NL1007528C2

NL1007528C2 - Optische schijf-opneeminrichting.

Info

Publication number: NL1007528C2
Application number: NL1007528A
Authority: NL
Inventors: Kenichiro Takeshita; Morihiro Murata
Original assignee: Yamaha Corp
Priority date: 1996-11-15
Filing date: 1997-11-12
Publication date: 1999-12-07
Also published as: JP3070494B2; US5986980A; NL1007528A1; JPH10149627A

Description

v t ·

Optische schijf-opneeminrichtlnq

De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op inrichtingen voor het opnemen van gegevens op opneembare optische schijven, zoals CD-R (Compact Disc-Recordable) of DVD (Digital Video Disc-Recordable) waar 5 gegevens opgenomen worden op een pakket-voor-pakket basispakketten, en zij heeft in het bijzonder betrekking op een pakket-schrijftype optische schijf-opneeminrichting die gegevens in pakketten opneemt elk hebbende een vooraf bepaalde gegevenslengte.

10 Voorbeelden van de conventionele bekende werk wijzen voor het opnemen van gegevens op een CD-R omvatten de "schijf-onmiddellijk" werkwijze waarin gegevens voor een gehele optische schijf achtereenvolgens opgenomen worden door een enkele opneembewerking in de "spoor-onmid-15 dellijk" werkwijze waarin een groot aantal sessies toegestaan wordt om op een schijf in een aanvullende manier (additief schrijven) op een schijf geschreven te worden. Al deze opneemwerkwijzen omvatten echter het opnemen van een grote hoeveelheid gegevens per opneembewerking, ver-20 bruikende een beheergeheugensgebied van 10 tot 20 megabytes per opneembewerking. Aldus zijn de bekende opneemwerkwij zen niet geschikt voor toepassingen waar een relatief kleine hoeveelheid gegevens een groot aantal keren in een additieve manier geschreven worden. Daarentegen heeft de 25 zogenaamde "pakket-schrijf" opneemwerkwijze, waarin een 1007528 2 kleine hoeveelheid gegevens op een optische schijf op een pakket-voor-pakketbasis geschreven wordt, het voordeel dat een noodzakelijk bestand additief geschreven kan worden op nagenoeg dezelfde manier als normaal gedaan op conventio-5 nele harde schijven, en deze is dus toenemend populair geworden in toepassingen waarin CD-R gebruikt wordt als een externe opslaginrichting voor een computer.

Figuur 5 is een diagram tonende een pakket-schrijfopneemopmaak. Elk spoor is opgebouwd uit een voor-10 tussenruimte, die in beheergebied verschaft aan de kop van het spoor, en een groot aantal pakketten volgende de voor-tussenruimte. In deze opmaak, worden gegevens geschreven op de pakket-voor-pakketbasis. Dat is, elk pakket wordt geschreven op de schijf, volgende een reeds geschreven 15 pakket. Voor dit doeleinde bevat de voor-tussenruimte spoordiscriptoren, en een specifieke positie om een nieuw pakket op te nemen wordt bepaald door referentie naar positieïnformatie van een laatste pakket geschreven op de optische schijf. In het additief schrijven van een nieuw 20 pakket, is het onmogelijk om het nieuwe pakket fysiek te verbinden met het voorafgaande reeds geschreven pakket op een continue manier, zodat een praktisch onleesbaar blok, een "verbindingsblok", verschaft wordt tussen alle naburige pakketten. Verbindingsinformatie, een "las" genoemd, 25 wordt opgeslagen in een gegevensverbindingsperiode tussen de pakketten. De las bevat informatie opgeslagen in een totaal van zeven blokken: uitloopinformatie (run-out) opgeslagen in twee blokken aan het eind van een voorafgaand pakket; verbindingsinformatie (link) opgeslagen in 3 0 één blok aan de kop van een daaropvolgend pakket; en inloopinformatie (run-in) in vier blokken van het daaropvolgende pakket.

De pakketlengte wordt ingesteld door een externe hoofdcomputer. Daar elk pakket een groot aantal blokken 35 (sectoren) bevat elk met een lengte van ongeveer 2K bytes, kan de pakketlengte in principe bepaald worden onder gebruikmaking van 2K-byte eenheden. Echter, daar de las in 1007528 3 totaal 14K bytes verbruikt, kunnen de opneemgebieden niet efficiënt gebruikt worden indien de pakketlengte te kort is. Om deze reden, wordt de pakketlengte normaal ingesteld op 64K bytes, in 128 bytes of dergelijke zodat de effec-5 tieve gebruikershoeveelheid van de opnemende gebieden meer dan 80 procent is.

Vanwege de aard van het pakket-voor-pakket addi-tieve schrijven, voeren de conventionele optische schijf-opneeminrichtingen gegevensopneming uit op een optische 10 schijf op de pakket-voor-pakketbasis. Wanneer één pakket gegevens opgenomen dient te worden, wordt een serie van bewerkingen in het algemeen vereist om gegevens op te slaan voor één pakket van de hoofdcomputer in een interne gegevensbuffer van een schijfaandrijfeenheidinrichting, 15 bewegende een opneemkop naar een bepaalde schrijfpositie gericht naar de schijf (zoekbewerking) en vervolgens het opnemen initieert van het opgeslagen één-pakket gegevens door middel van de opneemkop. De reden waarom het opnemen geïnitieerd wordt na opslag van de één-pakket gegevens is 20 dat indien er een breuk of onderbreking van gegevens gedurende het opnemen optreedt, alle gegevens die tot op dat moment opgenomen zijn fouten zullen worden.

Indien de grootte van een bestand kort genoeg is om in een enkel pakket te passen, zal de bovengenoemde 25 opneemwerkwijze geen aanzienlijke problemen leveren; echter indien het bestand langer is, zal een probleem optreden dat de zoekbewerking frequent plaatsvindt, het opnemen van het bestand tijdsverbruikend makend. Aanvullend, wordt laservermogen van de opneemkop herhaaldelijk 30 geijkt, hetgeen zal resulteren in gebrek aan ijkgebied. Een dergelijk probleem kan verholpen worden indien de pakketgrootte vrij groot wordt, maar de vergrote pakket-grootte zal de voordelige functie van de pakket-schrijfop-neemwerkwijze aanzienlijk verslechteren hetgeen toestaat 35 dat een kleine hoeveelheid gegevens opgenomen dient te worden op een additieve manier.

Dientengevolge, is het een hoofddoel van de T007528 4 onderhavige uitvinding een optische schijf-opneeminrich-ting te verschaffen, die zelfs voor lange gegevens van een groot aantal pakketten, een noodzakelijk aantal spoorzoek-bewerkingen kan reduceren om daardoor aanzienlijk een 5 noodzakelijke tijd te reduceren voor het opnemen van de gegevens en tevens een noodzakelijk aantal ijkbewerkingen kan reduceren.

Het is een ander doel van de onderhavige uitvinding een optische schijf-opneeminrichting te verschaffen 10 die hoge snelheidsopname toestaat zonder het voordeel van de pakketschrijfopneemwerkwijze te verliezen ongeacht de grootte van de op te nemen gegevens.

Volgens een hoofdaspect van de onderhavige uitvinding wordt er voorzien in een optische schijf-op-15 neeminrichting bevattende: een gegevensbuffer voor het daarin opslaan van gegevens van een groot aantal pakketten toegevoerd van een optionele externe bron op een pakket-voor-pakketbasis, waarbij elk van de pakketten een vooraf bepaalde gegevens-20 lengte heeft; een regelsectie die wanneer een vooraf bepaalde hoeveelheid gegevens in de gegevensbuffer opgeslagen zijn, achtereenvolgens de gegevens voor N pakketten onder de toegevoerde pakketten uit de gegevensbuffer uitleest, 25 waarbij N een geheel getal van ten minste twee is; een coderingssectie die de gegevens voor de N pakketten achtereenvolgens uitgelezen uit de gegevensbuf-fer omzet in een opneemopmaak van een optische schijf en de omgezette gegevens na toevoeging daaraan van pakketver-30 bindingsinformatie uitvoert; en een schrijfsectie die de omgezette gegevens voor de N pakketten uitgevoerd uit de coderingssectie achtereenvolgens opneemt op de optische schijf, zonder een zoekfunctie uit te voeren tussen de opnamen van de gegevens 35 van elk van de N pakketten.

Wanneer eenmaal de vooraf bepaalde hoeveelheid gegevens in de gegevensbuffer zijn opgeslagen met een 1007528 5 opslagcapaciteit voor een groot aantal pakketten, worden de opgeslagen gegevens voor de vooraf bepaalde N pakketten achtereenvolgens uitgelezen om achtereenvolgens geschreven of opgenomen te worden op een optische schijf. Deze karak-5 teristieke rangschikking vereist slechts één zoekbewerking voor het opnemen van de N-pakketgegevens daardoor aanzienlijk de noodzakelijke opneemtijd en het noodzakelijke aantal laservermogensijkingen in vergelijking met de conventionele techniek reducerend.

10 In een bevoorkeurde uitvoeringsvorm, bepaalt de regelsectie een maximaal aantal pakketten die op te slaan zijn in de gegevensbuffer op de basis van een grootte van de toegevoerde pakketten van, bijvoorbeeld, een hoofdcomputer en de opslagcapaciteit van de gegevensbuffer en 15 stelt het bepaalde aantal pakketten in als de N pakketten die achtereenvolgens uitgelezen dienen te worden uit de gegevensbuffer. Deze rangschikking staat het achtereenvolgens opnemen van zoveel pakketten als mogelijk in de beschikbare capaciteit van de gegevensbuffer toe.

20 In een andere bevoorkeurde uitvoeringsvorm, wanneer gegevenstoevoer naar de gegevensbuffer beëindigd wordt voordat de vooraf bepaalde hoeveelheid gegevens opgeslagen zijn in de gegevensbuffer, start de regelsectie het uitlezen van de opgeslagen gegevens uit de gegevens-25 buffer en beëindigd het opnemen op de schijf nadat al de opgeslagen gegevens uitgelezen zijn en opgenomen zijn op de optische schijf. Dat is, indien de gegevenstoevoer van de hoofdcomputer naar de gegevensbuffer beëindigd wordt voordat de vooraf bepaalde hoeveelheid gegevens in de 30 gegevensbuffer opgeslagen zijn, dat is, voordat aan een conditie om de gegevensuitlezing (opneming) voldaan is, start de regelsectie het uitlezen van de reeds opgeslagen gegevens uit de gegevensbuffer en beëindigd de opeenvolgende opneming op de schijf nadat al de opgeslagen gege-35 vens uitgelezen en opgenomen zijn op de optische schijf. Met een dergelijke regeling, zelfs wanneer een kort bestand opgenomen dient te worden, kan de opnemende bewer- 1007528 6 king veilig geïnitieerd worden en kan het bestand met een enkele opneembewerking opgenomen worden op de optische schijf. Aldus, kan de gewenste opneming geschieden met een geminimaliseerd aantal zoekbewerkingen, ongeacht de gege-5 vensgrootte.

In nog een bevoorkeurde uitvoeringsvorm, beëindigt indien een gebruiker een opneembeëindigingsinstructie invoert alvorens de vooraf bepaalde hoeveelheid gegevens opgeslagen zijn in de gegevensbuffer, de regelsectie het 10 opnemen onmiddellijk zonder het starten van het uitlezen van de opgeslagen gegevens uit de gegevensbuffer. Dat is, wanneer de gebruiker eenmaal selecteert om verplicht de gegevenstoevoer te beëindigen voordat de vooraf bepaalde hoeveelheid gegevens opgeslagen zijn in de gegevensbuffer, 15 wordt de regeling uitgevoerd om de opneembewerking te beëindigen zonder het starten van het uitlezen van de opgeslagen gegevens uit de gegevensbuffer. Aldus, wanneer foutieve data toegewezen zijn voor het opnemen, is het mogelijk om te voorkomen dat foutieve gegevens verspilbaar 20 opgenomen worden op een opneemgebied van de optische schijf. In een dergelijk geval, zouden de foutieve gegevens vaak verspilbaar opgenomen zijn met de conventionele pakket-voor-pakketopneemwerkwijze waar de opneembewerking onmiddellijk geïnitieerd wordt. Echter kan de onderhavige 25 uitvinding effectief de mogelijkheid reduceren van het opnemen van dergelijke foutieve of onnoodzakelijke gegevens, daar de opneembewerking niet geïnitieerd wordt alvorens de vooraf bepaalde gegevenshoeveelheid opgeslagen is in de gegevensbuffer.

30 In nog een bevoorkeurde uitvoeringsvorm, start de regelsectie het uitlezen van de gegevens voor de N pakketten uit de gegevensbuffer wanneer gegevens voor tenminste de N pakketten opgeslagen zijn in de gegevensbuf fer. Daar uitlezing van de N-pakketgegevens gestart 35 wordt na bevestiging dat de N-pakketgegevens opgeslagen zijn in de gegevensbuffer, wordt de opeenvolgende opneming voor de N-pakketten volledig gegarandeerd, zodat geen fout 10075¢8 7 zal optreden gedurende opneming van de N-pakketten.

In nog een andere bevoorkeurde uitvoeringsvorm, blokkeert de regelsectie de gegevenstoevoer van de externe bron op een tijdstip wanneer de gegevens voor Ne pakketten 5 opgeslagen zijn in de gegevensbuffer, waarbij Ne een geheel getal van ten minste twee is, en hervat de regelsectie de gegevenstoevoer van de externe bron wanneer de opgeslagen gegevens in de gegevensbuffer zijn afgenomen tot een vooraf bepaalde hoeveelheid pakketten gelijk aan 10 Ns, waarbij Ns een geheel getal is kleiner dan Ne. Een duidelijke regeling van gegevensinvoer naar de gegevensbuf fer garandeert dat een constante hoeveelheid gehouden wordt op een pakket-voor-pakketbasis en dientengevolge een tijd kan reduceren noodzakelijk voor het starten van een 15 nieuwe opneembewerking na het opeenvolgend opnemen van de N pakketten.

In nog een andere bevoorkeurde uitvoeringsvorm, stelt indien gegevens voor een M pakket reeds opgeslagen zijn in de gegevensbuffer als gegevens die opgenomen 20 dienen te worden volgende op de N pakketten alvorens opnemen van de gegevens voor de N pakketten voltooid is, de regelsectie een specifiek aantal pakketten in om achtereenvolgens opgenomen te worden naar M, waarbij M een geheel getal van ten minste één is. Dat is, in het geval 25 waar gegevens voor M pakket aanwezig zijn in de gegevens-buffer uit gegevens die opgenomen dienen te worden volgende op de N pakketten alvorens het opnemen van de gegevens voor de N pakketten voltooid is, wordt het aantal pakketten dat opeenvolgend opgenomen dient te worden bijgewerkt 30 tot M, zodat het aantal verder vergroot kan worden. Door het herhalen van dergelijke bewerkingen, kunnen gegevens voor één bestand opeenvolgend opgenomen worden, zonder ongewenste onderbreking, door slechts één zoekbewerking, afhankelijk van de relatie tussen de snelheden van de 35 gegevensinvoer naar de gegevensbuffer en gegevens uitgelezen van de gegevensbuffer.

Voorkeursuitvoeringen van de onderhavige uitvin- 1007528 8 ding zullen nu beschreven worden onder verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:

Figuur 1 een blokdiagram is tonende een algemene opbouw van een CD-R aandrijfeenheidinrichting volgens een 5 bevoorkeurde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Figuur 2 een deel van een stroomschema is tonende het typische gedrag van een systeembesturingseenheid van figuur 1 gedurende pakketschrijven in de bevoorkeurde 10 uitvoeringsvorm;

Figuur 3 is een resterend deel van het stroomschema van figuur 2;

Figuur 4A een grafiek is tonende variaties van opgeslagen gegevenshoeveelheid in een schrijfbuffer wan-15 neer de snelheid van gegevensoverdracht van een hoofdcomputer hoger is dan de gegevensopneemsnelheid in de CD-R aandrijfeenheidinrichting;

Figuur 4B een grafiek is tonende variaties van opgeslagen gegevenshoeveelheid in de schrijfbuffer wanneer 20 de snelheid van gegevensoverdracht van de hoofdcomputer lager is dan de gegevensopneemsnelheid in de CD-R aandri jfeenheidinrichting; en

Figuur 5 een diagram is tonende een pakket-schrijf-opneemopmaak op een CD-R.

25 Figuur 1 is een blokdiagram tonende een algemene opbouw van een CD-R (compact disc-recordable) aandrijfeenheidinrichting volgens een bevoorkeurde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Gegevens van een op te nemen bestand, pakket-30 voor-pakket toegevoerd door een hoofdcomputer, worden opgeslagen via een verbinding 1 in een schrijfbuffer (gegevensbuffer) 2 met een opslagcapaciteit voor een groot aantal pakketten, en de opgeslagen gegevens worden uitgelezen uit de schij fbuf fer 2 onder de besturing van een 35 systeembesturingseenheid 3. Elk van de pakketten opgeslagen in de schrij fbuf fer 2 omvat, bij zijn begin en einde, identificatiesymbolen indicatief voor de start en het 1007528 9 einde van het pakket. In reactie op de identificatiesymbo-len, verhoogt een pakketteller 4 met één telkens wanneer één pakket opgeslagen wordt in de schrijfbuffer 2 en verlaagd met één telkens wanneer één pakket uitgelezen 5 wordt uit de schrijfbuffer 2. Op deze manier, houdt de pakketteller 4 constant het aantal pakketten PC dat op dat moment opgeslagen is in de schijfbuffer 2.

De systeembesturingseenheid 3 bestuurt gegevensinvoer en -uitvoer naar en van de schrijfbuffer 2 op basis 10 van het aantal momenteel opgeslagen pakketten PC en commando's van de hoofdcomputer. Gegevens uitgelezen uit de schrijfbuffer 2 worden toegevoerd naar een codeerder 5, die de toegevoerde gegevens omzet in een vooraf bepaald opneemopmaak op de pakket-voor-pakketbasis. Specifiek, 15 worden de toegevoerde gegevens ECC (Error Correction Code)/EDC (Error Detection Code) blok-voor-blok (sector-voor-sector) onthult, indien gewenst sector-interleaved, voorzien van een las zoals een verbinding, inloop- en uitloopinformatie gegeven door de systeembesturingseenheid 20 3, en EFM (Eight tot Fourteen Modulation)-gemoduleerd, om daardoor de te schrijven gegevens te verschaffen (of gegevens te schrijven).

De schrijfgegevens uitgevoerd uit de codeerder 5 worden vervolgens afgegeven via een versterker 6 en een 25 optische kop 7, die, onder gebruikmaking van de afgegeven schrijfgegevens, het vermogen van een laserlichtbundel moduleert om putten te vormen in een optische schijf 8. In overeenstemming met instructies gegeven door de systeembesturingseenheid 3, bestuurt een servo besturingseenheid 9 30 de laservermogensversterking door de versterker 6, de zoekbewerking voor de optische kop 7 en de omwenteling van een spilmotor 10 die de optische schijf 8 roteert.

Gegevens uitgelezen uit de optische schijf 8 door middel van de optische kop 7 worden via een verster-35 ker 11 toegevoerd aan een decodeerder 12. In de decodeer-der 12, worden de toegevoerde gegevens EFM-gedemoduleerd, indien noodzakelijk gede-interleaved, blok-voor-blok l'OOTS 28 10 onderworpen aan en fout detectie/correctiebewerking onder gebruikmaking van de ECC/EDC, en vervolgens opgeslagen in een leesbuffer 13. Wanneer een foutblok uitgelezen wordt, maakt de systeembesturingseenheid 3 als regel het foutblok 5 ongeldig en stopt de gegevensleesbewerking. Indien het foutblok een verbindingsblok is, dan continueert de systeembesturingseenheid 3 de gegevenslezing in de leesbuffer 13 en registreert in een leesfoutbeheertabel 14 dergelijke gegevens aangevende dat het uitleesblok een foutblok is. 10 In reactie op een gegevensuitleesverzoek van de hoofdcomputer, worden de gegevens aldus opgeslagen in de leesbuffer 13 uitgelezen en toegevoerd aan de hoofdcomputer via de verbinding 1.

Nu zal een beschrijving gegeven worden van het 15 pakketschrijven in de aldus geconstrueerde CD-R aandrijf-eenheidinrichting onder verwijzing naar de figuren 2 en 3, die stroomschema's zijn tonende het typische gedrag van de systeembesturingseenheid 3 gedurende het pakketschrijven in de onderhavige uitvoeringsvorm.

20 Wanneer eenmaal informatie over de pakketgrootte ontvangen wordt van de hoofdcomputer, berekent of bepaalt de systeembesturingseenheid 3 bij stap SI een specifiek aantal pakketten die deze de hoofdcomputer zal toestaan af te geven aan de schrijfbuffer 2 (hierna "pakket-invoer-25 startgetal" Ns genoemd) en een ander specifiek aantal pakketten die deze de hoofdcomputer verbiedt om toe te voeren aan de schijfbuffer 2 (hierna "pakket-invoer-stop-getal" Ne genoemd) afhankelijk van de pakketgrootte en de opslagcapaciteit van de schrijfbuffer 2. Het pakket-in-30 voer-startgetal Ns is een geheel getal van twee of meer dat een buffer-bijna-vol conditie representeert en kan als volgt bepaald worden aannemende dat de pakketgrootte A is en de opslagcapaciteit van de schrijfbuffer 2 B is:

Ne = INT (B/A) 35 , waarin INT een geheel gedeelte van (B/A) is.

Er treedt geen probleem op indien het pakket-invoer-startgetal Ns een optioneel getal van 0 of meer is. Indien het 1007528 11 pakket invoer-startgetal Ns te klein is, zal continuïteit in de gegevens uitgelezen uit de schrijfbuffer 2 verloren gaan, terwijl indien het pakket-invoer-startgetal Ns te groot is, het noodzakelijke aantal toegangen tussen de 5 hoofdcomputer en de aandrijfeenheidinrichting zal toenemen. Aldus wordt het pakket-invoer-startgetal Ns in deze uitvoeringvorm ingesteld op een geschikte waarde die rekening houdt met een correct evenwicht tussen deze twee uitersten.

10 Vervolgens staat de systeembesturingseenheid 3 bij stap S2 de hoofdcomputer toe om gegevens toe te voeren aan de schrijfbuffer 2 opdat gegevensinvoer van de hoofdcomputer naar de schrjfbuffer 2 gestart wordt. Volgende op de start van de gegevensinvoer, slaat de systeembestu-15 ringseenheid 3 sequentieel de invoergegevens op in de schrijfbuffer 2 totdat een vooraf bepaalde hoeveelheid gegevens opgeslagen zijn zoals bepaald bij stap S5, onder het continu bewaken van het aantal momenteel opgeslagen pakketten of momentele telling PC van de teller 4 of de 20 lees- en schrijfadressen in de schrijfbuffer 2. De bovengenoemde vooraf bepaalde hoeveelheid van de opgeslagen gegevens in deze uitvoeringsvorm wordt gekozen om overeen te komen met het pakket-invoer-stopgetal Ne, hoewel dit een hoeveelheid kan zijn die een buffer-vol conditie 25 representeert. Aldus is het uitsluitend noodzakelijk dat de systeembesturingseenheid 3 elke momentane telling PC van de teller 4 bewaakt, en is het tevens mogelijk om te voorkomen dat gegevenstoevoer van de hoofdcomputer ongewenst in het midden van een pakket onderbroken of ver-30 stoord wordt. Wanneer de gebruiker eenmaal selecteert om een verplichte eindinstructie toe te voeren aan de hoofdcomputer of CD-R aandrijfeenheidinrichting, beëindigt de systeembesturingseenheid 3 de gegevensinvoer om daardoor de opneembewerking bij stap S3 te beëindigen. Dit kan 35 verspilbare gegevensopneming voorkomen.

Wanneer de momentane telling PC van de teller 4 het pakket-invoer-stopgetal Ne bereikt als bepaald bij 1Ό07528 12 stap S5 of wanneer de gegevenstoevoer van de hoofdcomputer eindigt zoals bepaald bij stap S4 voordat de momentane telling PC van de teller 4 het pakket-aanvoer-stopgetal Ne bereikt daar het bestand dat opgenomen dient te worden te 5 klein in grootte is, beëindigt de systeembesturingseenheid 3 de gegevensinvoer naar de schrij fbuffer 2 bij stap S6, stelt een waarde van de telling PC in als een specifiek aantal pakketten die in volgorde dienen te worden opgenomen (hierna het opeenvolgend op te nemen pakketten N 10 genoemd) bij stap S7 en start vervolgens de opneembewer-king bij stap S8.

De opneembewerking bij stap S8 wordt uitgevoerd op een manier zoals getoond in figuur 3. Allereerst start de systeembesturingseenheid 3 bij stap Sll het lezen van 15 de gegevens uit de schrij fbuf fer 2 en voorziet de codeer-der 5 met verbindings- en inloopinformatie. Vervolgens bij stap S12 voert de systeembesturingseenheid 3 een zoekbe-werking uit, identificeert de eindpositie van een laatst opgenomen pakket door verwijzing naar de spoordiscriptoren 20 voorzien in de voortussenruimte bij de kop van het spoor, wijst een verbindingsblok toe aan de kop van het volgende pakket, voegt inloopinformatie toe aan het volgende pakket, en start vervolgens het schrijven van de gegevens op de optische schijf 8. Wanneer het opnemen van een pakket 25 voltooid is zoals bepaald bij stap S13, wordt uitloopin-formatie toegevoerd aan de codeerder 5 voor toevoeging aan het einde van het opgenomen pakket bij stap S14. Daarna, wordt het aantal opeenvolgend op te nemen pakketten N verlaagd met één bij stap S15, en wordt de bovengenoemde 30 opneembewerking in opeenvolging herhaald voor de N pakketten, dat is totdat het aantal opeenvolgend op te nemen pakketten N afneemt tot nul (stappen S16, S17 en S13 tot en met S15). Door een dergelijke opeenvolgende opneming, wordt het verbindingsblok dat naburige pakketten niet 35 fysiek verbond in het traditionele pakketschrijfschema, op de optische schijf 8 gevormd als een blok verbindende de naburige pakketten op een fysieke ofschoon niet logische f007528 13 manier.

Merk op dat indien de bestandgrootte groter is dan het pakket-invoer-stopgetal Ne, dit betekent dat andere gegevens in de hoofdcomputer achterblijven om 5 toegevoerd te worden. Aldus wanneer eenmaal de momentane telling PC van de teller 4 het pakket-invoer-startgetal Ns bereikt gedurende de opeenvolgende opneming voor de N pakketten zoals bepaald bij stap S18, geeft de systeembe-sturingseenheid 3 de hoofdcomputer toestemming om de 10 gegevens toe te voeren en hervat de gegevensinvoer naar de schijfbuffer bij stap S19. Wanneer eenmaal het aantal pakketten opgeslagen in de schrijfbuffer 2 het pakket -invoer-stopgetal Ne bereikt gedurende de opeenvolgende opneming, blokkeert de systeembesturingseenheid 3 de 15 gegevensinvoer naar de schri j fbuf fer bij stap S21. In het geval waar de gegevenstoevoer van de hoofdcomputer reeds beëindigd is gedurende de opeenvolgende opneming zoals bepaald bij stap S22, handhaaft de systeembesturingseenheid 3 de invoer-gestopt conditie bij stap S23. Wanneer de 20 gegevenstoevoer van de hoofdcomputer beëindigd wordt na het hervatten van de gegevensinvoer zoals bepaald bij stap S22, stopt de systeembesturingseenheid 3 de gegevensinvoer naar de schijfbuffer 2 en handhaaft daarna de invoer-gestopt conditie bij stap S23.

25 Als gevolg van de hervatting van de gegevensin voer, kunnen niet opgenomen gegevens van M (dat een optioneel geheel getal van één of meer is) pakket blijken achter te zijn gebleven in de schri j fbuf fer 2 op een tijdstip wanneer het aantal opeenvolgend op te nemen 30 pakketten N nul bereikt. In een dergelijk geval, hoewel de opneembewerking tijdelijk gestopt kan worden, continueert de systeembesturingseenheid 3 in de onderhavige uitvoeringsvorm de opneembewerking zodat de opneemtijd verder gereduceerd kan worden. Met name wanneer eenmaal het 35 aantal opeenvolgend op te nemen pakketten N nul bereikt (N = 0) zoals bepaald bij stap S16, wordt bevestigd bij stap S24 of de momentane telling PC van de teller 4 nul is.

TOO7528 14

Indien dit negatief beantwoord wordt (PC * 0) bij stap S24, vernieuwt de systeembesturingseenheid 3 het getal N om gelijk te zijn aan de momentane telling PC (= M) van de teller 4 bij stap S25, teneinde door te gaan met de opeen-5 volgende opneming. Wanneer zowel het getal N als de momentane telling PC nul bereikt zoals bepaald bij stappen S16 en S24, beëindigt de systeembesturingseenheid 3 de opneem-bewerking.

Volgens het boven beschreven opeenvolgende 10 pakket schrijfschema, kunnen alle gegevens die opgenomen dienen te worden opgeslagen worden in de schrijfbuffer 2 met voldoende overblijvende ruimte, door de initiële gegevensinvoer bij stap S2 van figuur 2, zo lang als de grootte van het bestand dat opgenomen dient te worden 15 kleiner is dan het pakket-invoer-stopgetal Ne. Dit staat toe dat al de gegevens met slechts één zoekbewerking volledig opgenomen kunnen worden.

Indien de grootte van het op te nemen bestand groter is dan het pakket-invoer-stopgetal Ne, wordt het 20 aantal zoekbewerkingen bepaald rekening houdende met een goed evenwicht tussen de snelheid van de gegevensoverdracht van de hoofdcomputer en de gegevensopneemsnelheid. Hoewel de gegevensopneemsnelheid in de CD-R aandrijfeen-heidinrichting normaal vastgesteld is bij, bijvoorbeeld, 25 150, 300 of 600 Kbps, varieert de snelheid van de gege vensoverdracht van de hoofdcomputer naar de CD-R aandrijf-eenheidinrichting afhankelijk van de hoofdcomputer.

Figuur 4A is een grafiek tonende variaties van de opgeslagen gegevenshoeveelheid in de schrijfbuffer 2 30 wanneer de snelheid van de gegevensoverdracht van de hoofdcomputer hoger is dan de gegevensopneemsnelheid in CD-R aandrijfeenheidinrichting, en figuur 4B is een grafiek tonende variaties van opgeslagen gegevenshoeveelheid in de schrijfbuffer 2 wanneer de snelheid van de gegevens-3 5 overdracht van de hoofdcomputer lager is dan de gegevensopneemsnelheid in de CD-R aandrijfeenheidinrichting. In de voorbeelden van figuur 4A en 4B, is de pakketgrootte 1007528 15 ingesteld op 64 Kbytes, de opslagcapaciteit van de schrijfbuffer 2 op 256 kbytes, het pakket-invoer-startge-tal Ns op 1, het pakket-invoer-stopgetal Ne op 4, en het aantal opeenvolgend op te nemen pakketten N op 4.

5 In het geval van figuur 4A waar de snelheid van de gegevensoverdracht van de hoofdcomputer hoger is dan de gegevensopneemsnelheid in de CD-R aandrijfeenheidinrich-ting, wordt de hoofdcomputer geplaatst in een stand by toestand op een tijdstip wanneer gegevens van vier pakket-10 ten van de hoofdcomputer opgeslagen zijn in de schrijfbuffer 2, en wordt de opneembewerking gestart. Wanneer eenmaal het opnemen van de gegevens van de eerste drie pakketten PI, P2 en P3 voltooid is, wordt de gegevensinvoer naar de schrijfbuffer 2 hervat. Dan veroorzaakt de gege-15 vensoverdrachtsnelheid hoger dan de opneemsnelheid dat de opgeslagen gegevenshoeveelheid in de schrijfbuffer 2 progressief toeneemt, en wordt de hoofdcomputer opnieuw in de stand by toestand geplaatst op een tijdstip wanneer de opgeslagen gegevenshoeveelheid het pakket-invoer-stopgetal 2 0 Ne bereikt. Nu dat het aantal opeenvolgend op te nemen pakketten N sequentieel bijgewerkt wordt gedurende die tijd, zodat gegevens van pakketten P4, P5, P6.... op een opeenvolgende manier opgenomen worden. Aldus, ongeacht de bestandgrootte, kunnen alle gegevens volledig opgenomen 25 worden met slechts één zoekbewerking.

Daarentegen, in het geval van figuur 4B, waar de snelheid van de gegevensoverdracht van de hoofdcomputer lager is dan de gegevensopneemsnelheid in de CD-R aandri j feenheidinrichting, neemt de opgeslagen gegevenshoe-30 veelheid in de schrijfbuffer 2 progressief af tot nul na het opnemen van de gegevens van de eerste drie pakketten PI, P2 en P3 voltooid is en wordt de gegevensinvoer naar de schrijfbuffer 2 hervat. Gedurende die tijd, wordt de opneembewerking gecontinueerd. Echter indien de bestand-35 grootte zo groot is dat de noodzakelijke opneembewerking niet voltooid kan worden voordat de opgeslagen gegevenshoeveelheid nul wordt, dan wordt de opneembewerking tijde- 1007528 16 lijk gestopt alvorens al de gegevens volledig opgenomen zijn. Als gevolg, zou de zoekbewerking een groot aantal keren gedurende het opnemen van alle gegevens plaatsvinden; echter kan het noodzakelijke aantal zoekbewerkingen 5 in de voorkeursuitvoering aanzienlijk geringer zijn dan in het conventionele pakket-voor-pakketopneemschema.

Samenvattend, wordt de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat wanneer eenmaal een vooraf bepaalde hoeveelheid gegevens opgeslagen zijn in een gegevensbuffer 10 met een opslagcapaciteit voor een groot aantal pakketten gegevens, de opgeslagen gegevens voor vooraf bepaalde N pakketten opeenvolgend uitgelezen worden om opeenvolgend op een optische schijf opgenomen te worden. Deze karakteristieke rangschikking vereist slechts één zoekbewerking 15 voor het opnemen van N pakketten gegevens, daardoor aanzienlijk de noodzakelijke opneemtijd en het noodzakelijke aantal keren laservermogingsijking reducerend in vergelijking met de conventionele techniek.

f007528

Claims

1. Een optische schijf-opneeminrichting bevattende : een gegevensbuffer voor het daarin opslaan van gegevens van een groot aantal pakketten toegevoerd vanuit 5 een optionele externe bron op een pakket-voor-pakketbasis, waarbij elk van de pakketten een vooraf bepaalde gegevens-lengte heeft; een regelsectie die wanneer een vooraf bepaalde hoeveelheid gegevens in de gegevensbuffer opgeslagen zijn, 10 achtereenvolgens de gegevens voor N pakketten onder de toegevoerde pakketten uit de gegevensbuffer uitleest, waarbij N een geheel getal van ten minste 2 is; een coderingssectie die de gegevens voor de N pakketten achtereenvolgens uitgelezen uit de gegevensbuf-15 fer omzet in een opneemopmaak van een optische schijf en de omgezette gegevens na toevoeging daaraan van pakketver-bindingsinformatie uitvoert; en een schrijfsectie die de omgezette gegevens voor de N pakketten uitgevoerd uit de coderingssectie achter-20 eenvolgens opneemt op de optische schijf, zonder een zoekfunctie uit te voeren tussen de opnamen van de gegevens van elk van de N pakketten.

2. Een optische schijf-opneeminrichting volgens conclusie 1, waarin de regelsectie een maximum aantal 25 pakketten bepaalt die op te slaan zijn in de gegevensbuf-fer op de basis van een grootte van de toegevoerde pakketten en een opslagcapaciteit van de gegevensbuf fer en het bepaalde getal pakketten instelt als de N pakketten die achtereenvolgens uit te lezen zijn uit de gegevensbuffer.

3. Een optische schijf-opneeminrichting volgens conclusie 1 of 2, waarin wanneer gegevenstoevoer naar de gegevensbuffer beëindigd is alvorens de vooraf bepaalde hoeveelheid gegevens in de gegevensbuffer opgeslagen zijn, *007528 de regelsectie het uitlezen van de opgeslagen gegevens uit de gegevensbuffer start en opnemen op de schijf beëindigd nadat al de opgeslagen gegevens uitgelezen zijn en opgeslagen zijn op de optische schijf.

4. Een optische schijf-opneeminrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarin indien een gebruiker een opneembeëindigingsinstructie invoert alvorens de vooraf bepaalde hoeveelheid gegevens opgeslagen zijn in de gegevensbuffer, de regelsectie het opnemen onmiddellijk 10 beëindigt zonder het starten van het uitlezen van de opgeslagen gegevens uit de gegevensbuffer.

5. Een optische schijf-opneeminrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarin de regelsectie het uitlezen van de gegevens voor de N pakketten uit de gege- 15 vensbuffer start wanneer gegevens voor tenminste de N pakketten opgeslagen zijn in de gegevensbuffer.

6. Een optische schijf-opneeminrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarin de regelsectie de gegevenstoevoer van de externe bron blokkeert op een tijd- 20 stip wanneer de gegevens voor Ne pakketten opgeslagen zijn in de gegevensbuffer, waarbij Ne een geheel getal van ten minste twee is, en waarin de regelsectie de gegevenstoevoer van de externe bron hervat wanneer de opgeslagen gegevens in de gegevensbuffer zijn afgenomen tot een 25 vooraf bepaalde hoeveelheid pakketten gelijk aan Ns, waarbij Ns een geheel getal is kleiner dan Ne.

7. Een optische schijf-opneeminrichting volgens conclusie l, waarin wanneer indien gegevens voor een M pakket reeds opgeslagen zijn in de gegevensbuffer als 30 gegevens die opgenomen dienen te worden volgende op de N pakketten alvorens opnemen van de gegevens voor de N pakketten voltooid is, de regelsectie een specifiek aantal pakketten instelt om achtereenvolgens opgenomen te worden naar M, waarbij M een geheel getal van ten minste één is. --0-0-0-0-0-0-0- 1007528