NL1008335C2 - Snoepgoedartikel. - Google Patents

Description

BESCHRIJVING SNOEPGOEDARTIKEL

De uitvinding heeft betrekking op een snoepgoedartikel bestaande uit een snoepproduct dat zich in een omhulsel of houder bevindt bestaande uit een houderelement dat voorzien is van een deksel of afsluitdop zodanig dat het snoepgoedartikel volledig in het omhulsel 5 ingesloten zit wanneer het houderelement door het deksel bedekt wordt. De verbruiker kan het volledige snoepproduct opeten door gewoon het onbedekte houderelement vast te houden

Over het algemeen bevat dat soort snoepgoedartikel een 10 gestolde suikermassa die de verbruiker oplikt. Doorgaans heeft het artikel een cilindrische vorm met een diameter die varieert tussen 1 en 3 cm en met een lengte van 5 tot 8 cm.

Er bestaat één specifiek snoepgoedartikel dat een 15 voorbeeld is van de hierboven beschreven techniek en dat een “PUSH POP” genoemd wordt. Het product wordt onder andere verdeeld door Topps Ireland. Deze Push Pop is een gestolde massa snoep die zich in een tweedelige afneembare plastic houder bevindt. Zoals de naam doet vermoeden, wordt de snoepmassa vastgemaakt aan een verschuifbaar 20 element binnen het omhulsel zodat de snoepmassa dus vanuit het omhulsel omhoog geduwd kan worden en boven het omhulsel uitsteekt zover als nodig is voor het kind om eraan te likken. Het snoepproduct kan vrij binnen het omhulsel verschoven worden. Het omhulsel is ondoorzichtig zodat men het snoepproduct niet kan zien. Bij dit 25 product ontstaat er een probleem wanneer de snoepmassa vloeibaar 1QQ8335* 2 wordt, bijvoorbeeld wanneer de snoep opgelikt wordt. Een deel van die vloeibaar geworden snoep kan dan op het verschuifbare element druppelen en zo verhinderen dat de snoepmassa nog kan verschuiven Bovendien is de voortdurende beweging van de snoepmassa in en uit 5 het omhulsel nadelig voor de reinheid van het snoepproduct en kan eventueel de productiekosten ervan doen toenemen. Daarenboven wordt het product, eens vervaardigd en na verloop van tijd, plakkerig en blijft het aan de wanden van de houder kleven. Bijgevolg kan de snoep niet schuiven binnen de houder en dus niet opgegeten worden, tot grote 10 ontgoocheling van het kind. Het mooiste aspect van het voorgestelde snoepgoed is zijn transparantie. Komt het product echter in contact met de lucht (die altijd vochtig is), dan kristalliseert de buitenkant van het snoepgoed en wordt het ondoorzichtig In dergelijke omstandigheden is de snoep niet langer aantrekkelijk voor het kind.

15 Hoewel de Push Pop-snoepreep door een verpakkingspapiertje beschermd wordt, komt hij toch in contact met de lucht.

Bijgevolg biedt onderhavige uitvinding een nieuwigheid bij een snoepgoedartikel dat een snoepproduct bevat dat zich in een 20 omhulsel bevindt. Dat omhulsel bestaat uit een houderelement en een verwijderbaar deksel verbonden aan het houderelement waarbij het snoepproduct stevig vastgemaakt is aan het houderelement zodat het snoepproduct ten opzichte van het houderelement niet kan bewegen.

Het deksel is aangepast om het snoepproduct te bedekken. Doordat het 25 snoepgoedartikel stevig vastgemaakt is aan het houderelement, kan het deksel niet aan het houderelement vastkleven waardoor het deksel moeilijker verwijderd kan worden zoals bij de vorige producten. Bij voorkeur is het snoepproduct doorschijnend en het deksel transparant. Doordat het deksel transparant is, kan men de snoep van buitenaf zien 30 Het deksel biedt bovendien een hermetische, luchtdichte sluiting zodat het snoepproduct niet in contact kan treden met de lucht. Bijgevolg zal het vocht de aangebrachte doorzichtige snoep niet aantasten en zal het snoepgoed zijn doorzichtigheid bewaren.

35 Het houderelement is bij voorkeur langwerpig en het eerste deel ervan fungeert als snoepstukhouder zodat het snoepgoed op zijn K-ü' 3 plaats blijft. De snoepstukhouder kan bestaan uit een tapeind dat in het snoepproduct binnendringt of uit een uitsparing waarin zich een deel van het snoepgoed bevindt.

5 Bij een uitvoering van de uitvinding heeft het houderelement een binnenvakje dat toegankelijk is via een tweede uiteinde van het houderelement waarbij het tweede uiteinde voorzien is van een afsluitelement. Dat kenmerk van de uitvinding is een vernieuwing op het wereldwijde vlak van het snoepgoed. Het 10 binnenvakje kan een bijkomend product bevatten zoals een klein speeltje, een “tatoeage” of een tweede snoepproduct dat een andere smaak kan hebben dan het eerste snoepproduct. In het domein van het snoepgoed bestaat een dergelijk binnenvakje op dit moment alleen bij een hol chocolade-ei. Voor snoepgoed is het echter een complete 15 innovatie. Het deksel is bij voorkeur zodanig ontworpen dat het, afgesloten met een afsluitelement van het houderelement, gebruikt kan worden als een houder voor verrassingen of kleine speelgoedjes die kunnen verzameld worden en die in het holle binnenvakje gevonden kunnen worden.

20

Het houderelement, het deksel en het afsluitelement kunnen elk een hoofdzakelijk cirkelvormige dwarsdoorsnede hebben. Het afsluitelement kan een hoofdzakelijk cilindrisch basisprofiel hebben met een diameter die in wezen gelijk is aan die van het buitenste oppervlak 25 van het houderelement en een in wezen cilindrisch bovenprofiel met een diameter die in wezen gelijk is aan die van het binnenvakje zodat het bovenprofiel in het vakje tussengevoegd kan worden en al wrijvend met het binnenste oppervlak van het binnenvakje kan in elkaar grijpen.

30 Het deksel is transparant zodat het snoepgoedartikel aantrekkelijker is voor het kind dat het snoepproduct doorheen het deksel kan zien. Het deksel en het houderelement bevatten bij voorkeur onderling koppelbare elementen om het deksel op een verwijderbare manier aan het houderelement te bevestigen. Het houderelement kan 35 bijvoorbeeld een bovenste deel met een verkleinde dwarsdoorsnede hebben en het koppelbare element kan aan de buitenkant een uitstekend 1008335* 4 deel bevatten op het bovenste profiel van het houderelement en een opstaande rand op het binnenste oppervlak van het deksel waarbij de opstaande rand erover hangt en zich invoegt onder het uitstekende deel wanneer het deksel aan het houderelement vastgemaakt wordt.

5

Het deksel is bij voorkeur voorzien van een clip om het snoepgoedartikel vast te maken aan bijvoorbeeld een zak van een kledingstuk, zodat het kind het deksel op het snoepproduct kan plaatsen, het aan een zak van een kledingstuk kan vastmaken, opnieuw 10 het deksel eraf kan nemen en verschillende keren porties van het product kan opeten.

De uitvinding zal nu uitvoeriger beschreven worden, alleen bij wijze van voorbeeld, met verwijzing naar de begeleidende 15 tekeningen, waarbij:

Figuur 1 een opengewerkte tekening is van een verpakt snoepgoedartikel overeenkomstig een eerste uitvoering van de uitvinding; 20

Figuur 2 een verticale doorsnede is van het artikel in figuur 1;

Figuur 3 een fragmentarisch beeld is, gedeeltelijk in 25 profiel, van een alternatief tapeinde voor het houderelement in figuren 1 en 2;

Figuur 4 een half zijaanzicht in doorsnede is van een artikel overeenkomstig een tweede uitvoering van de uitvinding, 30 waarbij het deksel niet getoond wordt;

Figuur 5 een verticale doorsnede is van het houderelement in figuur 4; 5

Figuur 6 een perspectieftekening is van een artikel overeenkomstig een derde uitvoering van de uitvinding, waarbij het deksel niet getoond wordt; 5 Figuur 7 een half zijaanzicht in doorsnede is van het artikel in Figuur 6, inclusief het deksel;

Figuur 8 een verticale doorsnede is van een deel van het snoepproduct in figuren 6 en 7; en 10

Figuur 9, 10 en 11 verticale doorsnedes zijn van alternatieve snoepproducten die het product in figuur 8 kunnen vervangen.

15 In de figuren 1 en 2 wordt een snoepgoedartikel getoond dat een langwerpig, doorschijnend snoepproduct l bevat dat bestaat uit een vaste massa snoep. Het snoepproduct 1 is opgesplitst in een bovenste gedeelte 2 met een bepaalde smaak en kleur en een onderste gedeelte 3 met een andere kleur en smaak. Zo kan het bovenste 20 gedeelte 2 rood zijn met een aardbeiensmaak en het onderste gedeelte 3 geel met een citroensmaak.

Het snoepproduct 1 is hoofdzakelijk cilindervormig maar wordt naar de bovenkant toe geleidelijk kleiner. De lengte varieert 25 tussen 20 en 165 mm, bijvoorbeeld 53 mm en de diameter ligt tussen 7 en 55 mm, bijvoorbeeld 24 mm aan de basis en 20 mm aan de bovenkant.

De basis van het snoepproduct 1 wordt vastgemaakt aan 30 een in wezen cilindervormig houderelement 4 uit plastic. Het houderelement 4 is hol en heeft een binnenvakje 5 waarin een verrassingsproduct zoals een klein speeltje of een tijdelijke “tatoeage” of een bijkomend snoepproduct verborgen zit. Het bovenste gedeelte van het binnenvakje 5 wordt begrensd door een gedeelte met een 35 kleinere dwarsdoorsnede 6 waar zich in het midden een tapeind 7 met 1C08335 " 6 een bolle kop bevindt dat binnendringt in het snoepproduct 1 om laatstgenoemde stevig vast te maken aan het houderelement 4.

Een in wezen cilindervormig deksel 8 uit doorzichtig 5 plastic wordt verwijderbaar vastgemaakt aan het houderelement 4. Het deksel 8 heeft een ronde top en een clip 9 waarmee het hele snoepproduct aan een kledingstuk vastgehecht kan worden Een opstaande rand 10 bevindt zich in het binnenste oppervlak van het deksel 8 dichtbij de onderste rand en een uitstekend deel 11 bevindt 10 zich in het gedeelte met de kleinere dwarsdoorsnede 6 van het houderelement 4. De opstaande rand 10 wordt gekoppeld onder het uitstekende deel 11 om het deksel stevig maar verwijderbaar aan het houderelement vast te maken.

15 Het deksel 8 en het houderelement 4 hebben dezelfde diameter die ligt tussen 9 en 70 mm, bijvoorbeeld 30 mm. De lengtes van het deksel 8 en het houderelement 4 variëren beide tussen 23 en 190 mm; in dit voorbeeld is het deksel 60 mm en het houderelement 50 mm lang.

20

Het binnenvakje 5 van het houderelement 4 wordt onderaan afgesloten door middel van een in wezen cirkelvormig afsluitelement 12 uit plastic. Een basisgedeelte 13 van het afsluitelement heeft een diameter die in wezen gelijk is aan de buitenste diameter van het 25 houderelement 4 en een bovengedeelte 14 daarvan heeft een diameter die hoofdzakelijk gelijk is aan de diameter van het binnenvakje 5. Het afsluitelement grijpt bijgevolg al wrijvend met het onderste gedeelte van het binnenvakje 5 in elkaar zodat het speeltje of het snoepproduct in het binnenvakje blijft zitten. Om het afsluitelement 12 makkelijker 30 van het houderelement 4 te kunnen verwijderen, heeft eerstgenoemde een lensvormige insnijding 15.

In figuur 3 wordt een alternatief gevormd tapeind 20 van het houderelement afgebeeld met een platte kop. Het tapeind 20 is 35 hoofdzakelijk cilindervormig en heeft vier verticale uitsteeksels 21 en twee perifere rupsrolletjes 22. Die uitsteeksels 21 en rupsrolletjes 22 «C /' ' 1 ^ V ' 1 7 hebben als doel een veilige koppeling tot stand te brengen tussen het snoepproduct 1 en het houderelement 4. Het snoepproduct wordt in vloeibare toestand in het houderelement 4 geplaatst en deeltjes van die vloeistof worden verplaatst door de uitsteeksels 21 en de rupsrolletjes 5 22. Eens het snoepproduct hard geworden is, blijft het stevig vasthangen aan het houderelement 4, verankerd rond de uitsteeksels 21 en de rupsrolletjes 22.

Een tweede uitvoering van het snoepgoedartikel, 10 voorgesteld in figuren 4 en 5, onderscheidt zich van de uitvoeringen voorgesteld in figuren 1 tot en met 3 enkel wat de aanhechting van het snoepproduct 101 aan het houderelement 104 betreft. Een gedeelte met een kleinere dwarsdoorsnede 106 omvat een in wezen cilindervormige uitsparing 117. Het onderste oppervlak van de uitsparing 117 heeft een 15 groot aantal inspringingen 118 en de zijwand van de uitsparing omvat een perifere inspringing 119 en verticale ribben 120. De inspringingen 118, 119 en de ribben 120 dienen ertoe het snoepproduct 101 stevig vast te maken aan het houderelement 104 op dezelfde manier als de uitsteeksels 21 en de rupsrolletjes 22 voorgesteld in figuur 3.

20

In de figuren 6 en 7 wordt een derde uitvoering van het snoepgoedartikel voorgesteld, inclusief een houderelement 204, een snoepproduct 201 eraan vastgemaakt en een deksel 208. Het snoepproduct bestaat uit een langwerpig basisgedeelte 230, ook te zien 25 in figuur 8, met een uitholling 231 in het bovenste gedeelte daarvan. De uitholling 231 wordt bovenaan afgesloten door een snoepdeksel 232 met een perifere onderrand die iets kleiner is dan de bovenste buitenkant van het basisprofiel 230. Tijdens de fabricatie van het snoepgoedartikel wordt een bijkomend snoepproduct in de uitholling 30 231 geplaatst en het deksel 232 wordt vastgemaakt aan het basisprofiel 230 zodat de uitholling 231 niet langer toegankelijk is.

Het basisprofiel 230 en het deksel 232 kunnen allebei opgegeten worden en kunnen verschillende kleuren en/of smaken 35 hebben. De uitholling 231 met bovenaan een concaaf en onderaan een conisch oppervlak, kan met verschillende producten gevuld worden * - - 8 zoals kleine hoeveelheden gepofte snoep 233 en/of siroop, chocolade, kleine stukjes klapkauwgom, vloeibare klapkauwgom en dergelijke. Het snoepproduct 201 kan gefabriceerd worden volgens een werkwijze dat een toepassing is van de werkwijze beschreven in US-A-5.279 842. Bij 5 die gekende werkwijze bedraagt de temperatuur van de oorspronkelijke snoepmassa tussen 90° en 150° C en ligt het vochtgehalte onder het evenwichtsvochtgehalte van het uiteindelijke vergaste snoepgoed.

Reuk- en/of kleurstoffen worden aan de massa toegevoegd die daarna in twee complementaire gietvormen geplaatst wordt, Uithollingen met een 10 volume van 0,2 ml tot 20 ml worden in de twee delen van de snoepmassa in de gietvormen geperst die daarna afgekoeld worden tot een temperatuur die onder ongeveer 50° C ligt. Snoep in de vorm van gepofte schilfertjes en eventueel deeltjes knalkauwgom worden in de uithollingen geplaatst. De delen snoepmassa worden dan gemengd met 15 eetbare kleefstof en het uiteindelijke snoepproduct wordt uit de gietvormen verwijderd.

Het basisprofiel 230 dat geleidelijk kleiner wordt naar de onderkant toe, kan transparant gemaakt worden zodat het bijkomende 20 snoepproduct zichtbaar wordt in de uitholling 231, doorheen het basisprofiel 230 en ook doorheen het deksel 208 als laatstgenoemde ook transparant is.

Het houderelement 204 heeft een uitsparing 217 met 25 inspringingen en uitsteeksels, die niet in figuur 7 getoond worden maar die gelijk zijn aan de inspringingen 118, 119 en de ribben 120 voorgesteld in figuur 5 en die ertoe dienen het snoepproduct 201 vast te maken aan het houderelement.

30 In de figuren 9, 10 en 11 worden alternatieve samenstellingen voor het snoepproduct getoond die gebruikt kunnen worden met het houderelement 204.

In figuur 9 heeft een uitholling 241 een vlakke 35 bodemwand. De diameter dl van het onderste oppervlak van het basisprofiel 240 wordt geselecteerd variërend tussen ongeveer 10 en 50 - ^ ··* 9 mm. De diameter d2 van het bovenste oppervlak wordt geselecteerd variërend tussen ongeveer 7 en 52 mm en de diameter d3 van de uitholling 241 aan het bovenste oppervlak wordt geselecteerd variërend tussen ongeveer 5 en 48 mm. Het resterende randdeel van het bovenste 5 oppervlak van het basisprofiel 240 wordt geselecteerd variërend tussen ongeveer 1 en 24 mm. De diameter d4 van de bodemwand wordt geselecteerd variërend tussen ongeveer 1 en 48 mm. De afstand A2 tussen het onderste oppervlak en de bodemwand wordt geselecteerd variërend tussen ongeveer 10 en 100 mm en de afstand Al tussen de 10 bodemwand en het bovenste oppervlak van het basisprofiel 240 wordt geselecteerd variërend tussen ongeveer 10 en 65 mm. Er is dus een ruime keuze aan verschillende vormen en afmetingen van het snoepproduct Bij één specifieke uitvoering bedraagt de diameter dl 20 mm, de diameter d2 24 mm en de diameter d3 16 mm zodat het 15 resterende randgedeelte van het bovenste oppervlak van het basisprofiel 240 overal 4 mm bedraagt. De diameter d4 bedraagt daarbij 10 mm en de afstand A2 30 mm en de afstand Al 22 mm. Bij die uitvoering heeft het deksel 232 een diameter van 23 mm en een dikte van 5 mm. Aangezien de afmetingen van het basisprofiel echter variëren, moeten 20 de afmetingen van het deksel 232 ook variëren zodat zijn diameter zo geselecteerd wordt dat hij hoofdzakelijk dezelfde is of iets kleiner dan de diameter van het bovenste oppervlak van het basisprofiel 240, d.i. variërend tussen ongeveer 7 en 52 mm, terwijl de dikte varieert tussen ongeveer 0,2 en ongeveer 50 mm.

25

In figuur 10 wordt een andere alternatieve uitvoering van het snoepproduct afgebeeld waarbij zowel het bodemprofiel van een uitholling 251 alsook een snoepdeksel 252 halfrond zijn. In figuur 11 wordt nog een andere alternatieve uitvoering getoond waarbij een 30 uitholling 262 cilindervormig is. Het basisprofiel getoond in figuur 11 kan bedekt worden met het schijfvormige deksel 232 in figuur 6, 7 en 9 of met het halfrond deksel 252 in figuur 10.

Vanzelfsprekend kunnen er wijzigingen aangebracht 35 worden aan de specifieke uitvoeringen die hierboven beschreven werden zonder daarbij af te wijken van de draagwijdte van de uitvinding zoals 1008335- 10 bepaald in de bijgevoegde octrooiconclusies. Zo kan het omhulsel bijvoorbeeld in plaats van of aanvullend met de clip 9 voorzien worden van een opening waardoor een touwtje gestoken wordt zodat het kind het snoepgoedartikel om zijn of haar hals kan hangen.

5 * _ ' · ·-*

Claims (5)

1 -Snoepgoedartikel bestaande uit een snoepproduct (1, 101, 201) dat zich in een omhulsel bevindt, het omhulsel bestaande uit 5 een houderelement (4, 104, 204) en een transparant deksel (8, 208), verwijderbaar gekoppeld aan het houderelement (4, 104, 204), waarbij het snoepproduct (1, 101, 201) stevig vastgemaakt is aan het houderelement (4, 104, 204) zodat het snoepproduct ten opzichte van het houderelement niet kan bewegen, en waarbij het transparante deksel 10 (8, 208) aangepast is om het snoepproduct te bedekken, gekenmerkt doordat het houderelement (4, 104, 204) een binnenvakje (5) omvat die voorzien van een verwijderbaar afsluitelement (12) 2. -Snoepgoedartikel zoals omschreven in conclusie 1, 15 waarbij het houderelement (4, 104, 204) langwerpig is en een eerste uiteinde (6, 106, 217) omvat die voorzien is van middelen (7, 20, 117) om het snoepproduct (1, 101, 201) op zijn plaats te houden. 3. -Snoepgoedartikel zoals omschreven in conclusie 2, 20 waarbij de middelen om het snoepproduct vast te houden bestaan uit een tapeind (7, 20) dat in het snoepproduct (1) binnendringt. 4. -Snoepgoedartikel zoals omschreven in conclusie 2, waarbij de middelen om het snoepproduct vast te houden bestaan uit 25 een uitsparing (117, 217) waarin zich een deel van het snoepproduct (101, 201) bevindt.

5 -Snoepgoedartikel zoals omschreven in om het even welke voorafgaande conclusie, waarbij het binnenvakje (5) toegankelijk 30 is via een tweede uiteinde van het houderelement (4, 104) dat voorzien is met een verwijderbaar afsluitelement (12).

6.-Snoepgoedartikel zoals omschreven in om het even welke voorafgaande conclusie, waarbij het houderelement (4, 104, 35 204), het deksel (8, 208) en het afsluitelement (12) elk op zich een in wezen cirkelvormige doorsnede hebben. 7. -Snoepgoedartikel zoals omschreven in conclusie 7, waarbij het afsluitelement (12) een hoofdzakelijk cilindervormig basisgedeelte (13) heeft met een diameter die in wezen gelijk is aan die 5 van het buitenste oppervlak van het houderelement (4, 104) en een in wezen cilindervormig bovengedeelte heeft met een diameter die in wezen gelijk is aan die van het binnenvakje (5). 8. -Snoepgoedartikel zoals omschreven in om het even 10 welke voorafgaande conclusie, waarbij het afsluitelement (12) aangepast is om het deksel (8) af te sluiten, wanneer het afsluitelement (12) en het deksel (8) verwijderd worden van het houderelement (4), om op die manier een doosje met het deksel te kunnen vormen. 15 9.-Snoepgoedartikel zoals omschreven in om het even welke voorafgaande conclusie van 5 tot en met 8, waarbij het binnenvakje (5) een verrassingsproduct bevat zoals een speelgoedje, een tatoeage of een bijkomend snoepproduct. 20 10.-Snoepgoedartikel zoals omschreven in om het even welke voorafgaande conclusie, waarbij het deksel (8) en het houderelement (4) onderling koppelbare elementen (10, 11) bevatten om het deksel verwijderbaar vast te maken aan het houderelement. 25 11 -Snoepgoedartikel zoals omschreven in conclusie 12, waarbij het koppelbare element een periferiek uitstekend deel (11) bevat op het houderelement (4) en een opstaande rand (10) op het binnenste oppervlak van het deksel (8), waarbij de opstaande rand (10) erover hangt en in het uitstekende deel (11) grijpt wanneer het deksel 30 vastgemaakt wordt aan het houderelement.

12.-Snoepgoedartikel zoals omschreven in om het even welke voorafgaande conclusie, waarbij het deksel (8) voorzien is van een clip (9) om het snoepgoedartikel aan een kledingstuk vast te 35 hechten. Λ ' 1 '

13.-Snoepgoedartikel zoals omschreven in om het even welke voorafgaande conclusie, waarbij het snoepproduct (1, 101, 201) transparant is. 5 14 -Snoepgoedartikel, in hoofdzaak zoals hierin omschreven met verwijzing naar de figuren 1 tot en met 3, de figuren 4 en 5, de figuren 6 tot en met 8, of de figuren 9, 10 of 11 van de begeleidende tekeningen. * 'v f. p O 3 ( J J O v.' <3 ^