drive.

10 De stuureenheid 140 bedient verder de vergrendeling en ontgrendeling van de deuren 23, 24 van de toegangen 13, 14. Ook bedient de stuureenheid 140 een vergrendeling van de raden 3, 4 wanneer de bijbehorende toegang 13, 14 is geopend, waardoor een ongeoorloofde toegang tot de fietsen 15 wordt verhinderd en tevens wordt voorkomen dat het rad 3,4 draait op het moment dat de deur geopend is. Bovendien kan de stuureenheid 140 een alarm bedienen dat in werking wordt gesteld bij het ongeoorloofd openen van de toegang 13, 14. Tenslotte bevat de stuureenheid 140 detectiemiddelen 40, die 20 de aanwezigheid van een persoon in een fietsenstallingsele-ment 6, 7 detecteren, bijvoorbeeld met infrarooddetectie. Hierdoor kan worden bereikt dat de toegangsdeuren 23, 24 pas worden vergrendeld als er met zekerheid geen persoon in het fietsstallingselement 6,7 aanwezig is.The control unit 140 further controls the locking and unlocking of the doors 23, 24 of the entrances 13, 14. Also, the control unit 140 operates a locking of the boards 3, 4 when the associated access 13, 14 is opened, whereby unauthorized access until the bicycles 15 are prevented and the wheel 3,4 is also prevented from rotating when the door is opened. In addition, the control unit 140 can operate an alarm which is activated when the access 13, 14 is opened unauthorized. Finally, the control unit 140 contains detection means 40, which detect the presence of a person in a bicycle parking element 6, 7, for example with infrared detection. As a result, it can be achieved that the entrance doors 23, 24 are only locked when there is certainly no person present in the bicycle parking element 6,7.

25 De behuizing 2 is gedeeltelijk onder het maaiveld ge plaatst en is in dat gedeelte zonder openingen uitgevoerd, waardoor de behuizing 2 in het onder het maaiveld geplaatste gedeelte vloeistofdicht is. Hierdoor is het bijvoorbeeld mogelijk om de stallingsinrichting 1 te laten afzinken in 30 water, bij voorbeeld in een gracht, kanaal of rivier. Dit heeft als voordeel dat tot nog toe ongebruikt oppervlak of loze ruimte, bijvoorbeeld in stadscentra, effectief kan worden benut zonder de infrastructuur te benadelen.The housing 2 is partially placed below ground level and is constructed in that part without openings, so that the housing 2 in the part placed below ground level is liquid-tight. This makes it possible, for example, to allow the storage device 1 to sink into water, for instance in a canal, canal or river. This has the advantage that hitherto unused surface or empty space, for example in city centers, can be used effectively without harming the infrastructure.

De behuizing 2 kan volgens de uitvinding zo ver onder 35 het maaiveld worden geplaatst dat de draaiingsas 51 zich onder het maaiveld bevindt. De toegangen 13,14 aan de bovenzijde bevinden zich ongeveer op het niveau van het maaiveld, 10 1 13 8 0 - 7 - zodat de toegangspaden 60, 61 geen steile hellingen of trappen hoeven te hebben.According to the invention, the housing 2 can be placed so far below ground level that the axis of rotation 51 is below ground level. The top entrances 13,14 are located approximately at ground level, 10 1 13 8 0 - 7 - so that access paths 60, 61 need not have steep slopes or stairs.

De fietsstallingsinrichting 1 volgens de uitvinding is ook esthetisch aantrekkelijk. Met name hoeft de stallingsin-5 richting 1 niet ver boven het maaiveld uit te steken, zodat deze bijna geheel aan het oog kan worden onttrokken.The bicycle parking device 1 according to the invention is also aesthetically attractive. In particular, the storage device 5 does not have to protrude far above ground level, so that it can be almost completely hidden from view.

Om de opwaartse druk bij plaatsing van de behuizing 2 in water of in het grondwater tegen te gaan zijn ballastele-menten 17 in de behuizing 2 opgenomen. In voorkomende geval-10 len kan de behuizing 2 ook zijn geplaatst op heipalen. Bovendien is het mogelijk om de stallingsinrichting l te voorzien van drijfelementen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een ponton waarop de fietsstallingsinrichting 1 is geplaatst en die bijvoorbeeld in de gracht drijft. 15 Elk rad 3,4 hangt aan twee bijbehorende draagrollen 45, 46, die aan de behuizing 2 zijn bevestigd. Deze draagrollen 45, 46 bevinden zich boven de draaiingsas 51, nabij de bovenzijde van de binnenomtrek van elk rad 3,4, zodat in de constructie van het rad 3,4 belastingen op druk zoveel 20 mogelijk worden vermeden. De draagrollen 45, 46 kunnen tevens deel uitmaken van de aandrijving van de raden 3,4.To counteract the upward pressure when the housing 2 is placed in water or in the groundwater, ballast elements 17 are incorporated in the housing 2. Where appropriate, the housing 2 can also be placed on piles. In addition, it is possible to provide the parking device 1 with buoyancy elements. This may, for example, be a pontoon on which the bicycle parking device 1 is placed and which, for example, floats in the canal. Each wheel 3,4 hangs from two associated carrier rollers 45, 46, which are attached to the housing 2. These carrier rollers 45, 46 are located above the axis of rotation 51, near the top of the inner periphery of each wheel 3,4, so that in the construction of the wheel 3,4 loads on pressure are avoided as much as possible. The support rollers 45, 46 can also form part of the drive of the councils 3,4.

In een andere niet weergegeven uitvoeringsvorm kan een draagframe aanwezig zijn dat de raden 3,4 in de behuizing 2 ondersteunt. In weer een andere uitvoering kan er in zijn 25 voorzien dat dat draagframe, met de daarin geplaatste raden 3,4, in zijn geheel uit de behuizing 2 kan worden genomen, bijvoorbeeld met een hijskraan.In another embodiment, not shown, a support frame may be present which supports the rudder 3,4 in the housing 2. In yet another embodiment, provision can be made for said supporting frame, with the councils 3,4 placed therein, to be removed in its entirety from the housing 2, for instance with a hoisting crane.

In een verdere niet weergegeven uitvoeringsvorm maakt de draaiingsas 51 van de raden 3,4 een geringe hoek 30 met het horizontale vlak, waardoor de fietsen als gevolg van de zwaartekracht gemakkelijk in de fietsstallingselementen 6,7 kunnen worden geplaatst. Dit effect is hier verkregen door het bodemvlak 10 van een stallingselement 6,7 onder een geringe hoek te laten aflopen.In a further embodiment (not shown) the axis of rotation 51 of the rudder 3,4 makes a small angle 30 with the horizontal plane, as a result of which the bicycles can easily be placed in the bicycle parking elements 6,7 due to gravity. This effect is obtained here by running the bottom surface 10 of a parking element 6,7 at a small angle.

35 In de hier weergegeven situatie is de stallingsinrich ting 1 in hoofdzaak onder het maaiveld geplaatst. Een dergelijke inrichting 1 kan bijvoorbeeld ook in een flatgebouw 10 1 138 0 - 8 - worden toegepast, waarbij de inrichting 1 volledig boven het maaiveld staat. Dientengevolge zullen de toegangen 13, 14 aan de onderzijde worden geplaatst. Hieruit volgt dat fietsen radiaal om de draaiingsas 51 worden opgesteld maar 5 met de wielen naar buiten gericht.In the situation shown here, the storage device 1 is substantially placed below ground level. Such a device 1 can, for example, also be used in an apartment building 10 1 138 0 - 8 -, wherein the device 1 is completely above ground level. As a result, the entrances 13, 14 will be placed at the bottom. It follows that bicycles are arranged radially about the axis of rotation 51, but 5 with the wheels directed outwards.

In fig. 2 is de stallingsinrichting 1 in een vertikale dwarsdoorsnede weergegeven, waarbij een aantal fietsen 50 in de fietsstallingselementen 6, 7 zijn geplaatst. Fietsstal-lingselement 6, behorende bij het binnenrad 3, is het fiets-10 stallingselement dat met het bodemvlak 10 het dichtst bij de as 51 is geplaatst (zie tevens fig. 1). Naast dit fietsstal-lingselement 6 bevinden zich fietsstallingselementen 7, die een bodemvlak 10 hebben dat verder van de as 51 ligt.Fig. 2 shows the parking device 1 in a vertical cross-section, wherein a number of bicycles 50 are placed in the bicycle parking elements 6, 7. Bicycle parking element 6, belonging to the inner wheel 3, is the bicycle parking element which is placed with the bottom surface 10 closest to the axle 51 (see also fig. 1). Next to this bicycle parking element 6 are bicycle parking elements 7, which have a bottom surface 10 which is further from the axis 51.

In fig. 2 is het bodemvlak 10 evenwijdig ten opzichte 15 van de as 51 opgesteld. In een andere uitvoeringsvorm kan dit vlak eveneens vanaf de toegang 13, 14 aflopend zijn opgesteld. Bij plaatsing van een fiets in het fietsstal-lingselement 6 zal de fiets dan als gevolg van de zwaartekracht zo ver mogelijk naar de achterwand van het fiets-20 stallingselement 6 rollen.In Fig. 2, the bottom surface 10 is arranged parallel to 15 of the shaft 51. In another embodiment, this surface can also be arranged sloping from access 13, 14. When a bicycle is placed in the bicycle parking element 6, the bicycle will then roll as far as possible towards the rear wall of the bicycle parking element 6 due to gravity.

In de praktijk zal een gebruiker die zijn fiets wil stallen bijvoorbeeld via toegangspad 60 naar de toegangsdeur 23 van de stallingsinrichting 1 gaan, waarna de stuureenheid 140 de aandrijfinrichting 5 zodanig bedient dat het rad 3 om 25 de draaiingsas 51 draait en een vrij fietsstallingselement 6, 7 voor de toegang 13 wordt geplaatst, waarna de gebruiker de toegangsdeur 23 kan openen en zijn fiets kan stallen. Zolang de toegangsdeur 23 geopend is, zal een borgmiddel (niet getoond) worden bediend, dat het rad 3 vergrendelt.In practice, a user who wants to park his bicycle will, for example, go via access path 60 to the entrance door 23 of the parking device 1, after which the control unit 140 operates the drive device 5 such that the wheel 3 rotates about the axis of rotation 51 and a free bicycle parking element 6, 7 is placed in front of the entrance 13, after which the user can open the entrance door 23 and store his bicycle. As long as the access door 23 is open, a locking means (not shown) will be operated which locks the wheel 3.

30 Dit borgmiddel kan bijvoorbeeld de vorm van een pen hebben, die in een uitsparing in het rad steekt (niet getoond). De gebruiker stalt zijn fiets in het fietsstallingselement 6 waarna de toegangsdeur 23 wordt gesloten. Na het sluiten van de toegangsdeur 23 worden nog nader te beschrijven automati-35 sche fietsvastzetmiddelen werkzaam, die automatisch de fiets op zijn plaats vastzetten. Bovendien wordt een vergrendel-mechanisme bediend dat de toegangsdeur 23 vergrendelt.This locking means may, for example, be in the form of a pin, which protrudes into a recess in the wheel (not shown). The user stores his bicycle in the bicycle parking element 6, after which the access door 23 is closed. After the access door 23 has been closed, automatic bicycle locking means to be described hereinafter become active, which automatically lock the bicycle in place. In addition, a locking mechanism is operated which locks the access door 23.

1 o 1 13 S 0 - 9 -1 o 1 13 S 0 - 9 -

Voor het uitnemen van een fiets 50 uit het fietsstal-lingselement 6, 7 dient de gebruiker zich te identificeren aan de hand van bijvoorbeeld een pincode, abonnementskaart, chipperkaart of parkeerkaart. De stuureenheid 140 bedient na 5 identificatie van de gebruiker de aandrijfinrichting 5 zodanig dat het desbetreffende fietsstallingselement 6, 7 waarin zich de fiets 50 van de desbetreffende gebruiker bevindt voor de toegang 13, 14 wordt gepositioneerd. De fietsvastzetmiddelen geven dan automatisch de fiets vrij en 10 daarna kan de gebruiker de toegangsdeur 23,24 openen en zijn fiets uit de stalling 1 nemen.To remove a bicycle 50 from the bicycle parking element 6, 7, the user must identify himself by means of, for example, a pin code, subscription card, chip card or parking card. The control unit 140, after identification of the user, operates the drive device 5 such that the relevant bicycle parking element 6, 7 in which the bicycle 50 of the relevant user is located is positioned for the access 13, 14. The bicycle securing means then automatically release the bicycle and after that the user can open the access door 23, 24 and take his bicycle from the storage 1.

In figuur 2 is te herkennen dat het fietsstallingselement 7 op grotere afstand ten opzichte van de as 51 is gepositioneerd dan het naburige fietsstallingselement 6. Het 15 bodemvlak 10 heeft hierbij aan de voorzijde een oplopend gedeelte 80 nabij de toegang 14, zodat de fiets 50 tijdens inbrengen automatisch in de verhoogde positie terechtkomt. Eveneens is het mogelijk het bodemvlak 10 na het oplopend gedeelte 80 te laten aflopen overeenkomstig hetgeen hiervoor 20 is beschreven. Natuurlijk is het mogelijk in plaats van het oplopende gedeelte 80 bij de toegang 24 een oplopend vlak aan te brengen.In figure 2 it can be recognized that the bicycle parking element 7 is positioned at a greater distance from the axis 51 than the neighboring bicycle parking element 6. The bottom surface 10 hereby has an ascending portion 80 at the front near the access 14, so that the bicycle 50 during insertion automatically ends up in the raised position. It is also possible to let the bottom surface 10 descend after the ascending portion 80 in accordance with what has been described above. Of course it is possible to provide an ascending surface instead of the ascending portion 80 at the entrance 24.

In fig. 3 is schematisch weergegeven hoe de fietsen 50 in hoogte versprongen ten opzichte van elkaar zijn gepositi-25 oneerd in de fietsstallingselementen 6, 7. Overeenkomstig de verschillende vormen van de openingen van het fietsstallingselement 6, 7 kunnen de toegangen 13, 14 eveneens overeenkomstige verschillende vormen bezitten. Zoals ook in fig. 2 is getoond zullen daardoor de toegangsdeuren 23, 24 moge-30 lijkerwijs eveneens een verschillende vorm overeenkomstig de toegangen 13, 14 bezitten.Fig. 3 schematically shows how the bicycles 50 are positioned in height in relation to each other in the bicycle parking elements 6, 7. According to the different shapes of the openings of the bicycle parking element 6, 7, the entrances 13, 14 can also have correspondingly different shapes. As also shown in Fig. 2, the access doors 23, 24 may therefore also have a different shape corresponding to the accesses 13, 14.

Fig. 4 toont een fietsstallingselement 6 met een bodemvlak 10 dat enigszins hellend vanaf de toegang 13 afloopt. Het bodemvlak 10 kan eventueel zijn voorzien van een U-35 vormig gootprofiel, waarin de wielen 101, 102 van de fiets 50 kunnen worden geleid. De fiets 50 komt met zijn voorwiel vrijwel tegen de achterwand 40 in het fietsstallingselement 101 138 0 - 10 - 6. Aan de achterwand 40 van het fietsstallingselement 6 is een voorwielklem 41 aangebracht, die het voorwiel 101 kan vastklemmen zodra het voorwiel in die klem 41 komt. Op deze wijze is de fiets 50 tijdelijk rechtop in het fietsstal-5 lingselement 6 vastgeklemd. De gebruiker kan nu de toegangsdeur 23, 24 van het fietsstallingselement 6 sluiten, waarna automatische fietsvastzetmiddelen 110, 120 werkzaam worden, die de fiets dan zo stevig vastzetten dat deze bij het rondgaan van het rad op zijn plaats blijft.Fig. 4 shows a bicycle parking element 6 with a bottom surface 10 that slopes slightly from access 13. The bottom surface 10 can optionally be provided with a U-35-shaped gutter profile, into which the wheels 101, 102 of the bicycle 50 can be guided. The bicycle 50 comes with its front wheel almost against the rear wall 40 in the bicycle parking element 101 138 0 - 10 - 6. A rear wheel clamp 41 is mounted on the rear wall 40 of the bicycle parking element 6, which can clamp the front wheel 101 as soon as the front wheel in that clamp 41 coming. In this way, the bicycle 50 is clamped temporarily upright in the bicycle parking element 6. The user can now close the access door 23, 24 of the bicycle parking element 6, after which automatic bicycle securing means 110, 120 become active, which then fix the bicycle so firmly that it remains in place when the wheel is turned.

10 In een andere uitvoeringsvorm is het eveneens mogelijk dat de klem 41 niet aanwezig is. De gebruiker zal dan een eerste fietsvastzetmiddel 110 handmatig bedienen teneinde het omvallen van de fiets te verhinderen, zodat de fiets in een gedefinieerde stand staat. Na het sluiten van de toe-15 gangsdeur door de gebruiker worden daarna automatisch werkende fietsvastzetmiddelen 120 werkzaam.In another embodiment it is also possible that the clamp 41 is not present. The user will then manually operate a first bicycle securing means 110 to prevent the bicycle from falling over, so that the bicycle is in a defined position. After the user has closed the entrance door, automatically operating bicycle securing means 120 then become active.

In een andere uitvoeringsvorm is het eveneens mogelijk dat de gebruiker de fiets 50 volledig handmatig met de fietsvastzetmiddelen 110, 120 vastzet, waarna de gebruiker 20 de toegangsdeur sluit. De fietsvastzetmiddelen 110, 120 kunnen in plaats van tweeledig eveneens enkelvoudig zijn uitgevoerd waarbij het de voorkeur heeft de fiets door middel van fietsvastzetmiddelen 120 aan het zadel 103 te laten aangrijpen.In another embodiment, it is also possible for the user to lock the bicycle 50 completely manually with the bicycle securing means 110, 120, after which the user 20 closes the access door. The bicycle securing means 110, 120 can also be single, instead of twofold, it being preferred to let the bicycle engage the saddle 103 by means of bicycle securing means 120.

25 In fig. 4 is schematisch een stuureenheid 140 weergege ven die via stuursignaal 141 de aandrijfinrichting 5 (schematisch weergegeven met Rl) kan aansturen. Voorts regelt stuureenheid 140 de vergrendeling en ontgrendeling van het rad door middel van stuursignaal 142 en schematisch 30 weergegeven met R2. Teneinde een juiste fiets 50 voor een toegang 13 te plaatsen dient de gebruiker door middel van intoetseenheid 145 een code in te geven zodat de stuureenheid 140 de juiste gebruiker bij de juiste fiets 50 kan bepalen, en daarna het juiste fietsstallingselement 6, 7 35 voor de toegang 13, 14 draaien. Stuureenheid 140 controleert tevens door middel van detectiemiddel 40 en afstandschake-laar 146 die respectievelijk via de signalen 143, 144 een 101 1380 - 11 - vrijgave naar de stuureenheid 140 afgeven. Met andere woorden indien afstandsschakelaar 146 detecteert dat de deur 23 niet gesloten is, zal het rad 3, 4 niet kunnen bewegen, en indien detectiemiddel 40 een gebruiker in het fietsstal-5 lingselement 6 detecteert zal deze via stuureenheid 140 een draaiing van het rad 3, 4 alsmede een vergrendeling van toegang 13 voorkomen.Fig. 4 schematically shows a control unit 140 which can control the drive device 5 (schematically represented by R1) via control signal 141. Furthermore, control unit 140 controls the locking and unlocking of the wheel by means of control signal 142 and schematically represented by R2. In order to place a correct bicycle 50 in front of an access 13, the user must enter a code by means of keying unit 145 so that the control unit 140 can determine the correct user for the correct bicycle 50, and then the correct bicycle parking element 6, 7 for the turn access 13, 14. Control unit 140 also controls by means of detecting means 40 and remote switch 146, which deliver a 101 1380-11 signal to the control unit 140 via signals 143, 144, respectively. In other words, if remote switch 146 detects that the door 23 is not closed, the wheel 3, 4 will not be able to move, and if detecting means 40 detects a user in the bicycle parking element 6, it will turn the wheel 3 via control unit 140 , 4 and prevent access 13 from locking.

In fig. 5 zijn de fietsvastzetmiddelen 110, 120 getoond, die in werking zijn getreden nadat de toegangsdeur 23 10 is gesloten. De fietsvastzetmiddelen 110, 120 drukken de fiets in de richting van het bodemvlak 10, zodat de fiets in iedere willekeurige stand van het rad 3,4 niet met de wielen 101, 102 van het bodemvlak 10 kan losraken.In Fig. 5, the bicycle securing means 110, 120 are shown, which have come into effect after the access door 23 10 has been closed. The bicycle securing means 110, 120 push the bicycle in the direction of the bottom surface 10, so that the bicycle cannot detach from the bottom surface 10 with the wheels 101, 102 in any position of the wheel 3,4.

De fietsvastzetmiddelen 110, 120 kunnen op velerlei 15 wijzen worden uitgevoerd en zijn in de uitvoering volgende figuren 4 en 5 zodanig uitgevoerd dat ze van boven op de fiets aangrijpen en deze in de richting van de bodem drukken. Hierbij is een fietsaangrijpmiddel 111, 121 op en neer beweegbaar, in dit voorbeeld via een stangenstelsel 112, 20 122, met scharnieren 113, 114 en 123, 124. De beweging van de fietsaangrijpmiddelen 111, 121 wordt door een aandrijfinrichting 115, 125 bewerkstelligd. Bijvoorbeeld omvat een dergelijke aandrijfinrichting een kruk-drijfstangmechanisme, maar uiteraard zijn andere mechanische oplossingen of bij-25 voorbeeld hydraulische en pneumatische aandrijvingen ook mogelijk.The bicycle securing means 110, 120 can be designed in many different ways and in the embodiment following figures 4 and 5 are designed such that they engage the bicycle from above and press it towards the bottom. A bicycle engaging means 111, 121 is movable up and down, in this example via a linkage 112, 20 122, with hinges 113, 114 and 123, 124. The movement of the bicycle engaging means 111, 121 is effected by a drive device 115, 125. For example, such a drive device comprises a crank-connecting rod mechanism, but of course other mechanical solutions or, for example, hydraulic and pneumatic drives are also possible.

In fig. 6 is een schematische weergave van alternatieve fietsopstellingen voor een stallingsinrichting volgens de uitvinding. Hierbij is eenvoudigheidshalve slechts één rad 4 30 weergegeven waarop schematisch fietsstallingselementen met fietsen zijn getoond.Fig. 6 is a schematic representation of alternative bicycle arrangements for a parking device according to the invention. For the sake of simplicity, only one wheel 4 is shown on which bicycle parking elements with bicycles are schematically shown.

In fig. 6a zijn de fietsen 100 naast elkaar radiaal opgesteld waarbij relatief veel tussenruimte overblijft. Het invoeren en uitnemen van de fietsen geschiedt aan de boven-35 zijde van het rad.In Fig. 6a, the bicycles 100 are arranged radially side by side, with a relatively large gap remaining. Loading and unloading of the bicycles takes place at the top of the wheel.

Fig. 6b toont overeenkomstig fig. 6a de fietsen 50 radiaal om het rad 4, echter hierbij is de toegang 105 tot 10 1 13 0 0 - 12 - het fietsstallingselement 6, 7 aan de onderzijde van het rad geplaatst.Fig. 6b shows the bicycles 50 radially around the wheel 4 according to fig. 6a, however, the access 105 to the bicycle parking element 6, 7 is placed at the bottom of the wheel.

Fig. 6c tooont de versprongen situatie waarbij de fietsen 100 afwisselend op kleinere en grotere afstand ten 5 opzichte van de draaiingsas 99 zijn opgesteld. Deze situatie kan analoog aan fig. 6b ondersteboven worden uitgevoerd (niet getoond). De toegangen 105, 106 bevinden zich aan de bovenzijde.Fig. 6c shows the staggered situation in which the bicycles 100 are arranged alternately at a smaller and greater distance from the axis of rotation 99. This situation can be performed upside down analogous to Fig. 6b (not shown). The entrances 105, 106 are at the top.

Fig. 6d toont een radiaal opsteld bodemvlak 200 waarop 10 de fietsen kunnen worden gepositioneerd.Fig. 6d shows a radially arranged bottom surface 200 on which the bicycles can be positioned.

Fig. 6e toont een alternatieve opstelling van de fietsen 100 waarbij de fietsen die "rechtop" om het buitenrad 4 zijn opgesteld, aan de bovenzijde van het rad kunnen worden geplaatst en uitgenomen, en de fietsen die "ondersteboven" 15 om het buitenrad 4 zijn gepositioneerd, aan de onderzijde van het rad 4 via toegang 106 kunnen worden geplaatst en uitgenomen.Fig. 6e shows an alternative arrangement of the bicycles 100 in which the bicycles arranged "upright" around the outer wheel 4 can be placed and removed at the top of the wheel, and the bicycles positioned "upside down" around the outer wheel 4, can be placed and removed at the bottom of the wheel 4 via access 106.

Fig. 6f toont een opstelling waarbij de fietsen 100 een niet rechte hoek maken met de raaklijn van het rad. Plaat-20 sing van de toegangen 105, 106 dient hierbij overeenkomstig op geschikte wijze te worden gekozen.Fig. 6f shows an arrangement where the bicycles 100 are not at right angles to the tangent line of the wheel. Placement of the entrances 105, 106 should accordingly be suitably selected.

In fig. 6a-6f zijn een aantal uitvoeringsvormen van de uitvinding weergegeven, die echter niet beperkend zijn voor de onderhavige uitvinding. De toegang in al deze uitvoe-25 ringsvormen is zodanig gekozen dat het bodemvlak van het fietsstallingselement in hoofdzaak horizontaal ten opzichte van het maaiveld staat wanneer deze voor de toegang is gedraaid en is in de figuren met een rechthoek 105, 106 schematisch aangeduid.Figures 6a-6f show a number of embodiments of the invention, which, however, are not limitative of the present invention. The access in all these embodiments is chosen such that the bottom surface of the bicycle parking element is substantially horizontal with respect to the ground level when it is turned for the access and is schematically indicated in the figures with a rectangle 105, 106.

10113301011330

Claims (48)

1. Stallingsinrichting (1) voor fietsen, welke stallings-inrichting een of meer raden (3,4) omvat, die draaibaar zijn om een gemeenschappelijke en in hoofdzaak horizontale draai-ingsas (51), waarbij elk rad (3,4) meerdere fietsstallings- 5 elementen (6,7) omvat, met het kenmerk, dat de fietsstal-lingselementen (6,7) met de langsas daarvan in hoofdzaak evenwijdig aan de draaiingsas (51) zijn gericht.Bicycle storage device (1), which bicycle storage device comprises one or more boards (3,4) rotatable about a common and substantially horizontal axis of rotation (51), each wheel (3,4) having several bicycle parking elements (6,7), characterized in that the bicycle parking elements (6, 7) with their longitudinal axis are oriented substantially parallel to the axis of rotation (51). 2. Stallingsinrichting volgens conclusie 1, met het ken-10 merk, dat de fietsstallingselementen (6,7) star met de raden (3,4) zijn verbonden waardoor onafhankelijk van de stand van de raden de fietsstallingselementen dezelfde oriëntatie ten opzichte van de raden houden.Parking device according to claim 1, characterized in that the bicycle parking elements (6, 7) are rigidly connected to the boards (3,4), so that the bicycle parking elements have the same orientation relative to the boards, irrespective of the position of the boards to hold. 3. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat de fietsstallingselementen zodanig zijn uitgevoerd dat de fietsframes in hoofdzaak radiaal gericht zijn ten opzichte van de draaiingsas . 20Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the bicycle parking elements are designed in such a way that the bicycle frames are oriented substantially radially with respect to the axis of rotation. 20 4. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk fietsstallings-element een bodemvlak en tenminste twee zijwanden omvat.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that each bicycle parking element comprises a bottom surface and at least two side walls. 5. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat het bodemvlak in langsrichting daarvan aflopend is.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the bottom surface is sloping in the longitudinal direction thereof. 6. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor-30 gaande conclusies, met het kenmerk, dat het bodemvlak van een fietsstallingselement naar de draaiingsas is gericht.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the bottom surface of a bicycle parking element is directed towards the axis of rotation. 7. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bodemvlak en de 35 zijwanden van het fietsstallingselement scheidingswanden met betrekking tot de naastgelegen fietsstallingselementen 101 138 0 - 14 - vormen zodat het buiten het inwendige van het fietsstal-lingselement geraken van een in het fietsstallingselement geplaatste fiets wordt verhinderd.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the bottom surface and the side walls of the bicycle parking element form partitions with respect to the adjacent bicycle parking elements 101 138 0 - 14 - so that it is outside the interior of the bicycle parking element. getting a bicycle placed in the bicycle parking element is prevented. 8. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat de fietsstallings-elementen in een rad afwisselend op grotere en kleinere afstand ten opzichte van de draaiingsas zijn geplaatst.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the bicycle parking elements are placed alternately at a greater and smaller distance from the axis of rotation in a wheel. 9. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat naast elkaar gelegen fietsstallingselementen ten opzichte van elkaar in langs-richting versprongen zijn.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that adjacent bicycle parking elements are staggered in the longitudinal direction relative to each other. 10. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat elk fietsstallingselement een open voorzijde heeft.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that each bicycle parking element has an open front. 11. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor-20 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de open voorzijde van een fietsstallingselement afsluitbaar en vergrendelbaar is.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the open front of a bicycle parking element is lockable and lockable. 12. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor-25 gaande conclusies, met het kenmerk, dat er detectiemiddelen aanwezig zijn die kunnen vaststellen of een persoon in een fietsstallingselement aanwezig is.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that detection means are present which can determine whether a person is present in a bicycle parking element. 13. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor-30 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de raden onafhankelijk van elkaar kunnen draaien.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the boards can rotate independently of each other. 14. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk rad in beide 35 richtingen kan draaien. 10 1 13 20 - 15 -Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that each wheel can rotate in both directions. 10 1 13 20 - 15 - 15. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat er meerdere raden zijn die concentrisch ten opzichte van elkaar zijn opgesteld. 5Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that there are several boards which are arranged concentrically with respect to each other. 5 16. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat er een draagframe aanwezig is dat de raden ondersteund.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that a supporting frame is present which supports the boards. 17. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat er rollen zijn, die langs de omtrek van de raden zijn geplaatst en de raden dragen.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that there are rollers arranged along the circumference of the boards and carrying the boards. 18. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een rol aan de binnenzijde van het rad en boven het aan het maaiveld evenwijdige vlak door de draaiingsas aan het rad is aangebracht . 20Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that at least one roller is arranged on the inside of the wheel and above the plane parallel to ground level through the axis of rotation on the wheel. 20 19. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stallingsinrichting een behuizing omvat waarin de een of meer raden zijn geplaatst. 25Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the parking device comprises a housing in which the one or more boards are placed. 25 20. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de raden zijn geplaatst in een behuizing die in het onder het maaiveld geplaatste gedeelte zonder openingen is uitgevoerd waardoor 30 de behuizing in het onder het maaiveld geplaatste gedeelte vloeistofdicht is.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the boards are placed in a housing which is formed in the sub-ground-level part without openings, so that the housing is liquid-tight in the sub-ground-level part. 21. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de raden uitneembaar 35 zijn uit de behuizing. 10 1 13 o 0 - 16 -Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the boards are removable from the housing. 10 1 13 o 0 - 16 - 22. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de behuizing ballastelementen zijn opgenomen.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that ballast elements are incorporated in the housing. 23. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting funda-tiepalen omvat die de behuizing ondersteunen.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the device comprises foundation posts supporting the housing. 24. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor-10 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de stallingsinrichting drijfelementen omvat.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the parking device comprises floating elements. 25. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de behuizing bij elk 15 rad is voorzien van tenminste een toegang, teneinde toegang tot de fietsstallingselementen van dat rad te verschaffen.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the housing is provided with at least one access for each wheel, in order to provide access to the bicycle parking elements of that wheel. 26. Stallingsinrichting volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat bij elke toegang een afsluitmiddel is voorzien, 20 bij voorkeur met bijbehorende grendelmiddelen voor het vergrendelen van de toegang.26. Parking device according to claim 27, characterized in that a closing means is provided at each entrance, preferably with associated locking means for locking the access. 27. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een toegang in 25 hoofdzaak dezelfde afmetingen heeft als de open voorzijde van een fietsstallingselement.27. Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that an entrance has substantially the same dimensions as the open front of a bicycle parking element. 28. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke toegang in 30 hoofdzaak vertikaal boven de draaiingsas is geplaatst.28. Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that each access is placed substantially vertically above the axis of rotation. 29. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de toegangen tot de fietsstallingselementen van verschillende raden boven elkaar 35 zijn geplaatst. 10 1 138 0 - 17 -Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the entrances to the bicycle parking elements of different councils are placed one above the other. 10 1 138 0 - 17 - 30. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat meerdere toegangen die samenwerken met fietsstallingselementen van een2elfde rad naast elkaar zijn geplaatst. 5Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that a plurality of entrances which cooperate with bicycle parking elements of a second wheel are placed next to each other. 5 31. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draaiingsas in hoofdzaak onder het maaiveld is geplaatst.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the axis of rotation is placed substantially below ground level. 32. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat de draaiingsas onder een geringe hoek ten opzichte van het horizontale vlak is uitgevoerd.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the axis of rotation is formed at a slight angle to the horizontal plane. 33. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat grendelmiddelen zijn voorzien die in geopende toestand van een toegang het bijbehorende rad vergrendelen.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that locking means are provided which, when opened, lock the associated wheel. 34. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat een aandrijfinrichting aanwezig is die de raden kan aandrijven.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that a driving device is present which can drive the boards. 35. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor-25 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfinrichting zelfremmend is.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the drive device is self-locking. 36. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een stuureenheid is 30 voorzien voor het sturen van de aandrijfinrichting van elk rad.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that a control unit is provided for controlling the driving device of each wheel. 37. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stuureenheid is 35 ingericht teneinde elk rad te balanceren. 10 1 13 3 0 - 18 -Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the control unit is arranged to balance each wheel. 10 1 13 3 0 - 18 - 38. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stuureenheid is gekoppeld met de bij elke toegang behorende grendelmiddelen.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the control unit is coupled to the locking means associated with each access. 39. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat de stuureenheid een elektronisch systeem omvat voor de identificatie van de gebruiker.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the control unit comprises an electronic system for the identification of the user. 40. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat een alarm is voorzien, dat in werking treedt bij ongeoorloofd openen van een toegang.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that an alarm is provided, which is activated when an entrance is opened without authorization. 41. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat elk rad uit een of meer koppelbare delen is opgebouwd.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that each wheel is composed of one or more connectable parts. 42. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor-20 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfinrichting is opgenomen in de door het binnenste rad gevormde centrale ruimte.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the drive device is accommodated in the central space formed by the inner wheel. 43. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor-25 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de centrale ruimte van het binnenste rad geschikt is voor het opnemen van een buis.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the central space of the inner wheel is suitable for receiving a tube. 44. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voor-30 gaande conclusies, met het kenmerk, dat elk fietsstallings- element fietsvastzetmiddelen omvat.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that each bicycle parking element comprises bicycle securing means. 45. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de fietsvastzetmid- 35 delen een voorwielklem omvatten. 1011330 - 19 -45. Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the bicycle securing means comprise a front wheel clamp. 1011330 - 19 - 46. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de fietsvastzetmid-delen tweede door een bijbehorende aandrijving bedienbare fietsvastzetmiddelen omvatten die bij een geopende toegang 5 een eerste onbediende toestand innemen, en bij een gesloten toegang een bediende toestand innemen waarin de fiets is vastgezet, waarbij de aandrijving die de tweede fietsvastzetmiddelen bedient werkzaam wordt na of door het sluiten van de toegang. 1046. Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the bicycle securing means comprise second bicycle securing means, which can be operated by an associated drive, which occupy a first unattended state when the access is opened, and which occupy an actuated state with a closed access. wherein the bicycle is secured, the drive operating the second bicycle securing means operating after or by closing the access. 10 47. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de fietsvastzetmiddelen zijn uitgevoerd met fietsaangrijpmiddelen die op het zadel van een in het fietsstallingselement geplaatste fiets 15 aangrijpen.Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the bicycle securing means are designed with bicycle engaging means which engage on the saddle of a bicycle 15 placed in the bicycle parking element. 48. Stallingsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de fietsvastzetmiddelen zijn uitgevoerd met fietsaangrijpmiddelen die op het 20 stuur van een in het fietsstallingselement geplaatste fiets aangrijpen. 10 1 13 0 048. Parking device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the bicycle securing means are designed with bicycle engaging means which engage on the handlebars of a bicycle placed in the bicycle parking element. 10 1 13 0 0
NL1011380A 1999-02-24 1999-02-24 Parking facility for bicycles. NL1011380C2 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011380A NL1011380C2 (en) 1999-02-24 1999-02-24 Parking facility for bicycles.
EP00200634A EP1031679B1 (en) 1999-02-24 2000-02-23 Device for parking bicycles
DE60024903T DE60024903T2 (en) 1999-02-24 2000-02-23 Parking device for bicycles
AT00200634T ATE313676T1 (en) 1999-02-24 2000-02-23 PARKING DEVICE FOR BICYCLES

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011380A NL1011380C2 (en) 1999-02-24 1999-02-24 Parking facility for bicycles.
NL1011380 1999-02-24

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011380C2 true NL1011380C2 (en) 2000-08-25

Family

ID=19768714

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011380A NL1011380C2 (en) 1999-02-24 1999-02-24 Parking facility for bicycles.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1031679B1 (en)
AT (1) ATE313676T1 (en)
DE (1) DE60024903T2 (en)
NL (1) NL1011380C2 (en)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8437873B2 (en) 2009-02-08 2013-05-07 Perry North Automated bike parking system
NL2009242C2 (en) * 2012-07-27 2014-01-28 W A Benecke Beheer B V STORAGE FOR UNDERGROUND STORAGE OF BICYCLES.
DE102013001240A1 (en) * 2013-01-25 2014-07-31 Sew-Eurodrive Gmbh & Co Kg Storage arrangement i.e. multi-storey car park, for electric bicycle, has movably arranged primary part arranged in module, and provided in height or another height based on circumferential position of primary part
EP2924191B1 (en) * 2014-03-28 2018-05-16 Alluser Industrie S.R.L. Anti-theft booth particularly for parking spaces for two-wheeled vehicles such as bicycles and the like
EP3085856B1 (en) 2015-04-21 2018-10-03 Kairos Industrial AG Storage system for vehicles
NL1041595B1 (en) * 2015-11-24 2017-06-30 Hendrikus Johannes Van De Vecht Cornelis Device for parking bicycles.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1984002895A1 (en) * 1983-01-17 1984-08-02 Michael Manning Lowing Storage structures
DE4237042C1 (en) 1992-11-03 1994-05-11 Ulrich Kaczmarek Temporary storage system for large number of bicycles - comprises rails with clamps for bicycles in spider pattern on horizontal shaft, there being several patterns on shaft for rotation into (un)loading position
DE9410464U1 (en) * 1994-07-01 1994-09-08 EBF Ingenieurgesellschaft für Umwelt- und Bautechnik mbH, 01069 Dresden Flexible storage system
DE19545816A1 (en) 1995-12-08 1997-06-12 Rainer Korek Parking and locking up unit for bicycles

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1984002895A1 (en) * 1983-01-17 1984-08-02 Michael Manning Lowing Storage structures
DE4237042C1 (en) 1992-11-03 1994-05-11 Ulrich Kaczmarek Temporary storage system for large number of bicycles - comprises rails with clamps for bicycles in spider pattern on horizontal shaft, there being several patterns on shaft for rotation into (un)loading position
DE9410464U1 (en) * 1994-07-01 1994-09-08 EBF Ingenieurgesellschaft für Umwelt- und Bautechnik mbH, 01069 Dresden Flexible storage system
DE19545816A1 (en) 1995-12-08 1997-06-12 Rainer Korek Parking and locking up unit for bicycles

Also Published As

Publication number Publication date
DE60024903T2 (en) 2006-07-27
ATE313676T1 (en) 2006-01-15
EP1031679A1 (en) 2000-08-30
EP1031679B1 (en) 2005-12-21
DE60024903D1 (en) 2006-01-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5036951A (en) Elevator-type storage system
NL1011380C2 (en) Parking facility for bicycles.
NZ540533A (en) A car park composed of a number of ring-like levels that are independently driven by belts
US6003761A (en) Drive-up mail distribution, storage and pick-up assembly
EP0847472B1 (en) Parking house for bicycles
DE19500094C2 (en) Bicycle safe
KR20110030246A (en) Bicycle parking tower
KR20130035303A (en) Bicycle parking method and the system
EP0677628B1 (en) Bicycle parking structure
CN1563646A (en) Intelligent type star distributed underground stereo car bay
KR101131017B1 (en) Bicycle parking tower
BE1011462A6 (en) Rijwielstalling.
RU2637229C1 (en) Bicycle parking
JP3172535B2 (en) Enclosure
GB2405634A (en) Storage apparatus for vehicles
KR102703812B1 (en) Fisherman&#39;s Parking System with Parking Environment Improvement Inducing Driving Lane
NL1009447C2 (en) Underground car parking system uses paternoster series of cages each of which carries one car, is useful in situations where space is at a premium
BE1016933A6 (en) Folding bicycle accommodating device for urban center, has accommodating and control station integrated by control console via internet in network of device, and compartments closed by automatic closing door
JP2001122171A (en) Wheel stopper method for two-wheeler placing base
CN220223505U (en) Storage equipment
BE1016115A6 (en) Bicycle shed, contains storage cells comprising different types of intermittently stacked blocks
RU80489U1 (en) MULTI-SINGED CAR PARKING
JPH0142620Y2 (en)
JP3068430U (en) Wheel stopper device for motorcycle mounting table
JPH0312922Y2 (en)

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060901